Bureau BS&F
Dokter Klinkertweg 10c 8025 BS Zwolle
T. 038 - 455 29 20 I. www.bsenf.nl E. info@bsenf.nl
Pagina 1 van 13
© BS&F 2013
Evaluatierapport CZM 2012
Gemeente Asten
Evaluatie CZM 2012 Gemeente Asten
Pagina 2 van 13 © BS&F 2013
Evaluatie van de Collectieve Zorgverzekering voor Minima (CZM) 2012
Gemeente Asten
Auteur: P. Nijman Juli 2013
Evaluatie CZM 2012 Gemeente Asten
Pagina 3 van 13 © BS&F 2013
Inhoudsopgave
1 Inleiding... 4
2 Belangrijkste kenmerken Zorgverzekeringswet ... 4
3 Recente ontwikkelingen ... 5
4 Gemeentelijke doelstellingen ... 7
5 Evaluatie van de CZM in de gemeente ... 8
5.1 Kerncijfers ... 8
5.2 Deelname ... 8
5.3 Premiebijdrage gemeente ... 9
5.4 Premiekorting verzekeraar ... 9
5.5 Voordeel deelnemers ... 10
5.6 Vergoeding voor medische kosten ... 10
5.7 Uitvoeringskosten ... 11
6 Resultaten in de regio ... 11
Bijlage: Regionale benchmark 2012... 13
Evaluatie CZM 2012 Gemeente Asten
Pagina 4 van 13 © BS&F 2013
1 Inleiding
In dit rapport worden de effecten over 2012 van de Collectieve Zorgverzekering voor Minima (CZM) in de gemeente Asten weergegeven. Minima in de gemeente kunnen zich met ingang van 2012 voor de CZM verzekeren bij CZ.
In hoofdstuk 2 wordt ingegaan op de belangrijkste kenmerken van de Zorgverzekeringswet. Hoofdstuk 3 bevat een beschrijving van recente ontwikkelingen op het raakvlak van sociale zekerheid en zorg.
Hoofdstuk 4 gaat in op de doelstellingen die worden nagestreefd met de CZM. Tot slot wordt in hoofdstuk 5 de CZM geëvalueerd. Vergelijkende informatie van andere gemeenten die een soortgelijke overeenkomst hebben gesloten is opgenomen in de bijlage.
De cijfers in deze evaluatie zijn afkomstig van de gemeente, de verzekeraar en het CBS. Bij de
berekening van het aantal inwoners van de gemeente met een laag inkomen is gebruik gemaakt van de meest recente versie van de Minimascan van StimulanSZ (maart 2013).
2 Belangrijkste kenmerken Zorgverzekeringswet
Sinds 2006 is de Zorgverzekeringswet van kracht. De belangrijkste kenmerken van deze wet zijn:
een verplichte verzekering voor alle Nederlanders;
uitvoering door private zorgverzekeraars die een acceptatieplicht hebben;
van de totale premie is 50% nominaal en 50% inkomensafhankelijk;
via een zorgtoeslag wordt de hoogte van de nominale premie gemaximeerd op een percentage van het inkomen;
de inkomensafhankelijke premie wordt verdeeld over de verzekeraars op basis van het risicoprofiel van hun verzekerden (de ‘risicoverevening’).
De invoering van de Zorgverzekeringswet heeft geleid tot een grote verhuizing van verzekerden. Begin 2006 stapte bijna 20% van hen over naar een andere verzekeraar. De mobiliteit is daarna sterk verminderd (jaarlijks rond 4%). Sinds 2011 is het overstapgedrag jaarlijks voorzichtig toegenomen. Het overstappercentage komt in 2013 uit op 7,2%. Het aandeel collectief verzekerden is in 2012 verder gestegen naar 69%.1
