• No results found

PRACTOPICS-PLUS ON-LINE Het labo bij CKD

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "PRACTOPICS-PLUS ON-LINE Het labo bij CKD"

Copied!
87
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

PRACTOPICS-PLUS ON-LINE Het labo bij CKD

Vrijdag 26 februari 2021

Dienst nefrologie GZA

sprekers: Hilde Smets, Ines Van den bosch, Nele De Clippeleir moderator : Manu Henckes

(2)

2

1. Inleiding en casus 2. Urinezuur

3. Bicarbonaat (Metabole acidose) 4. Kalium

5. Panelgesprek (Q/A) PRACTOPICS-PLUS

ON-LINE

Het labo bij CKD

Vrijdag 26 februari 2021

(3)

Prevalentie van CKD 3-5

in de bevolking 45 – 74 j

(4)

Opvolging van CKD

GFR

Taak voor HuisartsDe

+ Nefroloog

(5)

Labo opvolging bij CKD

(6)

Copyrights apply

(7)

Cardiovasculair risico bij CKD ifv eGFR en Albuminurie

(8)
(9)

Copyrights apply

(10)

Labo opvolging bij CKD

Gestoorde mineralen bij nierfalen

Kalium

Nele

Bicarbonaat Ines Urinezuur

Hilde

(11)

Casus

(12)

• Man, 72 jaar, loodgieter

• 95 kg, 1 m 63; Ex-roker (30 pakjaren)

• Chronisch nierlijden tgv vasculaire nefropathie

• Arteriële hypertensie

• Voorkamerfibrillatie

• 2010: myocardinfarct;

ischemische cardiomyopathie

• Diabetes type II

• Hypercholesterolemie

Casus: antecedenten

(13)

• In zomer hittegolf: veel gefietst aan zee

• Had bij de rustpauze mosselen met frieten gegeten en een paar pintjes erbij

• ➔ Zeer pijnlijke rode enkel gekregen, lichte koorts, verder niet ziek geweest

• Krijgt van vriend Brufen, nadien arts van wacht aan zee Colchicine 3x 1 mg /dag

• Diarree gekregen en alle pillen gestopt

• Dag later was hij slap op de benen; zakte er volledig door

• naar spoed, …

Casus: anamnese

(14)

▪ BD: 95 /65; pols 110/’;T: 37,5 °C

▪ Glycemie 48 mg/dl

▪ Droge tong, staande huidplooien, CVD nl

▪ Hart: onregelmatige pols; systolische souffle

▪ Soepel abdomen

▪ geen oedemen

▪ rode pijnlijke rechter enkel, mag je niet aankomen

Casus: kliniek

(15)

• Co lisinopril 20/12,5 mg

• Natriumbicarbonaat 1 gram

• Marevan 5 mg

• Burinex 5 mg

• Metformine 850 mg 2X

• Aldactone 25 mg

• Selozok 100 mg

• Brufen 800 mg 3X

• Colchicine 1mg 3X

Casus: medikatie

(16)

• Hgb 16 g /dl

• Creat : 3,28 mg/dl

eGFR: 19 ml/min/1,73 m2 (>29)

• Bicarbonaat 15 mmol/l

• Kalium 7,3 mmol /l

• Urinezuur 11 mg/dl

• Crp: 30 mg/l

• Hgb A1C 6,8 %

Casus: labo

(17)

Deel 1: Hilde Urinezuur

17

(18)

optopties

• Start Brufen

• Start Colchicine

• Start Allopurinol

• Start febuxostat

• Start Brufen + Colchicine

• Start Brufen en allopurinol /febuxostat

• Start Colchicine en Allopurinol/febuxostat

• Start Brufen, Colchicine en Allopurinol/febuxostat

• Start Corticoiden

Casus: wat nu?

(19)

Pathofysiologie van jicht

urinezuur > uraatkristallen

HN

O

N H

O N

H

O N

H

Antonie van Leeuwenhoek described the microscopic appearance of uric acid crystals in 1679.

jicht

“ ziekte van de koningen “

(20)

Welke gewrichten ?

• Localisatie:

– MTP gewricht hallux (50-60% van de gevallen)

– Voet, enkel, knie – Pols

– Vingergewrichten

(bij ouderen en bij patiënten waarbij jicht al lang aanwezig is)

– Elleboog

• Pijn in de schouder/ heup / WZ is (bijna) nooit jicht, zelfs in geval van

hyperurikemie

Poly-articulaire jicht is mogelijk bij patïënten met een ernstige vorm van jicht of bij alcoholisten.

