• No results found

RAPPORT KWALITEITSONDERZOEK NTC-VO STEUNPUNT WENEN

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "RAPPORT KWALITEITSONDERZOEK NTC-VO STEUNPUNT WENEN"

Copied!
15
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

RAPPORT

KWALITEITSONDERZOEK NTC-VO STEUNPUNT WENEN

School : NTC-vo Steunpunt Wenen

Plaats : Wien - OOSTENRIJK

BRIN-nummer : 28UN

Onderzoeksnummer : 127436

Datum schoolbezoek : 8 oktober 2012 Datum vaststelling : 12 november 2012

(2)
(3)

Inhoud

1 Inleiding 5

2 Kwaliteitsprofiel 7

3 Beschouwing 11

4 Vervolg van het toezicht 15

(4)
(5)

1 Inleiding

De Inspectie van het Onderwijs bezocht NTC-vo Steunpunt Wenen in het kader van een kwaliteitsonderzoek (KO). Daarbij heeft een onderzoek plaatsgevonden naar de indicatoren van kwaliteitsaspecten op grond van het door de inspectie gehanteerde Toezichtkader PO/VO 2011.

Bij dit KO doet de inspectie onderzoek naar de kwaliteit van het onderwijs door zich te richten op de kern van goed onderwijs op de school. Het gaat hierbij om indicatoren die betrekking hebben op de kwaliteitszorg, het aanbod, de

onderwijstijd, het pedagogisch handelen van leraren, het didactisch handelen van leraren, de afstemming op de onderwijsbehoeften van leerlingen, de actieve rol van leerlingen, het schoolklimaat, de begeleiding, de zorg, de resultaten en de ontwikkeling van leerlingen.

Op grond van het kwaliteitsprofiel van de school dat naar aanleiding van een vorig inspectiebezoek is opgemaakt, op basis van risicofactoren die bij de inspectie bekend zijn of afspraken die met de school zijn gemaakt, of op basis van de informatie die door de school is toegestuurd kan de inspectie besluiten om niet alle indicatoren bij het onderzoek te betrekken. Dit is bij uw school niet aan de orde geweest.

Indien de school in het kader van zelfevaluatie over een bepaalde indicator of over een bepaald kwaliteitsaspect voldoende betrouwbare en valide gegevens heeft verzameld kan in overleg tussen school en inspectie besloten worden om de oordelen uit de zelfevaluatie alleen te verifiëren en deze niet zelf opnieuw te onderzoeken. Zo sluit de inspectie niet alleen aan bij de specifieke situatie van de school, maar wordt de school bovendien niet onnodig belast.

Uw school heeft naast de schoolgids en het schoolplan geen documenten ingestuurd die op uw zelfevaluatie-activiteiten betrekking hebben.

De opzet van het onderzoek

Het kwaliteitsonderzoek bestond uit de volgende activiteiten.

• Onderzoek en analyse van documenten en gegevens over de school die bij de inspectie aanwezig zijn.

• Analyse van, indien beschikbaar, documenten die betrekking hebben op zelfevaluatie-activiteiten van de school en van andere documenten die de school voorafgaand aan het schoolbezoek heeft toegestuurd.

• Schoolbezoek, waarbij in een aantal groepen de onderwijspraktijk is geobserveerd door het bijwonen van lessen Nederlandse taal. Deze lesbezoeken vonden plaats in klas 3 en 4.

• Bovendien heeft de inspectie over de kwaliteit van de indicatoren gesprekken gevoerd met de directeur en het bestuur.

• Op uw school zijn verder gesprekken gevoerd met de leraar en enkele ouders.

• Aan het eind van het schoolbezoek heeft de inspectie de

kwaliteitsoordelen en de conclusies van het schoolbezoek besproken met de directeur en het team. Daarbij was het bestuur aanwezig.

De inhoud van het rapport

Het onderzoek naar de kwaliteit van het onderwijs levert een kwaliteitsprofiel op van de school (hoofdstuk 2). In hoofdstuk 3 wordt een beschouwing gegeven

(6)

Rapport kwaliteitsonderzoek NTC | vo Steunpunt Wenen | 8 oktober 2012

pagina 6 van 15

over de geconstateerde kwaliteit en wordt deze onder andere bezien in relatie tot de context of uitgangssituatie van de school. Indien van toepassing worden in deze beschouwing ook de toegevoegde indicatoren betrokken.