1 Bron: Vektis, Zorgthermometer (Verzekerden in beweging 2013).
Evaluatie CZM 2012 Gemeente Asten
Pagina 5 van 13 © BS&F 2013
3 Recente ontwikkelingen
De voornaamste ontwikkelingen op het snijvlak van sociale zekerheid en zorg van de afgelopen jaren zijn:
Samen werken om krappe budgetten optimaal in te zetten
In oktober 2012 werd het regeerakkoord van Rutte II gesloten. Dit akkoord ademt de noodzaak tot bezuinigen waarbij het sociale domein niet wordt ontzien. Parallel met deze ingrepen wordt het decentraliseren van verantwoordelijkheden naar gemeenten doorgezet. Lokaal wat lokaal kan, lijkt het devies: ondersteuning, verzorging en begeleiding worden onder de werkingssfeer van de Wmo gebracht, diverse voorheen landelijke inkomensregelingen gaan over naar de gemeente, de
jeugdzorg wordt ‘ontschot’ tot één geïntegreerde lokale regeling, en hetzelfde geldt voor wetgeving betreffende mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt middels de integratie van WSW, Wwb en Wajong (per 2015).
De rijksoverheid treedt overigens niet geheel terug maar neemt de regie op een drietal publiek- politiek lastige dossiers met lokale implicaties: de inzet van zorgverzekeraars op preventie, het concentreren van meer complexe en acute zorg en als derde een versteviging van selectieve zorginkoop door de basisverzekering te beperken tot naturapolissen (de mogelijkheid tot restitutie gaat naar de aanvullende verzekering).
Het regeerakkoord, en de latere aanscherpingen ervan in sub-akkoorden en rijksnotities, geven gemeenten direct en indirect de opdracht mee om de samenwerking met de (lokale)
zorgverzekeraar aan te gaan. Een lijn die de afgelopen jaren reeds is ingezet, maar sinds afgelopen jaar meer expliciet in beeld komt.
Deze samenwerking, die met name via zorgkantoorrelaties en de CZM’s al sinds jaar en dag bestaat, moet verdieping vinden in een tijd waar geld een essentieel maar schaars goed is. Zorgverzekeraars hebben over 2012 weliswaar mooie rendementen gedraaid, maar moeten in de nasleep van de financiële crisis grotere buffers aanhouden. En gemeenten zien zich bij elke decentralisatie geconfronteerd met de overgang van budgetten met een ‘efficiencykorting’. Sowieso staan de gemeentelijke financiën momenteel zwaar onder druk. Een belangrijk criterium bij de inzet van de beperkte collectieve middelen is ‘eigen verantwoordelijkheid’: waar is de gemeente voor en wat kan de burger zelf. De gedachtelijn van de kanteling in de Wmo komt op steeds meer
beleidsterreinen terug, zo ook bij de sociale zekerheid. Zie de ontwikkeling dat steeds meer gemeenten overwegen (of uitvoeren) veel minder bijzondere bijstand te ontsluiten via het eigen loket en de CZM in te zetten als enige aanvullende voorziening op de Zorgverzekeringwet en AWBZ.
Ondanks de gemeentelijke bezuinigingen, zien we overigens dat gemeenten de meest kwetsbare burger zoveel mogelijk ontzien. Zo worden eigen bijdragen voor Wmo en AWBZ vaak geheel of gedeeltelijk gecompenseerd via het minimabeleid. Daarmee blijft toegang tot zorg voor de meest (financieel) kwetsbaren gegarandeerd.
Waar gemeente en zorgverzekeraar zowel moeten bezuinigen als op zoek zijn naar hun nieuwe positie richting burger respectievelijk verzekerde, zoeken zij ook steeds meer elkaar op. Zij gaan de samenwerking aan om prijs en volume van de zorgvraag beheersbaar te krijgen, om zo de ‘lokale verzorgingsstaat’ overeind te houden. Het gaat dan om projecten en interventies op de terreinen participatie, re-integratie en preventie. Meerdere gemeenten hanteren de CZM als drager onder deze bredere samenwerking, de ‘GemeentePolis’. In de collectiviteit worden dan afzonderlijke budgetten samengevoegd, om bijvoorbeeld leefstijlprogramma’s en re-integratietrajecten samen met de zorgverzekeraar te organiseren en bekostigen.
Evaluatie CZM 2012 Gemeente Asten
Pagina 6 van 13 © BS&F 2013
Uitbreiden werkingssfeer van de CZM
Met ingang van 1 januari 2012 dienen gemeenten de inkomensgrens voor categoriale bijzondere bijstand gemaximeerd te hebben op 110% van het sociaal minimum. Door de beperking armoedeval bij de betreffende zorgverzekeraar te activeren verkleinen gemeenten de negatieve effecten hiervan en kunnen minima met een inkomen boven de gemeentelijke grens nog steeds tot meer dan € 200,- per jaar aan premie voor hun zorgverzekering besparen.