(21)

Risicofactoren voor jicht

NIET-BEÏNVLOEDBAAR

Leeftijd

Man

Ras (afrikanen)

Genetische factoren

BEÏNVLOEDBAAR

Hyperuricemie

Purinerijk dieet en alcohol

Obesitas

Bepaalde geneesmiddelen

Roddy E, et al. Nat Clin Pract Rheumatol 2007; 3:443-449.

• Chronischnierlijden

(22)

Mikuls TR, et al. Ann Rheum Dis 2005; 64:267-272.

mannen vrouwen

Jicht en leeftijd/geslacht

100

80

60

40

20

0

<25 25–34 35–44 45–54 55–64 65–74 75–84 ≥85

leeftijd (jaren)

Prevalentie per 1.000 personen

Uricosuur effect van oestrogenen

> minder bij vrouwen

> bij vrouwen meestal postmenopauzaal pas jicht

2,8%

7,3%

(23)

Risicofactoren voor jicht

NIET-BEÏNVLOEDBAAR

Leeftijd

Man *

Ras (afrikanen)

Genetische factoren

BEÏNVLOEDBAAR

Hyperuricemie

Purinerijk dieet en alcohol

Obesitas

Bepaalde geneesmiddelen

Roddy E, et al. Nat Clin Pract Rheumatol 2007; 3:443-449.

• Chronischnierlijden

(24)

Shoji A, et al. Arthritis Rheum 2004.

0%

20%

40%

60%

80%

100%

5 6 7 8 9 10

Urinezuur (in mg/dl)

% incidentie recurrente aanval

≥ 1 jaar

6,8 = grens oplosbaarheid urinezuur bij nl pH en 37°

Hoog urinezuur

=belangrijkste risicofactor

=meer dan 6,8 mg/dl

6,8

kristalvorming oplosbaar

(25)

De renale klaring van urinezuur

Enomoto Nature 2002.

1. Te hoge productie bv tumorbehandeling 2. Te hoge inname: voeding

HOOG URINEZUUR

(26)

De renale klaring van urinezuur

Enomoto Nature 2002.

urinezuur

Eliminatie urinezuur ~10%

Tubulus Glomerulus

BLOED

reabsorptie urinezuur ~ 90%

3. Gebrekkige eliminatie

- Nierlijden - Medicatie:

- Bv. Diuretica - Bv. Aspirine

Diuretica

Aspirine

HOOG URINEZUUR

(27)

relatief risico op jicht aanval

Choi . N Engl J Med 2004 Choi. BMJ 2008

Beïnvloedbare factoren : purinerijke voeding

Hoger risico

Lager risico

Relative risk of gout

1.41 1.51

0.96

0.56

0.0 0.5 1.0 1.5 2.0

Vlees Vis Purine-rijke groenten

Zuivel

1.85

Frisdrank

≥ 2 /d (fructose)

(28)

Voeding en effect op urinezuur

Urinezuur opm Purine rijk + 1- 2 mg/dl

Totale eiwit inname =

Zuivel ↓↓ (uricosure proteines)

Bier ↑↑↑ (alcohol + proteines)

Likeur ↑↑

Wijn met mate =

Hypocalorische maaltijd

Koffie

Hoge dosis vit C (uricosuur)

Purine-arm dieet: slechts beperkt effect

(max 10-15% reductie urinezuur) > MEDICATIE

(29)

Choi HK, et al. N Engl J Med 2004;.

Beïnvloedbare factoren : obesitas/metabool sy

Relative risk of gout

1

1.40

2.35

3.26

1 2 3 4 5

21-22.9 23-24.9 25-29.9 30-34.9 ≥35

4.41

BMI (kg/m2)

Allicht door verhoogde productie en verminderde excretie

(30)

Beinvloedbare factoren : ethyl

30

(31)

Beinvloedbare factoren:

belangrijkste geneesmiddelen geassocieerd met jicht

Diuretica, vooral thiazide

Ciclosporine en andere cytotoxische / cytostatische geneesmiddelen

Harris MD, et al. Am Fam Physician 1999; 59(4):925-934.

