• No results found

ONDERWERP VAN DE AANVRAAG 1

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "ONDERWERP VAN DE AANVRAAG 1"

Copied!
12
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Advies nr 22/2011 van 28 september 2011

Betreft: ontwerpbesluit van de Regering van de Franse Gemeenschap houdende uitvoering van het decreet betreffende de strijd tegen doping (CO-A-2011-022)

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer;

Gelet op de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid artikel 29;

Gelet op het verzoek om advies van de heer André Antoine, Vice-Voorzitter en Minister van Begroting, Financiën en Sport van de Franse Gemeenschap, ontvangen op 05/08/2011;

Gelet op het verslag van de heer Yves Roger;

Brengt op 28 september 2011 het volgend advies uit:

. .

(2)

I. ONDERWERP VAN DE AANVRAAG

1. De heer André Antoine, Vice-Voorzitter en Minister van Begroting, Financiën en Sport van de Franse Gemeenschap, verzocht de Commissie advies uit te brengen over het ontwerpbesluit van de Regering van de Franse Gemeenschap houdende uitvoering van het decreet betreffende de strijd tegen doping (hierna het ontwerpbesluit).

2. De Commissie bracht in 2010 een gunstig advies uit over een voorontwerp van decreet betreffende dopingbestrijding1 (hierna het voorontwerp van decreet). Ingevolge dit advies werd het decreet aangepast volgens de opmerkingen van de Commissie maar het werd nog niet aangenomen door de Franse Gemeenschap.

3. Net zoals het decreet betreffende dopingbestrijding, is het uitvoeringsbesluit gebaseerd op de bepalingen van de Wereld Anti Doping Code. OP 19 juni 2008 ratificeerde België het Internationaal Verdrag van 19 oktober 2005 tegen doping in de sport van de UNESCO. Dit verdrag strekt ertoe de Wereld Anti Doping Code te integreren in het internationaal recht door de staten die het verdrag ratificeren te verplichten maatregelen te treffen die erop gericht zijn de principes van de Code in te voeren.

II. ONDERZOEK VAN DE ADVIESAANVRAAG

A. Verwerkingen van persoonsgegevens

4. In het uitvoeringsbesluit van het decreet gaat het om drie soorten gegevensverwerkingen:

- De verwerkingen die de Commissie van de Franse Gemeenschap verricht voor het verlenen van een toestemming voor therapeutische gebruik (Commission de la Communauté française pour l’autorisation d’usage à des fins thérapeutiques, hierna CAUT), om verboden stoffen of verboden methodes te gebruiken;

- De verwerkingen beheerd door de Administratie, bij een interventie van officieren van gerechtelijke politie en controlegeneesheren en die informatie bevatten die tijdens de antidopingcontroles werd verzameld;

- De verwerking die de Administratie verricht en die informatie bevat die iedere elitesporter over zijn verblijfsgegevens heeft meegedeeld.

1 Advies nr. 08/2010 van 24 februari 2010 met betrekking tot het voorontwerp van decreet betreffende dopingbestrijding.

(3)

1. Toestemming voor therapeutische noodzaak (TTN)

5. Het ontwerpbesluit bepaalt dat de sporter, bedoeld in artikel 8 §3, 1ste lid van het voorontwerp van decreet, die om therapeutische redenen verboden stoffen of methodes wenst te gebruiken, daartoe een aanvraag voor toestemming voor therapeutisch gebruik moet indienen bij CAUT.

a) Samenstelling van de CAUT

6. Artikel 5 van het ontwerpbesluit bepaalt dat de CAUT is samengesteld uit leden die houder zijn van een diploma van geneesheer of een master in de geneeskunde en die ervaring hebben met de verzorging en behandeling van sporters evenals in klinische- en sportgeneeskunde. Dit is een positief element, gelet op artikel 7, § 4 van de WVP dat voorschrijft dat persoonsgegevens betreffende de gezondheid, zelfs al zijn ze gecodeerd, verwerkt moeten worden onder de verantwoordelijkheid van een beroepsbeoefenaar in de gezondheid.

b) Raadpleging door CAUT van deskundigen

7. De CAUT kan medische of wetenschappelijke deskundigen raadplegen (artikel 8, §4, 2de lid van het voorontwerp van decreet). Het uitvoeringsbesluit bepaalt dat alle informatie die aan deze deskundigen wordt meegedeeld vooraf anoniem moet worden gemaakt. Die deskundigen hebben een strikte geheimhoudingsplicht. De verwerkingen die deze deskundigen verrichten, moet bovendien gebeuren overeenkomstig de instructies van de CAUT en onder de verantwoordelijkheid van de leden ervan (artikel 8, §4, 2de lid van het voorontwerp van decreet en artikel 9, §3 van het ontwerpbesluit).