Wanbetalers van zorgverzekeringspremie
Sinds 1 september 2009 is nieuwe wetgeving van kracht waarmee de druk op de inmiddels ongeveer 300.9672 wanbetalers van zorgverzekeringspremie wordt verhoogd. Desondanks neemt het aantal wanbetalers alleen maar toe. In opdracht van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport hebben BS&F en Social Force onderzoek uitgevoerd naar wanbetaling van
zorgkosten. Het rapport “Wanbetaling zorgkosten: voorkomen is beter dan genezen” van november 2012 is bij brief van 9 januari 2013 door de Minister aan de Tweede Kamer aangeboden. De
belangrijkste conclusie van het rapport luidt dat zorgverzekeraars en gemeenten het belang van schuldpreventie wanbetaling zorgkosten wel onderschrijven maar daar in beperkte mate in
voorzien. Inmiddels heeft het ministerie van VWS BS&F en Social Force gevraagd opvolging te geven aan de in het rapport benoemde aanbevelingen door het organiseren van verschillende
expertgroepen en (regionale) bijeenkomsten gedurende welke zorgverzekeraars en gemeenten samen in gesprek gaan over de lokale inbedding van schuldpreventie zorgkosten in de
uitvoeringspraktijk.
Onverzekerden tegen ziektekosten
Onverzekerd zijn kan leiden tot het mijden/niet krijgen van zorg en heeft consequenties voor de solidariteit van het zorgstelsel. Daarom heeft de regering besloten om deze mensen op te sporen en actief te stimuleren zich te verzekeren. Hiervoor is op 15 maart 2011 de Wet opsporing en
verzekering onverzekerden zorgverzekering van kracht geworden. Op dat moment waren er in Nederland ongeveer 136.4503 personen onverzekerd voor ziektekosten. In februari 2012 sloot het CVZ de eerste zorgverzekeringen af namens degenen die niet op de aanschrijving van het CVZ als onverzekerde en de twee boetes hadden gereageerd. Na ambtshalve inschrijving wordt een jaar lang een bestuursrechtelijke premie (100% van de standaardpremie = € 118,83) geïnd, daarna dient de verzekerde zelf de premie te voldoen. Voor die zorgverzekering moesten zij vanaf maart
gedurende 12 maanden een bestuursrechtelijke premie betalen. Deze premie werd door het CVZ geïnd. Dit voorjaar is het CVZ met de inning van de bestuursrechtelijke premie voor deze eerste groep ‘ex-onverzekerden’ gestopt. Zij hebben van het CVZ een ‘beëindigingbrief’ ontvangen en gaan vanaf nu zelf de reguliere premie aan hun zorgverzekeraar betalen. Op dit moment zijn er nog ruim 16.000 ‘ambtshalve verzekerden’ bij het CVZ geregistreerd.
2 Bron CVZ. Betreft het totaal aantal personen dat eind december 2012 bij het CVZ geregistreerd stond als wanbetaler.
3 Cijfer CBS, per 1 mei 2010.
Evaluatie CZM 2012 Gemeente Asten
Pagina 7 van 13 © BS&F 2013
4 Gemeentelijke doelstellingen
Op dit moment hebben bijna alle Nederlandse gemeenten de CZM als instrument van gemeentelijk minimabeleid ingezet. Overwegingen om een dergelijke faciliteit aan te bieden verschillen per gemeente, maar laten zich als volgt samenvatten:
Verbeteren verzekeringspositie
Minima (en vooral bijstandsgerechtigden) zijn gemiddeld minder goed aanvullend verzekerd dan anderen. Via de CZM wordt het sluiten van een adequate aanvullende verzekering gestimuleerd.
Korting
Op grond van de Zorgverzekeringswet kunnen verzekeraars op de nominale premie voor de basisverzekering een korting (van maximaal 10%) verlenen. Tevens kunnen gemeenten binnen de CZM een korting bedingen op de aanvullende verzekering. Het premievoordeel per deelnemer aan de CZM kan zo oplopen tot meer dan € 200,- per jaar.
