ACTUELE ONTWIKKELINGEN INZAKE FAILLISSEMENTSRECHT
ACTUELE ONTWIKKELINGEN INZAKE FAILLISSEMENTSRECHT
Benoît Allemeersch Dirk Lambrecht
(eds.)
Antwerpen – Oxford
Actuele ontwikkelingen inzake faillissementsrecht Benoît Allemeersch en Dirk Lambrecht (eds.)
© 2008 Intersentia Antwerpen – Oxford www.intersentia.be
ISBN 978-90-5095-825-7 D/2008/7849/36
NUR 827
Alle rechten voorbehouden. Behoudens uitdrukkelijk bij wet bepaalde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt, op welke wijze ook, zonder de uitdrukkelijke voorafgaande toestemming van de uitgever.
Intersentia v
WOORD VOORAF
In De Tijd stond enkele dagen geleden te lezen “… In juli zijn 729 Belgische bedrij- ven failliet gegaan. Dit zijn er iets minder dan in de voorgaande maand juni (met 754 faillissementen) maar wel een fl ink pak meer dan in juli vorig jaar (587).
De toename op jaarbasis bedraagt 24 procent”.
Als Rechtbank van Koophandel, steeds bekommerd om de fi nanciële gezondheid van de bedrijven, moeten we hier even blijven bij stilstaan.
Ondernemen betekent risico’s nemen. Vandaag de dag zijn het slagen en het falen in een business verweven met de realiteit van onze markteconomie, die hoe langer hoe meer een geglobaliseerd karakter vertoont.
Daaruit volgt dat het aantal bedrijven dat jaarlijks verdwijnt, steeds toeneemt en de bedrijfsleider die zijn zaak wil redden, vlug en soepel dient in te grijpen.
Was de hoofdbedoeling van de hervorming in 1997 van de Wet op het Gerechte- lijk Akkoord niet precies faillissementen te voorkomen en de mogelijkheden van het gerechtelijk akkoord voor ondernemingen gevoelig uit te breiden?
De realiteit toont aan dat die ambitieuze doelstellingen op geen enkel vlak zijn behaald. Er zijn sinds het in voege treden van deze wet nooit meer dan 180 aan- vragen ingediend en na twee jaar blijkt dat meer dan de helft van de toegestane akkoordprocedures zijn uitgemond in een toestand van faillissement.
De continuïteit van een onderneming is cruciaal voor het welzijn van de bevol- king: men kan die alleen garanderen door beter aangepaste middelen dan die welke thans ter begeleiding voorliggen.
Huidig wetsvoorstel verruimt vooral de waaier aan instrumenten die de onderne- ming aangeboden krijgt om haar moeilijkheden het hoofd te bieden.
De rechters bij de Rechtbank van Koophandel blijven een belangrijke rol spelen bij de begeleiding van de collectieve procedures. Het algemeen belang, en in bepaalde gevallen zelfs de openbare orde, is hier in het geding. Om de belangen af
Woord vooraf
vi Intersentia
te wegen zijn bovendien de aanwezigheid en het optreden van de rechter onont- beerlijk.
Dit boek is een samenbundeling van de boeiende uiteenzettingen die werden gehouden op de studiedag van 25 april 2008 ter attentie van de practici.
Naast een overzicht van “10 jaar insolventierecht in de praktijk” wordt inge- gaan op een aantal specifi eke problemen waarmee zij in de praktijk worden geconfronteerd: de recente ontwikkelingen inzake de kosteloze borgtocht, de impact van het nieuwe Bodemdecreet en de problematiek van grensoverschrij- dende faillissementen.
Dit overzicht zal ongetwijfeld bijzonder nuttig zijn om de op til zijnde ontwikke- lingen ter zake te volgen.
