• No results found

GESCHIEDENIS - HEKSEN GRATIS

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "GESCHIEDENIS - HEKSEN GRATIS"

Copied!
7
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

GESCHIEDENIS - HEKSEN GRATIS

Auteur: P.G. Maxwell-Stuart Aantal pagina's: 182 pagina's Verschijningsdatum: 2007-06-23

Uitgever: Pearson Benelux B.V.

EAN: 9789043014441 Taal: nl

Link:

Download hier

(2)

Heksen en heksenvervolgingen

(3)

Om het hem te vertellen. Die liet de vrouw dn ophalen. Hij vroeg haar of ze een heks was. En natuurlijk zei ze dan: nee. En toen begon de ellende pas echt. De beul kwam erbij. Hij martelde de vrouw. Net zo lang tot ze toegaf dat ze een heks was. En dan werd ze bijvoorbeeld verbrand op een brandstapel. Want men dacht dat een heks haar boze toverkracht pas verloor als ze verbrandt werd. Dit speelde zich vooral af in de Middeleeuwen. Wij vinden dit soort verhalen wel interessant.

We hebben deze hoofdvraag in kleine stukjes onderzocht. We hebben dit verdeeld in 6 deelvragen: - Wat werd in de Middeleeuwen verstaan onder hekserij? Was er hekserij in de middeleeuwen? Op deze vraag zijn 2 antwoorden te geven. Ja: Want er is bewezen dat er vooral in de middeleeuwen duizenden vrouwen zijn vermoord wegens wat men noemde: hekserij! Er hebben dus wel degelijk heksenvervolgingen plaats gevonden. Maar de redenen waarom heksen vervolgd werden, was dat mensen gewoon graag zekerheid wilden. En daarom maar gewoon iemand wilde beschuldigen van de nare dingen die er gebeurden.

Nee: Want hekserij was gewoon een soort van bijgeloof. Het slaat gewoon helemaal nergens op. Er zijn helemaal geen bewijzen dat er ECHT heksen hebben bestaan. Dat is gewoon onmogelijk. Dat weet iedereen heksen zijn gewoon sprookjes figuren. Wanneer werd iemand als heks beschouwd? Het antwoord op deze vraag is eigelijk erg kort en simpel. Ter verduidelijking: Dit is helemaal aan het begin of zelfs nog, voor de Middeleeuwen.

In de inleiding is verteld dat heksen vroeger bekend stonden als goede, wijze vrouwen. Maar later gebeurde er dingen die mensen niet konden verklaren. Er stierven bijv, plotseling een aantal mensen in het dorp of er was een paar keer een slechte oogst. Omdat men dit niet kon verklaren, ging men zoeken naar verdachten. Deze verdachten waren snel gevonden. Dit waren de heksen. Zij hadden immers zoveel verstand van kruiden en enge ziektes. Ook waren veel heksen in die tijd vroedvrouw en hadden ze dus contact met pasgeboren kinderen.

Zo gaf men dus een heks de schuld van de dood van een aantal dorpelingen. En ja…. Dat van die oogst? Hoe, dat wist men niet, maar ja, wie had het anders gedaan? Zo is de heksenvervolging dus begonnen. Als je de heks al van 2 dingen kon beschuldigen, gaat het natuurlijk steeds

makkelijker. Steeds als er iets gebeurde, was de dader snel gevonden. Men kon bijna altijd wel iets vinden om een ander van hekserij te beschuldigen. Een aantal jaren later ging het al helemaal niet meer om de oorspronkelijke heks. Steeds meer mensen werden beschuldigd. De informatie die Rianne en ik net hebben verteld, gaat dus allemaal over dingen die later verzonnen zijn.

En die de bevolking toen geloofde. De heks werd beschuldigd voor haar eigen wijsheid en voor dingen die ze niet gedaan kan hebben.

Accepteerde men heksen? Om alles goed te begrijpen, moet je eerst duidelijk zijn dat - zo'n jaar geleden - rond , iedereen in West-Europa christelijk moest zijn. De paus was de baas van alle christenen. Alles wat hij zei over het geloof was als een wet die iedereen moest gehoorzamen.

Als je dat niet deed werd je 'ketter' genoemd. En dat was echt heel erg. Je mocht dan niet meer met andere mensen omgaan. Je stond niet alleen buiten de kerk, maar ook buiten de maatschappij. Als ketter kon je zomaar gevangen genomen worden.

Als je niet toegaf dat je verkeerd had gedaan, werd je levend verbrand. In de loop van de eeuwen veranderde de kerk een aantal keren van gedachte: in de achtste eeuw stelde de kerk dat iedereen in het bestaan van heksen geloofde een ketter was. In de vijftiende eeuw gold precies het tegenovergestelde: iedereen die niet in heksen geloofde was een ketter. Bovendien was ook elke heks automatisch een ketter.