In hoofdstuk 4 is het vervolgtoezicht aangegeven en worden, indien noodzakelijk, afspraken vermeld met betrekking tot wettelijke bepalingen waaraan de school niet voldoet.

(7)

2 Kwaliteitsprofiel

Het kwaliteitsprofiel geeft een overzicht van de waarderingen die de inspectie heeft toegekend aan indicatoren die betrekking hebben op belangrijke kenmerken van goed onderwijs.

In de waardering is tot uitdrukking gebracht in welke mate de indicatoren bijdragen aan de kwaliteit van het onderwijs:

1. draagt niet of nauwelijks bij;

2. draagt onvoldoende bij;

3. draagt voldoende bij;

4. draagt in hoge mate bij;

5. niet te beoordelen (alleen bij Resultaten en Ontwikkeling van

leerlingen). Deze waardering is gegeven indien de school over bepaalde indicatoren geen betrouwbare en valide gegevens beschikbaar heeft.

Het kwaliteitsprofiel van NTC-vo Steunpunt Wenen

Kwaliteitsaspect 1: De opbrengsten liggen op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie verwacht mag worden.

1 2 3 4 5

1.1 * De leerlingen behalen in de onderbouw het

opleidingsniveau dat mag worden verwacht. . z

1.2 * De leerlingen behalen het opleidingsniveau dat mag

worden verwacht. z

Kwaliteitsaspect 2: De aangeboden leerinhouden zijn gericht op de brede ontwikkeling van leerlingen en de voorbereiding op

vervolgonderwijs of arbeidsmarkt en samenleving.

1 2 3 4

2.2 * De aangeboden leerinhouden in de bovenbouw zijn dekkend

voor de examenprogramma's. z

2.3 * De school met taalzwakke leerlingen heeft een aanbod aan leerinhouden dat past bij de talige onderwijsbehoeften van deze

leerlingen. z

Kwaliteitsaspect 3: De leerlingen krijgen voldoende tijd om zich het leerstofaanbod eigen te maken.

1 2 3 4

3.B De school heeft voldoende onderwijstijd voor Nederlandse taal

gepland (120 uur). z

3.1 De uitval van geplande onderwijsactiviteiten blijft beperkt. z 3.2 Het ongeoorloofd verzuim van leerlingen is beperkt. z 3.3 De leerlingen maken efficiënt gebruik van de onderwijstijd. z

(8)

Rapport kwaliteitsonderzoek NTC | vo Steunpunt Wenen | 8 oktober 2012

pagina 8 van 15

Kwaliteitsaspect 4: Het schoolklimaat wordt gekenmerkt door veiligheid en respectvolle omgangsvormen.

1 2 3 4

4.1 Ouders zijn betrokken bij de school door de activiteiten die de

school daartoe onderneemt. z

4.7 Het personeel van de school zorgt ervoor dat de leerlingen op

een respectvolle manier met elkaar en anderen omgaan. z

Kwaliteitsaspect 5: De leraren leggen duidelijk uit, organiseren de onderwijsactiviteiten efficiënt en houden de leerlingen taakbetrokken

1 2 3 4

5.1 * De leraren geven duidelijke uitleg van de leerstof. z

5.2 * De leraren realiseren een taakgerichte werksfeer. z

5.3 * De leerlingen zijn actief betrokken bij de onderwijsactiviteiten. z

Kwaliteitsaspect 6: De leraren stemmen aanbod, instructie, verwerking en onderwijstijd af op verschillen in ontwikkeling tussen de leerlingen.

1 2 3 4

6.1 De aangeboden leerinhouden maken afstemming mogelijk op de

onderwijsbehoeften van individuele leerlingen. z

6.2 De leraren stemmen de instructie af op verschillen in

ontwikkeling tussen de leerlingen. z

6.3 De leraren stemmen de verwerkingsopdrachten af op verschillen

in ontwikkeling tussen de leerlingen. z

Kwaliteitsaspect 7: De leraren volgen systematisch de vorderingen van de leerlingen.