Francine De Tandt Voorzitter van de Rechtbank van Koophandel te Brussel
Intersentia vii
INHOUD
WOORD VOORAF . . . v
VAN GERECHTELIJK AKKOORD NAAR CONTINUÏTEIT VAN DE ONDERNEMING. Eerste commentaar op het wetsvoorstel betreff ende de continuïteit van de ondernemingen Alain Zenner . . . 1
1. Samenvatting . . . 1
2. Inleiding . . . 2
2.1. Van de afasie naar de woordenvloed van de wetgever… . . . 2
2.2. Het falen van het gerechtelijk akkoord . . . 6
2.3. Naar een nieuw ontwerp . . . 8
2.4. De grote lijnen van het wetsvoorstel . . . 10
2.5. Vereenvoudigingen . . . 12
2.6. Verduidelijkingen . . . 13
2.7. Algemene fi losofi e. Rechten van de schuldeisers. Uit de praktijk onstane zekerheden . . . 14
3. Titel I – Algemene bepalingen . . . 17
4. Titel II – De gegevensinzameling en de handelsonderzoeken . . . 24
5. Titel III – Het minnelijk akkoord . . . 31
6. Titel IV – De gerechtelijke reorgani satie . . . 34
6.1. Hoofdstuk I – Algemene bepalingen . . . 34
6.2. Hoofdstuk II – De gerechtelijke reorganisatie door minnelijke akkoorden . . . 70
6.3. Hoofdstuk III – De gerechtelijke reorgani satie door een collectief akkoord . . . 71
6.4. Hoofdstuk II – Gerechtelijke reorganisatie door overdracht onder gerechtelijk gezag . . . 79
7. Titel V – Diverse bepalingen . . . 86
8. Titels VI en VII – Strafrechtelijke bepalingen en wijzigingsbepalingen . . 88
9. Titel VIII – Opheff ende en overgangs bepalingen . . . 89
10. Besluit . . . 89
Inhoud
viii Intersentia
TIEN JAAR BELGISCH INSOLVENTIERECHT: HEDEN, VERLEDEN EN TOEKOMST
Melissa Vanmeenen. . . 91
1. Doelstellingen en resultaten . . . 92
1.1. Preventie . . . 93
1.2. Vereenvoudiging . . . 96
1.3. Evenwicht . . . 98
1.4. Humanisering . . . 99
2. Overzicht van de belangrijkste evoluties: wetswijzigingen en jurisprudentiële ontwikkelingen . . . 101
2.1. Chronologisch overzicht van de wetswijzi gingen m.b.t. de Faillissementswet . . . 102
2.2. Th ematische bespreking . . . 105
2.2.1. Faillietverklaring en datum van staking van betaling . . . 105
2.2.2. Zekerheden in de faillissementsprocedure . . . 108
2.2.3. Procedurele aspecten . . . 110
2.2.4. Positie en taak van de curator . . . 112
2.2.5. Het beheer van de boedel . . . 115
2.2.6. De schuldeisers . . . 118
2.2.7. Verschoonbaarheid en bevrijding van de kosteloze persoonlijke zekerheidsteller / echtgenoot . . . 118
2.3. Andere belangrijke wetswijzigingen en evoluties die een impact hebben op het insolventierecht . . . 123
3. Een blik naar de toekomst . . . 125
3.1. Algemene beschouwingen . . . 125
3.2. Beknopte samenvatting van het wetsvoor stel betreff ende de continuïteit van onder nemingen . . . 127
4. Besluit . . . 129
DE KOSTELOZE PERSOONLIJKE ZEKERHEIDSTELLER IN HET INSOLVENTIERECHT Annick De Wilde . . . 131
1. Inleiding . . . 131
2. Kort overzicht van de wettelijke regelingen . . . 132
2.1. Vordering tot nietigverklaring – artikel 224, § 1, 4° B.W. . . 132
2.2. Wet kosteloze borgtocht van 3 juni 2007 – artikelen 2043bis t.e.m. 2043octies B.W. . . 133
2.3. Bevrijding in het insolventierecht – artikel 80 Faill.W. / artikel 1675/16bis Ger.W. . . 135
3. Schematisch overzicht . . . 138
Inhoud
Intersentia ix
4. Toepassingsgebied . . . 139
5. Kosteloos . . . 144
6. Zakelijke borg . . . 146
7. Toetsingscriterium . . . 148
8. Tijdstip van beoordeling . . . 151
9. Sanctie . . . 153
10. Bewijslast . . . 154
11. Termijn? . . . 155
12. Bevoegde rechtbank . . . 158
13. Besluit . . . 160
NIEUW BODEMRECHT IN VLAANDEREN: AANDACHTSPUNTEN VOOR DE CURATOR Stijn Verbist . . . 163
1. Inleiding . . . 163
2. Algemene verplichtingen . . . 167
2.1. De curator als ‘de gemandateerde’ . . . 167
2.2. De overdracht van onroerende goederen . . . 168
2.3. De sluiting van risico-inrichtingen . . . 168
3. De specifi eke verplichtingen in geval van faillissement . . . 168
3.1. Onderzoeks(initiatief)plicht . . . 168
3.1.1. “Ingeval een handelaar of een vennootschap failliet wordt verklaard…” . . . 169