Maar voor het jaar bestond er een verschil tussen 'ketters' en 'heksen'. Ketters waren mensen die, volgens de kerk, op een verkeerde manier in God geloofden. Heksen waren mensen die ervan beschuldigd werden kwaad te doen in opdracht van de duivel. Veel mensen dachten dat de heksen dan ook 'gelovigen' waren van een ander soort godsdienst. Volgens de mensen die op de heksen gingen jagen was die andere godsdienst bedoeld om de duivel te aanbidden. De duivel was zo zei men verantwoordelijk voor alle ellende en al het kwaad in de wereld. Als de mensen iets verkeerd deden werden ze door God gestraft. De straf was dat God de duivel zijn gang liet gaan. Als de gelovige mensen iets goeds wilden doen, dan moesten ze beginnen alle aanhangers van de duivel weg te jagen of te doden. Dus ook de heksen. Men accepteerde heksen dus totaal niet.

Was hekserij strafbaar en wat voor straffen kregen ze dan? In veel geschiedenisboeken staat dat de 15e en 16e eeuw, de eeuwen van 'vooruitgang' waren. Er werden veel nieuwe ontdekkingen gedaan en de wetenschap ging snel vooruit. Maar het waren ook de eeuwen met de grootste heksenvervolgingen. Om alles goed te begrijpen, moet eerst duidelijk zijn dat - zo'n jaar geleden - rond , iedereen in West-Europa christelijk moest zijn. Alles wat hij zei over het geloof was als een wet, waaraan iedereen moest gehoorzamen. Je stond dan niet alleen buiten de kerk, maar ook buiten de maatschappij. Als ketter kon je zomaar gevangen worden genomen.

Als je niet toegaf dat je verkeerd had gedaan, kon je verschillende straffen krijgen. In de loop van de eeuwen veranderde de kerk een aantal keer van gedachte: 1. In de 8e eeuw stelde de kerk: dat iedereen, die in het bestaan van heksen geloofde, een ketter was. In de 15e eeuw gold precies het tegenovergestelde: iedereen die niet in heksen geloofde was een ketter.

In verklaarde de katholieke kerk dat hekserij een 'buitengewone misdaad' was. Daardoor konden tijdens een rechtszaak alle regels die normaal golden opzij worden gezet. Dat betekende bijvoorbeeld dat alleen het bewijs dat iemand schuldig maakte, kon worden toegelaten. Pijnigen of martelen om bekentenissen af te dwingen was niet alleen toegestaan, maar het werd zelfs aangemoedigd. Hekserij was dus zeker wel strafbaar en het werd totaal niet toegestaan. Als een heks werd aangegeven bij een rechter, gaf ze meestal niet toe dat ze een heks was. Er waren dan

verschillende manieren om te bewijzen dat dit wel zo was: 1. De beul 2. De waag 3. Water Deze 3 dingen wil ik nu om de beurt gaan uitleggen: De beul: De beul was een man die lijfstraffen uitvoerde.

Hij martelde de heks net zolang tot deze toegaf dat ze een heks was. De waag: Een andere manier die was bedacht was wegen. Dit wegen gebeurde op een zogenaamde waag. Namelijk in Oudewater. Deze Waag is uit Zij stond daar in haar hemd. Daar waar je de man ziet staan, lag een gewicht van 50 kilo. Als de heks lichter was dan 50 kilo, was ze schuldig. Als ze zwaarder woog dan 50 kilo was ze geen heks. Voor F 6,50 kreeg je dan een brief waarin stond dat je geen heks was. Deze brief hete officieel: Het Certificaat van Weginge. Mensen uit heel Europa kwamen naar de waag in Oudewater voor dit certificaat. De waagmeesters waren vaak niet eerlijk. In ruil voor een paar gouden munten, zeiden zij dat de verdachte heks schuldig was.

(4)

Dit gebeurde ook bij een heksenproces in in Polsbroek. Karel V was daarbij aanwezig. Hij kon niet geloven dat de beschuldigde vrouw lichter dan 50 kilo was. In Oudewater liet hij haar door een niet-corrupte waagmeester nogmaals wegen. Ze bleek precies 50 kilo te wegen en werd vrijgesproken. Kwamen er nog mensen voor de heksen op? Heksenvervolgers van latere tijden geloofden niet alles wat er in dat verschrikkelijke boek stond. Maar wel hielden ze vast aan het idee dat in de eerste plaats vrouwen schuldig waren.

En allemaal volgden ze de gruwelijke voorschriften op, die in de 'Heksenhamer' stonden. In de praktijk betekende het dat alleen al een

beschuldiging van hekserij betekende dat iemand op de brandstapel zou komen. Maar was er dan helemaal geen tegenstand tegen het vervolgen van allerlei weerloze en onschuldige mensen? Natuurlijk wel! Maar in het begin waren de vervolgers zo machtig dat ze iedereen die tegen de heksenvervolging was ook verdacht maakten. Als iemand bijvoorbeeld tijdens een rechtszaak beweerde dat de beschuldigde onschuldig was, dan liep die persoon zelf ook de kans om als heks op de brandstapel te eindigen. Toch nam het aantal tegenstanders toe. Men vroeg zich af of de heksen werkelijk zo gevaarlijk waren. Als ze zoveel macht van de duivel hadden gekregen, waarom waren ze dan niet rijk en machtig? De gevangen genomen heksen waren bijna altijd arm.