1 2 3 4

7.1 * De school gebruikt een samenhangend systeem van genormeerde instrumenten en procedures voor het volgen van de

prestaties en de ontwikkeling van de leerlingen. z 7.2 De leraren volgen en analyseren systematisch de voortgang in

de ontwikkeling van de leerlingen. z

Kwaliteitsaspect 8: De leerlingen die dat nodig blijken te hebben, krijgen extra zorg.

1 2 3 4

8.1 Op basis van een analyse van de verzamelde gegevens bepaalt

de school tijdig de aard van de zorg voor de zorgleerlingen. z

8.2 * De school voert de zorg planmatig uit. z

8.3 De school evalueert regelmatig de effecten van de zorg. z

Kwaliteitsaspect 9: De school zorgt systematisch voor behoud of verbetering van de kwaliteit van haar onderwijs.

1 2 3 4

9.2 De school evalueert jaarlijks de resultaten van de leerlingen. z 9.3 De school evalueert regelmatig het onderwijsleerproces. z 9.4 De school werkt planmatig aan verbeteractiviteiten. z 9.5 De school borgt de kwaliteit van het onderwijsleerproces. z

(9)

Naleving.

ja nee N1 De door of namens het bestuur vastgestelde schoolgids bevat de verplichte

onderdelen. z

N2 Het door of namens het bestuur vastgestelde schoolplan bevat de verplichte

onderdelen z

(10)
(11)

3 Beschouwing

Dit hoofdstuk beschrijft het oordeel van de inspectie over de kwaliteit van het voortgezet onderwijs op NTC-vo Steunpunt Wenen en geeft een toelichting op het kwaliteitsprofiel. Daarbij legt de inspectie zo mogelijk verbanden tussen de verschillende onderzochte indicatoren onderling en - voor zover relevant - tussen de indicatoren en de schoolcontext, de specifieke doelstellingen van de school en eerdere inspectieonderzoeken.

3.1 De uitgangssituatie

NTC Wenen verzorgt lessen Nederlandse Taal en Cultuur voor het primair onderwijs (po) en voortgezet onderwijs (vo). Over het po verschijnt een apart inspectierapport. De school telt in totaal 57 leerlingen: vijftig in het po en zeven in het vo. De school geeft les aan richting-1 en richting-2 leerlingen. Op

maandagmiddag staan de lessen voor het primair en voortgezet onderwijs gepland, in het gebouw van de American International School (AIS). Sinds september 2011 geeft NTC Wenen op vrijdagmiddag ook NTC-les in het gebouw van de Vienna International School (VIS). Dit betreft alleen primair onderwijs.

Door deze tweede locatie is het aantal leerlingen van NTC Wenen gegroeid.

De meeste leerlingen die de Nederlandse lessen volgen zitten op één van de genoemde internationale scholen, maar er zijn ook leerlingen die andere internationale scholen of Oostenrijkse dagscholen bezoeken.

Aan de school zijn naast de directeur, die ook een lesgevende taak heeft, vijf leraren verbonden. Een van hen geeft les aan het voortgezet onderwijs.

Daarnaast kan de school een beroep doen op een klassenassistent, een

invalleerkracht en een leraar die leerlingen die IB-examen gaan doen, begeleidt.

De leraar die het onderwijs aan het voortgezet onderwijs verzorgt, doet dat dit schooljaar voor het eerst. Daarvoor gaf hij les aan groep 5/6 van het primair onderwijs van NTC Wenen.

Na het vorige inspectiebezoek is er veel veranderd. De samenstelling van het team is sterk gewijzigd en ook het bestuur is geheel anders samengesteld.

Bovendien was er discontinuïteit in de aansturing van de school. In 2010-2011 was er geen onderwijskundige coördinator of directeur. In september 2011 is de huidige directeur aangetreden en zij heeft veel zaken geheel opnieuw moeten opbouwen; afspraken en procedures bleken onvoldoende geborgd. Dit is ten koste gegaan van het tempo waarin de school zich ontwikkelde. Het huidige bestuur wil voorkomen dat dit opnieuw gebeurt. Zij legt afspraken en

procedures zo goed mogelijk vast in een handboek en een bestuurskalender.

