• No results found

Sofie Blancquaert

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Sofie Blancquaert"

Copied!
1
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

K L A P S T O E L 7

K E R K + L E V E N - 3 O K T O B E R 2 0 0 7

Ze studeerde rechten, raakte in de politiek verzeild, hield het daar ontgoocheld voor bekeken en gooide haar loopbaan over een andere boeg aan het Centrum voor Biomedische Ethiek in Leuven. Van theorie naar praktijk in directiecomité en ethische commissie van een ziekenhuis in Tielt. Op zoveel verschillende terreinen thuis, blijft het bij Sofie Blancquaert knagen om ethiek maatschappelijk meer te laten wegen.

L i e v e Wo u t e r s

‘Zonder bondgenoten is

politiek een eenzaam vak’

L HAAR engage- menten in denk- groepen en com- missies opsom- men, is onbegon- nen werk. Laat ons het hierop houden: dienstbaarheid is wat de Antwerpse Sofie Blancquaert ten diepste beweegt. Zo gedreven is ze om iets te betekenen voor God en mensen, dat de – op het eerste gezicht – geringe impact van haar doen en laten wel eens durft frus- treren. Notariaat of advocatuur konden de juriste van meet af aan weinig boeien. Tijdens haar rech- tenstudies waren het dan ook vooral de algemene vakken als rechtsfilosofie, parlementaire ge- schiedenis en sociologie alsook de multidisciplinaire benadering van professor-jezuïet Fernand Van- neste die haar enthousiast maak- ten.

„Hij leerde ons verder kijken dan de letter van de wet,” klinkt het, „en opende ons de ogen voor de grondslagen van het recht en waarden zoals belangeloosheid, intellectuele eerlijkheid, onafhan- kelijkheid van economische of po- litieke macht, het laten primeren van het welzijn van mensen.” Het zijn nog altijd Blancquaerts maat- staven. Maar vóór we het hebben over de ethische problemen in middelgrote zorginstellingen als het Sint-Andriesziekenhuis in Tielt, houden we halt bij de politie- ke periode van onze ge- sprekspartner. En na- tuurlijk willen we de lezer niets onthouden over de onuitputtelijke bron van het engagement van deze bedrijvige dame.

– Het verlangen om maatschappelijk iets te betekenen duwde u eerst richting politiek. Hoe ver- ging het u daar?

Vanuit mijn geloof en mijn overtuiging dat de mens een relationeel we- zen is, niet alleen op de wereld en medeverant- woordelijk voor de sa- menleving, koos ik voor de christendemocratie.

Ik was actief in het natio- naal bureau van de jonge- renafdeling en werd ge- meenteraadslid in Mort- sel. Bij mensen als Hugo

Vandenberghe en Frank Swaelen werd ik wetenschappelijk mede- werkster in de (toen nog) CVP-se- naatsfractie. Daar schreef ik mee aan het eerste wetsvoorstel over euthanasie.

Uitermate boeiend vond ik dat, maar tegelijk voelde ik me vrese- lijk eenzaam. Behalve enkele ou- dere politici vond ik nauwelijks bondgenoten in de eigen partij. De jongere garde was weinig met het inhoudelijke debat bezig. Belang- rijke maatschappelijke thema’s zoals gezondheidszorg en justitie raakten telkens weer onderge- sneeuwd onder communautair gekibbel. Het gebrek aan debat- cultuur en aan een nationale christendemocratische partij ont- goochelde me enorm. De prijs voor een politieke loopbaan leek me te hoog en het rendement te laag. De politiek is een harde we- reld. Weinigen houden er nog een sociaal leven op na. Je gezin be- taalt de prijs. Toen ik op dat mo- ment mijn partner leerde kennen, aarzelde ik om de stap naar de ac- tieve politiek te zetten. Misschien indien ik meer bondgenoten had gevonden...

– Aan de universiteit kon u nutti- ger werk doen?

Via het euthanasievraagstuk was ik intussen vertrouwd ge- raakt met de biomedische sector.

Aan het Centrum voor Biomedi- sche Ethiek in Leuven werkte ik mee aan onderzoek naar medische beslis- singen over het levens- einde bij wilsonbekwa- me patiënten. Heel interessant allemaal, maar ik had wel de in- druk dat de universiteit veraf stond van het maatschappelijke le- ven. Wat werd er met al die wetenschappelijke kennis uiteindelijk ge- daan?

Enfin, het onderzoek was rijp voor een docto- raat toen ik op trouwen stond en mijn man naar West-Vlaanderen volg- de. In Tielt kon ik aan de slag als algemeen secretaris en juridisch medewerker in het Sint-Andrieszieken huis. Zo ruilde ik de theorie voor de prak-

tijk. Ik ben er onder meer lid van de lokale commissie voor ethiek.

– Iedere zorginstelling heeft ver- plicht zo’n commissie in huis.

Maar wat houdt die precies in?

