• No results found

Egbert Ludwig, interim directeur Bronnen VanOns“Met lokaal eigendom heb je meteen een ander verhaal”

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Egbert Ludwig, interim directeur Bronnen VanOns“Met lokaal eigendom heb je meteen een ander verhaal”"

Copied!
1
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Op 29 mei jongstleden is de voorlopige Concept RES van de regio Drenthe verstuurd naar het Nationaal Programma Regionale Energiestrategie (NP RES). Ondanks de

corona-maatregelen is het de meeste overheden gelukt de Concept RES vóór 1 juni te behandelen. Inmiddels is de Concept RES aan de orde geweest in alle 12

gemeenteraden en de vier dagelijkse besturen van de waterschappen. Op 9 september behandelt de

Statencommissie Omgevingsbeleid de Concept RES. De Concept RES regio Drenthe gaat op 1 oktober definitief naar de NP RES. Vervolgens analyseert het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) alle Concept RESsen.

Uiterlijk 1 februari 2021 vindt de terugkoppeling plaats naar de regio Drenthe, vergezeld met het advies van de NP RES.

“Bij de energietransitie staat het behoud van ruimte en biodiversiteit voorop.

Zonne- en windenergie hebben veel invloed op de ruimtelijke kwaliteit van ons landschap.

Als maatschappelijke partners, betrokken bij de RES, zijn we met aanbevelingen gekomen om de samenhang van de Drentse energietransitie goed voor ogen te houden en de samenleving er optimaal bij te betrekken.

Over de omgeving van mensen beslissen, roept weerstand op. Dat hebben we allemaal gezien met de windturbines. Als iedereen kan profiteren van de energietransitie, is er draagvlak. Het Drentse

Landschap heeft daar al jaren ervaring mee. Bijvoorbeeld op ons landgoed Rheebruggen, waar

honderden zonnepanelen op de daken van onze gebouwen liggen. Dit zonneproject wordt gerund door de lokale energiecoöperatie waarvan bewoners in Ansen profiteren.

Samen, is absoluut ons motto. En duurzaam, waarmee ik bedoel dat we de tijd moeten nemen en voor de langere termijnoplossingen moeten gaan. Techniek ontwikkelt zich razend snel. Laten we ons

alsjeblieft niet door de tijdsdruk vastleggen met plannen waarvan we later spijt krijgen. Daarom is het ontzettend belangrijk dat we aan de voorkant goed nadenken en naar oplossingen kijken die houdbaar zijn in de toekomst en voordelen opleveren voor inwoners en onze leefomgeving. Natuur, biodiversiteit, landbouw, industrie, recreatie, vanuit al deze sectoren is een open discussie essentieel om goede afwegingen te kunnen maken. Samen aan de voorkant goed nadenken en kijken naar koppelkansen, integraal en oplossings- en toekomstgericht. Vervolgens kunnen we tot een breedgedragen Drents Energieakkoord komen. Dan weten we waarvoor we staan en gaan we er met z’n allen voor.

Het stokje voor de volgende ‘Mijn RES regio Drenthe’ geef ik door aan wethouder Henk Kosters van de gemeente Noordenveld”.

Foto: Sake Elzinga

Egbert Ludwig, interim directeur Bronnen VanOns

“Met lokaal eigendom heb je meteen een ander verhaal”

“Het is prachtig dat zoveel mensen in Drenthe meepraten en meebepalen hoe we die energietransitie gaan waarmaken”, zegt Egbert Ludwig, interim directeur van Bronnen VanOns.

Hij neemt deel aan vele gesprekken, bijeenkomsten en bewonersavonden waar wordt gesproken over de

energiestrategie. “Maar let wel”, vervolgt hij “voor draagvlak is meer nodig dan een inspraakavond.

Daarom ben ik ook zo blij met wat er in de Concept RES staat over het streven naar 50% lokaal eigendom. Daardoor krijgen mensen zelf de regie en profiteren ze mee van de opbrengsten van duurzame energieopwekking in hun eigen omgeving. Bronnen VanOns steekt graag de handen uit de mouwen om dit voor elkaar te krijgen.”