Waar mensen bang voor waren, was dat de heksen zouden kunnen toveren. Maar, zo zeiden de tegenstanders van de vervolgingen, daar zie je in de praktijk dan niets van. Het kwam toch nooit voor dat heksen op een magische manier uit de gevangenis ontsnapten? Een belangrijk

tegenstander was Johannes Wier - Hij was geboren in Grave Noord-Brabant als zoon van een handelaar. Wel haalt Murray de heks voor het eerst uit duivelse sferen.

Dat trekt de belangstelling van occultisten. In wordt een complete wicca-religie geformuleerd door de Britse mannenheks Gerald Gardner. Hij formuleert onder andere rituelen waarbij liefst vrouwelijke heksen naakt rond een boom dansen. Veel moderne heksen doen dat niet en sommige menen dat Gardner een ouwe viezerik is geweest. Zij houden zich verre van zijn religie en gaan hun eigen gang. Allen claimen in navolging van Murray dat ze de oude kennis van geneeskrachtige kruiden en magie van pré-Christelijke natuurgodsdiensten nieuw leven inblazen en uit de vergetelheid redden. Er zijn zelfs zogenoemde erfheksen die hun occulte kennis van grootmoeder hebben gekregen, wat dan eeuwen terug zou gaan.

Heksen, duivelbanners en waarzeggers Er is een tijd geweest dat kinderen moesten oppassen van wie ze een appel aannamen. Voor je het wist, was hij betoverd en had je een pad in je buik. En dan praat je nog niet eens over waarzeggende en duivelaanbiddende heksen. Studente godsdienstwetenschappen Lucy Bosch heeft een doctoraalscriptie over hekserij in Groningen tot geschreven. Als een lopend vuurtje gaat het in door het zeer gereformeerde Midwolda. Twee dorpsgenoten hebben even over de grens, in Leer, de duivelbanster en waarzegster Pool Hille bezocht. Meteen komt de kerkenraad bijeen, want dit is een gruwelijke zonde. Maar een van de zondaars is nauwelijks onder de indruk van de waarschuwing dat hij bij de duivel te rade gaat en dus het Goddelijke bestuur verloochent.

Volgens hem staat Pool Hille goed bekend. Bovendien wijst hij de dominee er fijntjes op, dat zelfs gestudeerde lui de bekende Amsterdamse astroloog Ludeman raadplegen. En daar kraait geen haan naar. Pool Hille, intussen, krijgt wel vaker Groningers over de vloer, die hun toekomst voorspeld willen krijgen, of de bovennatuurlijke oorzaak van een ziekte wilen weten. Maar in leeft ze nog voort in een volksverhaal over een boer uit Onstwedde, die hulp bij haar zoekt voor een behekst paard. Pool Hille is een van de figuren in de doctoraalscriptie van Lucy Bosch 44 over toverij en hekserij in Groningen tussen en Onlangs studeert de godsdienstwetenschapster op deze scriptie af.

Ze onderzoekt niet alleen een ongebruikelijk lange periode, maar benut daarbij ook zeer verschillende bronnen, en verwerkt cultureel-

antropologische, historische en volkskundige noties in haar relaas. Duivelbanner De rode draad in haar scriptie vormt het geloof dat er mensen zijn met magische, bovennatuurlijke krachten. Krachten die ze ten kwade of ten goede kunnen gebruiken. In het ene geval zijn dat tovenaars of heksen, die mensen en dieren ziek maken. Ze laten de boter mislukken of het koren bederven op het land. Een kind kan een appel krijgen van zo iemand, die zich in zijn buikje ontpopt tot een pad. Maar ook een aai over het bolletje, of een simpele blik in de oogjes kan fataal zijn. Elke tijd kijkt op haar eigen manier naar magie. De verbrande heksen van de 16e eeuw heeten nog tovenaarsen, pas eind 17e eeuw rukt het woord heks op vanuit het oosten. En ook de omgang met heksen verschilt van streek tot streek.

In Groningerland worden mensen daadwerkelijk op de brandstapel gezet wegens toverij, wat in Friesland, Drenthe en Overijssel bijvoorbeeld niet gebeurt. Tussen en sterven er Alleen al in Westerwolde, een streek met misschien inwoners, belanden in drie jaar tijd 19 mensen op de

brandstapel. Andere onderzoekers hebben daar al op gewezen. Natuurlijk krijg je wel alleen het beeld van de vervolgers te zien. De vraag is dan of men het in het algemeen ook zo heeft gezien. Ook in de 17e eeuw bestaat er nog een algemeen geloof in tovenarij. Iemand die een ander voor weerwolf of slangenmaakster uitscheldt, of de vrouwelijke familie voor toversenvolk, kon ook een boete verwachten die vier, vijf maal zo hoog is dan bij een meer gangbare belediging. Is dat geen teken dat de overheid er zelf nog in gelooft? Zijn doodsoorzaak bleek tbc.

In deze periode richten magistraten en kerkenraden zich vooral tegen wikkers, duivelbanners en geestverdrijvers. De Groningse magistraat bestrijdt vooral oplichterij — het gros van de gestraften bekent ook grif dat ze hun klanten belazeren. In de stad wonen ze vaak in een armoedige omgeving, terwijl ze op het platteland anoniem en straffeloos rondtrekken. Voor de kerk vormen al deze onttoveringsdeskundigen, zoals we aan Pool Hille zien, één pot nat met de onaanwijsbare kwaaddoeners. Lidmaten die contramagie toepassen of een specialist daarin raadplegen worden van het avondmaal geweerd.