8. Omdat de sportwereld een kleine wereld is, vraagt de Commissie zich af of bepaalde sporters ondanks deze anonimiteit toch niet geïdentificeerd zouden kunnen worden op grond van de medische gegevens die aan die deskundigen werd bezorgd. Indien een dergelijke heridentificatie mogelijk zou blijken, moeten de meegedeelde gegevens beschouwd worden als gecodeerde persoonsgegevens2 en niet als anonieme gegevens3. Daarom blijft de WVP van toepassing op die gegevens, met name op alle de aspecten die in verband staan met de bescherming van gezondheidsgegevens.

2 Artikel 1, §1, 3° van het koninklijk besluit tot uitvoering van de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens : “gecodeerde persoonsgegevens » : persoonsgegevens die slechts door middel van een code in verband kunnen worden gebracht met een geïdentificeerd of identificeerbaar persoon”.

3 Artikel 1, §1, 5° van het koninklijk besluit van 13 februari 2001: « anonieme gegevens » : gegevens die niet met een geïdentificeerd of identificeerbaar persoon in verband kunnen worden gebracht en derhalve geen persoonsgegevens zijn;

(4)

c) Indiening van de aanvraag en de aard van de verwerkte gegevens

9. Een aanvraag voor een toestemming voor therapeutische gebruik wordt ingediend via een aanvraagformulier waarvan het model werd vastgelegd door de Minister, overeenkomstig bijlage II van het Verdrag van UNESCO. Het model dat de Minister vastlegt, omschrijft ter informatie van de sporter gedetailleerd de manier waarop zijn persoonsgegevens zullen worden verwerkt.

10. De sporter voegt bij zijn aanvraag een duidelijk en gedetailleerd overzicht van zijn medisch verleden, met inbegrip van alle onderzoeksresultaten, laboratoria-analyses of radiografieën, die met zijn aanvraag verband houden.

11. Hij moet bovendien de posologie, de frequentie, de wijze van toediening en de registratieperiode van de stof die normaal verboden is, nauwkeurig omschrijven en een attest van zijn behandelende geneesheer afleveren dat bevestigt dat de verboden stof of methode voor de behandeling van de sporter noodzakelijk is en dat de redenen omschrijft waarom een toegestane therapeutisch alternatief niet van nut is.

12. Dit formulier moet verstuurd worden naar de CAUT, hetzij per brief (aangetekend of elektronisch), hetzij via de gegevensbank ADAMS (= Anti Doping Administration and Management System) (zie opmerking hieronder, punt 46)4.

d) De beslissing

13. Indien de CAUT een positieve beslissing neemt, publiceert die laatste ter attentie van het WADA en de antidopingorganisaties in de gegevensbank ADAMS uitsluitend de volgende informatie: de toegestane stof of methode, de posologie, de frequentie en de registratiewijze, de duur van de TTN en de voorwaarden die met betrekking tot de TTN werden opgelegd. Ook de beslissing tot intrekking wordt gepubliceerd in de gegevensbank ADAMS (zie opmerking hieronder, punten 46 tot en met 48)5.

e) Beoordeling door de Commissie

14. De voorgenomen verwerking voor het verkrijgen van een TTN is inderdaad een verwerking van persoonsgegevens, die met name gegevens betreffende de gezondheid bevat. Een

4 Artikel 10, §1 van het ontwerpbesluit.

5 Artikelen 13 en 14 van het ontwerpbesluit.

(5)

dergelijke verwerking van gezondheidsgegevens is in principe verboden, tenzij onder de voorwaarden opgesomd in artikel 7 van de WVP.

15. De voorwaarden omschreven in artikel 7, §2, e kunnen hier worden toegepast, gelet o het feit dat de verwerking verplicht is door of krachtens een wet, decreet, ordonnantie of zwaarwichtige redenen van algemeen belang.

