• No results found

Bijlage concept ontwerp bp 2e herziening;

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Bijlage concept ontwerp bp 2e herziening;"

Copied!
31
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

CONCEPT ONTWERP 122-010

GEMEENTE ASTEN

Bestemmingsplan Buitengebied Asten

2008, tweede herziening

(2)

st. Stevenskerkhof 2 postbus 156 6500 AD Nijmegen telefoon 024 – 3 22 45 79 telefax: 024 – 3 24 12 40 E-MAIL: info@pouderoyen.nl www.pouderoyen.nl

GEMEENTE ASTEN

Bestemmingsplan Buitengebied Asten 2008, tweede herziening

Inhoud

A. Toelichting, gedateerd juni 2010.

B. Regels, gedateerd juli 2010.

C. Plankaarten, plankaart 1 blad 1 t/m 9 en plankaart 2 blad 1 en 2,

gedateerd juni 2010, tek.nr: NL.IMRO.0743.000-CO10, schaal 1 : 5.000.

(3)

GEMEENTE ASTEN

Bestemmingsplan Buitengebied Asten 2008, tweede herziening

Toelichting

122-010

(4)

INHOUD BLZ

1. INTRODUCTIE ... 3

1.1. Aanleiding... 3

1.2. Vigerend bestemmingsplan... 3

1.3. Leeswijzer ... 4

2. WIJZIGINGEN IN BELEID ... 5

2.1. Introductie... 5

2.2. Structuurvisie (ontwerp) ... 5

2.3. Verordening Ruimte ... 6

3. HERZIENING PLANKAART ... 7

3.1. Bergdijk 38 ... 7

3.2. Gevlochtsebaan 7 ... 8

3.3. Peelweg 3... 9

3.4. Kanaalweg... 10

3.5. Achterbos 20 - 24 ... 11

3.6. Renvooi plankaart 2 ... 12

4. AANPASSINGEN REGELS ... 13

4.1. Herbouw woningen (bestemming Wonen) ... 13

4.2. Herbouw van bedrijfswoningen ... 13

4.3. Laarbroek 5/Keskesweg 20... 14

4.4. Omschakeling paardenhouderij ... 14

4.5. Artikel 3.5.12 Ontheffing maatvoering gebouwen ... 15

5. VERORDENING RUIMTE ... 17

5.1. Introductie... 17

5.2. Intensieve veehouderijen ... 17

5.3. Geiten- en schapenhouderijen ... 18

6. INSPRAAK EN VOOROVERLEG... 19

(5)
(6)

1. INTRODUCTIE

1.1. Aanleiding

Met dit bestemmingsplan wordt het bestemmingsplan “Buitengebied Asten 2008” gedeeltelijk herzien. Het betreft een herziening van de regels en de verbeelding van dit bestemmingsplannen.

De aanleiding voor het opstellen van de herziening ligt in het gewijzigde provinciale beleid, waarmee het vastgestelde bestemmingsplan in strijd is. Daarnaast is gedurende het gebruik van het bestemmingsplan gebleken dat er enkele onvolkomenheden in het plan zitten. Met deze herziening worden deze onvolkomenheden hersteld.

Deze herziening bevat een tweetal onderdelen:

- Ambtshalve wijzigingen, zowel op de plankaart als in de regels;

- De doorwerking van het nieuwe provinciale beleid, en dan m.n. de Verordening Ruimte 1efase;

Bovengenoemde onderdelen zullen in onderhavige toelichting

hoofdstuksgewijs nader worden toegelicht. Op de plankaart zijn slechts de onderdelen opgenomen, die deel uitmaken van deze herziening.

De regels behorende bij deze (tweede) herziening betreffen uitsluitend de bepalingen uit het moederplan (‘bp Buitengebied Asten 2008’), die met onderhavige herziening worden gewijzigd.

Voor het overige blijven de voorschriften1van het bestemmingsplan

‘Buitengebied Asten 2008’, zoals herzien bij het bestemmingsplan

‘Buitengebied, eerste partiële herziening’, integraal van toepassing.

1.2. Vigerend bestemmingsplan

Buitengebied Asten 2008

Het bestemmingsplan “Buitengebied Asten 2008” is vastgesteld op 7 juli 2009. Het plan gaat uit van een integrale, gebiedgerichte benadering die is gericht op een duurzame ontwikkeling. Toegankelijkheid en

bruikbaarheid zijn andere uitgangspunten van dit nieuwe bestemmingsplan buitengebied. Het voorkomen van onnodige procedures, het inspelen op nieuw beleid en de doorwerking van het reconstructieplan waren de belangrijkste redenen voor het opstellen van het nieuwe bestemmingsplan buitengebied.

1Met ingang van 1 juli 2008 is de Wet ruimtelijke ordening in werking getreden. Ingevolge deze wet wordt niet meer gesproken van voorschriften van het bestemmingsplan, maar van regels.

(7)

Partiële Herziening

De gemeenteraad heeft op 2 juni 2009 de beleidsnotitie “huisvesting arbeidsmigranten gemeente Asten 2009” vastgesteld, teneinde goede randvoorwaarden te scheppen voor de huisvesting van arbeidsmigranten.

Het beleid dat in deze notitie is neergelegd, is middels de partiële herziening bestemmingsplan “Partiële herziening bestemmingsplannen Buitengebied Asten 2008 en Glastuinbouwgebied Kleine Heitrak”

doorvertaald in een adequate planologische regeling voor het buitengebied van de gemeente Asten.

1.3. Leeswijzer

Hoofdstuk 2: beschrijft kort de hoofdpunten uit het gewijzigde provinciale beleid.

Hoofdstuk 3: licht de ambtshalve wijzigingen toe die betrekking hebben op de plankaart.

Hoofdstuk 4: licht de ambtshalve wijzigingen met betrekking tot de regels toe.

Hoofdstuk 5: onderbouwt de aanpassingen van het bestemmingsplan als gevolg van de Verordening Ruimte.

Hoofdstuk 6: beschrijft de doorlopen procedure.