Het Klimaatakkoord is helder: er is een evenwichtige eigendomsverdeling nodig voor de productie van duurzame energie. Ludwig: “Mensen vinden windmolens en zonneweides vaak lelijke dingen die ze liever niet in de buurt willen hebben. Maar als die windmolen ook een beetje van jou is en jij invloed hebt op hoe een zonneweide wordt ingepast in je omgeving, wordt het al een stuk draaglijker.”

Lokale gemeenschap

Hij kent de weerstand die er in Drenthe is ontstaan tegen de bouw van windturbines. “Dat kwam vooral door het gevoel dat een paar boeren er rijk van worden, anonieme aandeelhouders in het buitenland er tonnen aan verdienen en zij zelf er alleen maar last van hebben. En dat ook nog eens dankzij

Nederlandse subsidies die wij als burgers met elkaar moeten opbrengen. Het streven naar 50% lokaal eigendom betekent dat minstens de helft van de opbrengst bestemd is voor de lokale gemeenschap.

Dan heb je meteen een ander verhaal.”

Jaap Boekholt van Woningstichting De Volmacht:

“Zonder definitieve warmteplannen bouwen we op drijfzand”

Met zijn woningbouwcorporatie zet Jaap Boekholt nu vooral in op het isoleren van woningen, in afwachting van de definitieve warmteplannen van de gemeente die worden vastgelegd in de

Transitievisie Warmte. “Hoe eerder ik weet wanneer bepaalde wijken van het aardgas af gaan en hoe we die huizen vervolgens gaan verwarmen, hoe sneller ik daarop kan anticiperen met

warmtesystemen”, zegt Boekholt. “Zonder die duidelijkheid bouwen we op drijfzand.”

Boekholt wil geen domme keuzes maken. “Ik wil voorkomen dat ik nu kies voor een bepaald

warmtesysteem waarbij ik er over twee jaar achter kom dat de techniek niet adequaat is. Ik wil niet vijftien jaar aan zo’n techniek vast zitten.” Daarom moet eerst de schil goed zijn, benadrukt Boekholt.

“Pas als woningen goed zijn geïsoleerd en geventileerd, kun je kiezen voor het beste warmtesysteem.”

Veel woningen ongeschikt

Landelijk is afgesproken dat woningbouwcorporaties per 1 januari 2021 het energielabel B realiseren voor het gemiddelde woningbezit. Een mooie doelstelling, vindt Boekholt. Hij stelt echter dat het

grootste deel van het bestaande woningbezit van de corporaties in Drenthe nog niet geschikt zijn voor energielabel B met energiezuinige warmte-installaties gebaseerd op lage temperaturen. “We hebben veel woningen die in de jaren zestig en zeventig zijn gebouwd. Die hebben nog een cv-ketel met een watertemperatuur van zestig graden of zelfs een ouderwetse geiser. Als je lukraak een installatie met een veel lagere temperatuur neerzet, krijg je zo’n huis in de winter niet warm of kunnen de bewoners niet lekker warm douchen.”

Alle gemeenteraden en de dagelijkse besturen van de vier waterschappen hebben over de Concept RES regio Drenthe besloten. Deze is bij tien gemeenten vastgesteld en bij twee gemeenten voor kennisgeving aangenomen (Assen en Coevorden). Bij een aantal gemeenten werden voorwaarden, moties en zienswijzen ingediend en aangenomen.

Borger-Odoorn: de raad is akkoord onder de voorwaarde dat de ambitie van zon op dak wordt aangepast naar 0,02 TWh ( i.p.v. 0,04 TWh).

De Wolden: in een zienswijze geeft de raad aan dat de ambitie van De Wolden moet worden bijgesteld van 0,109 TWh naar 0,1 TWh.

Hoogeveen: de gemeenteraad van Hoogeveen stelde de Concept RES regio Drenthe vast met uitzondering van het bod van Hoogeveen van 0,35 TWh. Op basis van de gemeentelijke

klimaatambities is een bod van 0,27 TWh vastgesteld, dat moet worden opgenomen als de bijdrage van de gemeente Hoogeveen aan de totale Drentse bijdrage.