16. Die voorwaarden zijn vervuld. Deze verwerking die gegevens bevat betreffende de gezondheid is dus wettelijk en de ingewonnen gegevens zijn proportioneel uitgaande van de doeleinden waarvoor ze werden verkregen.

17. Volgens artikel 10, §1 van het ontwerpbesluit moet de indiening van toestemmingsaanvraag als volgt gebeuren: de sporter verstuurt het aanvraagformulier naar de CAUT per brief (aangetekend of elektronisch), hetzij via de gegevensbank ADAMS. Indien de sporter kiest voor de gegevensbank, zullen de gegevens (zie punten 10 en 11) die aan de CAUT, via ADAMS moeten worden bezorgd, gedurende 8 jaar in die gegevensbank worden bewaard.

Gelet op de bijzonder gevoelige aard van de gegevens in dit formulier, acht de Commissie het niet proportioneel om gebruik te maken van die laatste mogelijkheid. Bijgevolg beveelt ze aan dat een dergelijke aanvraag uitsluitend gebeurt met een brief (aangetekend of elektronisch) die rechtstreeks is gericht tot de CAUT.

18. De Commissie is overigens verheugd dat het aanvraagformulier de sporter informeert over de wijze waarop zijn persoonsgegevens worden verwerkt.

2. Informatie ingezameld tijdens de antidopingcontroles

a) Controle van de sporter

19. Het is aan de Administratie (= de dienst van het Ministerie van de Franse Gemeenschap door de Regering belast met de strijd tegen doping6) om een planning op te stellen van de antidopingcontroles die de Franse Gemeenschap moet uitvoeren. Op basis van die planning en de informatie die de organisatoren hebben meegedeeld (betreffende manifestaties/sportwedstrijden), legt de Administratie de trainingen, manifestaties en wedstrijden vast waar controles zullen plaatsvinden. Ook kan zij op basis van de verstrekte verblijfsgegevens controles plannen buiten de trainings- of competitieperiode. De

6 Artikel 1, 4° van het ontwerpbesluit.

(6)

Administratie stelt vervolgens aan de hand van een opdrachtblad de controlegeneesheer aan (en eventueel diegene(n) die hem zullen vergezellen)7.

20. Het zijn dokters in de geneeskunde of houders van een masters in geneeskunde die, desgevallend vergezeld van een of meerdere officieren van gerechtelijke politie8, de antidopingcontroles uitvoeren. Artikel 17, §1 van het ontwerpbesluit bepaalt de voorwaarden waaraan de controlegeneesheren moeten voldoen.

21. Iedere te controleren sporter moet via een oproepingsformulier van de controle worden verwittigd. Het model van dit formulier wordt door de Minister vastgelegd overeenkomstig de internationale WADA standaard inzake controles, en moet een hele reeks inlichtingen vermelden (artikel 23, §3, 3de lid van het ontwerpbesluit).

22. De Commissie merkt op dat dit oproepingsformulier geen informatie bevat over de manier waarop de persoonsgegevens van de te controleren sporter zullen worden verwerkt (verwerkte gegevens, ontvangers van die gegevens,…). De Commissie wenst dat de aanvrager die leemte opvult door bijvoorbeeld net zoals dat in artikel 10, §1, 1ste lid van het ontwerpbesluit bij een TTN-aanvraag het geval is, erin te voorzien dat het formuliermodel vastgelegd door de minister, ter informatie van de sporter gedetailleerd omschrijft op welke manier zijn persoonsgegeven worden verwerkt.

23. Er wordt van de controle een proces-verbaal opgemaakt (de minister legt overeenkomstig de internationale standaard van WADA, het model hiervan vast). Dit proces-verbaal bevat onder meer, een overzicht van de medicijnen, medische apparatuur en bijzondere voeding die de sporter gebruikt. Artikel 24, §1, 3de lid van het ontwerpbesluit stipuleert dat de antidopingcontrole wordt uitgevoerd met een gewaarborgde eerbiediging van de privacy van de gecontroleerde persoon.

24. Het proces-verbaal wordt in 5 exemplaren opgemaakt en is bestemd voor de controlegeneesheer, de sporter, het laboratorium, de sportorganisatie waarvan de sporter lid is en de Administratie. Het exemplaar voor het laboratorium toont niets wat de sporter zou kunnen identificeren. De exemplaren voor de sportorganisatie en de Administratie geven geen zicht op de medicijnen, medische apparatuur en bijzondere voeding van de sporter.