Verminderen beroep op bijzondere bijstand
Het rechtstreeks afhandelen van aanvragen bijzondere bijstand voor medische kosten is een arbeidsintensief proces. Gemeenten proberen via de CZM het aantal aanvragen bijzondere bijstand voor medische kosten terug te dringen door vergoedingen (voor rekening van de gemeente) op te nemen in het pakket van de CZM. De uitvoeringskosten worden daardoor verlaagd.
Vermindering schuldenproblematiek
Het aantal Nederlanders met problematische schulden neemt toe. De premies voor de
zorgverzekering maken vaak deel uit van de betalingsachterstanden. Het gevolg daarvan is dat de verzekeraar de dekking van de aanvullende verzekering uiteindelijk beëindigt. Dit leidt tot het verslechteren van de toegang tot belangrijke zorgvormen, zoals tandheelkunde en fysiotherapie en heeft mogelijk een extra beroep op bijzondere bijstand tot gevolg. Wanneer men een
premieachterstand heeft van 6 maandpremies zal men instromen in de bestuursrechtelijke premieheffing met alle gevolgen van dien. Veel gemeenten houden zorgpremies in op de uitkering van (een deel van de) bijstandsgerechtigden. Daarmee wordt in ieder geval bereikt dat het aantal bijstandsgerechtigden met betalingsproblemen (en uiteindelijk een beëindigde aanvullende verzekering) wordt beperkt.
Bestrijden niet-gebruik bijzondere bijstand voor medische kosten
Slechts 30% van de minima maakt gebruik van het recht op bijzondere bijstand. Via de CZM komen vergoedingen meer laagdrempelig beschikbaar.
Evaluatie CZM 2012 Gemeente Asten
Pagina 8 van 13 © BS&F 2013
5 Evaluatie van de CZM in de gemeente
In deze paragraaf worden de belangrijkste resultaten van de CZM in kwantitatieve zin gepresenteerd.
5.1 Kerncijfers
In de volgende tabel is een overzicht te vinden van het aantal inwoners en wanbetalers. De cijfers zijn afkomstig van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Er is voor gekozen niet langer het aantal onverzekerden op te nemen vanwege de positieve effecten van de invoering van de Wet opsporing en verzekering onverzekerden.4
Jaar Aantal
inwoners (per 1 januari)
Aantal wanbetalers 5 (per 31 december)
2010 16.335 90
2011 16.296 110
2012 16.396 n.b.
Tabel 1: Kerncijfers (bron: CBS)
5.2 Deelname
De volgende tabel geeft een overzicht van de deelname aan de CZM. Bij zowel de omvang van de doelgroep als de deelname gaat het om inwoners van 18 jaar en ouder. Het aantal deelnemers is voor de jaren 2010, 2011 en 2012 gebaseerd op de gemiddelde stand van vier kwartalen en voor het jaar 2013 op de stand van het tweede kwartaal.
Jaar Inkomensgrens Omvang doelgroep Deelname Deelnamegraad
2010 110,0% 800 325 41%
2011 110,0% 700 314 45%
2012 110,0% 700 301 43%
2013 6 110,0% 700 290 41%
Tabel 2: Deelname
In de volgende figuur is te zien hoe de deelnamegraad in de gemeente zich verhoudt ten opzichte van de regio en het landelijke gemiddelde.
4 Zie hoofdstuk 3 paragraaf “Onverzekerden tegen ziektekosten” voor meer informatie.
5 Een wanbetaler heeft minimaal 6 maanden geen premie voor zijn basisverzekering betaald en is aangemeld in de
bestuursrechtelijke premieheffing bij het College voor zorgverzekeringen (CVZ). Het cijfer voor 2012 verwacht het CBS medio 2013 te publiceren.
6 De gemeente heeft in 2013 de werkingssfeer van de CZM uitgebreid voor mensen met een inkomen tot 130%. Er neemt in de gemeente gemiddeld 1 volwassen persoon deel aan deze collectiviteit (peildatum Q2 2013).