Meppel: in een zienswijze wordt het college opgeroepen om bij het toewerken naar een volgende versie van de RES een verdere uitwerking van het uitgangspunt “financiële redelijkheid” in de nota in te brengen.

Noordenveld: de gemeenteraad neemt een motie aan en verzoekt het college om breed uit te dragen dat biomassa centrales op basis van houtverbranding niet gewenst zijn als instrumenten voor duurzame energie opwekking en te bevorderen dat in de RES 1.0 dergelijke biomassa centrales niet (meer) als instrument worden meegenomen.

Westerveld: in een zienswijze geeft de gemeenteraad aan dat inwoners actief op de hoogte moeten worden gehouden van de stand van zaken van het proces en dat er bij de invulling van de opgave rekening moet worden gehouden met de ruimtelijke kwaliteit en landschappelijke waarden en de betaalbaarheid van deze transitie. In dezelfde zienswijze maakt de raad zich zorgen over de problemen rondom de netwerkcapaciteit en de aanpak van de warmtetransitie.

De zienswijzen, het amendement en de motie zijn te vinden op

https://www.energievoordrenthe.nl/concept+res+regio+drenthe/default.aspx

In diverse media verschijnen artikelen, kaartjes en lijstjes met ‘optellingen’ van de TWh uit de concept RESsen. Hoe kijkt NP RES hiernaar?

De ‘optellingen’ in de diverse kaartjes laat zien dat de bijdragen ten aanzien van elektriciteit aansluiten op de landelijke afspraak van 35 TWh in 2030. Of deze bijdragen straks ook kunnen worden

gerealiseerd, is van meer factoren afhankelijk dan alleen een ‘optelling van TWh’. Het gaat hier om factoren als beleid, maatschappelijk en bestuurlijk draagvlak, ruimtelijke inpassing, netcapaciteit, financiering en economische omstandigheden. Deze factoren kunnen belemmeringen zijn die de bijdragen beïnvloeden en leiden tot bijstelling van het aantal TWh. Regio’s geven in de Concept

RESsen namelijk aan dat er, om de genoemde bijdragen te realiseren, belemmeringen moeten worden weggehaald op het gebied van wet- en regelgeving, beleid en uitvoering.

Hoe krijgt NP RES inzicht in de kwaliteit van het proces?

Deze zomer vindt een tussentijdse kwalitatieve analyse plaats. Deze analyse beperkt zich tot de thema’s: ruimtegebruik, systeemefficiëntie en draagvlak en de samenhang tussen deze thema’s. Ook het inzichtelijk maken van belemmeringen en schetsen van oplossingen is onderdeel van de

kwalitatieve analyse. De tussentijdse analyse is een extra gelegenheid waarbij NP RES, regio’s, rijk, netbeheerders en anderen kijken waar we samen staan in het RES-proces. Daarbij wordt gekeken naar de samenhang van de 30 RES-ambities en de kwaliteit van de afwegingen en de belemmeringen waar de regio’s tegen aanlopen rondom bijvoorbeeld wet- en (landelijke en decentrale) regelgeving,

kosten/baten, netcapaciteit, impact van de verhouding wind en zon, participatie en verankering in de Omgevingswet.

Wat houdt de integrale kwalitatieve en kwantitatieve analyse van de concept RESsen in?

Het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) analyseert de kwantiteit en kwaliteit van de Concept RES’en en focust de analyse op bovenregionale en nationale aspecten, dus niet afzonderlijk per regio.

Als het gaat om kwantiteit kijkt PBL naar wat de regio’s kunnen opwekken in TWh. Zo wordt gekeken of het doel van 35 TWh binnen bereik ligt. De regio’s en ook het PBL geven hierbij aan welke

belemmeringen er zijn, waardoor ambities mogelijk niet kunnen worden gehaald. Ook wordt gekeken naar de vragen: hoe verhouden de huidige en verwachte warmtevraag en- aanbod zich tot elkaar? Is de benodigde infrastructuur aanwezig? en Hoe komen gemeenten binnen een regio en mogelijk over regiogrenzen heen tot een gedragen en efficiënte aanpak? Bij kwaliteit gaat het om bestuurlijk

draagvlak: in hoeverre zijn democratisch gekozen besturen geïnformeerd? en maatschappelijke betrokkenheid: in hoeverre hebben of krijgen burgers en bedrijven een stem in het opstellen en later ook het uitvoeren van de RES? Met de analyse ontstaat een totaalbeeld van de ruimtelijke inpassing, impact voor het netwerk en het maatschappelijk en bestuurlijk draagvlak in deze fase van de RES. Het PBL zal ook oplossingsrichtingen schetsen voor de belangrijkste knelpunten die het bereiken van het doel kunnen belemmeren. Inzichten over verschillen tussen regio’s zullen in dat kader worden

meegenomen.