25. Ook hier merkt de Commissie op, dat het proces-verbaal net zoals dat het geval was voor het oproepingsformulier, geen informatie bevat over de manier waarop de

7 Artikelen 20 en 22 van het ontwerpbesluit.

8 Artikel 12, §1, 2de lid van het voorontwerp van decreet.

(7)

persoonsgegevens in dit proces-verbaal zullen worden verwerkt. De Commissie wenst dat hieraan wordt verholpen.

b) Analyse van de stalen

26. De controlegeneesheer bezorgt de tijdens de controle afgenomen stalen aan de Administratie. De Administratie geeft de stalen vervolgens door aan een erkend laboratorium9.

27. Het erkend laboratorium stuurt het analyserapport naar de Administratie waarvan uitsluitend de ambtenaren die beroepsbeoefenaars in de gezondheid zijn, de verwerking ervan voor hun rekening mogen nemen. Die resultaten worden ook verstrekt aan de betrokken internationale organisatie indien de controle gebeurde tijdens één van zijn wedstrijden of manifestaties. Dit rapport bevat geen gegevens over de identiteit van de gecontroleerde sporter maar vermeldt het codenummer van de stalen10. De Commissie vestigt de aandacht erop dat de internationale organisaties die dit rapport ontvangen, de noodzakelijke veiligheid van die gegevens moeten waarborgen.

28. De laboratoria bewaren gedurende 8 jaar voor iedere analyse een kopie van de rapporten en de documentatiedossiers.

29. Indien het resultaat negatief is, stelt de Administratie de sporter en zijn sportorganisatie hiervan in kennis. Bij een abnormaal resultaat stelt de Administratie de sporter hiervan in kennis en verstrekt vervolgens aan de internationale sportfederatie en aan WADA de volgende gegevens: de naam van de sporter, zijn nationaliteit, zijn sport en discipline, het feit dat de controle plaatsvond binnen dan wel buiten wedstrijdverband, de datum van de staalafname en het resultaat van de analyse dat het laboratorium verstrekte. Zij houdt deze instellingen op de hoogte van de verdere procedure (zie opmerking punten 46 tot en met 48 hieronder).

30. Net zoals bij de gegevensverwerkingen bij een aanvraag voor toestemming voor therapeutisch gebruik, zijn de gegevens die hier worden verwerkt gegevens betreffende de gezondheid waarvan de verwerking gerechtvaardigd kan worden op grond van artikel 7, §2, e) van de WVP.

9 Artikel 18 van het ontwerpbesluit.

10 Het codenummer van de stalen wordt ook vermeldt in het proces-verbaal zodat de stalen aan een bepaalde sporter kan worden gekoppeld.

(8)

3. Informatie verstrekt door de elitesporter betreffende zijn verblijfsgegevens

31. Het voorontwerp van decreet bepaalt dat iedere elitesporter aan de Administratie precieze en actuele informatie moet verschaffen over zijn verblijfgegevens om antidopingcontroles te kunnen uitvoeren. Die verblijfgegevens blijven beperkt tot de planning van de trainingen en wedstrijden.

32. Artikel 34 van het ontwerpbesluit verduidelijkt dat de Administratie een lijst moet opstellen van elitesporters die deel uitmaken van de doelgroep11 en moet bepalen of hij tot categorie A, B, C of D12 behoort.

33. Net zoals in het voorontwerp van decreet, bepaalt het ontwerpbesluit dat de elitesporters van een bepaalde doelgroep hun verblijfsgegevens moeten bekendmaken in de gegevensbank ADAMS van het WADA. Aangaande de te publiceren gegevens, verwijst het ontwerpbesluit naar het decreet, meer in het bijzonder naar artikel 18.

34. Het ontwerpbesluit verduidelijkt daarnaast in artikel 37 dat “de informatie die werd verstrekt overeenkomstig dit hoofdstuk, door de Administratie zal verwerkt worden onder strikte naleving van de vertrouwelijkheidverplichting die wordt opgelegd aan de ambtenaren in de

11 Artikel 1, 35° van het voorontwerp van decreet :”doelgroep van de Franse Gemeenschap : groep van elitesporters, geïdentificeerd door de Franse Gemeenschap omwille van hun sportlidmaatschap bij een sportorganisatie die onder de exclusieve bevoegdheid valt van de Franse Gemeenschap of, omwille van hun hoofdverblijfplaats op het grondgebied van het Franstalig Gewest maar aangesloten bij een sportfederatie die nationaal is gebleven en die in het kader van het controleprogramma van de Franse Gemeenschap onderworpen zijn aan controles binnen en buiten wedstrijdverband” (vrije vertaling door het secretariaat van de Commissie wegens gebrek aan officiële vertaling).