Evaluatie CZM 2012 Gemeente Asten
Pagina 9 van 13 © BS&F 2013
5.3 Premiebijdrage gemeente
Gemeenten geven vaak een bijdrage in de premie voor de aanvullende verzekering. Dit gebeurt enerzijds omdat de verzekering dekkingen bevat waarvoor minima voorheen een beroep konden doen op bijzondere bijstand en anderzijds om de premielast voor minima te verlagen. Artikel 35 lid 6 Wwb biedt gemeenten de mogelijkheid een door henzelf te bepalen bijdrage te leveren in de premie van een collectieve aanvullende verzekering. De volgende tabel geeft een overzicht van de totale bijdrage van de gemeente in de premie van de aanvullende verzekering binnen de CZM.
Jaar Totale bijdrage
gemeente (€) 7
2010 15.393
2011 29.344
2012 40.635
Tabel 3: Premiebijdrage gemeente
5.4 Premiekorting verzekeraar
In de volgende tabel is een overzicht opgenomen van de door de verzekeraar verleende korting. Bij de bedragen gaat het om de totale korting aan alle deelnemers aan de CZM gezamenlijk.
Korting
Jaar Basisverzekering (€) Aanvullende
verzekering (€) Totaal (€)
2010 21.921 5.179 27.100
2011 23.588 5.146 28.734
2012 23.362 5.331 28.694
Tabel 4: Premiekorting
7 De maandelijkse bijdrage was in 2010 € 3,95, in 2011 € 7,80 en in 2012 € 11,25 per deelnemer.
Evaluatie CZM 2012 Gemeente Asten
Pagina 10 van 13 © BS&F 2013
5.5 Voordeel deelnemers
De volgende tabel geeft een overzicht van het financiële voordeel dat deelnemers aan de CZM hebben genoten. Het gaat daarbij om het totaal van de bijdrage van de gemeente (hoofdstuk 5.3) en de korting van de verzekeraar (hoofdstuk 5.4).
Jaar Bijdrage
gemeente (€)
Korting verzekeraar (€)
Gemiddelde deelname
Voordeel per deelnemer (€)
2010 15.393 27.100 325 131
2011 29.344 28.734 314 185
2012 40.635 28.694 301 230
Tabel 5: Voordeel deelnemers
In de volgende figuur is te zien hoe het jaarlijks voordeel per deelnemer in de gemeente zich verhoudt ten opzichte van de regio en het landelijke gemiddelde.
5.6 Vergoeding voor medische kosten
Mensen met een laag inkomen hebben recht op vergoeding van bepaalde medische kosten op grond van de bijzondere bijstand. Met de introductie van de CZM kunnen minima bepaalde veel voorkomende kosten rechtstreeks declareren bij de verzekeraar en hoeft niet langer een aanvraag voor bijzondere bijstand te worden ingediend. Om dat te bereiken is het pakket van de reguliere aanvullende
verzekering van de verzekeraar uitgebreid met vergoedingen voor kosten waarvoor vaak een beroep op bijzondere bijstand werd gedaan.
Tabel 6 geeft een overzicht van de uitgaven bijzondere bijstand voor medische kosten die via het loket van de gemeente verstrekt zijn.
Jaar
Bijzondere bijstand voor medische kosten via loket gemeente (€)
2010 12.913
2011 11.735
2012 8.273
Tabel 6: Vergoeding voor medische kosten
Evaluatie CZM 2012 Gemeente Asten
Pagina 11 van 13 © BS&F 2013
5.7 Uitvoeringskosten
De uitvoeringskosten van de gemeente worden op verschillende manieren beïnvloed door de CZM:
Efficiencywinst via zorgverzekeraar
De relatieve uitvoeringskosten van de bijzondere bijstand kunnen oplopen tot meer dan 100% van de uitgaven. De uitvoeringskosten zijn dus soms hoger dan de uitgaven. Omdat de relatieve uitvoeringskosten van zorgverzekeraars gemiddeld minder dan 15% bedragen, leidt de CZM tot een forse efficiencywinst. Deze efficiency is ten dele “hard” door de afname van het beroep op
bijzondere bijstand en is ten dele “zacht” doordat de CZM heeft geleid tot een daling van het niet- gebruik.
Personele kosten
De hoogte van de personele kosten is afhankelijk van het gekozen uitvoeringsmodel en het aantal deelnemers. Deze kosten betreffen voornamelijk de benodigde capaciteit voor:
- Het uitwisselen van gegevens met de verzekeraar en het inhouden van de te betalen premie op de uitkering8;
- het vormgeven van het gemeentelijk beleid;
- inspanningen gericht op communicatie met de doelgroep.