vanaf 1 juni start kwalitatieve analyse NP RES

9 september 2020: behandeling Concept RES regio Drenthe in Statencommissie Omgevingsbeleid 1 oktober 2020: Concept RES regio Drenthe definitief naar NP RES

1 oktober 2020: start PBL met de RES-analyse (kwantitatief en kwalitatief)

uiterlijk 1 februari 2021: PBL-analyse komt beschikbaar, samen met advies van NP RES maart 2021: RES 1.0 gereed voor besluitvorming

1 juli 2021: RES 1.0 naar NP RES

Bijeenkomsten voor

volksvertegenwoordigers Na de zomer organiseert het Werkbureau RES-regio Drenthe een aantal bijeenkomsten, waaronder een masterclass Lokaal Eigendom in

samenwerking met de

Participatiecoalitie. Zodra de data bekend zijn, worden uitnodigingen verstuurd.

Masterclass Lokaal Eigendom

Om ervoor te zorgen dat het streven naar 50% lokaal eigendom uit het Klimaatakkoord en de Concept RES daadwerkelijk goed wordt geregeld, is slim lokaal beleid nodig. Daarmee sturen gemeenten of provincie op wind- en/of zonneprojecten waarin omwonenden optimaal kunnen participeren en meeprofiteren.

Speciaal hiervoor organiseert het Werkbureau RES- regio Drenthe en de Participatiecoalitie de inspirerende en praktijkgerichte masterclass ‘Aan de slag met 50%

lokaal eigendom’.

U ontvangt zo spoedig mogelijk een uitnodiging met de data waarop de masterclass (al dan niet online)

plaatsvindt. Wilt u nu al meer weten over lokaal eigendom? Ga naar

https://www.energievoordrenthe.nl/themas/default.aspx

Heeft u input voor de bijeenkomsten en/of de masterclass Lokaal Eigendom? Mail deze naar werkbureaures@drenthe.nl

In de Concept RES regio Drenthe is vastgesteld dat de gemeenten primair verantwoordelijk zijn voor de communicatie en participatie als het gaat om de RES. Gemeenten staan als overheid immers het

dichtst bij de samenleving. Het lokale gesprek over de energietransitie vindt daarmee plaats binnen de gemeenten. Deze keuze zorgt voor een lokale inkleuring van de RES en houdt ruimte voor lokaal maatwerk.

Samen optrekken

De gemeenten staan echter niet alleen voor deze taak. Door als RES-regio samen op te trekken in participatie en communicatie, wordt de kwaliteit van de gemeentelijke processen verhoogd en ontstaat samenhang binnen de regio.

Ondersteuning

Het Werkbureau RES-regio Drenthe en de Werkgroep Communicatie en Participatie ondersteunen de gemeenten op regionaal niveau. Op het gebied van communicatie worden de gemeenten ondersteund met content (tekst en beeld). Deze content kunnen ze gebruiken in hun eigen communicatie, waarbij ze uitgaan van hun eigen situatie en gebruikmaken van eigen communicatiemiddelen. Als het gaat om participatie is er ondersteuning in de vorm van een regionale participatie-toolbox voor gemeentelijke participatieprocessen en een regionale aanpak lokaal eigendom. Ook worden gemeenten actief ondersteund bij het vormgeven van hun participatietraject.

In de volgende Informatiebrief komen we terug op communicatie en participatie.

RES en Transitievisie Warmte

In de RES moet worden beschreven welke bovenregionale warmtebronnen een rol kunnen spelen bij de vervanging van aardgas. Goed voorbeeld hiervan zijn fabrieken die zoveel restwarmte produceren dat wijken in meerdere gemeenten van warmte kunnen worden voorzien.