12 Artikel 1, 10° tot 14° van het voorontwerp van decreet: “Elitesporter”: iedere sporter wiens sportieve discipline valt onder de verantwoordelijkheid van een sportorganisatie die erkend is door het Internationaal Olympisch Comité, die vermeld staat op de lijst in bijlage en tenminste aan een van de volgende criteria beantwoordt:

a) Hij behoort tot de internationale doelgroep van zijn sportorganisatie;

b) Hij beoefent zijn sport binnen het kader van een activiteit die voornamelijk in de hoogste categorie wordt bezoldigd of hij beoefent die discipline in de hoogste nationale competitie;

c) In de afgelopen twaalf maanden werd hij voor de betrokken discipline geselecteerd of hij heeft deelgenomen aan een van de volgende manifestaties uit de hoogste competitiecategorie, namelijk de olympische spelen, de Paralympics, het wereldkampioenschap of het Europees kampioenschap;

d) Hij neemt deel aan een sportploeg in het kader van een competitie waarvan de meerderheid van de aan de competitie deelnemende ploegen is samengesteld uit sporters zoals bedoeld in de punten a), b) of c);

11°De elitesporters van categorie A: de elitesporters die een individuele olympische discipline beoefenen die volgens de bijlage geklasseerd wordt onder categorie A of de elitesporters bedoeld in artikel 1, 10°, a);

12°De elitesporters van categorie B: de elitesporters die een individuele olympische discipline beoefenen die volgens de bijlage geklasseerd wordt onder categorie B;

13°De elitesporters van categorie C: de elitesporters die een ploegsport beoefenen in een olympische discipline die volgens de bijlage geklasseerd wordt onder categorie C;

14° de elitesporters van categorie D: de elitesporters die niet behoren tot de categorieën A, B of C.

(vrije vertaling door het secretariaat van de Commissie wegens gebrek aan officiële vertaling).

(9)

uitoefening van hun functie” (vrije vertaling door het secretariaat van de Commissie wegens gebrek aan officiële vertaling).

35. Die verblijfsgegevens, die aan de identiteit van de sporter zijn gekoppeld, zijn geen gevoelige persoonsgegevens. De verwerking ervan is wettelijk in toepassing van artikel 5, e, omdat het noodzakelijk is voor de uitvoering van een opdracht van algemeen belang of omdat het valt binnen de uitoefening van de opdracht van een openbare overheid, die werd toevertrouwd aan de verantwoordelijke voor de verwerking, namelijk aan de Administratie.

36. Zoals de Commissie heeft benadrukt in haar adviezen nr. 19/200513 en nr. 08/201014 zijn antidopingcontroles buiten wedstrijdverband immers onontbeerlijk voor een doeltreffend antidopingbeleid. Er worden immers steeds meer verboden producten ingenomen buiten de competitieperiode die op het ogenblik van de wedstrijd niet meer op te sporen zijn maar wel nog een stimulerend effect hebben.

37. Bovendien was de Groep 29 in zijn advies 04/200915 van oordeel dat : “Bij de verwerking van relevante, proportionele persoonsgegevens moet allereerst worden geanalyseerd welke sporters een risico op dopinggebruik opleveren, en op welke wijze. (…)

Factoren voor de keuze van sporters voor de geregistreerde doelgroep voor dopingcontrole zijn bijvoorbeeld de tak van sport waarin de sporter uitkomt (dit hangt bijvoorbeeld samen met het soort verboden middelen of methoden dat voor prestatieverbetering kan worden gebruikt en met de cultuur die in die sport heerst inzake het gebruiken of niet-gebruiken van verboden middelen of methoden), het niveau waarop de sporter uitkomt en persoonlijke risicofactoren voor sporters (…)

De Groep acht het proportioneel om opgave van persoonsgegevens te verlangen voor de specifieke periode van 60 minuten en naam en adres op te vragen voor iedere locatie waar de sporter traint, werkt of andere regelmatige activiteiten uitoefent (alleen voor zover dit betrekking heeft op de gewone routine van de sporter, zie artikel 11.3 van de internationale standaard voor dopingtests). Uit de genoemde voorbeelden blijkt dat, afgezien van de periode van 60 minuten en de woonplaats, informatie over vier uur per dag als proportioneel wordt beschouwd6. De Groep verwacht dan ook dat het WADA niet zal eisen dat de antidopingorganisaties meer verblijfsgegevens verzamelen dan hierboven omschreven.”