Ze heeft onder meer een contro- letaak op geneesmiddelenonder- zoek van artsen die hiervoor door farmaceutische firma’s benaderd worden. Uiteraard worden be- trokken patiënten bij deelname aan de klinische studie op de hoogte gebracht van de werking van het middel en wordt hun toe- stemming gevraagd. De ethische commissie volgt de haalbaarheid van die testen op. In de praktijk is die opdracht in een middelgroot ziekenhuis als dat van Tielt moei-

lijk waar te maken. Zo’n commis- sie is immers samengesteld uit vrijwilligers. Die mensen voelen zich niet altijd even goed onder- legd.

Experimenten verbannen gaat niet, dan trekken de farmaceuti- sche firma’s weg en zoeken ze me- dewerkers in een andere instel- ling. Het gaat om veel geld – meestal overigens in de sector van de neuropsychiatrie – en net daar- om vind ik dat hierover op een ho- ger niveau moet worden nage- dacht, beter dan door vrijwilligers in een ethische commissie van een klein tot middelgroot zieken- huis.

Bovendien komt bij deze taak heel wat administratie kijken, zo- dat we voor andere taken, waarin

we voor onze patiënten meer zou- den kunnen betekenen, minder tijd hebben. Zo lijkt het me op lo- kaal niveau veel nuttiger om na te denken over het toepassen van vrijheidsbeperkende maatrege- len in de ouderenzorg, de rol van familie bij dementerenden, het opvolgen van individuele ethische casussen van medewerkers, noem maar op. Dan kriebelt het bij mij weer om het in Brussel eens allemaal te gaan uitleggen...

– In hoever is uw ethische visie beïnvloed door uw geloof?

Mijn katholieke opvoeding te- kent me nog altijd heel sterk en het lijkt me logisch dat mijn ethi- sche visie daardoor gekleurd is.

Toch zijn het voor mij twee afzon- derlijke dingen. Ethiek mag nooit herleid worden tot geloofsovertui- ging en geloof niet tot moraal. Ik zie ethiek juist als ideaal platform voor de dialoog tussen levensbe- schouwingen. De betrachting te komen tot meer menselijkheid in de zorg zou ons toch juist naar el- kaar moeten toebrengen?

– U bent aangesloten bij de le- kenbeweging van de zustercon- gregatie Onze-Lieve-Vrouw van Zeven Weeën. Hoe komt dat zo?

De geestelijk directeur van de zusters van Ruiselede is ook be- stuurder in ons ziekenhuis. Naar aanleiding van het zevenhon- derdjarige bestaan van de congre- gatie drie jaar geleden nam hij het initiatief voor een Confrérie OLV 7 Weeën. In navolging van de reli- gieuzen willen de aangesloten le- ken, nu een twaalftal, dienstbaar zijn en Jezus verkondigen. Dat doen we via „het ware, het schone en het heilige”. Concreet betekent dit dat we jaarlijks een aantal acti- viteiten organiseren: een debat, concert of bezinning.

Maria speelt in mijn geloof een belangrijke rol. Ze is een voor- beeld voor mij als moederfiguur, als diegene die onder het kruis bleef staan, die er voor iedereen is, dienstbaar en eenvoudig. Lang heb ik gedacht dat ik nooit moe- der zou worden en had me al he- lemaal toegelegd op inzet voor de samenleving. Nu ik het toch ben, bekijk ik het leven anders, bewus- ter en eenvoudiger. Waarom de dingen ingewikkeld maken? Als moeder is mijn dienstbaarheid oprechter geworden, denk ik.

Ethische commissies in kleine ziekenhuizen zijn te weinig onderlegd om klinische tests op te volgen waar veel geld mee gemoeid is

© Kristof Ghyselinck

SOFIE BLANCQUAER T

K

A

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Buiten onze thuismarkten verkopen we speculoos onder het merk Lotus Biscoff.. Dat is de sa- mentrekking van Biscuit

Het brood dat wij vandaag nodig hebben om de dag door te komen: niet minder en niet meer vragen we aan God.. Onder dat minimum begint het tekort en

Een mens leeft niet van brood alleen verzoek mij niet met deze steen?. en weet dat God, naast brood, ons geeft het woord dat Hij

Al lijkt ook alles zinloos, toch blijft mijn hoop op Hem die heel de schepping draagt, doorademt met zijn kracht.. Ook als mijn dagen donker zijn, blijft toch mijn hoop

“lichte” jeugd dan verloren gaan met een ingebeelde Jezus, de “zware” jeugd gaat verloren omdat Christus hen in de prediking niet wordt aangeboden als een

Vorig jaar deden de Franse bis- schoppen nog hun uiterste best opdat hun verzet tegen het ho- mohuwelijk en de mogelijkheid van adoptie door paren van het- zelfde

„Dit is dé plek waar ik de opge- stane Heer en zijn barmhartige moeder ontmoet, elke week op- nieuw met de krop in de keel”, vertelt Luc Verreycken (49), die

Het zorgpersoneel heeft niet de tijd om lang met bewoners te praten, laat naast het bed van een stervende te waken. Vrijwilligers bieden net dat beetje extra: tijd die buiten