Van de voorzitter van het bestuur is bekend dat zij in de loop van dit schooljaar uit het bestuur zal gaan en intussen wordt de beoogde opvolger geleidelijk ingewerkt. De directeur legt het onderwijskundig beleid en de afspraken op dit terrein vast, zodat eventuele opvolgers hierop voort kunnen bouwen.

3.2 Algemeen beeld

De inspectie komt tot de conclusie dat de school voor voortgezet onderwijs van NTC-Wenen voldoende basiskwaliteit levert. Zij kent aan de school een

basisarrangement toe. Hiermee spreekt de inspectie haar vertrouwen uit in de verdere ontwikkeling van de kwaliteit van het onderwijs op de school.

De inspectie beoordeelt de examenresultaten van de school niet. Het pedagogisch en didactisch handelen van de leraar zijn sterke punten.

(12)

Rapport kwaliteitsonderzoek NTC | vo Steunpunt Wenen | 8 oktober 2012

pagina 12 van 15

Het leerstofaanbod is een punt van aandacht, omdat de school niet structureel gebruik maakt van methoden. Daardoor is het aanbod sterk afhankelijk van de persoonlijke inzichten van de leraar. De leraar die nu net gestart is in het

voortgezet onderwijs ondervangt dit probleem door zelf modules te ontwikkelen.

De leraar gaat efficiënt met de onderwijstijd om en de leerlingen zijn actief en betrokken. De afstemming op de onderlinge verschillen tussen leerlingen komt tijdens de lessen echter onvoldoende uit de verf. Het beleid met betrekking tot de leerlingenzorg heeft bovendien te weinig vorm gekregen en hetzelfde geldt voor enkele onderdelen van de kwaliteitszorg.

3.3 Toelichting Opbrengsten

De inspectie spreekt geen oordeel uit over de examenresultaten. De afgelopen jaren zijn slechts twee leerlingen opgegaan voor het IB-examen. Hoewel beiden zijn geslaagd, is het aantal te gering om een conclusie op te baseren. De inspectie heeft op grond van de aangeboden leerstof de indruk dat leerlingen weinig vertraging oplopen tijdens de opleiding.

Onderwijspraktijk

Het merendeel van de indicatoren die betrekking hebben op de onderwijspraktijk beoordeelt de inspectie positief. Kenmerkend voor de lessen zijn het efficiënte gebruik van de onderwijstijd, de taakgerichtheid en de betrokkenheid van de leerlingen en de respectvolle omgang tussen leraren en leerlingen en tussen de leerlingen onderling. Zoals gezegd maakt de school niet structureel gebruik van methoden. De aanwezige methoden werden als naslagwerk gebruikt en op grond van de kennis die de vorige leraar had van het IB-programma werd het aanbod zodanig ingericht dat leerlingen aan de eisen van het IB-programma en examen voldeden.

De leerinhouden waren sterk afhankelijk van de persoonlijke inzichten van de leraar en daarmee was de school kwetsbaar. De leraar die nu net gestart is in het voortgezet onderwijs ondervangt dit probleem door zelf modules te

ontwikkelen voor klas 3 en 4. In klas 1 en 2 wordt op korte termijn de nieuwste versie van een reguliere methode voor voortgezet onderwijs ingezet.

Met de invoering van een nieuwe onderwijsmethode en de door de leraar ontwikkelde module is voor eventuele opvolgers of invallers duidelijk wat er van hen verwacht wordt. Bovendien geeft het de directeur handvatten voor een onderwijskundige dialoog. Daarvoor heeft zij nu te weinig input omdat zij volledig vaart op het kompas van de leraar. De geplande onderwijstijd is een punt van aandacht. De school programmeert geen 120 contacturen, maar de leerlingen krijgen structureel huiswerk mee. Het huiswerkbeleid is echter te weinig expliciet. Dit beleid zou een plek in de schoolgids kunnen krijgen, zodat voor leerlingen en ouders duidelijk is wat er van hen verwacht wordt.