Maar met de komst van de Verlichting verdwijnt langzaam maar zeker het geloof in tovenarij bij de bovenste bevolkingslagen. Overheid en kerk straffen steeds minder, maar predikanten, schoolmeesters en anderen bestrijden nog wel steeds het bijgeloof. Volgens de Groninger

schoolmeesters in zal het bijgeloof bijzonder zijn afgenomen. Trouwens, dat is het nu nog steeds niet. Vrouwenhaat Van de verbrande tovenaars, de veroordeelde anti-magiërs, hun van het avondmaal geweerde cliënten, de gesmade personen, en de kwaaddoeners in de volksverhalen is het gros vrouw geweest.

Maar die ideeën verdwijnen later naar de achtergrond. Volgens mij zit het in de huiselijke sfeer, vrouwen hebben meer te maken met dood en leven, geboorte en ziekte. Dus zijn ze blijkbaar gauwer geneigd ergens in te geloven. Maar zodra je dat positief of negatief kwalificeert ben je

(5)

verkeerd bezig Plaats: Aurich [Dld], Uitgegeven: Ostfriesland bis zum Aussterben seines Fürstenhauses H. Das Geschlecht Cirksena E.

Rijksuniversiteit Groningen. Home Artikelen Genealogie. Heksen en Heksenvervolgingen Het standaardbeeld van een heks is nog altijd een lelijke oude vrouw met een puntmuts met daarop een grote wrat.

Heksenvervolging in middeleeuws Europa

Catherine Deshayes Monvoisin was een beroemde waarzegster die de toekomst voorspelde voor edellieden en high society. Ook het brouwen van afrodisiaca en gifdranken behoorde tot haar specialiteiten. Catherine Monvoisin werd gearresteerd op 12 maart Ze werd onder meer beschuldigd van hekserij en stierf op de brandstapel in Parijs op 22 februari Na haar dood kwam aan het licht dat zij ook betrokken was bij een poging tot vergiftiging van koning Lodewijk XIV. Agnes Sampson leefde in het Schotse plaatsje Nether Keith en werkte als vroedvrouw en genezeres. Zij bezat een grote kennis van geneeskrachtige kruiden en was beroemd om haar geneeskundige kwaliteiten. In het bijgelovige Schotland van die tijd dacht men al snel dat ze bovennatuurlijke krachten bezat.

Dat was gevaarlijk in die periode, want heksenvervolgingen waren volop aan de gang. Op de weg terug naar Schotland stak er een hevige storm op, die de boot van Anne bijna deed zinken. Dit voorval was de aanleiding voor een grote heksenvervolging in Schotland. Na dagenlange martelingen werd ze gedwongen om alles toe te geven waarvan ze werd beschuldigd. Ze stierf op de brandstapel. Haar geest zou tot op de dag van vandaag ronddwalen in Holyrood Palace , het koninklijk paleis in Edinburgh. Alice Kyteler was de eerste vrouw die werd beschuldigd van hekserij in Ierland. Alice trouwde tot vier keer toe met welgestelde mannen, die na hun plotse dood hun vermogen nalieten aan Alice. Na de zonderlinge dood van haar vierde echtgenoot vertrouwden zijn kinderen, waarvan Alice de stiefmoeder was, de zaak niet meer. Alice werd ervan beschuldigd haar vierde echtgenoot, en waarschijnlijk ook haar drie vorige echtgenoten, te hebben vergiftigd. Daarnaast verweet men haar het uitvoeren van satanische rituelen en het offeren van dieren aan de duivel.

In het jaar werd ze schuldig bevonden aan hekserij en ter dood veroordeeld. Alice kon echter ontsnappen in de nacht voor haar executie. Er werd nooit nog iets van haar gehoord. Het verzonnen verhaal van Angèle de la Barthe speelt zich af in het middeleeuwse Toulouse. Ze was een welgestelde edelvrouw die seksuele betrekkingen gehad zou hebben met de duivel himself. Het gevolg daarvan was de geboorte van een duivelse zoon, die het hoofd had van een wolf en de staart van een slang. In werd ze ter dood veroordeeld voor hekserij. Ze stierf in Toulouse op de brandstapel. Recent onderzoek heeft echter uitgewezen dat haar verhaal waarschijnlijk volledig werd verzonnen door een 15de-eeuwse schrijver.

Tijdens de beruchte heksenprocessen van Fulda Duitsland die plaatsvonden van tot , liet de prins-abt Balthasar von Dernbach niet minder dan onschuldigen executeren. De welgestelde Merga Bien was waarschijnlijk het bekendste slachtoffer. Zij werd beschuldigd van het doden van haar tweede man en haar kinderen. Men beweerde ook dat ze had deelgenomen aan een heksensabbat en zwanger was van een kind van de duivel. Ze werd gedwongen om deze beschuldigingen toe te geven en vond in de dood op de brandstapel. Zij zou de dochter geweest zijn van een

tienermoeder die in op jarige leeftijd het leven schonk aan Ursula. Ze was een misvormd kind en erg lelijk. Ursula werd beschouwd als een zonderling meisje. Ze werd al snel bestempeld als een heks met duivelse krachten. Ze had één belangrijke gave: het voorspellen van de toekomst.