(8)

2. WIJZIGINGEN IN BELEID

2.1. Introductie

Ten tijde van het vaststellen van het bestemmingsplan “Buitengebied Asten 2008” vormden de Interimstructuurvisie en Paraplunota het

provinciale toetsingskader. Inmiddels zijn deze beleidsstukken vervangen door de Structuurvisie (Ontwerp) en de Verordening Ruimte, 1efase.

Tevens wordt binnen afzienbare tijd de 2efase van de Verordening Ruimte verwacht.

2.2. Structuurvisie (ontwerp)

De provincie Brabant heeft de ontwerp structuurvisie ruimtelijke ordening ter inzage gelegd. Deze structuurvisie geeft de hoofdlijnen van het beleid tot 2025. In de ontwerp structuurvisie zijn de kwaliteiten van provinciaal belang aangegeven en op basis hiervan zijn keuzes gemaakt voor het provinciale beleid. Hieruit volgt de onderstaande ruimtelijke

ontwikkelingsvisie.

De gemeente Asten is in de Ontwikkelingsvisie gelegen in het mozaïeklandschap en het robuuste water- en natuursysteem. In het mozaïeklandschap van het Brabantse zand wordt gekozen voor een menging van functies die de afwisseling en kleinschaligheid versterken.

In de robuuste water- en natuursystemen staat het verbinden van natuur en het beleefbaar maken van water centraal.

De belangrijkste keuzes uit de structuurvisie zijn geordend in vier ruimtelijke structuren. Dit zijn de ‘groen-blauwe structuur’, ‘de agrarische structuur’, ‘de stedelijke structuur’ en ten slotte ‘de infrastructuur’.

(9)

Een aanzienlijk deel van de gemeente Asten, en veel van de locaties waarop voorliggend plan betrekking heeft, is binnen de groenblauwe mantel groenblauwe mantel gelegen. Dit is een zone binnen de groen- blauwe structuur. De groenblauwe mantel bestaat overwegend uit gemengd agrarisch gebied met belangrijke nevenfuncties voor natuur en water. Het zijn meestal gebieden grenzend aan het kerngebied natuur en water die bijdragen aan de bescherming van de waarden in het

kerngebied. De waarden in de groenblauwe mantel zijn vaak gekoppeld aan landschapselementen (zoals houtwallen en heggen), het

watersysteem (zoals de aanwezigheid van kwel) en het voorkomen van bijzondere planten en dieren.

Tevens ligt een aanzienlijk deel van het buitengebied van Asten binnen de zoekruimte primair agrarisch gebied. Binnen de zoekruimte primair agrarisch gebied is ruimte voor de verdere ontwikkeling van de land- en tuinbouw. De provincie wil hier optimale ontwikkelingsmogelijkheden bieden voor het verbeteren van de agrarische productiestructuur.

2.3. Verordening Ruimte

Op 23 april 2010 hebben Provinciale Staten de Verordening Ruimte fase 1 vastgesteld. De Verordening Ruimte fase 1 is op 1 juni 2010 in werking getreden. Nadat de provinciale structuurvisie is vastgesteld zal spoedig daarna ook de Verordening Ruimte fase 2 worden vastgesteld (planning eind 2010).

In de structuurvisie en de verordeningen wordt het provinciale belang vastgelegd. In de verordeningen zijn regels opgesteld die bedoeld zijn dit provinciale belang te beschermen. Deze regels dienen in

bestemmingsplannen te worden uitgewerkt en geïmplementeerd.

De onderwerpen die in de verordening fase 1 staan komen voort uit het bestaand beleid ten aanzien van de Ecologische Hoofdstructuur,

waterberging, regionale uitwerkingsplannen en de intensieve veehouderij.

In hoofdstuk 5 staan de aanpassingen die op basis van de verordening doorgevoerd zijn. Dit heeft betrekking op de regeling voor de intensieve veehouderij. Met de verordening zijn de ontwikkelingsmogelijkheden voor intensieve veehouderij ten opzichte van de reconstructieplannen beperkt.

Tevens wordt per locatiespecifieke wijziging kort de relevante aspecten uit de verordening weergegeven.

(10)

3. HERZIENING PLANKAART

3.1. Bergdijk 38

Inleiding

Op 8 april 2009 is een milieuvergunning verleend voor het paardenbedrijf aan Bergdijk 38. De ontwikkelingen die met het verlenen van de

milieuvergunning mogelijk zijn gemaakt hebben als gevolg dat een bouwblokvergroting gewenst is. Bij de vaststelling van het

bestemmingsplan buitengebied is het agrarisch bouwblok, abusievelijk, niet op de verleende milieuvergunning aangepast.

Vigerend bestemmingsplan

Bergdijk 38 is bestemd tot Agrarisch-Landschappelijke waarden.

Daarnaast heeft het perceel een bouwblok met de aanduidingen ‘geen bedrijfswoning’ en ‘paardenhouderij’. Tevens is het plangebied aangeduid als ‘Archeologisch aandachtsgebied’.

Beleid

Structuurvisie (ontwerp)

Het plangebied ligt in de zoekruimte primair agrarisch gebied.

Verordening Ruimte

Op de kaart Ecologische Hoofdstructuur is af te lezen dat het betreffende bouwvlak niet in de EHS gelegen is. Wel wordt het bouwvlak begrensd door natuur behorende tot de EHS.

Het plangebied is daarnaast gezoneerd als extensiveringsgebied. Dit houdt in dat er geen vestigings- en uitbreidingsmogelijkheden voor intensieve veehouderijen op deze locatie zijn.

Gewijzigde bestemmingsregeling

Het bouwblok wordt met deze herziening op de plankaart (plankaart 1, blad 1) in westelijke richting vergroot conform de verleende

milieuvergunning tot een omvang van 1,47 ha. In het vigerende

bestemmingsplan is op het perceel geen bedrijfswoning toegestaan, dit blijft ook in de nieuwe situatie van kracht.

Bestemmingsplan Buitengebied

Structuurvisie

Verordening Ruimte:

EHS

Verordening Ruimte : Intensieve veehouderij

(11)

3.2. Gevlochtsebaan 7

Inleiding

Op 18 januari 2007 is er een bouwvergunning verleend voor het vergroten van een kalverenstal aan de Gevlochtsebaan 7 te Heusden.