(32)

Choi . BMJ 2012

Associatie anti hypertensiva en jicht

Hoger risico

Lager risico

Relative risk of gout

2,36

1,48

0,87

0,81

0.0 0.5 1.0 1.5 2.0

Diuretica Beta Bl CCB losartan

1,25

ACE-I Andere sartanen

uricosuur

(33)

Risicofactoren voor jicht in onze casus

NIET-BEÏNVLOEDBAAR

Leeftijd

Man

Ras (afrikanen)

Genetische factoren

BEÏNVLOEDBAAR

Hyperurikemie

Purinerijk dieet en alcohol

Obesitas

Bepaalde geneesmiddelen

Roddy E, et al. Nat Clin Pract Rheumatol 2007; 3:443-449.

• Chronischnierlijden

Casus M 72 ,

Medic:co-lisinopril, burinex, aldactone, selozok, … Labo: creat 3 mg/dl , GFR 19 , urinezuur 11 mg/dl nu acute jichtopstoot

(34)

aanpak van jicht

1. Acute aanval

2. Verlagen urinezuur

= lange termijns behandeling

- Voorkomen nieuwe aanval - Laten verdwijnen tophi

- Voorkomen schade gewricht - Cardiovasculair ?

34

(35)

Jicht: acute behandeling

• Vooral stop ethyl, (dieet)

• Thiazide: stop of afbouw zeker zin

• Acute behandeling:

• Colchicine 2 x 0,5mg

• Nierinsufficientie: geen NSAID

• (Ev medrol 16 mg)

(36)

Colchicine

- Diagnostisch argument

- Geen effect op urinezuur spiegel - niet onschuldig !

- Zz rabdomyolyse, beenmersuppressie

36

(37)

Jicht: lange termijnsbehandeling

• Zyloric / Adenuric

• Allopurinol niet samen met Imuran geven pancytopenie

• Allopurinol niet in acute fase > eerst “afkoelen”

(38)

Wanneer starten ?

Te overwegen:

Comorbiditeit

Complicaties

Nierfunctie/stenen

Na een tweede aanval binnen het jaar en/of

nierinsufficiëntie of nierstenen en/of

tophi

=> Toch aanbeveling tot

urinezuurverlagende therapie

Na de 1ste aanval

De baten / risico balans De wens van de patïënt

Pas 2-4 weken na opklaren opstoot starten !

(39)

Verlagen urinezuur: uricostatica en uricosurica

Neogi T. N Engl J Med 2011;364:443-452.

Fasturtec®: bij tumorlysis

Probenecid magistraal Interacties !

Niet effectief GFR < 60 Niet als lithiase

Allopurinol Febuxostat

(40)

Allopurinol: hoe opstarten ?

Lage dosis, geleidelijk optitreren

Bv allopurinol 100 mg, + 100 mg om de 2-4 w tot UZ < 6 mg/dl

Met profylaxe

• NSAID of colchicine 2 x 0,5 mg

• Tot urinezuur onder 6 mg /dl

40

(41)

Belangrijkste neveneffecten

• Milde rash (2%)

• Zeldzaam (0,1%): allergische reactie, potentieel fataal

41

(42)

Febuxostat vs Allopurinol

FEBUXOSTAT a non-purine, selective inhibitor van xanthine oxidase

ALLOPURINOL

inhibitor van xanthine oxidase

Krachtiger

Eliminatie lever en nier Geen dosis aanpassing

Eliminatie vnl via nier Renale accumulatie`

Dosis aanpassing!

terugbetalingscriteria goedkoop

(43)

Dé VRAAG:

behandelen asymptomatische hyperuricemie ??

Hyperuricemie Recidiverende jichtaanvallen Chronische jicht

Asymptomatisch tijd

Intensiteit van de pijn

Jaren … gemiddeld 10 jaar …

Mono- articulair

Poly-articulair

Tophi

Therapie ? Therapie

1e aanval

(44)

Stack et al. QJM 2013

Hoger urinezuur is geassocieerd met

cardiovasculaire mortaliteit

(45)

conclusie

(46)
(47)

47

1. Inleiding en casus 2. Urinezuur

3. Bicarbonaat (Metabole acidose) 4. Kalium

5. Panelgesprek (Q/A) PRACTOPICS-PLUS

ON-LINE

Het labo bij CKD

Vrijdag 26 februari 2021

(48)

Metabole acidose

Dr. Ines Van den bosch

(49)

Metabole acidose

OPTIMALE CEL-, WEEFSEL EN ORGAANFUNCTIE VEREIST HET BEHOUD VAN DE H+ ION CONCENTRATIE BINNEN DE

FYSIOLOGISCHE RANGE 35-45 NM (PH 7.46-7.35)

= FUNDAMENTELE VERSTORING VAN HET ZUUR-BASE MECHANISME:

NETTO TOENAME VAN H+ OF VERLIES VAN BICARBONAAT

DE H+ - EXCRETOIRE CAPACITEIT IS VERMINDERD IN CKD MET VERMINDERDE

EGFR

(50)

Waarom metabole acidose behandelen?