Zo zou ze de grote brand in Londen en de ondergang van kardinaal Wolsey voorspeld hebben. Ursula Shipton zou rond begraven zijn in ongewijde aarde. Het is echter nooit bewezen dat Mother Shipton daadwerkelijk heeft bestaan.

Dit was het begin van een nog nooit geziene heksenvervolging in Zweden, die uiteindelijk vrouwen het leven kostte. Maret Jonsdotter werd er in van beschuldigd om een man bereden te hebben alsof hij een paard was, op weg naar het legendarische eiland Blockula, waar de duivel woonde en heksensabbatten hield. Ook zou ze op koeien naar Blockula gereden zijn en deze geslacht hebben als offer voor de duivel. Maret ontkende alle beschuldigingen en kon volgens de toenmalige wetten van het Zweedse gerecht niet ter dood veroordeeld worden. Dat gebeurde uiteindelijk wel in , waarbij Maret eerst werd onthoofd en daarna verbrand op de brandstapel. Vroeger geloofden veel mensen in heksen. De kerk vond dit bijgeloof. Wat ze hiertegen deden? Ze gingen op heksenjacht! Heel lang geleden betekende heks: oude wijze vrouw. Heksen waren vrouwen die veel wisten over geneesmiddelen uit de natuur. Mensen die ziek waren, gingen naar hen toe voor hulp. Ze kregen dan bijvoorbeeld een

kruidendrankje of zalfje.

Vanaf de middeleeuwen geloofden veel mensen in heksen. De christelijke kerk vond dit bijgeloof en jaagde daarom op heksen om ze te vervolgen straffen. Heksen werden levend verbrand. In Roermond, bijvoorbeeld, werden in in een maand tijd maar liefst 64 heksen verbrand! In de zeventiende eeuw schreef de arts Johannes Wier uit Grave dat vrouwen vaak vals werden beschuldigd als heks. Steeds meer mensen waren het met hem eens. Langzaam stopte de vervolging. Er waren allerlei manieren om te bewijzen dat een vrouw een heks was. Ze werd bijvoorbeeld gewogen. Als je op een bezem kunt vliegen, kun je natuurlijk niet veel wegen, dachten de mensen. In Oudewater, bij Gouda, staat nog een heksenwaag uit Daar werden vroeger vrouwen gewogen van wie men dacht dat ze heksen waren. Ze werden ook wel in het water gegooid, want ze dachten dat heksen bleven drijven.

Europese ‘heksen’ werden vervolgd en gemarteld

Dat blijkt onder meer uit de wetsteksten van het 12e-eeuwse Canon episcopi. Er wordt beschreven hoe de kerk dient om te gaan met kwesties rond erfenissen, huwelijken en ontrouw, maar er zijn geen richtlijnen voor hekserij. Volgens de kerkgeleerden was dat namelijk pure verbeelding van simpele zielen, zo stond er te lezen in de wetten. Tot aan de 13e eeuw nam de kerk verhalen over hekserij die her en der de ronde deden dan ook niet serieus — al roept de Bijbel op om heksen te doden. Van goede christenen werd verwacht dat ze geruchten over magische krachten afdeden als onzin-praatjes. Zo eenvoudig was het. Maar het bijgeloof was hardnekkig. Zo dachten boeren dat heksen hagelbuien veroorzaakten die de oogst verwoestten. In de steden liepen alchemisten, die op zoek waren naar een manier om lood in goud om te zetten, het risico op een aanklacht wegens een pact met de duivel.

Het verdachtst waren natuurgenezers die als vroedvrouw werkten en ziekten genazen met kruiden. Met hulp van de duivel brouwden ze dodelijke elixers. Gaandeweg veranderde de houding van de kerk over het bijgeloof. Binnen een paar eeuwen sloeg de onverschilligheid om in blinde

(6)

paniek. In riep paus Innocentius III het Vierde Lateraans Concilie bijeen, een kerkelijke top over de urgentste kwestie van die tijd: de ketterij die overal om zich heen greep. De angst voor de katharen was zo groot dat er een ingrijpend besluit werd genomen: een-ieder die beticht werd van ketterij, moest voortaan zijn onschuld aantonen, anders wachtte de brandstapel. Deze beslissing kreeg verstrekkende gevolgen — niet alleen voor de katharen, maar voor alle vrouwen en mannen die de volgende eeuwen werden beschuldigd van toverij of volgens de kerk een pact met de duivel hadden gesloten.

Om verdachten op te sporen riep paus Gregorius IX in een korps van ketterjagers in het leven: de inquisitie. In Duitsland zag inquisiteur Koenraad van Marburg overal spoken. Vrouwen en mannen, boeren en edelen — niemand kon zich veilig wanen als Koenraad in de buurt was. De inquisiteur ging zo grondig te werk dat de aartsbisschop van Mainz na twee jaar een smeekbede aan de paus stuurde om het volk bij te staan:. De paus bleef echter vierkant achter zijn inquisiteur staan, en Koenraad bracht in Mainz, Keulen en Trier duizenden mensen op de brandstapel. Een groep ridders wachtte Koenraad en zijn gevolg op een landweggetje op en bracht hen allemaal om het leven. De circa jarige Kyteler zou seks hebben gehad met de demon en kon mannen impotent maken met zwarte magie.

