• No results found

Bijlage-Weekend-Plus-Pilot.pdf PDF, 970 kb

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Bijlage-Weekend-Plus-Pilot.pdf PDF, 970 kb"

Copied!
16
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Datum: 29 oktober 2018

Onderwerp: Resultaten experiment ‘gratis reizen buiten de spits’

Het experiment

Van september 2017 tot en met juli 2018 heeft in Groningen het experiment ‘gratis reizen buiten de spits’ plaatsgevonden.

Het experiment hield in dat deelnemende studenten het weekabonnement van hun

studentenreisrecht omwisselden voor een weekendabonnement met daarbij een aanvulling om op werkdagen vanaf 09:00u gratis te reizen met de trein en bus van Arriva en Qbuzz in de regio Groningen1. Met het weekendabonnement kunnen de deelnemers gratis reizen in het weekend (vanaf 12:00u op vrijdag) en betalen zij het volle pond bij reizen in de spits voor 09:00u op werkdagen. Bij de wissel kregen de deelnemers een Arriva dalvrij product op hun OVchipkaart geladen waarmee het gratis reizen na de spits op werkdagen mogelijk werd.

Doel van het experiment was om te zien of studenten hun reisgedrag aanpassen (minder reizen tijdens de ochtendspits) als zij een alternatief voor het studentenreisproduct aangeboden kregen. Voor de regio Groningen van belang tijdens de grootschalige

werkzaamheden aan weg en spoor om zo het openbaar vervoer tijdens de spitsperiode te ontlasten en tevens ruimte te bieden in het openbaar vervoer voor de overstappende

automobilist. Voor de vervoerders van belang om de toch al drukke spits in het OV te ontlasten en om meer spreiding over de dag te krijgen.

Groningen Bereikbaar, het OVbureau Groningen Drenthe, Arriva en Qbuzz hebben het

experiment uitgevoerd. De ministeries I&W en OCW en de Landelijke Stuurgroep Vervoerders hebben het experiment ondersteund.

Doelstelling

De hoofddoelstelling van het experiment - studenten stimuleren niet meer in de ochtends spits met het Openbaar Vervoer te reizen door het weekend abonnement aantrekkelijker te maken - valt uiteen in een aantal subdoelstellingen:

− studenten passen hun reisgedrag aan (minder reizen tijdens de ochtendspits) als zij een alternatief voor het studentenreisproduct aangeboden krijgen

− inzicht in de motieven van studenten om al dan niet deel te nemen en al dan niet hun gedrag te veranderen.

− kwantitatief: met 500 deelnemers gemiddeld 200 spitsmijdingen per werkdag te halen tijdens het experiment. De onderbouwing hiervoor is als volgt: Aan het experiment kunnen maximaal 500 studenten deelnemen. De aanname is dat studenten gemiddeld 4 dagen per week tijdens de ochtendspits met het OV reizen en dat zij tijdens het

1 Het gebied betrof Arriva trein, Qliner 304 en 314 en Qbuzz GD

(2)

experiment maximaal 2x in de week tijdens de spits blijven reizen ofwel de helft van de reizen maken zij meer tijdens de spits maken.

Conclusies

De deelnemers hebben hun reisgedrag aangepast door het alternatief dat zij aangeboden kregen. Het aantal ritten in de ochtendspits door de deelnemers is zelfs met 64% gedaald. Het reizen in het weekend is tijdens deelname (meer dan) verdubbeld.

De deelnemers bleken gemiddeld 0,65 dagen per week tijdens de ochtendspits met het OV te reizen (na filtering van pieken en dalen in het reisgedrag). Bij aanvang werd aangenomen dat deelnemers gemiddeld 4 dagen per week in de ochtendspits met het OV zouden reizen. Het absolute effect op de spits van de groep deelnemers is derhalve klein2.

1. DEELNEMERS

In totaal hebben 304 deelnemers meegedaan aan het experiment. 268 van deze deelnemers hebben tot en met 31 juli 2018 meegedaan. 36 zijn tijdens hun deelname gestopt.

De deelnemers bestonden uit overwegend WO studenten (47%) en HBO studenten (48%).

Slechts een klein deel was MBO-student (5%). Bijna alle deelnemers komen uit Groningen- stad (95%).

2 De aanname van 4 dagen kan niet worden gestaafd doordat het reisgedrag van de totale populatie studenten (in Groningen) vanwege privacy wetgeving niet kan worden achterhaald.