Premiebijdrage rechtstreeks overmaken aan zorgverzekeraar
Doordat de eventuele premiebijdrage van de gemeente in de aanvullende verzekering veelal rechtstreeks aan de verzekeraar wordt uitbetaald zijn de daarmee gemoeide uitvoeringskosten vrijwel nihil. De CZM is op dit onderdeel een instrument van minimabeleid geworden dat geen uitvoeringskosten genereert.
6 Resultaten in de regio
In de bijlage is een overzicht opgenomen van de belangrijkste resultaten van de evaluaties die wij hebben uitgevoerd voor de gemeenten in de regio. Deze cijfers hebben betrekking op het jaar 2012.
8 Voor deze kosten is sinds 2006 een gedeeltelijke compensatie opgenomen in het gemeentefonds. Daarnaast geven sommige verzekeraars een vergoeding voor het inhouden van premies op de uitkering.
Evaluatie CZM 2012 Gemeente Asten
Pagina 12 van 13 © BS&F 2013
Copyright BS&F
Niets uit deze publicatie mag zonder uitdrukkelijke, voorafgaande, schriftelijke toestemming van BS&F worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt, op welke wijze dan ook.
Evaluatie CZM 2012 Gemeente Asten
Pagina 13 van 13 © BS&F 2013
Bijlage: Regionale benchmark 2012
Jaarlijks voordeel per deelnemer Gemeente Verzekeraar 2012 Inkomensgrens
2012
Deelname- graad
Bijdrage gemeente
Korting verzekeraar
Voordeel totaal
Aalburg VGZ 110,0% 17% 225 78 303
Alphen-Chaam CZ & VGZ 100,0% 11% 96 95 191
Asten CZ 110,0% 43% 135 95 230
Baarle-Nassau CZ & VGZ 100,0% 21% 96 94 190
Best CZ 110,0% 33% 300 95 395
Beuningen CZ & VGZ 110,0% 21% 116 88 204
Boxtel & Haaren CZ & VGZ 110,0% 32% 150 88 238
Deurne CZ 110,0% 43% 96 95 191
Dongen CZ & VGZ 110,0% 28% 141 81 222
Eindhoven CZ, Menzis & VGZ 120,0% 32% 137 81 218
Geertruidenberg VGZ 110,0% 19% 98 78 176
Geldrop-Mierlo CZ & VGZ 110,0% 14% 47 92 139
Goirle CZ & VGZ 110,0% 22% 105 88 193
Gouda VGZ 110,0% 33% 120 78 198
Helmond CZ 110,0% 45% 89 111 200
Hilvarenbeek CZ & VGZ 110,0% 10% 96 89 185
ISD Baanbrekers 9 CZ & VGZ 110,0% 26% 40 85 125
ISD De Kempen CZ & VGZ 120,0% 13% 409 94 503
ISD Optimisd CZ & VGZ 110,0% 21% 162 87 250
Nijmegen CZ, Menzis & VGZ 120,0% 38% 78 93 171
Nuenen c.a. VGZ 110,0% 34% 93 78 171
Oisterwijk CZ & VGZ 110,0% 30% 165 84 249
Oss & Maasdonk CZ & VGZ 110,0% 39% 197 80 277
's-Hertogenbosch VGZ 110,0% 50% 96 78 174
Sint-Oedenrode CZ & VGZ 110,0% 18% 43 87 130
Tilburg CZ & VGZ 110,0% 42% 85 93 178
Ubbergen CZ & VGZ 110,0% 27% 144 87 231
Uden CZ & VGZ 110,0% 23% 95 89 184
Veldhoven CZ & VGZ 105,0% 30% 150 81 231
Vught CZ & VGZ 110,0% 25% 94 83 177
Wijchen CZ & VGZ 110,0% 24% 72 88 160
Woerden VGZ 110,0% 42% 180 78 258
Gemiddelde in regio 34% 113 88 201
Gemiddelde landelijk 33% 116 130 246
9 Voorheen ISD Midden Langstraat (gemeenten Waalwijk, Heusden en Loon op Zand)