Op 29 januari 2009 is er een bouwvergunning verleend voor het oprichten van een woning op hetzelfde adres. De bouwvergunningen voor bebouwing buiten het bouwblok zijn destijds verleend op basis van de directe doorwerking van de reconstructiewet. Het reconstructieplan gold in dit geval als vrijstelling van het bestemmingsplan, omdat er sprake was van een duurzame locatie.

Het agrarische bouwblok is in het bestemmingsplan “Buitengebied Asten 2008” in beide gevallen niet op de verleende bouwvergunningen

aangepast. Dit heeft als resultaat dat de inmiddels gebouwde stal en de vergunde woning buiten het bouwblok gesitueerd zijn.

Vigerend bestemmingsplan

Gevlochtsebaan 7 is als Agrarisch-Landschappelijke waarden bestemd.

Daarnaast is een bouwblok met de aanduiding ‘intensieve veehouderij’

opgenomen. Het plangebied is verder aangeduid als Regionale Natuur en Landschapseenheid, Archeologisch aandachtsgebied en ligt in de Beschermingszone Natte Natuurparel.

Beleid

Structuurvisie (ontwerp):

Het plangebied is in de structuurvisie aangeduid als groen blauwe mantel.

Verordening Ruimte:

Op de kaartlaag Ecologische hoofdstructuur uit de Verordening Ruimte ligt het plangebied in het attentiegebied EHS. Dit houdt in dat met een bestemmingsplan geen negatief effect op de waterhuishouding van de ecologische hoofdstructuur mogelijk mag worden gemaakt.

Het plangebied ligt in het verwevingsgebied. Uitbreiding van

bouwblokken voor intensieve veehouderij is toegestaan tot ten hoogste 1,5 hectare op een duurzame locatie.

Gewijzigde bestemmingsregeling Bestemmingsplan Buitengebied

Structuurvisie

Verordening Ruimte:

EHS

(12)

3.3. Peelweg 3

Inleiding

In het huidige bestemmingsplan is op het perceel Peelweg 3 de aanduiding IVH opgenomen. Het betreft echter een combinatiebedrijf;

naast varkens worden namelijk ook melkkoeien gehouden.

Vigerend bestemmingsplan

Peelweg 3 heeft de bestemming Agrarisch-Landschappelijke waarden.

Naast de aanduiding IVH is het plangebied verder aangeduid als Regionale Natuur en Landschapseenheid en ligt het in de Beschermingszone Natte Natuurparel.

Beleid

Structuurvisie (ontwerp)

Het plangebied is in de structuurvisie aangeduid als groen blauwe mantel.

Verordening Ruimte

Op de kaartlaag Ecologische hoofdstructuur uit de Verordening Ruimte ligt het plangebied in het attentiegebied EHS.

Peelweg 3 is in de Verordening Ruimte weergegeven als

extensiveringsgebied. Dit houdt in dat de uitbreidingsmogelijkheden voor intensieve veehouderijen zeer beperkt zijn op deze locatie.

Gewijzigde bestemmingsregeling

Op de plankaart (plankaart 1, blad 4) is de aanduiding IVH gewijzigd naar IVH-GG, conform de vigerende situatie.

Bestemmingsplan Buitengebied

Structuurvisie

Verordening Ruimte:

EHS

Verordening Ruimte:

Intensieve veehouderij

(13)

3.4. Kanaalweg

Inleiding

Op het perceel M 1570 aan de Kanaalweg te Asten staat een

hobbyruimte. Op 6 juli 2006 is een bouwvergunning verleend voor de hobbyruimte teneinde de ruimte op te knappen. De vergunning is verleend op grond van het overgangsrecht (gedeeltelijk vernieuwen en veranderen).

Luchtfoto van de huidige situatie

Door het waterschap Aa en Maas is een strook van 25 meter langs de Aa aangekocht ten behoeve van het beek- en kreekherstelprogramma van de Aa. Dit betreft tevens het gedeelte van het perceel waar het

hobbygebouw staat. Om deze aankoop mogelijk te maken is het nodig de verplaatsing van het hobbygebouw toe te staan. De gemeente heeft besloten medewerking te verlenen aan de herbouw van de hobbyruimte ten behoeve van het project van het waterschap.

Vigerend bestemmingsplan

Het plangebied is bestemd als Agrarisch- Natuur en

Landschapswaarden, met de nadere aanduiding ‘kwetsbare soorten’.

Beleid

Structuurvisie (ontwerp)

Het plangebied is in de structuurvisie aangeduid als groen blauwe mantel.

Verordening Ruimte

Het plangebied wordt begrensd door een ecologische verbindingszone Bestemmingsplan Buitengebied

Structuurvisie

(14)

Gewijzigde bestemmingsregeling

Het wordt planologisch mogelijk gemaakt om 25 meter achter de huidige locatie van de een nieuwe hobbyruimte te realiseren. Hierdoor ligt het gebouw buiten de zone die aan het waterschap is verkocht. Op de plankaart (plankaart 1, blad 2) is de aanduiding hobbyruimte (‘hr’)

opgenomen. Conform de verleende bouwvergunning, d.d. 6-7-2006, mag een hobbyruimte worden geplaatst met een maximale oppervlakte van de hobbyruimte 64 m². De maximaal toegestane bouwhoogte is 4,5 meter en de maximale goothoogte is 3 meter.

3.5. Achterbos 20 - 24

Inleiding

In het bestemmingsplan “Buitengebied Asten 2008” is op plankaart 2 de zonering uit het reconstructieplan opgenomen. De begrenzing uit het reconstructieplan is een globale begrenzing die op perceelniveau nader dient te worden afgewogen. In de correctieve herziening van het Reconstructieplan de Peel is de systematiek gehanteerd om bouwblokken in hun geheel binnen één zone te laten vallen.