(3)

Werving en selectieproces

De deelnemers zijn in 3 fases geworven.

De selectiecriteria waren:

− MBO, HBO, WO student bij een onderwijsinstelling in de stad Groningen

− tenminste 1 jaar (voor HBO en WO) en tenminste sinds 1 januari 2017 (voor MBO) in het bezit van een actief weekabonnement ! Het 2e criterium is aangepast naar het bezit van een weekabonnement op 1 mei 2017. Dit omdat bleek dat studenten tijdens de zomermaanden hun abonnement tijdelijk omzetten naar een weekendabonnement.

− idealiter woonachtig in een straal van 10km van hun onderwijsinstelling, zodat zij de fiets als alternatief hebben ! De groep aanmelders was onvoldoende groot om ook te selecteren op het 3e criterium.

In fase 1 (september 2017) hebben ruim 700 studenten zich aangemeld voor het experiment.

Hiervan voldeed bijna 60% aan de selectiecriteria om deelnemer te kunnen worden.

Uiteindelijk is bijna de helft van deze groep (190 studenten) daadwerkelijk deelnemer geworden aan het experiment. Een conversie van bijna 30%.

In januari zijn extra deelnemers geworven: door een nieuwe wervingsactie (fase 3) en door het uitnodigen van inschrijvers uit fase 1 waarbij het selectiecriterium om al in mei een

weekproduct te hebben is vervallen, zodat ook 1e jaars studenten konden deelnemen. Uit deze twee fases zijn nog eens 112 deelnemers gekomen. De conversie was voor fase 2 20% en voor fase 3 30%.

(4)

Verloop

36 deelnemers zijn tijdens hun deelname gestopt. 2/3 van de deelnemers heeft door middel van een opt-out3 aangegeven wat hun redenen waren om te stoppen. De redenen zijn divers, maar het merendeel stopt omdat NS en een aantal buslijnen in het noorden geen onderdeel van de kaart zijn en zij deze juist gebruiken.

2. REISGEDRAG DEELNEMERS Reisgedrag groepen 1, 2 en 3

Het reisgedrag van de deelnemers tijdens en voorafgaand aan het experiment is vergeleken.

Hiervoor hebben de deelnemers bij inschrijving toestemming gegeven aan Translink.

We kiezen ervoor het reisgedrag te laten zien van de studenten uit fase 1 die de gehele periode hebben meegedaan (vanaf nu: groep 1). Dit zijn 156 deelnemers.

Het reisgedrag van de deelnemers uit fase 2 en 3 wordt gebruikt om extra duiding te geven.

Van alle 3 de groepen is wel een analyse van het reisgedrag beschikbaar.

De deelnemers uit groep 1 hebben van oktober 2017 tot en met juli 2018 meegedaan aan het experiment. Bij hen kan het reisgedrag ten opzichte van het jaar voor deelname het beste worden vergeleken omdat zij toen ook in bezit waren van een studentenreisproduct met weekabonnement. Bij de andere 2 groepen is dit selectiecriterium losgelaten.

De verschillen tussen de groepen blijken groot te zijn. Zo is groep 1 in totaal minder gaan reizen, groep 2 in totaal veel meer gaan reizen (zowel doordeweeks als in het weekend) en groep 3 in totaal meer gaan reizen (vooral in het weekend). Met name groep 2 wijkt af van de andere twee groepen. Een verklaring zou kunnen zijn dat in groep 2 meer eerstejaars

studenten zitten die in het jaar voor hun deelname geen studentenreisproduct hadden4

Reisgedrag groep 1

De volgende tabellen laten het gemiddeld aantal ritten per persoon per week zien voor en tijdens deelname; over de hele dag en in het weekend, in de ochtendspits en in de avondspits en daluren. Er is geen rekening gehouden met vakantieperiodes. Het gemiddeld aantal ritten zal met uitfiltering van vakantieperiodes hoger zijn.

3 Deelnemers konden door middel van een opt-out hun deelname opzeggen en hun persoonsgegevens laten verwijderen.

4 het is niet mogelijk om alleen de 1e jaars te destilleren uit de totale groep deelnemers aangezien kaarten gedurende het jaar soms wel en soms niet worden gebruikt en dit verschilt per periode. Het aantal gebruikte kaarten in oktober kan deels anders zijn dan bijvoorbeeld in januari.