13 Advies 09/2005 van 9 november 2005 met betrekking tot artikel 80 § 2 van het ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering houdende uitvoering van het decreet van 27 maart 1991 inzake medisch verantwoorde sportbeoefening.

14 Advies 08/2010 van 24 februari betreffende het voorontwerp van decreet inzake dopingbestrijding.

15 Tweede advies 4/2009 over de Internationale Standaard van het Wereldantidopingagentschap (WADA) voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer en persoonsgegevens, aanverwante bepalingen van de WADA-code en andere privacyvraagstukken in de context van de bestrijding van doping in de sport door het WADA en (nationale) antidopingorganisaties.

(10)

38. De Commissie acht het bijgevolg proportioneel dat de Administratie verblijfsgegevens van de elitesporters uit een doelgroep inwint om antidopingcontroles te kunnen uitvoeren binnen dan wel buiten wedstrijdverband.

B. Bewaartermijn van de gegevens

39. Artikel 4, §1, 5° van de WVP bepaalt dat de gegevens niet langer mogen bewaard worden dan de tijd die nodig is om de doeleinden te verwezenlijken waarvoor die gegevens werden verkregen.

40. Het ontwerpbesluit bepaalt dat de ingewonnen gegevens gedurende acht jaar bewaard worden uitgezonderd de verblijfsgegevens die 18 maanden worden bewaard.

41. Aangaande de termijn van 8 jaar, schaart de Commissie zich achter het advies 04/2009 van de Groep 29 die een bewaarperiode van 8 jaar gepast vond aangezien het hier een termijn betreft waarna tegen de sporter of een persoon geen enkele actie meer kan worden ondernomen voor een overtreding van de antidopingregels.

42. Ook inzake de bewaartermijn van 18 maanden voor de verblijfsgegevens, volgt de Commissie het advies van de Groep 29 die deze termijn disproportioneel achtte. Er is volgens de Groep 29 “geen geldige reden om verblijfsgegevens te bewaren na de datum waarop die verblijfsgegevens betrekking hebben. In artikel 14.3 van de code wordt namelijk de volgende reden gegeven voor de bewaring van verblijfsgegevens: “Deze informatie […]

mag alleen worden gebruikt voor het plannen, coördineren en uitvoeren van dopingcontroles en moet worden vernietigd als zij niet langer relevant is voor deze doeleinden.”

Verblijfsgegevens zouden alleen langer moeten worden bewaard indien er volgens de antidopingorganisatie sprake is van vermoedelijk aangifteverzuim met betrekking tot verblijfsgegevens en/of een gemiste controle. In dergelijke gevallen is een bewaringstermijn van 18 maanden gerechtvaardigd, omdat drie vermoedelijke aangifteverzuimen een vermoedelijke dopingovertreding betekenen. Zodra echter is vastgesteld dat er geen dopingovertreding is begaan, dienen de verblijfsgegevens te worden vernietigd. De Groep dringt er daarom bij het WADA op aan zijn beleid inzake de bewaring van verblijfsgegevens te wijzigen”16.

16 Tweede advies 4/2009 over de Internationale Standaard van het Wereldantidopingagentschap (WADA) voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer en persoonsgegevens, aanverwante bepalingen van de WADA-code en andere privacyvraagstukken in de context van de bestrijding van doping in de sport door het WADA en (nationale) antidopingorganisaties.

(11)

43. Daarom verzoekt de Commissie dat de aanvrager de bewaartermijn voor de verblijfsgegevens vermindert.

C. Rechten van de betrokken personen (recht op toegang en verbetering)

44. De betrokken sporters moeten krachtens artikelen 10 en 12 van de WVP, beschikken over een recht op toegang tot en verbetering van de gegevens, evenals over een recht op verzet tegen de verwerking als er ernstige en gerechtvaardigde redenen zijn die betrekking hebben op een specifieke situatie.