Tijdens het proces bleek ook dat de heksen elixers brouwden van het lichaamsvet van doden, veelal ongedoopte kinderen. Alice Kyteler wist naar Engeland te vluchten, maar het dienstmeisje en de rest van de groep kwamen op de brand-stapel wegens ketterij en toverij. Terwijl de Ierse vrouwen brandden, stelden de priesters het volk gerust: het was allemaal volgens de Bijbel. Gij zult immers de toveres niet laten leven. De ketterjagers hadden hun handen vol in Oostenrijk, Italië en Duitsland, en in Frankrijk waren er processen in grote steden: Avignon , Toulouse en Parijs De verdachten waren vaak vrouwen van boven de Ze werden gegeseld, wat normaal was voorbehouden aan zware misdadigers, en ze mochten niet slapen tot ze hun zonden opbiechtten. De kerk was geschokt door de vele bekentenissen. Duivelskunsten tierden blijkbaar welig, ook onder schijnbaar vrome christenen.

In bepaalde de theologische faculteit van de universiteit van Parijs dat hekserij gelijkstond aan ketterij en keihard bestreden diende te worden. In deze tijd ontstond het klassieke beeld van een heks als oudere vrouw die kinderen eet en van gedaante kan veranderen. Uitspraken als deze gooiden nog eens olie op het vuur. De verschijning van een komeet werd als een slecht voorteken geduid, waarna tien jaar van heksenhysterie volgden, van tot In de 15e eeuw ging de heksenjacht door, en volgens de inquisiteur Heinrich Kramer uit Keulen kon er nog wel een tandje bij. In maakte hij zich zo boos over de slappe rechters dat hij zelf een kruistocht tegen heksen begon. Kramer had een nederlaag geleden in een rechtszaak in Innsbruck tegen de koopmansvrouw Helena Scheuberin en 13 andere vrouwen die beticht werden van hekserij. De rechter wilde weten waarom Kramer maar bleef hengelen naar details als de maagdelijkheid en het seksuele verleden van de verdachten.

Het was een handleiding voor heksen-jagers, die beschreef hoe toveressen te herkennen waren, bijvoorbeeld aan hun zedeloosheid en scherpe tong. De heksenvervolging nam weer een vlucht, onder andere in Zwitserland, Frankrijk en Duitsland, en vooral op het platteland en in onrustige gebieden. Als de inwoners zich onveilig voelden, kon één slechte oogst voldoende zijn om een heksenwaan te ontketenen.

Heksen kregen de schuld van overstromingen of juist van lange tijden van droogte. De vrees voor duivelskunsten ging zo ver dat zelfs de

kerkscheuring die na de reformatie van Maarten Luther in ontstond er geen einde aan maakte. In de landen die met de katholieke kerk braken was geen inquisitie meer, maar het geloof dat er overal kwaadaardige heksen rondliepen, bleef bestaan. Toen de wet op de hekserij in werking was getreden, werden Engelse heksen niet meer verbrand, maar opgehangen, net als gewone criminelen. Heksenvervolgers hadden genoeg te doen. De Franse koning Karel IX was onthutst toen een heks in verklapte dat er De Franse heksenjager Henry Boguet beweerde dat er in heel Europa 1,8 miljoen heksen zaten.

In publiceerde de Frankfurtse uitgever Sigmund Feyerabend het werk Theatrum diabolorum , dat alle snode plannen van de duivel opsomde.

Volgens Feyerabend telde Europa 26 miljoen heksen. Dat getal had hij uit zijn duim gezogen, maar het joeg de mensen de stuipen op het lijf. Met name in het gebied ten zuiden van Keulen was het bar en boos. Een van de dorpen daar werd vrijwel uitgemoord. Uit 37 huishoudens werden 32 vrouwen en 15 mannen verbrand, terwijl er acht mensen wisten te ontkomen. Hele gemeenschappen werden weggevaagd vanwege een gebrek aan vrouwen. De mensen bleven overal heksen zien. Als de overheid te traag was, namen de burgers het recht in eigen hand. Zo hing een menigte in de Noord-Franse streek Champagne 50 vermeende heksen op voordat de aartsbisschop van Reims het volk tot bedaren wist te brengen. De vrees werd gevoed door pamfletten met tekeningen van heksen die hagelbuien veroorzaakten en koeien dood neer lieten vallen.