(5)

Gemiddeld aantal ritten met het OV per week per persoon, gehele dag

Het gemiddeld aantal ritten per persoon per week voor deelname is 5,42 inclusief de weekenddagen. Alleen kijkend naar werkdagen komt dit neer op 4,8 ritten per persoon per week.

Het gemiddeld totale aantal ritten per week is tijdens deelname afgenomen met 13%. Het gemiddeld aantal ritten per week op werkdagen is tijdens deelname afgenomen met

percentages tussen 29-36% van maandag t/m donderdag. Op vrijdag is de afname een stuk minder (afname 12%). Het gemiddeld aantal ritten per week in het weekend is (meer dan) verdubbeld.

Gemiddeld aantal ritten met het OV per week per persoon, ochtendspits

Tijdens de ochtendspits werden voor deelname gemiddeld 0,59 ritten per week gemaakt, ofwel 12% van het gemiddeld aantal ritten per week op werkdagen. Het gemiddeld aantal ritten per persoon per week in de ochtendspits is tijdens deelname gedaald naar 0,21 ritten, ofwel een daling van 64%.

gem. ritten p.p. per week Voor exp. Tijdens exp.

Maandag 1,03 0,66

Dinsdag 0,87 0,58

Woensdag 0,89 0,58

Donderdag 0,94 0,67

Vrijdag 1,06 0,93

Zaterdag 0,34 0,64

Zondag 0,29 0,67

Totaal 5,42 4,73

Groep 1 (156 deelnemers): ritten per dag met OV, gehele dag (okt - aug)

gem. ritten p.p. per week Voor exp. Tijdens exp.

Maandag 0,14 0,05

Dinsdag 0,12 0,04

Woensdag 0,12 0,05

Donderdag 0,12 0,04

Vrijdag 0,09 0,03

Totaal 0,59 0,21

Groep 1 (156 deelnemers): ritten per dag met OV in de ochtendspits (okt - aug)

(6)

Het absolute effect is relatief klein. Dat komt door de groepsgrootte en doordat de groep deelnemers voorafgaand aan deelname niet zoveel tijdens de ochtendspits reisden.

Gemiddeld aantal ritten met het OV per week per persoon, dal en avondspits

De deelnemers maakten voorafgaand aan deelname 88% van het gemiddeld aantal ritten per week op werkdagen in de avondspits en daluren. Het gemiddeld aantal ritten per week van de deelnemers in de avondspits en daluren is tijdens deelname met bijna een kwart afgenomen.

Verschillen reisgedrag MBO, HBO, WO groep 1

De volgende tabel laat het gemiddelde aantal ritten per persoon per week van groep 1 zien verdeeld naar onderwijsniveau.

Als we kijken naar de verschillende onderwijsniveaus dan blijkt dat HBO studenten de meeste ritten maakten op werkdagen voor deelname. MBO en HBO studenten reisden gemiddeld vaker per week in de ochtendspits voor deelname dan WO studenten. Het gemiddeld aantal ritten in de ochtendspits bij MBO’ers is met 86% afgenomen, bij HBO deelnemers met 71% en bij WO’ers met 40%.

Het gemiddeld aantal ritten in het weekend is bij HBO’ers met 71% toegenomen, bij WO’ers meer dan verdubbeld en bij MBO’ers verdrievoudigd.

Reisgedrag groepen 1, 2 en 3

In onderstaande grafieken is het gemiddeld aantal ritten met het OV per persoon per maand in de ochtendspits weergegeven.

Voor exp. Tijdens exp.

Maandag 0,89 0,61

Dinsdag 0,75 0,54

Woensdag 0,77 0,54

Donderdag 0,82 0,63

Vrijdag 0,97 0,9

Totaal 4,21 3,22

gem. ritten p.p. per week

Groep 1 (156 deelnemers): ritten/dag met OV in avondspits & daluren (okt - aug)

WO (77) HBO (72) MBO (7)

Voor exp. Tijdens exp. Voor exp. Tijdens exp. Voor exp. Tijdens exp.

Ochtendspits 0,5 0,3 0,7 0,2 0,7 0,1

Avondspits+dal 4,2 3,1 4,4 3,5 3 2,2

weekend 0,6 1,4 0,7 1,2 0,3 0,9

Totaal 5,3 4,8 5,8 4,9 4 3,2

Groep 1 ritten per dag met OV, onderverdeling naar onderwijsniveau

(7)

Hier zijn ook de grote verschillen in reisgedrag voorafgaand aan deelname zichtbaar. Verder valt op dat het reisgedrag in de ochtendspits tijdens deelname van groep 1 en groep 3 overeenkomt. Bij de groepen 1 en 3 is het gedrag nagenoeg gelijk met een afname van het aantal ritten in de ochtendspits tussen 63 en 65%. Groep 2 is juist meer gaan reizen tijdens deelname en ook meer tijdens de ochtendspits. Een verklaring voor het afwijkende gedrag van

(8)

groep 2 zou kunnen zijn dat in groep 2 meer eerstejaars studenten zitten die in het jaar voor hun deelname geen studentenreisproduct hadden.