De leraar bereidt de lessen nauwgezet voor. Zowel uit de voorbereiding als uit de lessen komt onvoldoende naar voren dat de leraar rekening houdt met de onderlinge verschillen tussen de leerlingen. De leraar is wel van plan dit te gaan doen, maar op dit moment in het schooljaar is hij bezig om de vorderingen van de leerlingen in kaart te brengen, zodat het aanbod te zijner tijd afgestemd kan worden op de verschillen. Omdat op het moment van het inspectiebezoek de school niet kan aantonen hoe zij met de verschillen tussen leerlingen omgaat, beoordeelt de inspectie enkele indicatoren die hierop betrekking hebben (6.2 en 6.3) met een onvoldoende.

Tot dit schooljaar was het gebruikelijk dat de leraar per leerling, in samenspraak met de ouders en de leerling zelf, een leerplan opstelde. Daarvoor zijn

momenteel geen voorbereidingen getroffen.

De leerplannen van voorgaande jaren bevatten naar het oordeel van de

inspectie te weinig specifieke informatie, zodat toen onvoldoende duidelijk werd welke kennis en vaardigheden de leerling aan het eind van het jaar zou hebben.

(13)

Voor de leraar en voor de leerling ging er te weinig sturing vanuit. Op zichzelf kan een dergelijk leerplan echter een goed instrument zijn om het aanbod te plannen en af te stemmen op de behoeften van de leerling. Bovendien kan dit een beeld geven van de zorg die de school biedt. Met de huidige werkwijze voert de school de zorg voor de (zorg)leerlingen onvoldoende planmatig uit. Het is dan ook van belang dat de school de zorg en begeleiding formaliseert en in beleid vastlegt.

De school volgt de prestaties en de ontwikkeling van de leerlingen met eigen toetsen die afgestemd zijn op de aangeboden stof. De leerlingen krijgen onmiddellijk feedback op het resultaat en zo nodig volgt extra uitleg en oefening. Omdat er geen genormeerde methodegebonden toetsen worden gebruikt, is indicator 7.1 echter onvoldoende.

Uit het gesprek dat de inspectie met een aantal ouders voerde komt naar voren dat het overgrote deel van de kinderen met plezier naar de Nederlandse les gaat. Als de kinderen er minder plezier in hebben dan is dat volgens de ouders niet aan de school te wijten. De ouders hebben veel waardering voor het

enthousiasme van de leraren. Ze zijn geïnspireerd en zij weten ook de ouders te inspireren. De kwaliteit van het team en de aansturing van de directeur vinden zij ook een sterk punt. Ook het feit dat er een tweede locatie bij is gekomen en dat ouders vrij zijn om te kiezen naar welke locatie hun kind gaat, vinden ze een goede zaak. Ze vinden het jammer dat op de VIS geen voortgezet onderwijs aangeboden wordt, maar zij hebben daar wel begrip voor. Een aantal ouders koestert een ideaalplaatje waarin het NTC-onderwijs is ondergebracht in de dagscholen. Dan zouden de kinderen wellicht meer uren les kunnen krijgen en het moment van de dag zou gunstiger zijn. Zij begrijpen echter ook dat dit vanwege de geringe omvang van het aantal leerlingen in het voorgezet onderwijs niet haalbaar is.

Kwaliteitszorg

In het voortgezet onderwijs dient de kwaliteitszorg beter van de grond te komen. Het schoolplan en de schoolgids besteden weinig aandacht aan het voortgezet onderwijs. Uit deze documenten komt onvoldoende naar voren wat de school nastreeft en wat zij aanbiedt. In de het schoolplan stelt de school zichzelf wel drie doelen, namelijk aansluiting bij het voortgezet onderwijs in Nederland, het behalen van een internationaal diploma en het bereiken van een zo hoog mogelijk niveau van mondelinge en vooral schriftelijke taalvaardigheid.