Progressie chronisch nierlijden afremmen Vermindering van insulineresistentie

(51)
(52)
(53)
(54)

Hoe metabole acidose behandelen?

Natriumbicarbonaat Veverimer? Vegetarisch dieet met very-low-proteïn

(0.35 g/kg/dag)

(55)

VLPD

Vegetarische therapie (fruit en groenten) met essentiële aminozuren en ketoanalogen van essentiële aminozuren

energy 30–35 Kcal/kg/day;

proteins 0,3 g/kg body weight/day (only of plant origin) vetten 70–80 g/day (only 4% of them saturated)

koolhydraten 300–350 g/day Vezels 16 g/day Natrium 30–40 mmol/day

kalium 35–50 mmol/day Fosfor 350–450 mg/day calcium 200–250 mg/day

Ijzer 3–5 mg/day [9]

(56)

Veverimer

(57)

Casus

62 jaar, vermoedelijk HFrEF en arteriële hypertensie

• HP: jichtopstoot

• Bicarbonaat 15 mmol/l bij eGFR 19 ml/min/1.73m2

Natriumbicarbonaat 3x1 g los van de maaltijd: 1 uur voor of 2 uur na de maaltijd

Monitoring bloeddruk en vullingsstatus

(58)

Referenties

Goraya N, Wesson D. Clinical evidence that treatment of metabolic acidosis slows the progression of chronic kidney disease. Curr Opin Nephrol Hypertens. 2019 May;28(3):267-277.

Bellasi A, Di Micco L, Santoro D, Marzocco S, De Simone E, Cozzolino M et al. Correction of metabolic acidosis improves insulin resistance in chronic kidney disease. BMC Nephrol. 2016 Oct 22;17(1):158.

Di Micco L, Di Lullo L, Bellasi A, Di Iorio BR. Very Low Protein Diet for Patients with Chronic Kidney Disease: Recent Insights. J Clin Med. 2019 May 20;8(5).

Wesson DE, Mathur V, Tangri N, Stasiv Y, Parsell D, Li E, Klaerner G, Bushinsky DA. Veverimer versus placebo in patients with metabolic acidosis associated with chronic kidney disease: a multicentre, randomised, double-blind, controlled, phase 3 trial. Lancet. 2019 Apr 6;393(10179):1417-1427.

(59)
(60)

Nele De Clippeleir

(61)

• Fysiologie

• Oorzaken

• Behandeling van hyperkaliëmie

(62)

Weetjes over kalium

• kalium = 2e meest overvloedige kation in het lichaam

• in de spiercellen, levercellen, rode bloedcellen en beendercellen

• excretie:

• urine: 1 – 1,5 mmol/kg kalium per dag

• kleine fractie (8-10 mmol) in de stoelgang

(63)

• insuline

• beta2-adrenerge agonisten

• stimuleren het

Na+/K+-ATP-ase in de celmembraan om kalium in de cel te pompen (3:2 ratio)

→ elektrochemische gradiënt

→ celmembraanpotentiaal

(zenuwcelgeleiding, spiercontractie, normale celfunctie)

• absorptie via het GI stelsel

• snel verwijdering uit de

bloedbaan

opname in het intracellulair compartiment

(64)

• kaliumbalans in het lichaam wordt geregeld door de nieren

• vrij gefilterd door de glomerulus (600-700 mmol per dag)

• reabsorptie in de proximale tubulus (75%), de lis van Henle (15%) en de ductus colligens

• secretie strikt geregeld door aldosteron in de distale tubulus en ductus colligens

(65)

• aldosteronsecretie:

• toename in geval van hypovolemie en hyperkaliëmie

• onderdrukking bij hypokaliëmie

zodat de kaliëmie binnen de normale grenzen blijft (3,5 – 5 mmol/L)

(66)

• Naast aldosteron zijn er 3 andere factoren belangrijk in de urinaire kalium-excretie:

• Urinaire flow in de distale tubulus:

activeert stretch-gevoelige kalium-kanalen

• ADH (= vasopressine) stimuleert natriumreabsorptie

• pH: alkalose

➔meer kaliumverlies in de urine

(67)

Oorzaken van hyperkaliëmie

1. abnormale vrijstelling uit de cellen

2. abnormale distributie tussen de IC en EC ruimte

3. verminderde uitscheiding door de nieren

4. hoge kaliumbelasting

(68)

Oorzaken van hyperkaliëmie

• pseudohyperkaliëmie: altijd controle uitvoeren

• mechanisch kaliumlek uit de cellen.