In de bijlage zijn ook de grafieken gevoegd m.b.t. het reisgedrag in de daluren, avondspits en weekend. Voor alle drie de groepen geldt dat het aantal ritten in het weekend een daling vertoont naarmate het experiment langer duurt. Bij groep 1 (de groep die het langste heeft deelgenomen) is het gedrag tijdens deelname het meest gelijkmatig.

Representativiteit

De totale groep deelnemers zou voldoende groot zijn om uitspraken te doen over de totale populatie. De groep deelnemers uit fase 1 is te klein om deze uitspraken te doen.

De verhouding MBO/HBO/WO van de deelnemersgroep uit fase 1 wijkt af van de totale populatie in Groningen. MBO’ers zijn ondervertegenwoordigd in de deelnemersgroep en WO’ers juist oververtegenwoordigd.

Als het gaat om reisgedrag kan de representativiteit van de groep deelnemers niet worden bekeken (‘maken alle studenten 10% van hun reizen tijdens de ochtendspits of alleen de groep deelnemers en ligt het percentage van de totale populatie hoger of lager?’), daar het

reisgedrag van de totale populatie niet bekend is. Vanwege privacy-wetgeving kunnen we deze data niet verkrijgen via Translink.

3. EFFECTEN VERVOERDERS Verhouding bus/trein alle deelnemers

Onderstaande figuur laat de verhouding bus/trein/tram/metro zien tijdens deelname. De

verhouding bus/trein tijdens deelname was 66%/31%. 3% van het aantal ritten was met tram of metro. Voor deelname was de verhouding nagenoeg gelijk als tijdens deelname.

(9)

Alle vervoerders (alle deelnemers)

Onderstaande figuren laat de verhouding tussen de vervoerders zien voor deelname:

en tijdens deelname:

(10)

In onderstaande tabel is inzicht gegeven in het totaal aantal ritten die de 268 deelnemers hebben gemaakt tijdens hun deelname.

Als we naar de totale groep deelnemers kijken dan zien we dat de deelnemers tijdens hun deelname vooral met Qbuzz (56% van het totaal aantal ritten) en Arriva (24% van het totaal aantal ritten) hebben gereisd. 14% van het totaal aantal ritten werd met de NS gedaan.

Daarnaast is ook met andere vervoerders gereisd maar dit aantal is heel laag.

Kijken we specifiek naar het weekend dan zien we ongeveer hetzelfde beeld: in het weekend is het merendeel van de reizen gemaakt met Arriva, Qbuzz en de NS .12% van de reizen in het weekend is met andere vervoerders gemaakt.

De opbrengsteffecten voor de NS waren positief. Bij de andere vervoerders zijn de opbrengsteffecten verwaarloosbaar.

Reisgedrag groep 1 Qbuzz, Arriva, NS

Met name bij de vervoerders Qbuzz, Arriva en NS zijn effecten zichtbaar van het experiment.

In onderstaande tabel is dit voor de deelnemers uit groep 1 per vervoerder zichtbaar gemaakt.

Ochtendspits Avondspits & Dal Weekend

# % # % # % Totaal

Arriva trein 209 11,3% 4.340 14,8% 2.120 16,8% 6.669 Arriva bus 132 7,1% 2.261 7,7% 1.294 10,3% 3.687

Connexxion bus 10 0,5% 170 0,6% 175 1,4% 355

Connexion trein 0 0,0% 11 0,0% 19 0,2% 30

EBS 0 0,0% 2 0,0% 7 0,1% 9

GVB 12 0,6% 214 0,7% 268 2,1% 494

HTM 0 0,0% 188 0,6% 213 1,7% 401

NS incl NS internat 205 11,1% 2.897 9,9% 3.104 24,6% 6.206 qbuzz 1.276 68,8% 18.458 62,9% 4.579 36,3% 24.313