Voor een tweetal locaties aan de Achterbos, nummer 20 en 24, is dit abusievelijk niet gebeurd. Hierdoor liggen de bouwblokken deels in verwevingsgebied en deels in extensiveringsgebied.

Vigerend bestemmingsplan

Op plankaart 2 staan ondermeer de reconstructiezoneringen

weergegeven. De bouwblokken aan de Achterbos liggen hoofdzakelijk in de zone verwevingsgebied. Aan de achterzijde van de percelen is echter een deel als extensiveringsgebied-natuur aangeduid.

Beleid

Structuurvisie (ontwerp)

De beide locaties aan de Achterbos liggen op de grens van het zoekgebied primair agrarisch gebied en de groenblauwe mantel.

Verordening Ruimte

Het plangebied ligt in het verwevingsgebied, aan de achterzijde worden de bouwvlakken begrensd door extensiveringsgebied- natuur. De begrenzing op deze kaart is met een nauwkeurigheid van 25 meter vastgelegd.

Gewijzigde bestemmingsregeling

De begrenzing van de reconstructiezonering in de agrarische bouwblokken wordt op de plankaart (plankaart 2, blad 1) dusdanig aangepast dat de bouwblokken in zijn geheel binnen verwevingsgebied komen te liggen.

Verordening Ruimte : Waterberging

Bestemmingsplan Buitengebied

Structuurvisie

Verordening Ruimte:

Intensieve veehouderij

(15)

3.6. Renvooi plankaart 2

Plankaart 2 uit het bestemmingsplan Buitengebied 2008 legt ondermeer de zonering uit het reconstructieplan vast. Op deze plankaart zijn ter indicatie en oriëntatie de agrarische bouwblokken uit plankaart 1 opgenomen. Dit betreffen zowel de agrarische bouwblokken als de niet agrarische bouwvlakken.

In het renvooi staan de agrarische en niet-agrarische bouwblokken niet vermeld. Dit kan voor verwarring zorgen. Daarom zijn de agrarische bouwblokken, niet-agrarische bouwvlakken en de aanduiding

koppelteken alsnog in het renvooi op de plankaart (plankaart 2, blad 2) opgenomen en verduidelijkt.

(16)

4. AANPASSINGEN REGELS

4.1. Herbouw woningen (bestemming Wonen)

Inleiding

In de bestemming Wonen van het vastgestelde bestemmingsplan Buitengebied is in artikel 15.5.4 een ontheffing opgenomen met betrekking tot herbouw van de woning. Een tweetal zaken zijn in de wijzigingsbevoegdheid onvoldoende geregeld.

Ten eerste is het in de huidige regeling naar de letter van de regel alleen mogelijk de bestaande voorgevel anders te plaatsen en niet de rest van de woning. Het is echter gewenst dat een ontheffing verleend kan worden zodat herbouw binnen de gehele woonbestemming mogelijk is. De huidige regeling is ontoereikend om een verplaatsing van de woning mogelijk te maken.

Daarnaast wil de gemeente de eventuele herbouw van cultuurhistorische panden mogelijk maken onder de strikte voorwaarde dat vooraf een deskundige is geraadpleegd. De deskundige instantie waar advies dient te worden ingewonnen is het Monumentenhuis.

Aanpassing regels

Artikel 15.5.4 is aangepast zodat middels de ontheffing het mogelijk wordt gemaakt dat de woning binnen het bestemmingsvlak wonen kan worden herbouwd.

Daarnaast is een aparte ontheffing, onder artikel 15.5.8 opgenomen voor herbouw van een cultuurhistorisch waardevol pand. In combinatie met artikel 15.5.4 is het mogelijk om cultuurhistorisch waardevolle panden buiten de bestaande fundering te herbouwen.

4.2. Herbouw van bedrijfswoningen

Inleiding

In het vastgestelde bestemmingsplan Buitengebied wordt niet de

mogelijkheid geboden om agrarische en niet agrarische bedrijfswoningen te kunnen herbouwen. Voor burgerwoningen is deze mogelijkheid wel opgenomen. In de bestemming Wonen is herbouw op de bestaande fundamenten direct toegestaan en herbouw buiten de fundamenten is via ontheffing toegestaan (zie tevens bovenstaande paragraaf). Er is geen aanwijsbare reden voor dit onderscheid tussen burgerwoningen en bedrijfswoningen. Derhalve wordt de regeling ten aanzien van de herbouw van woningen bij agrarisch, niet-agrarische en agrarisch verwante bedrijven aangepast op de regeling voor burgerwoningen.

(17)

Aanpassing regels

In de regeling behorende bij de hoofdstukken 3, 4, 5, 6 en 7 wordt een paragraaf opgenomen die de herbouw van de bedrijfswoning mogelijk maakt. Tevens worden extra ontheffingen opgenomen voor de herbouw van de bedrijfswoning buiten bestaande fundamenten én de herbouw van cultuurhistorische panden. Bij de beide ontheffingen worden dezelfde voorwaarden gehanteerd als bij burgerwoningen. Als extra voorwaarde is opgenomen dat de herbouw van de bedrijfswoning geen

(milieutechnische) belemmering mag opleveren voor omliggende agrarische bedrijven.

4.3. Laarbroek 5/Keskesweg 20

Inleiding

In artikel 7.12.1 van het vastgestelde bestemmingsplan Buitengebied staat in de nadere detaillering van de bestemming Bedrijven - Agrarisch Verwant het maximaal bebouwd oppervlak per bedrijf aangegeven. Voor het paardenpension aan de Laarbroek 5/Keskesweg 20 is echter

abusievelijk een verkeerde maatvoering aangehouden.

Voor het paardenpension is, voor de vaststelling van het

bestemmingsplan Buitengebied, een artikel 19 lid 1 WRO procedure gevoerd. Deze wijziging is opgenomen in het bestemmingsplan. Hierbij is echter alleen de oppervlakte van de nieuwe pensionstal opgenomen (2.050 m²) en is er geen rekening gehouden met de al bestaande agrarische bebouwing. Deze resterende bebouwing van het agrarische bedrijf moet ook worden meegenomen in de maatvoering, zodat dit tevens bestemd is. De resterende agrarische bebouwing heeft een omvang van 558 m2. Daarnaast is een woning op het perceel aanwezig.