45. De Commissie is van mening dat bij gelegenheid van de informatieverstrekking aan de sporters, zij ook kunnen worden ingelicht over het bestaan van die rechten en van de modaliteiten om die rechten uit te oefenen (bijvoorbeeld via een formulier waarvan de modellen door de Minister worden vastgelegd).

D. Gegevensbank ADAMS

46. Het ontwerpbesluit bepaalt herhaaldelijk dat de gegevens worden verstrekt aan of via het ADAMS-systeem. Dit systeem is gevestigd in een zogenaamd ‘derde land’, namelijk in Montréal (Canada), en de wet van Québec is erop van toepassing. De vraag rijst of het wel voldoende waarborgen biedt voor een passend beschermingsniveau in de zin van artikel 25, lid 2, van de Richtlijn 95/46/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 1995 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (zie eveneens de artikelen 21 en 22 van de WVP). Het passend karakter van het door dit derde land geboden beschermingsniveau wordt op dit moment nog onderzocht door de Europese autoriteiten.

47. De Commissie merkt op dat het feit dat voornoemd “passend beschermingsniveau” nog niet werd erkend door de Europese autoriteiten, niet impliceert dat er vandaag in Québec geen adequate bescherming van persoonsgegevens zou gegarandeerd zijn. De gegevensbeschermingswet van Québec lijkt heel sterk op die van Canada en laatstgenoemde werd door de Europese Unie erkend als zijnde een land met een adequaat beschermingsniveau. Zij heeft ook geen signalen gekregen vanuit de bevoegde Canadese autoriteit dat het ADAMS-systeem problematisch is op het vlak van de bescherming van persoonsgegevens. Mochten er in de toekomst knelpunten opduiken, dan beschikt de Commissie ook over de mogelijkheid om daaromtrent een samenwerking met haar bevoegde Canadese evenknie op het getouw te zetten.

(12)

48. Verder betreft het hier hoe dan ook een kwestie die niet exclusief onder de autonome beslissingsbevoegdheid van de adviesaanvrager valt en hem dus niet integraal kan worden aangerekend.

OM DIE REDENEN

De Commissie brengt over het ontwerpbesluit van de Regering van de Franse Gemeenschap houdend uitvoering van het decreet betreffende de strijd tegen doping die aan haar voor advies werd voorgelegd, een gunstig advies uit op voorwaarde dat de tekst wordt aangepast volgens haar opmerkingen (punten 8, 17, 27, 42, 43, 45, 46 tot en met 48).

Voor de Administrateur m.v., De Voorzitter,

(get.) Patrick Van Wouwe (get.) Willem Debeuckelaere

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De « Clinique Saint-Jean Bruxelles » legt de kandidatuur van de heer Georges de Wasseige voor de functie van veiligheidsconsulent ter advies voor aan het Sectoraal Comité van de

Het “Psychiatrisch Ziekenhuis Heilig Hart Ieper” legt de kandidatuur van de heer Koen Claessens voor de functie van veiligheidsconsulent ter advies voor aan het

12/128 VAN 17 JULI 2012 BETREFFENDE DE AANVRAAG VAN “DE MICK BRASSCHAAT” IN VERBAND MET DE KANDIDATUUR VAN MEVROUW MYRIAM VAN DER PLAS VOOR DE FUNCTIE

Het “Vivalia Institut Famenne Ardenne Condroz de Bastogne” legt de kandidatuur van mevrouw Jacqueline Colle voor de functie van veiligheidsconsulent ter advies voor aan het

Het Algemeen Ziekenhuis St.-Elisabeth Herentals legt de kandidatuur van de heer Luc Belmans voor de functie van veiligheidsconsulent ter advies voor aan het Sectoraal

De “Vivalia Clinique du Sud Luxembourg de Bastogne” legt de kandidatuur van mevrouw Jacqueline Colle voor de functie van veiligheidsconsulent ter advies voor aan het Sectoraal

Het Algemeen Ziekenhuis Diest legt de kandidatuur van de heer Mergaerts August voor de functie van veiligheidsconsulent ter advies voor aan het Sectoraal Comité van de

Gelet op het Protocol, gesloten op 19 april 2001 tussen de representatieve organisaties van de verpleeginrichtingen en de verzekeringsinstellingen, houdende de voorwaarden