RET 2 0,1% 178 0,6% 221 1,8% 401

RSO trein 5 0,3% 319 1,1% 313 2,5% 637

Keolis 3 0,2% 282 1,0% 265 2,1% 550

Veolia 0 0,0% 24 0,1% 28 0,2% 52

Totaal 1.854 29.344 12.606 43.804

(11)

Bij alle drie is het gemiddeld aantal ritten tijdens de ochtendspits afgenomen. In het weekend zijn de ritten juist toegenomen

4. ARRIVA DALVRIJ PRODUCT

Arriva heeft voor het experiment een dalvrij product beschikbaar gesteld dat voor zowel bus als trein geldig was. Het dalvrij product was een bestaand product voor de trein dat is aangepast en ook opengesteld voor de Qbuzz-bus.

Dit product werd klaargezet en kon vervolgens door de deelnemers zelf op hun OV-chipkaart worden geladen bij de automaten op de stations.

Het Arriva dalvrij product had een geldigheidsduur tot en met 31 juli 2018. Na die datum werkte het gratis reizen van de kaart van de deelnemers niet meer. Tussentijds bleek het niet mogelijk te zijn om het dalvrij product van de kaart te halen. 23 studenten die tijdens deelname niet meer voldeden aan de criteria hebben daarom wel nog met het dalvrij product gereisd. De 23 hebben samen 575 reizen gemaakt waarvan meer dan de helft door 1 student.

5. COMMUNICATIE Wervingscampagne

De campagne om deelnemers te werven was zowel bij de werving in september ’17 als bij de extra werving in januari ’18 met name online via Facebook een succes. De campagne werd opgepakt door lokale (studenten-) media als Hanzemag en Sikkom. In de eerste werving in september zijn met de campagne online 35.000 studenten bereikt (29.000 HBO &WO, 6.000 MBO)

En aantal geleerde lessen uit de werving:

− social media-acties hadden direct impact.

− de mobiele telefoon is een belangrijk instrument om studenten te bereiken, de tablet is als medium te verwaarlozen.

− studenten moeten veel scrollen om alle teksten door te kunnen lezen, een aandachtspunt.

− de conversie van interesse naar daadwerkelijk inschrijven is via de pc duidelijk groter dan via telefoon.

− veel studenten geven aan de advertenties op de displays in de bussen te hebben gezien.

Qbuzz Arriva NS

Percentage toename Percentage toename Percentage toename

Ochtendspits -51% -83% -65%

Avondspits+dal -16% -33% -28%

weekend 75% 81% 233%

Totaal -11% -24% 12%

Groep 1 Procentuele toename aantal ritten per reisperiode per vervoerder

(12)

− werving door SAC'ers op locatie levert verhoudingsgewijs weinig op.

− scholen werken goed mee aan de verspreiding van promotiematerialen.

− bij het rechtstreeks sturen van een e-mail aan studenten is het vermoeden dat die vaak in de spambox belandt, daarom is ervoor gekozen enquêtes via MailChimp te versturen waarbij het gedrag (openen van de mail en klikken op links) te meten was.

In januari 2018 is ook op locatie geworven: daaruit bleek dat het gratis reizen buiten de spits bekend is onder studenten. MBO- en HBO–studenten gaven aan dat hun rooster (start 08:30 en 09:00u) een beperking is om mee te doen.

Vervolgens bleek het lastig om van aanmelding naar daadwerkelijke deelname te komen. Dit kwam onder meer door:

− informatie DUO m.b.t. omwisselen week- naar weekendabonnement was niet correct

− het omwisselen van het studentenreisproduct ging sneller dan 5 werkdagen (de periode die DUO nodig heeft om het abonnement te wisselen), daardoor stond het Dalvrij product voor een aantal deelnemers niet op tijd klaar.

− niet deelnemen van NS blijkt een blokkade in deelname.

− studenten lezen niet goed.

− studenten ervaren standaard OV-chipkaartproblemen zoals alle gebruikers (bv m.b.t.

EOD).

Communicatie gedurende deelname

In januari 2018 hebben alle deelnemers uit fase 1 een bericht gekregen dat zij tegen voltarief reizen voor 09:00u in plaats van de eerder gecommuniceerde korting van 40%. Ruim 40% van de deelnemers heeft het bericht geopend. Zij kregen tevens de mogelijkheid om de

misgelopen korting van de eerder gemaakte reizen terug te krijgen. Een minimaal aantal studenten heeft hier gebruik van gemaakt.