Dit resulteert in een totaal bestaand bebouwd oppervlak van 2.621 m².

Aanpassing regels

In artikel 7.12.1 is het maximaal toegestaan bebouwd oppervlak voor het paardenpension Laarbroek 5/ Keskesweg 20 gewijzigd van 2.050 m2 naar 2.621 m².

4.4. Omschakeling paardenhouderij

(18)

voorwaarden als bij een gehele omschakeling, ook een gedeeltelijke omschakeling mogelijk moet zijn.

Aanpassing regels

In artikel 3.6.3, 4.6.2 en 5.6.2 wordt de bestaande wijzigingsbevoegdheid aangepast. Hierin wordt naast een omschakeling naar paardenhouderij ook een gedeeltelijke omschakeling mogelijk gemaakt.

4.5. Artikel 3.5.12 Ontheffing maatvoering gebouwen

In artikel 3.5.12 wordt abusievelijk verwezen naar artikel 3.3.3. Hier zou echter naar artikel 3.3.4 moeten worden verwezen. Dit is met deze herziening aangepast.

(19)
(20)

5. VERORDENING RUIMTE

5.1. Introductie

Naar aanleiding van de provinciale Verordening Ruimte, fase 1 is het bestemmingsplan buitengebied op bepaalde onderdelen aan herziening toe. Dit heeft betrekking op de regelingen ten aanzien van uitbreiding van intensieve veehouderijen en vestiging en uitbreiding van geiten- en schapenhouderijen.

Provinciale Staten heeft naar aanleiding van een discussie over

megastallen besloten het beleid uit de Reconstructieplannen bij te stellen.

Naar aanleiding van dierziektes in de geiten- en schapenhouderij is tevens besloten de uitbreidings- en vestigingsmogelijkheden van dergelijke bedrijven te beperken.

5.2. Intensieve veehouderijen

Verordening

In de verordening zijn de regels voor de uitbreiding van intensieve veehouderijen aangescherpt ten opzichte van de reconstructieplannen.

De volgende punten uit de Verordening Ruimte, fase 1 zijn niet in overeenstemming met de vigerende regeling uit het bestemmingsplan:

- uitbreiding van intensieve veehouderijen in verwevingsgebied boven 1,5 ha is niet toegestaan;

- uitbreiding van intensieve veehouderijen in verwevingsgebied tot 1,5 ha is alleen toegestaan nadat een duurzaamheidstoets heeft

plaatsgevonden;

- uitbreiding van intensieve veehouderijen in extensiveringsgebied ten behoeve van dierwelzijn is niet toegestaan;

- stallen worden maximaal in 1 bouwlaag toegestaan, tenzij hiervoor een bouwvergunning aanwezig is.

Aanpassing regels

De wijzigingsbevoegdheid binnen de agrarische bestemmingen voor het vergroten van de bouwvlakken zijn in overeenstemming gebracht met de verordening. Het betreft de volgende artikelen: 3.6.4 en 4.6.3 en 5.6.4.

Tevens is in de gebruiksbepaling van de agrarische bestemmingen opgenomen dat stallen met meer dan één bouwlaag als strijdig gebruik gelden.

(21)

5.3. Geiten- en schapenhouderijen

Verordening

In de Verordening is bepaald dat uitbreiding, hervestiging en

omschakeling naar een intensieve geiten- of schapenhouderij niet is toegestaan tot 1 juni 2012.

Aanpassing regels en plankaart

In het huidige bestemmingsplan is er geen onderscheid gemaakt tussen intensieve veehouderijen en geiten- dan wel schapenhouderijen. In Asten zijn een vijftal geitenhouderijen aanwezig. In het vigerende

bestemmingsplan hebben al deze bedrijven reeds de aanduiding intensieve veehouderij.

Met de herziening is hier de aanduiding “geiten- / schapenhouderij” (gs) aan toegevoegd. Het betreft de volgende adressen:

- Bleekerweg 16 (plankaart 1, blad 6);

- Meijelseweg 47 (plankaart 1, blad 5);

- Ooststappensedijk 70 (plankaart 1, blad 9);

- Polderweg 53 (plankaart 1, blad 7);

- Voorste Heusden 6 (plankaart 1, blad 8).

In de regels is opgenomen dat voor bedrijven met de aanduiding ‘(gs)’ tot 1 juni 2012 geen uitbreiding van bebouwing is toegestaan.

Aan de bestaande regeling van de drie agrarische bestemmingen is, onder 3.6.1, 4.6.1 en 5.6.1, de voorwaarde toegevoegd dat omschakeling naar een intensieve geiten- en/of schapenhouderij niet is toegestaan.

(22)

6. INSPRAAK EN VOOROVERLEG

Het concept ontwerp bestemmingsplan is toegezonden aan diverse overleginstanties in het kader van het vooroverleg. Tijdens de vooroverlegprocedure zijn in totaal PM vooroverleg reacties op het bestemmingsplan binnengekomen.

In de nota beantwoording vooroverlegreacties zijn alle binnengekomen vooroverlegreacties samengevat en van een antwoord voorzien.

Betreffende nota is als bijlage aan onderhavig bestemmingsplan toegevoegd.

(23)
(24)

GEMEENTE ASTEN

Bestemmingsplan Buitengebied Asten 2008, tweede herziening

Regels

122-010

(25)

ARTIKEL A. BESTEMMINGSPLAN

Dit bestemmingsplan “Buitengebied Asten 2008, tweede herziening”

betreft een herziening van de regels en de verbeelding van het

bestemmingsplan “Buitengebied Asten 2008”, zoals vastgesteld door de raad van de gemeente Asten op 7 juli 2009 en goedgekeurd door gedeputeerde staten van Noord-Brabant op 27 mei 2008.