Naar eigen zeggen liet de gevreesde heksenjager tot zijn pensioen in ruim vrouwen verbranden. Een van deze middelen waren duimschroeven, die om de vingers van een verdachte werden geklemd en net zo lang aangedraaid tot het bot brak. Ook waren er houten laarzen met spijkers aan de binnenkant, en in de wipgalg werd de vermeende heks vastgebonden en via een touw aan de polsen opgehesen, zodat de schouders uit de kom schoten. Om de rechters te ontlasten gingen veel aangeklaagden zelfs rechtstreeks naar de martelkamer voor een snelle bekentenis. Al die marteling — of het dreigen ermee — maakte de tongen los, en de rechtbankverslagen puilden uit van de bekentenissen. Er kwamen er een paar honderd op de brandstapel nadat ze hadden bekend de duivel te hebben aanbeden. De bezwaren die Frías uitte tegen beweringen dat heksen konden vliegen en als rook door kleine gaatjes konden, droegen bij aan het einde van de heksenjacht in het noorden van Spanje. Maar elders stak de hysterie juist de kop op, zoals in de jaren in het Steintal in de Elzas.

Later die avond klaagde de jongen over steken in zijn zij, maar ze bracht hem naar bed. Onder de armen had de jongen onverklaarbare rode en blauwe plekken en op zijn rug zat een wond zo groot als een munt. De rechter wist wel hoe het zat: Catharina Ringelspach had hem vermoord. Na een tijdje in de wipgalg gaf ze toe de duivel te hebben aangeroepen en haar kleinzoon te hebben vergiftigd. Het verslag vermeldt het vonnis niet, maar historici twijfelen er niet aan dat Catharina Ringelspach een pijnlijke dood stierf op de brandstapel. De heksenwaan leek niet te stoppen.

Alleen al in het westen van Duitsland werden begin 17e eeuw meer dan mensen verbrand, en in Würzburg in het midden van het land was het niet veel beter. Daar kwamen vrouwen en mannen op de brandstapel.

Toen kardinaal Francesco Albizzi in van Rome naar Keulen reisde, zag hij hoe erg het was:. De hetze was zo hevig dat er een onverwacht probleem ontstond: een gebrek aan hout. In sloeg de heksenkoorts over naar Engeland. De edelman Matthew Hopkins uit Essex verdacht een groep vrouwen ervan in de buurt van zijn huis bijeen te komen om duivelse rituelen te verrichten. Jurjen van der Kooi bestudeert de geschiedenis

(7)

van hekserij, waartoe hij zulke volksverhalen analyseert.

Hij vertelt in Adams Appel over de geschiedenis van hekserij. In de 20e eeuw is er een revival van de hekserij. Rond bedenkt de feministische egyptologe Margareth Murray dat de heksen welwillende genezeressen moeten zijn geweest die door de eeuwen heen een pré-Christelijke vruchtbaarheidscultus in stand hebben weten te houden. Zij publiceert daar twee boeken over, die volgens Van der Kooi volstrekt niet op historische feiten berusten. Wel haalt Murray de heks voor het eerst uit duivelse sferen. Dat trekt de belangstelling van occultisten. In wordt een complete wicca-religie geformuleerd door de Britse mannenheks Gerald Gardner.

Hij formuleert onder andere rituelen waarbij liefst vrouwelijke heksen naakt rond een boom dansen. Veel moderne heksen doen dat niet en sommige menen dat Gardner een ouwe viezerik is geweest. Zij houden zich verre van zijn religie en gaan hun eigen gang. Allen claimen in navolging van Murray dat ze de oude kennis van geneeskrachtige kruiden en magie van pré-Christelijke natuurgodsdiensten nieuw leven inblazen en uit de vergetelheid redden. Er zijn zelfs zogenoemde erfheksen die hun occulte kennis van grootmoeder hebben gekregen, wat dan eeuwen terug zou gaan. Heksen, duivelbanners en waarzeggers Er is een tijd geweest dat kinderen moesten oppassen van wie ze een appel aannamen.

Voor je het wist, was hij betoverd en had je een pad in je buik. En dan praat je nog niet eens over waarzeggende en duivelaanbiddende heksen.

Studente godsdienstwetenschappen Lucy Bosch heeft een doctoraalscriptie over hekserij in Groningen tot geschreven. Als een lopend vuurtje gaat het in door het zeer gereformeerde Midwolda. Twee dorpsgenoten hebben even over de grens, in Leer, de duivelbanster en waarzegster Pool Hille bezocht. Meteen komt de kerkenraad bijeen, want dit is een gruwelijke zonde. Maar een van de zondaars is nauwelijks onder de indruk van de waarschuwing dat hij bij de duivel te rade gaat en dus het Goddelijke bestuur verloochent. Volgens hem staat Pool Hille goed bekend.

Bovendien wijst hij de dominee er fijntjes op, dat zelfs gestudeerde lui de bekende Amsterdamse astroloog Ludeman raadplegen.

En daar kraait geen haan naar. Pool Hille, intussen, krijgt wel vaker Groningers over de vloer, die hun toekomst voorspeld willen krijgen, of de bovennatuurlijke oorzaak van een ziekte wilen weten. Maar in leeft ze nog voort in een volksverhaal over een boer uit Onstwedde, die hulp bij haar zoekt voor een behekst paard. Pool Hille is een van de figuren in de doctoraalscriptie van Lucy Bosch 44 over toverij en hekserij in Groningen tussen en Onlangs studeert de godsdienstwetenschapster op deze scriptie af.