Ook heeft een klein aantal deelnemers (23) in januari 2018 een bericht gekregen dat zij hun Arriva dalvrij product nog niet hadden geactiveerd en daarmee niet optimaal gebruik maakten van het gratis reizen.

Enquêtes

Op drie momenten is een enquête gehouden onder de deelnemers: in november en april 2017 (1e enquête) en in juli 2018. De eerste enquête is door 59% van de deelnemers ingevuld. 50%

van de deelnemers heeft de tweede enquête ingevuld. De antwoorden op de enquêtes ondersteunen de resultaten uit de reisdata van TLS.

− in de eerste enquête gaven de deelnemers aan dat de communicatie rondom de werving en de deelname goed en duidelijk was.

− bijna 60% van de deelnemers geeft aan dat zij vaker de fiets zijn gaan gebruiken.

− 95% zou het gratisreizenbuitendespits gebruiken als deze als extra optie wordt aangeboden bij het studentenreisproduct met als voornaamste redenen:

voordelig/goedkoop en meer vrijheid/mogelijkheden tot reizen.

(13)

− in de tweede enquête gaven deelnemers aan dat zij het niet altijd duidelijk vonden met welke vervoerder, wanneer en waar gratis kon worden gereisd. Er was met name onduidelijkheid over het reizen voor 09:00u (met 40% korting of tegen volledig tarief) en studenten hadden verwacht dat NS mee deed.

− deelname van de NS aan het experiment komt regelmatig als wens naar voren.

Tijdens het experiment bleek ook:

− er zijn nogal wat studenten die een kaart kwijtraken en dus een nieuwe kaart moeten aanvragen.

− studenten communiceren graag rechtstreeks met Groningen Bereikbaar in plaats van DUO/Translink.

− studenten kijken (bijna) niet op ‘mijn OV-chipkaart’.

− de administratieve afhandeling is voor studenten soms lastig.

− studenten wisselen tijdens het studiejaar van reisgedrag (door bijvoorbeeld stage).

− de opt-out is niet voor alle studenten snel te vinden.

− studenten reageren direct of helemaal niet.

(14)

BIJLAGE BRONNEN

Aan dit document liggen de volgende bronnen ten grondslag, die op aanvraag kunnen worden ingezien:

− dashboard Translink en onderzoeksresultaten Groningen bereikbaar, Augustus 2018, Translink

− resultaten enquête november 2017, Student Advies Commissie

− resultaten enquête juli 2018, Student Advies Commissie

− data-analyse, Student Advies Commissie

− representativiteit experiment, Student Advies Commissie

− resultaten enquête opt-out, Translink

− resultaten werving, Groningen Bereikbaar

− privacy statement

(15)

BIJLAGE REISGEDRAG PER PERSOON PER MAAND GROEPEN 1, 2 EN 3 Groep 1

Groep 2

(16)

Groep 3

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

6) het uitwerken van een model voor regionale samenwerking. De wijze waarop aan de ontwikkelvragen vorm wordt gegeven werken we uit in het uitvoeringsplan. Voor de onder nummer

Vorig jaar is veel tijdelijke huisvesting gerealiseerd voor internationale studenten, in totaal 415 kamers, o.a.. op de locaties Suikerlaan

Activiteit mei-19 jun-19 jul-19 aug-19 sep-19 okt-19 nov-19 dec-19 jan-20 feb-20 mrt-20 apr-20 mei-20 jun-20 jul-20 aug-20 sep-20 okt-20 nov-20 dec-20 jan-21 feb-21 mrt-21.

De pilot-LVV heeft als beoogd resultaat de samenwerking verder te ontwikkelen waarin vreemdelingen -terwijl zij onderdak krijgen in een lokale onderdaklocatie- worden begeleid

De aanname vooraf was dat studenten gemiddeld 4 dagen per week tijdens de ochtendspits met het OV reisden en dat zij tijdens het experiment maximaal 2x in de week tijdens de

De mishandeling vond tussen half tien en twaalf uur ’s avonds plaats op het deel van de Oosterhamriklaan tussen de kruisingen met de Antillenstraat en de Korreweg.. Het

heeft de PVV het college verzocht de uitvoerende instantie (Stichting Inlia) te sommeren de criteria op te stellen (omdat deze een half jaar na de start van de Pilot-LVV nog

De Wet WOZ schrijft voor dat bij de waardebepaling moet worden uitgegaan van de veronderstelling dat de onroerende zaak leeg en zonder hypotheek wordt verkocht en onmiddellijk en