Warmtebronnen op wijkniveau

Voor de RES van de regio Drenthe is gekozen om ook in te zoomen op de warmtebronnen die alleen op wijkniveau kunnen worden gebruikt. Zo wordt onderzoek gedaan en informatie verzameld over de toepasbaarheid van het gebruik van aardwarmte en de mogelijkheid om energie uit oppervlaktewater te halen. Deze informatie kunnen gemeenten gebruiken bij het opstellen van hun eigen Transitievisie Warmte die volgend jaar moet zijn vastgesteld. In deze visie geven gemeenten aan hoe en wanneer wijken van het aardgas af gaan. Hieruit kan ook worden afgeleid hoe de warmte-infrastructuur moet worden aangepast. Al deze informatie wordt opgenomen in de RES 2.0.

Woningbouwcorporaties

Woningbouwcorporaties zijn voor hun eigen woningvoorraad, sterk van afhankelijk van de

Transitievisies warmte. In elke gemeente zijn ze daarom betrokken bij de totstandkoming van deze visies.

Aan het woord in deze ‘Mensenwerk’ is Jaap Boekholt, directeur-bestuurder van Woningstichting De Volmacht in de gemeente Aa en Hunze. Hij vertegenwoordigt alle Drentse woningbouwcorporaties tijdens de overleggen van de Drentse Energietafel (DET).

Wilt u meer weten over de regionale warmtestructuur van de RES-regio Drenthe? Lees dan hoofdstuk 5 van de Concept RES https://www.energievoordrenthe.nl/concept+res+regio+drenthe/default.aspx

Op onze website vindt u ook de factsheet warmte van de NP RES. Ga naar https://www.energievoordrenthe.nl/themas/thema+warmte/default.aspx

Deze informatiebrief is een productie van het Werkbureau RES-regio Drenthe met goedkeuring van de Regietafel. Verzending van de informatiebrief naar de raads- en statenleden en leden van de algemene besturen van waterschappen van de RES regio Drenthe is de verantwoordelijkheid

van betreffende griffies en bestuurssecretariaten.

Privacy

Het Werkbureau RES-regio Drenthe vindt privacy en transparantie erg belangrijk. De gegevens die we gebruiken voor deze mailing, verstrekken we daarom niet aan derden en gebruiken we ook niet voor andere doeleinden.

Deze e-mail is verstuurd aan {{email}}.• Als u geen nieuwsbrief meer wilt ontvangen, kunt u zich hier afmelden. • U kunt ook uw gegevens inzien en wijzigen. • Voor een goede

ontvangst voegt u m.winkel@drenthe.nl toe aan uw adresboek.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Gezien het model daarvoor echter nog niet is toegepast zijn in dit methodeboek geen kenmerken opgenomen voor het model gemeente Groningen bij windparken.. De gemeente Groningen is

Doordat de voorwaarden voor sociaal eigendom en lokale participatie helder zijn vastgelegd in het beleid, er sprake is van een anterieure overeenkomst met de omgeving en omdat de

De zoekgebieden voor nieuwe stations zijn indicatief en tot stand gekomen door een combinatie van factoren vanuit deze impact analyse: onder andere de beschikbare capaciteit

Het visualiseren en tastbaar maken van de impact van (beoogde) ruimtelijke maatregelen (zoals bijvoorbeeld voor windmolens) op een laagdrempelige manier. Het consortium dat ons

• Daarnaast in omgevingsbeleid ook andere klimaatopgaven borgen: duurzame mobiliteit, TVW, klimaatadaptatie, circulaire economie.

*** Voor een meer gedetailleerde toelichting (kengetallen) op de kosten, ruimte en indicatieve tijd die het een nieuw station of nieuwe verbinding kost, verwijzen we naar het

 Wij merken bij onze collectieve inkoopactie zonnepanelen dat bewoners van monumenten en in beschermd dorpsgezicht afhaken doordat ze vastlopen in de vergunningsaanvraag,

Alle gemeenten, waterschappen en Provinciale Staten in de RES-regio Drenthe hebben de Concept RES nu.. vastgesteld, dan wel ter