ARTIKEL B. HERZIENING REGELS

De regels behorend bij het bestemmingsplan “Buitengebied Asten 2008”, worden als volgt herzien:

1. Aan artikel 1 Begripsbepalingen wordt na 43 het volgende toegevoegd, genummerd 43.a:

hobbyruimte:

een gebouw waarbinnen hobbymatig activiteiten worden uitgeoefend, niet zijnde recreatief dag- of nachtverblijf;

2. Aan 3.2.1, 4.2.1 en 5.2.1 wordt de volgende aanduiding toegevoegd:

 gs: geiten-/schapenhouderij.

3. Na 3.3.3, 4.3.2 en 5.3.2 wordt het volgende sublid toegevoegd, genummerd 3.3.3.A, 4.3.2.A respectievelijk 5.3.2A:

In afwijking van het bepaalde onder 3.3.3 (4.3.2 respectievelijk 5.3.2) is het niet toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'geiten-/

schapenhouderij' bebouwing op te richten, met dien verstande dat het bouwen ten behoeve van de bedrijfswoning is toegestaan.

4. Na 3.3.3, 4.3.2 en 5.3.2 wordt het volgende sublid toegevoegd, genummerd 3.3.3.B, 4.3.2.B respectievelijk 5.3.2B:

Ter plaatse van de aanduiding "extensiveringsgebied groen” en

“extensiveringsgebied overig” op plankaart 2 mag de bebouwde

oppervlakte ten behoeve van een intensieve veehouderij(tak), ter plaatse van de aanduiding "intensieve veehouderij" of “gemengd (intensieve veehouderij – grondgebonden)”, niet meer bedragen dan de bebouwde oppervlakte die aanwezig of in uitvoering was dan wel gebouwd mag worden krachtens een verleende wettelijke vergunning gebaseerd op een volledige en ontvankelijke bouwaanvraag in overeenstemming met het geldende bestemmingsplan op de peildatum 1 oktober 2010;

(26)

5. Na 3.3.5, 4.3.4, 5.3.4, 6.3.4 en 7.3.4 wordt het volgende sublid toegevoegd, genummerd 3.3.6, 4.3.5, 5.3.5, 6.3.5 respectievelijk 7.3.5:

Herbouw van bestaande bedrijfswoningen is, uitsluitend toegestaan indien en voorzover:

a. herbouw is niet toegestaan ter plaatse van de aanduiding

“cultuurhistorisch waardevol pand”;

b. de herbouw grotendeels plaatsvindt op de (voor zover aanwezig) bestaande fundamenten;

c. de voorgevel van de te herbouwen bedrijfswoning wordt geplaatst in de (voormalige) voorgevelrooilijn;

d. de bouwwijze (d.w.z. vrijstaand, halfvrijstaand of aaneengebouwd) van de te herbouwen bedrijfswoning(en) niet afwijkt van de bouwwijze van de oorspronkelijke woning(en);

e. het bepaalde in 3.3.4 (4.3.3, 5.3.3, 6.3.4 respectievelijk 7.3.4) wordt in acht genomen.

6. Aan 3.4.1, 4.4.1, 5.4.1 wordt het volgende toegevoegd, genummerd 3.4.1 onder e, 4.4.1 onder p, 5.4.1 onder n:

het gebruik van meer dan één bouwlaag voor het houden van dieren tenzij dit gebouwd en gebruikt mag worden krachtens een verleende wettelijke vergunning gebaseerd op een volledige en ontvankelijke bouwaanvraag in overeenstemming met het geldende bestemmingsplan op de peildatum 1 juni 2010.

7. De aanhef van het bepaalde in 3.5.12 wordt gewijzigd in:

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in 3.3.4 teneinde voor de bedrijfsgebouwen (incl kassen) een hogere goot- en nokhoogte toe te kunnen staan, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:

8. Na 3.5.13, 4.5.16, 5.5.10, 6.5.4 en 7.5.3 wordt het volgende sublid toegevoegd, genummerd 3.5.14, 4.5.17, 5.5.11, 6.5.5 respectievelijk 7.5.4:

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde onder 3.3.6 (4.3.5, 5.3.5, 6.3.5 respectievelijk 7.3.5) teneinde herbouw van de bedrijfswoning buiten de bestaande fundamenten toe te staan, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:

a. de nieuwe situering van de woning is stedenbouwkundig, verkeerskundig en milieukundig aanvaardbaar;

b. er dient sprake te zijn van (zekerheidsstelling omtrent de) sloop van de bestaande woning;

Ontheffing m.b.t. herbouw Herbouw

Ontheffing maatvoering gebouwen

(27)

c. door de herbouw wordt het landelijke karakter van het gebied niet onevenredig aangetast;

d. de nieuwe situering van de woning leidt niet tot extra belemmeringen voor de bedrijfsontwikkelingen van de omliggende bedrijven,

voortvloeiende uit milieuregelgeving;

e. indien er sprake is van herbouw ter plaatse van de aanduiding

“cultuurhistorisch waardevol pand” dan dient advies te worden ingewonnen bij een deskundige op het gebied van cultuurhistorie en monumentenzorg en dan dient deze ontheffing in combinatie met het bepaalde in 3.5.15 (4.5.18, 5.5.12, 6.5.6 respectievelijk 7.5.5) te worden beoordeeld;

f. het bepaalde in 3.3.4 (4.3.3, 5.3.3, 6.3.4 respectievelijk 7.3.4) wordt in acht genomen.

9. Na 3.5.13, 4.5.16, 5.5.10, 6.5.4 en 7.5.3 wordt het volgende sublid toegevoegd, genummerd 3.5.15, 4.5.18, 5.5.12, 6.5.6 respectievelijk 7.5.5:

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in 3.3.6, 4.3.5, 5.3.5, 6.3.5 respectievelijk 7.3.5, teneinde herbouw van een cultuurhistorisch waardevol pand toe te staan, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:

a. de aanlegvergunning ten behoeve van sloop van cultuurhistorisch waardevolle panden als bedoeld in artikel 20.1.1 kan worden verleend;

b. de herbouw vindt grotendeels plaats op de (voor zover aanwezig) bestaande fundamenten;

c. de voorgevel van de te herbouwen woning wordt geplaatst in de (voormalige) voorgevelrooilijn;

d. de bouwwijze (d.w.z. vrijstaand, halfvrijstaand of aaneengebouwd) van de te herbouwen woning(en) niet afwijkt van de bouwwijze van de oorspronkelijke woning(en);

e. met de herbouw wordt gestreefd naar herstel van de

cultuurhistorische waarden of karakteristiek van het te herbouwen pand. Hiertoe wordt advies ingewonnen bij een deskundige op het gebied van cultuurhistorie en monumentenzorg;

f. het bepaalde in 3.3.4 (4.3.3, 5.3.3, 6.3.4 respectievelijk 7.3.4) wordt in acht genomen.