3.1.2. “…die een risico-inrichting exploiteert…” . . . 169
3.1.3. “…op initiatief van de curator…”. . . 170
3.1.4. “…op de gronden waar de gefailleerde de risico-inrichting exploiteerde” . . . 170
3.1.5. Sanctie?. . . 170
4. Wat na de uitvoering van het onderzoek? . . . 170
4.1. Meldingsplicht . . . 171
4.1.1. “Als een handelaar of een vennootschap die een risico- inrichting exploiteert, failliet wordt verklaard” . . . 172
4.1.2. “binnen een termijn van dertig dagen na het vonnis van faillietverklaring” . . . 172
4.1.3. “brengt de curator de OVAM bij aangetekende brief daarvan op de hoogte” . . . 172
4.1.4. Sanctie . . . 173
4.2. Het protocol . . . 173
4.2.1. Algemeen . . . 173
4.2.2. Toepassingsgebied . . . 174
Inhoud
x Intersentia
4.2.3. Engagementen . . . 174
4.2.4. Het Verzameldecreet Energie en Leefmilieu? . . . 176
4. De overdracht van gronden . . . 176
4.1. Toepassingsgebied – defi nities . . . 177
4.2. De regels van toepassing op overeenkomsten betreff ende de overdracht van alle gronden . . . 182
4.3. De regels van toepassing op de overdracht van risicogronden . . . 183
4.3.1. Algemeen . . . 183
4.3.2. Voorafgaande initiële onderzoeksplicht: OBO . . . 184
4.3.3. Voorafgaande meldingsplicht . . . 186
4.3.4. Voorafgaande bijkomende onderzoeksplicht (BBO) . . . 187
4.3.5. De vooroverdrachtsverplichtingen . . . 188
4.3.6. De overname van de uitvoering van de vooroverdrachts- verplichtingen door de verwerver . . . 188
4.4. De versnelde overdrachtsprocedure . . . 190
4.4.1. Algemeen . . . 190
4.4.2. Gezamenlijke voorafgaande meldingsplicht . . . 190
4.4.3. Voorafgaande onderzoeksplicht (OBO – BBO) . . . 190
4.4.4. Voorafgaande kostenraming . . . 190
4.4.5. Verklaring tweede bodemsaneringsdeskundige (second opinion) . . . 191
4.4.6. Uitspraak OVAM . . . 191
4.4.7. Vooroverdrachtsverplichtingen . . . 192
4.5. Burgerlijke sancties: nietigheid en niet-tegenstelbaarheid . . . 193
4.5.1. Sancties ter bescherming van de verwerver . . . 193
4.5.2. Sancties ter bescherming van de OVAM . . . 194
4.3.6. Afstand van het eigendomsrecht . . . 194
5. De vrijstelling van de vooroverdrachtsverplichtingen . . . 195
5.1. Het verband tussen saneringsplicht en vooroverdrachts verplichtingen . . . 195
5.2. Het instellen van het verzoek tot vrijstelling . . . 198
5.3. De vrijstellingsvoorwaarden . . . 199
5.4. De gevolgen van de vrijstelling . . . 202
5.5. De fi nanciering van de sanering . . . 204
5.5.1. De principiële prefi nancieringsplicht . . . 204
5.5.2. Draagkrachtregeling . . . 204
5.5.3. Cofi nanciering . . . 204
5.5.4. Aansprakelijkheid . . . 204
Inhoud
Intersentia xi
KRONIEK INTERNATIONAAL INSOLVENTIERECHT
Vincent Sagaert. . . 207
1. Inleiding . . . 207
2. Het faillissementsrecht als aanknopingsfactor binnen het IPR . . . 208
3. De afb akening tussen het WIPR en de Europese Insolventieverordening . . . 209
3.1. Territoriale afb akening . . . 209
3.2. Materiële afb akening . . . 210
4. Europese Insolventieverordening . . . 212
4.1. Bepalingen inzake rechtsmacht om een insolventieprocedure te openen . . . 212
4.1.1. Hoofdprocedures: centrum van voornaamste belangen . . . 212
4.1.2. Aanknoping voor de opening van territoriale procedures . . . 218
4.2. Bepalingen inzake de erkenning van een insolventieprocedures die in een andere EU-lidstaat geopend is . . . 220
4.3. De samenwerking en coördinatie van de verschillende procedures . . . 223
5. Belgisch internationaal privaatrecht . . . 225
5.1. Regels inzake rechtsmacht . . . 225
5.2. Regels inzake erkenning van de extra territoriale eff ecten . . . 228
5.3. Internationale verdragen . . . 230
6. De positie van de schuldeisers in het IPR . . . 232
6.1. Algemeen . . . 232
6.2. Compensatie . . . 233
6.3. Persoonlijke zekerheden . . . 235
6.4. Zakelijke zekerheden . . . 236
6.4.1. Algemene uitgangspunten . . . 236
6.4.2. Eigendomsvoorbehoud . . . 236
6.4.3. Pand / fi duciaire eigendom op schuldvorderingen . . . 238
6.4.4. Voorrechten . . . 240