Ze onderzoekt niet alleen een ongebruikelijk lange periode, maar benut daarbij ook zeer verschillende bronnen, en verwerkt cultureel-

antropologische, historische en volkskundige noties in haar relaas. Duivelbanner De rode draad in haar scriptie vormt het geloof dat er mensen zijn met magische, bovennatuurlijke krachten. Krachten die ze ten kwade of ten goede kunnen gebruiken. In het ene geval zijn dat tovenaars of heksen, die mensen en dieren ziek maken. Ze laten de boter mislukken of het koren bederven op het land. Een kind kan een appel krijgen van zo iemand, die zich in zijn buikje ontpopt tot een pad.

Maar ook een aai over het bolletje, of een simpele blik in de oogjes kan fataal zijn. Elke tijd kijkt op haar eigen manier naar magie. De verbrande heksen van de 16e eeuw heeten nog tovenaarsen, pas eind 17e eeuw rukt het woord heks op vanuit het oosten. En ook de omgang met heksen verschilt van streek tot streek. In Groningerland worden mensen daadwerkelijk op de brandstapel gezet wegens toverij, wat in Friesland, Drenthe en Overijssel bijvoorbeeld niet gebeurt. Tussen en sterven er Alleen al in Westerwolde, een streek met misschien inwoners, belanden in drie jaar tijd 19 mensen op de brandstapel. Andere onderzoekers hebben daar al op gewezen. Natuurlijk krijg je wel alleen het beeld van de vervolgers te zien. De vraag is dan of men het in het algemeen ook zo heeft gezien. Ook in de 17e eeuw bestaat er nog een algemeen geloof in tovenarij. Iemand die een ander voor weerwolf of slangenmaakster uitscheldt, of de vrouwelijke familie voor toversenvolk, kon ook een boete verwachten die vier, vijf maal zo hoog is dan bij een meer gangbare belediging.

Is dat geen teken dat de overheid er zelf nog in gelooft? Zijn doodsoorzaak bleek tbc. In deze periode richten magistraten en kerkenraden zich vooral tegen wikkers, duivelbanners en geestverdrijvers. De Groningse magistraat bestrijdt vooral oplichterij — het gros van de gestraften bekent ook grif dat ze hun klanten belazeren. In de stad wonen ze vaak in een armoedige omgeving, terwijl ze op het platteland anoniem en straffeloos rondtrekken. Voor de kerk vormen al deze onttoveringsdeskundigen, zoals we aan Pool Hille zien, één pot nat met de onaanwijsbare kwaaddoeners. Lidmaten die contramagie toepassen of een specialist daarin raadplegen worden van het avondmaal geweerd.

Maar met de komst van de Verlichting verdwijnt langzaam maar zeker het geloof in tovenarij bij de bovenste bevolkingslagen. Overheid en kerk straffen steeds minder, maar predikanten, schoolmeesters en anderen bestrijden nog wel steeds het bijgeloof. Volgens de Groninger

schoolmeesters in zal het bijgeloof bijzonder zijn afgenomen. Trouwens, dat is het nu nog steeds niet. Vrouwenhaat Van de verbrande tovenaars, de veroordeelde anti-magiërs, hun van het avondmaal geweerde cliënten, de gesmade personen, en de kwaaddoeners in de volksverhalen is het gros vrouw geweest. Maar die ideeën verdwijnen later naar de achtergrond. Volgens mij zit het in de huiselijke sfeer, vrouwen hebben meer te maken met dood en leven, geboorte en ziekte.

Dus zijn ze blijkbaar gauwer geneigd ergens in te geloven. Maar zodra je dat positief of negatief kwalificeert ben je verkeerd bezig Plaats: Aurich [Dld], Uitgegeven:

https://static.s123-cdn-static-d.com/uploads/4679797/normal_61b8aeb910568.pdf https://static.s123-cdn.com/uploads/4680050/normal_61b8a58268448.pdf

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Aangezien het ecologisch impulsgebied Vijver- gebied Midden-Limburg projecten heeft opge- start in het kader van de soortenbescherming in uitvoering van de EG-vogelrichtlijn (met

Door zijn activiteit als journalist werd hij de icoon van het joden- dom in Antwerpen en werd hij overal in Vlaanderen gevraagd voor spreekbeurten, in parochie- zalen en

De klap op 58-jarige leeftijd vindt zijn oorsprong voor een belangrijk deel bij het brugpensioen en de daling op 60-jarige leeftijd is een gevolg van de mogelijkheid om op

Dus, hoewel de oor- zaken van stress meer aanwezig zijn in jobs en sec- toren waar vrouwen oververtegenwoordigd zijn en hoewel vrouwen naast hun job ook nog vaak in- staan voor de

Hun zwakke excuses voor de redenen waarom zij ziek zijn, of waarom zij hun huwelijk niet kunnen in stand houden, of waarom zij niet rijk zijn, en slap en zwak.. Eén

En zo zij iets willen leren, laat ze thuis hun eigen mannen vragen; want het staat lelijk voor de vrouwen, dat zij in de gemeente spreken?. Is het Woord Gods van

In tegenstelling tot de verschillen tussen mannen en vrouwen in ervaren hulp vanuit gemeenten, zijn er tussen mannen en vrouwen in de WW geen significante verschil- len in

Copyright and moral rights for the publications made accessible in the public portal are retained by the authors and/or other copyright owners and it is a condition of