Uit de analyses die de school maakt blijkt niet dat de school deze ambitie waarmaakt. De enige informatie die de school verschaft is het aantal geslaagden voor een examen, maar hoe de leerlingen die geen examen doen er voorstaan, maakt zij onvoldoende duidelijk. Ook de directeur en het bestuur hebben hier onvoldoende inzicht in. Dat is een onwenselijke situatie. De wijze waarop de school de vorderingen in het primair onderwijs bijhoudt en analyseert zou ook in het voortgezet onderwijs van nut kunnen zijn.

De school evalueert de kwaliteit van het onderwijsleerproces op gezette tijden met behulp van zelfevaluatie-instrumenten en enquêtes. Daarnaast bezoekt de directeur voorafgaand aan de functioneringsgesprekken met de leraren een les.

In het kader van het personeelsbeleid is het van belang vast te leggen hoe de directie bewaakt en bepaalt of nieuwe leraren aan de verwachtingen voldoen.

De school werkt planmatig aan verbeteringen. Bij voorgenomen

onderwijsinhoudelijke verbeteringen kunnen de doelen echter meer 'smart' geformuleerd worden, zodat vervolgens beter is vast te stellen of deze zijn gerealiseerd. De directie en het bestuur hebben een goede start gemaakt met het borgen van de kwaliteit van het onderwijs, door afspraken en procedures vast te leggen in het zogenaamde ABC-boek en het bestuurshandboek.

Het bestuur heeft aandacht voor de professionalisering van het team door hen jaarlijks in de gelegenheid te stellen om naar de bijscholing van de Stichting NOB te gaan. Daarnaast heeft de school zich onlangs geabonneerd op enkele vaktijdschriften.

(14)
(15)

4 Vervolg van het toezicht

Bij dit KO heeft de inspectie ook een onderzoek gedaan naar de naleving van een aantal wettelijke voorschriften, zoals die voor scholen in Nederland gelden.

Dit onderzoek betrof de wettelijke voorschriften over de door het bestuur vastgestelde schoolgids en het schoolplan.

Op basis van dit onderzoek concludeert de inspectie dat de school aan deze wettelijke bepalingen voldoet. Wel dient de school de informatie over de vertrouwensinspectie te actualiseren.

De bevindingen van dit KO leiden tot het volgende arrangement voor het vervolg van het toezicht (toezichtarrangement):

De aangetroffen kwaliteit van het onderwijs op de school vraagt geen

aanpassing van de reguliere onderzoeksplanning van de inspectie. In het kader van de jaarlijkse steekproef is het mogelijk dat de school in de tussenliggende periode digitaal bevraagd wordt over de resultaten van het onderwijs.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Op grond van het kwaliteitsprofiel van de school dat naar aanleiding van een vorig inspectiebezoek is opgemaakt, op basis van risicofactoren die bij de inspectie bekend zijn

Op grond van het kwaliteitsprofiel van de school dat naar aanleiding van een vorig inspectiebezoek is opgemaakt, op basis van risicofactoren die bij de inspectie bekend zijn

Op grond van het kwaliteitsprofiel van de school dat naar aanleiding van een vorig inspectiebezoek is opgemaakt, op basis van risicofactoren die bij de inspectie bekend zijn

Op grond van het kwaliteitsprofiel van de school dat naar aanleiding van een vorig inspectiebezoek is opgemaakt, op basis van risicofactoren die bij de inspectie bekend zijn

Op grond van het kwaliteitsprofiel van de school dat naar aanleiding van een vorig inspectiebezoek is opgemaakt, op basis van risicofactoren die bij de inspectie bekend zijn

Op grond van het kwaliteitsprofiel van de school dat naar aanleiding van een vorig inspectiebezoek is opgemaakt, op basis van risicofactoren die bij de inspectie bekend zijn

Op grond van het kwaliteitsprofiel van de school dat naar aanleiding van een vorig inspectiebezoek is opgemaakt, op basis van risicofactoren die bij de inspectie bekend zijn

Op grond van het kwaliteitsprofiel van de school dat naar aanleiding van een vorig inspectiebezoek is opgemaakt, op basis van risicofactoren die bij de inspectie bekend zijn