➔ valse hyperkaliëmie (1 – 2 mmol/L stijging)

• hemolyse door traumatische venapunctie

• aanleggen van een knelband

• pompen met de vuist

• koude temperatuur

(69)

Oorzaken van hyperkaliëmie

1. Verminderde uitscheiding van kalium via de nieren:

• Chronische nierinsufficiëntie, kaliumrijke voeding bij chronische nierinsufficiëntie

• Hypo-aldosteronisme (ACE-inhibitoren, sartanen, NSAID, cyclosporine, tacrolimus)

• Bijnierschorsinsufficiëntie

• Geneesmiddelen (vooral combinaties van)

(70)

Oorzaken van hyperkaliëmie

• Via verminderde renine vrijstelling:

• NSAID

• Beta-blokkers

• Cycosporine, tacrolimus

• ACE-inhibitoren, sartanen

• Via interferentie met het aldosteronmetabolisme:

• Heparine en LMW heparines

• Trimethoprim (in hoge dosis) (door blokkeren van de natriumkanalen)

• Digoxinetoxiciteit (niet bij therapeutische spiegels)

• Aldosteron receptor blokkers: kaliumsparende diuretica (spironolactone, eplerenone, amiloride)

(71)

Hyperkaliëmie bij gebruik van aldosteron-antagonisten

publicatie van 2 grote trials RALES/EPHESUS begin jaren 2000:

aldosteron-antagonisten (spironolactone, eplerenone) 15-30% reductie in mortaliteit bij chronisch hartfalen nieuw tijdperk in de behandeling van hartfalen

patiënten met ernstige nierinsufficiëntie: geëxcludeerd uit de studies (de populatie met het hoogste risico op hyperkaliëmie)

Juurlinck et al.: zesvoudige toename in ✝︎ ten gevolge van hyperkaliëmie bij patiënten met nierinsufficiëntie

(72)

Hyperkaliëmie bij gebruik van aldosteron-antagonisten

• Steeds de eGFR berekenen bij gebruik van

aldosteron-antagonisten, zeker in combinatie met ACE-inhibitoren/sartanen

• Niet samen met NSAID toedienen

• Advies verstrekken over kaliumbeperkt dieet

• Als eGFR < 60 ml/min: overweeg toevoegen van lisdiureticum voor meer kaliumexcretie

• Bij acidose (serumbicarbonaat <21 mmol/L):

start natriumbicarbonaat PO

• Kaliëmie geregeld controleren

(73)

Oorzaken van hyperkaliëmie

1. Verminderde uitscheiding via de nieren 2. Toegenomen vrijstelling uit de cellen

• lactaatacidose

• insulinedeficiëntie (diabetische keto-acidose)

• rhabdomyolyse, zware inspanning, tumorlyse

• massieve hemolyse

(74)

Oorzaken van hyperkaliëmie

3. Abnormale distributie van kalium in het lichaam

• insulinetekort

• gebruik van beta-blokkers (vooral niet- selectieve)

• metabole of respiratoire acidose

• familiale hyperkaliëmische periodische paralyse

(75)

Zeldzame oorzaken van hyperkaliëmie

• familiale hyperkaliëmische periodische paralyse

• Mutatie in gen voor natriumkanaal SCN4A

• type 1 pseudohypo-aldosteronisme

• Defect in de mineralocorticoïdreceptor

• type 2 pseudohypo-aldosteronisme

• Mutatie in WNK-1 en WNK-4 gen => defect in Na-Cl cotransporter in de distale tubulus

(76)

Symptomen

• Spierkrampen,

spierzwakte, paralyse Hartritmestoornissen

(77)

Behandeling van levensbedreigende hyperkaliëmie

• Toediening van IV calcium bij ECG- afwijkingen (cardioprotectie)

• Maatregelen die het serum kalium snel doen dalen door een K-shift naar intracellulair

• Insuline en glucose IV

• Natriumbicarbonaat IV

• Inhalatie van beta-2 mimetica (salbutamol)

• niet praktisch om buiten het ziekenhuis uit te voeren

• ze doen het totaal lichaamskalium niet dalen

• dus bijkomende maatregelen nodig

• diuretica, kaliumchelatoren, dialyse

(78)

Chronische behandeling van hyperkaliëmie

• metabole acidose behandelen met natriumbicarbonaat PO

• kaliumexcretie bevorderen via de nieren:

lisdiuretica (vooral nuttig bij gelijktijdige volume- overbelasting)

• kaliumexcretie intestinaal bevorderen

• kaliuminname beperken!