10.De aanhef van het bepaalde in 3.6.3, 4.6.2 en 5.6.2 wordt gewijzigd in:

Herbouw cultuurhistorisch waardevolle panden

(28)

“paardenhouderij” (PH), mits voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:

11.In 3.6.1, 4.6.1 en 5.6.1 wordt de volgende voorwaarde toegevoegd, genummerd d.:

omschakeling naar een intensieve geiten- en/of schapenhouderij is niet toegestaan;

12.Het bepaalde in 3.6.4 en 4.6.3 wordt gewijzigd in:

Burgemeester en wethouders kunnen deze bestemming op onderdelen wijzigen ten behoeve van vergroting en/of vormverandering van een agrarisch bouwblok, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

a. agrarische bouwblokken, gelegen in of nabij de op de plankaart aangeduide “ecologische verbindingszones” mogen worden uitgebreid, mits het functioneren van de verbindingszone niet onevenredig wordt aangetast;

b. de vergroting en/of vormverandering dient noodzakelijk te zijn uit het oogpunt van doelmatige bedrijfsvoering en/of –ontwikkeling

waaronder begrepen het kunnen plaatsen van permanente teeltondersteunende voorzieningen op het agrarisch bouwblok;

dienaangaande wordt advies van de Adviescommissie Agrarische Bouwaanvragen ingewonnen;

c. voor grondgebonden agrarische bedrijven (inclusief

paardenhouderijen op de kaart aangeduid met “ph”), en gemengde bedrijven, niet zijnde de intensieve veehouderijtak, (op de kaart aangeduid met “ivh-gg”) kan vergroting tot een omvang van 2,5 ha voor deze bedrijven worden toegestaan;

d. voor intensieve veehouderij, gelegen binnen het “verwevingsgebied”

kan vergroting tot maximaal 1,5 ha worden toegestaan, mits sprake is van een duurzame locatie voor de intensieve veehouderij (conform de provinciale handleiding duurzame locaties en duurzame

projectlocaties voor de intensieve veehouderij); hierbij dient ten minste 10% van de oppervlakte van het agrarisch bouwblok te worden aangewend voor een goede landschappelijke inpassing. In afwijking van de grens van maximaal 1,5 ha is éénmalig uiterlijk tot 1 januari 2013 vergroting van het bouwblok boven de 1,5 hectare toegestaan om te kunnen voldoen aan de huisvestingseisen voortvloeiend uit het Besluit ammoniakemissie huisvesting veehouderij en uit de op grond van Gezondheids- en welzijnswet voor dieren gestelde eisen;

e. in afwijking van het bepaalde onder d. is ter plaatse van de

aanduiding 'geiten-/schapenhouderij' tot 1 juni 2012 geen vergroting of vormverandering van het agrarisch bouwblok toegestaan;

f. voor intensieve veehouderij gelegen binnen het

“extensiveringsgebied” is vormverandering of uitbreiding van het agrarisch bouwblok niet toegestaan;

Wijziging t.b.v. vergroting agrarisch bouwblok

(29)

g. voor glastuinbouwbedrijven gelegen buiten de aanduiding ,

“concentratiegebied glastuinbouw” geldt dat uitbreiding en vormverandering niet is toegestaan;

er dient sprake te zijn van een zorgvuldige landschappelijke inpassing, daartoe dient een beplantingsplan te worden overlegd;

h. door middel van een onderzoek naar de waterstaatkundige consequenties dient te worden aangetoond dat sprake is van hydrologisch neutraal bouwen;

i. de wijziging mag niet leiden tot een onevenredige aantasting van de in 3.1 en 3.2 (respectievelijk 4.1 en 4.2) omschreven doeleinden.

13.Na 5.3.4 wordt het volgende sublid toegevoegd, genummerd 5.3.5:

Ter plaatse van de aanduiding “hobbyruimte” is een hobbyruimte toegestaan. Hiervoor gelden de volgende bepalingen:

a. de bebouwde oppervlakte mag niet meer bedragen dan 64 m2; b. de goothoogte mag niet meer bedragen dan 3 m;

c. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 4,5 m.

14.Het bepaalde in 5.6.4 wordt gewijzigd in:

Burgemeester en wethouders kunnen deze bestemming op onderdelen wijzigen ten behoeve van vergroting en/of vormverandering van een agrarisch bouwblok, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

a. agrarische bouwblokken, gelegen in of nabij de op de plankaart aangeduide “ecologische verbindingszones” mogen worden uitgebreid, mits het functioneren van de verbindingszone niet onevenredig wordt aangetast;

b. vergroting van agrarische bouwblokken, gelegen binnen de aanduiding “tevens natuurparel” is niet toegestaan;

c. de vergroting en/of vormverandering dient noodzakelijk te zijn uit het oogpunt van doelmatige bedrijfsvoering en/of –ontwikkeling;

dienaangaande wordt advies van de Adviescommissie Agrarische Bouwaanvragen ingewonnen;

d. voor grondgebonden agrarische bedrijven en gemengde bedrijven, niet zijnde de intensieve veehouderijtak, (op de kaart aangeduid met

“ivh-gg”) geldt dat vergroting van het bouwblok met 15% is toegestaan of tot een omvang van 1,5 ha, als het bouwblok na toepassing van het uitbreidingspercentage van 15% kleiner zou zijn;

e. voor intensieve veehouderij, gelegen binnen het “verwevingsgebied”

kan vergroting tot maximaal 1,5 ha worden toegestaan, mits sprake is Wijziging t.b.v. vergroting agrarisch

bouwblok

(30)

2013 vergroting van het bouwblok boven de 1,5 hectare toegestaan om te kunnen voldoen aan de huisvestingseisen voortvloeiend uit het Besluit ammoniakemissie huisvesting veehouderij en uit de op grond van Gezondheids- en welzijnswet voor dieren gestelde eisen;

f. in afwijking van het bepaalde onder e. is ter plaatse van de

aanduiding 'geiten-/schapenhouderij' tot 1 juni 2012 geen vergroting of vormverandering van het agrarisch bouwblok toegestaan;

g. voor intensieve veehouderij gelegen binnen het

“extensiveringsgebied” is vormverandering of uitbreiding van het agrarisch bouwblok niet toegestaan;

h. er dient sprake te zijn van een zorgvuldige landschappelijke inpassing, daartoe dient een beplantingsplan te worden overlegd;

i. door middel van een onderzoek naar de waterstaatkundige consequenties dient te worden aangetoond dat sprake is van hydrologisch neutraal bouwen;

j. de wijziging mag niet leiden tot een onevenredige aantasting van de in 5.1 en 5.2 omschreven doeleinden.

15.De bebouwde oppervlakte in de tabel in 7.2.1 wordt voor Laarbroek 5/

Keskesweg 20 gewijzigd in:

Soort bedrijf Adres Aantal

bedrijfswoning en

Beb. oppervlakte in m2 / en (indien van toepassing) afwijkende bouwhoogten Paardenpension/paardentrain

ingscentrum met nevenactiviteit akkerbouw

Laarbroek 5 / Keskesweg 20 1 2621

16.Het bepaalde in 15.3.4 wordt gewijzigd in:

Herbouw van bestaande woningen is uitsluitend toegestaan indien en voorzover:

a. herbouw is niet toegestaan ter plaatse van de aanduiding

“cultuurhistorisch waardevol pand”;

b. de herbouw grotendeels plaatsvindt op de (voor zover aanwezig) bestaande fundamenten;

c. de voorgevel van de te herbouwen woning wordt geplaatst in de (voormalige) voorgevelrooilijn;

d. de bouwwijze (d.w.z. vrijstaand, halfvrijstaand of aaneengebouwd) van de te herbouwen woning(en) niet afwijkt van de bouwwijze van de oorspronkelijke woning(en);

e. het bepaalde in 15.3.2. en 15.3.3. wordt in acht genomen.

17.Het bepaalde in 15.5.4 wordt gewijzigd in:

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde onder 15.3.4 teneinde herbouw van de woning buiten de Ontheffing m.b.t. herbouw

Herbouw

(31)

bestaande fundamenten toe te staan, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:

a. de nieuwe situering van de woning is stedenbouwkundig, verkeerskundig en milieukundig aanvaardbaar;

b. er dient sprake te zijn van (zekerheidsstelling omtrent de) sloop van de bestaande woning;

c. door de herbouw wordt het landelijke karakter van het gebied niet onevenredig aangetast;

d. de nieuwe situering van de woning leidt niet tot extra belemmeringen voor de bedrijfsontwikkelingen van de omliggende bedrijven,

voortvloeiende uit milieuregelgeving;

e. indien er sprake is van herbouw ter plaatse van de aanduiding

“cultuurhistorisch waardevol pand” dan dient advies te worden ingewonnen bij een deskundige op het gebied van cultuurhistorie en monumentenzorg en dan dient deze ontheffing in combinatie met het bepaalde in 15.5.8 te worden beoordeeld;

f. het bepaalde in 15.3.2 en 15.3.3 wordt in acht genomen.

18.Na 15.5.7 wordt het volgende sublid toegevoegd, genummerd 15.5.8:

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in 15.3.4. teneinde herbouw van een cultuurhistorisch waardevol pand toe te staan, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:

a. de aanlegvergunning ten behoeve van sloop van cultuurhistorisch waardevolle panden als bedoeld in artikel 20.1.1 kan worden verleend;

b. de herbouw vindt grotendeels plaats op de (voor zover aanwezig) bestaande fundamenten;

c. de voorgevel van de te herbouwen woning wordt geplaatst in de (voormalige) voorgevelrooilijn;

d. de bouwwijze (d.w.z. vrijstaand, halfvrijstaand of aaneengebouwd) van de te herbouwen woning(en) niet afwijkt van de bouwwijze van de oorspronkelijke woning(en);

e. met de herbouw wordt gestreefd naar herstel van de

cultuurhistorische waarden of karakteristiek van het te herbouwen pand. Hiertoe wordt advies ingewonnen bij een deskundige op het gebied van cultuurhistorie en monumentenzorg;

f. het bepaalde in 15.3.2 en 15.3.3 wordt in acht genomen.

Herbouw cultuurhistorisch waardevolle panden

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

This problem is most likely shared by various professions but the focus of this article is the field of Industrial Engineering Industrial Engineers must typically find

We have studied the methods currently used by forensic experts which are not very accurate due to the negligence of the influence of drag and gravitational forces and the assumption

reo.geer stadig dsarop. Daor word telkens oor een saak gehandel en due.rby slui t nog 'n betreklike sterk persewcrasie vnn die voorstellinge een. Hulle bewussyn

We hypothesise that observations in a whole heart model with regard to increased NO production and eNOS involvement in ischaemia are the result of events on cellular level and that

De argumenten die zij gebruiken verschillen per ngo en zijn vaak gericht op een subgroep binnen de agrarische sector: 'Megabedrijven zijn te groot'; 'Glastuinbouw gebruikt

• Beoogd wordt het aanbod van duurzame dierlijke producten -met een focus op dierenwelzijn- te stimuleren door bestaande initiatieven op te laten schalen en nieuwe private

Het Nieuwe Werken is echter niet voor iedere beroepsgroep geschikt, maar doordat we steeds meer kenniswerkers worden wordt het zowel aantrekkelijk als noodzaak.. Wanneer een

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 4.2.1 voor het bouwen van gebouwen ten dienste van de bestemming,