(79)

Stimulatie van het kaliumverlies via de stoelgang d.m.v. chelatoren

• Ca- of Na- Kayexalate® Sorbisterit®, polystyreen sulfonaat

• Werkzaamheid onzeker, geen goede klinische trials

• Werking: uitwisseling van Na+ of Ca2+ voor kalium in de darm

• Meestal slecht verdragen, cementsmaak

• Nevenwerking: obstipatie (Movicol®)

• Matig effect binnen 24-48 u

• Ernstige intestinale toxiciteit: colonulceraties en –necrose, vooral in combinatie met Sorbitol als laxativum

(80)

Stimulatie van het kaliumverlies via de stoelgang d.m.v. chelatoren

• Patiromer – Veltassa®

• Polymeer, wordt niet geabsorbeerd en bindt kalium intestinaal

• Los van medicatie te nemen (bv. ‘s avonds laat)

• Weinig bijwerkingen, efficiënt, duur geneesmiddel

• Attest via nefroloog

• Maakt therapie met spironolactone, ACE-i, sartaan soms mogelijk

(81)

Voorwaarden betreffende de pathologie en de voorwaarden zoals bepaald in punt a) 1 van §9580000 :

❑ Diabetes mellitus, EN/OF

❑ Congestief hartfalen, EN/OF

❑ Proteïnurie,

EN

❑ Chronisch nierlijden stadium 3 of 4 met een eGFR tussen 15 en 60 ml/min/1,73m2,

EN

❑ Recidiverende hyperkaliëmie van >5,1 mEq/l sinds de behandeling met een RAAS inhibitor, ondanks een kaliumarm dieet en de correctie van een eventuele metabole acidose,

EN

❑ Onvoldoende effect van het gebruik van lisdiuretica indien klinisch aangewezen,

EN

❑ De klinisch noodzakelijke posologie van de RAAS inhibitor niet kan worden gegeven omwille van recidiverende hyperkaliëmie

(82)

Stimulatie van het kaliumverlies via de stoelgang d.m.v. chelatoren

• Zirkoniumcyclosilicaat – Lokelma® zakjes van 5g en 10g

• Doet aan selectieve kaliumbinding in uitwisseling voor natrium en waterstof

• Kostprijs: 356,82 € voor 1 maand, tot op heden niet terugbetaald

(83)

Verder management

• Doel : preventie van verdere kaliumstijging

• kaliumbeperkt dieet

• best onder begeleiding van een diëtist

(84)

Kaliumbeperkt dieet

• Kaliumrijke voedingsmiddelen:

• aardappelen

• bepaalde fruitsoorten (bananen, citrusvruchten, gedroogd fruit, verse ananas)

• tomaten

• champignons

• chocolade

• koffie

(85)

Dialyse

• Vereist het plaatsen van een dialysekatheter en transfer naar een dialyse-unit (vertragende

factor)

• Kalium daalt na enkele minuten

(86)
(87)

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Furthermore, metabolomics has identified characteristic biomarkers of active TB using patient-collected sputum, blood, urine and breath (hence the application of these to

c Cluster 10, the very long chain triglyceride cluster, represents metabolites with subtle changes at the start of chronic HBV infection but increased significantly over the

unable to include a control group, even though they had planned to do so in their research 

Common monocrystalline quartz, equant, sub-rounded, 0.80mm Common plagioclase, equant, angular to sub-angular, 0.35mm Few to common serpentinite, equant, rounded, 0.50mm

It will also be interesting to monitor how this sector and Government DFIs will work together in mobilizing resources for financing from a practical perspective (Financial

Echter geeft EMI ook aan dat studenten binnen de focuswijken gehuisvest moeten worden, alleen is dit geen optie aangezien er in deze wijken geen woningen in het

In this research, excess returns on the S&amp;P500 were forecast in a linear regression, using the consumption-aggregate wealth ratio as a predictive variable and a recession state

H5: The use of affirmations rather than negations in a positive performance appraisal, leads to higher employee wellbeing and decreased work-related stress: the effect of