• No results found

Grote kwesties

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Grote kwesties"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

OVER.WERK Tijdschrift van het Steunpunt WSE / Uitgeverij Acco l 1/2014 5 2014 is behalve de 24ste jaargang van Over.Werk

(met nieuwe cover) ook het jaar van de zesde staats- hervorming. We starten dit eerste nummer dan ook met twee bijdragen die een licht werpen op de be- voegdheidsoverdrachten die op 1 juli zullen plaats- grijpen. In een eerste artikel leggen Maarten Gerard en Wim Van Der Beken bestaande Vlaamse en de over te dragen federale tewerkstellingsmaatregelen naast elkaar. Ze kijken hierbij naar de doelgroepen, de sectoren waar ze worden ingezet, de budgetten en het bereik, alsook naar indicatoren die de ef- ficiëntie en effectiviteit van de maatregelen meten.

Afsluitend formuleren de auteurs enkele aanbeve- lingen voor een nieuw Vlaams arbeidsmarktbeleid.

Sam Coomans en Joost Bollens vertrekken van de stelling dat de zesde staatshervorming het Vlaams Gewest kansen biedt om haar beleid accurater af te stemmen op de voornaamste actuele en toe- komstige arbeidsmarktuitdagingen. Doelgroepen- beleid is een van de bevoegdheden die naar de gewesten verhuist. Op basis van wetenschappelijke evidentie over de effectiviteit van loonkostensub- sidies verkennen de onderzoekers pistes voor een doelmatig(er) Vlaams doelgroepenbeleid.

In een volgend artikel gaan Daan Isebaert, Freddy Heylen en Carine Smolders in op de interessante vaststelling dat de graad van huiseigenaarschap po- sitief correleert met de werkloosheidsgraad. Hoe meer eigenaars, hoe slechter de arbeidsmarkt dus functioneert. Drie studies passeren de revue om dit zogeheten Oswald-effect op Vlaams en op indivi- dueel niveau te toetsen. De auteurs trekken lessen voor het Vlaams woon-, arbeidsmarkt- en mobili- teitsbeleid.

Stijn Braes en Wim Herremans brengen vervolgens de opleidingsmismatch tussen vraag en aanbod op de arbeidsmarkt via een index in kaart. De focus ligt op Vlaanderen en hoe Vlaanderen zich op dit vlak positioneert in Europa. Aan de hand van een

Redactioneel

geharmoniseerde krapteratio en werkloosheids- graad geeft het artikel ook een idee van de omvang van de mismatches.

Een stabiele pool van uitkeringstrekkers en jaarlijks nieuwe toetredingen hebben tot een sterke toe- name van het aantal arbeidsongeschikten geleid.

Hoewel deze stijging zich heeft voorgedaan in de meeste EU-landen, zijn er grote verschillen tussen de lidstaten. Leen Meeusen en Annemie Nys vragen zich af of trends in de omvang en de compositie van de beroepsbevolking effect gehad hebben op de arbeidsongeschiktheid. Hoeveel van de groei en cross-nationale variatie in het aantal arbeidsonge- schikten kan verklaard worden door de evolutie van de beroepsbevolking en haar samenstelling?

Eind 2013 bracht de eerste editie van de Vlaamse Migratie- en Integratiemonitor verslag uit van de herkomstgegevens die sinds kort beschikbaar zijn bij de Kruispuntbank Sociale Zekerheid. Jo Nop- pe geeft een overzicht van op deze herkomstge- gevens gebaseerde arbeidsmarktindicatoren. De cijfers wijzen allemaal in dezelfde richting: perso- nen van vreemde herkomst nemen een opvallend minder goede arbeidsmarktpositie in dan personen van Belgische herkomst; personen afkomstig van buiten de EU scoren nog slechter dan de andere vreemde herkomstgroepen. Een volgende bijdrage zoomt in op een verwant thema. Vincent Corluy, Ninke Mussche en Ive Marx constateren dat de in- stroom via de detacheringsrichtlijn groter en meer divers is dan de ‘klassieke’ formele arbeidsmigratie, waarbij een buitenlandse werknemer naar België komt om te werken op basis van een arbeidsver- gunning en arbeidskaart. De auteurs besluiten dat de rigide en logge arbeidskaartenregeling aan een herziening toe is.

Stijn Baert voerde een reeks veldexperimen- ten uit om na te gaan of de vermelding van een

(2)

functiebeperking (blindheid, doofheid of autisme) in een sollicitatiebrief de kans beïnvloedt dat de kandidaat uitgenodigd wordt voor een jobgesprek.

Het antwoord laat zich (helaas) makkelijk raden.

Minder voor de hand liggend is de tweede onder- zoeksvraag, die het effect nagaat van het in de brief vermelden dat de werkgever bij aanwerving in aan- merking komt voor een ondersteuningspremie.

In het Pact van Vilvoorde stelde de Vlaamse over- heid zich tot doel de werkbaarheidsgraad voor werknemers tegen 2020 significant te verbeteren.

Analyses van Lander Vermeerbergen, Ezra Dessers, Geert Van Hootegem en Rik Huys leren ons dat deze doelstelling zonder bijkomende inspanningen niet gehaald zal worden. De vorsers becijferen voor ons dat de globale werkbaarheidsgraad nauwelijks heil zal ondervinden van arbeidsmarktsevoluties zoals de toenemende participatie van vrouwen, de teloorgang van tewerkstelling in de secundaire sec- tor of het toenemend gewicht in de beroepsbevol- king van bedienden, middenkader en onderwijs- en zorgfuncties.

Een steeds groter wordende groep ouderen besluit om na (vervroegde) uittreding een doorstart in de arbeidsloopbaan te maken. Zij ontvangen een pen- sioenuitkering, maar gaan daarnaast weer aan het werk. Ellen Dingemans onderzocht in welke mate terugkeren op de arbeidsmarkt na pensioen positief uitpakt voor het welbevinden van (Nederlandse) ouderen.

De socioculturele sector in Vlaanderen wordt ge- kenmerkt door een grote uitstroom van werkne- mers. Laura Jacobs en Peter De Cuyper gingen na wat de kenmerken zijn van de in- en uitstroom en om welke redenen werknemers de sector verlaten.

Om dit probleem uit te spitten, deden ze beroep op administratieve cijfers en op enquêtegegevens verzameld bij uitstromende werknemers.

In een laatste ‘Gepubliceerd’-bijdrage beschrijven Stijn De Ruytter en Cathy Lecocq op welke ma- nier industriële sectoren zich geografisch clusteren.

Meer specifiek behandelen zij de vraag waarom er geografische clusters van verschillende bedrijfssec- toren bestaan, en of deze geografische co-locatie van sectoren in Europa en Vlaanderen gelinkt is aan de nabijheid van goederen (input-output van goederen tussen sectoren), mensen (arbeidsmarkt) en ‘ideeën’ (kennis en technologie).

‘Grote kwesties’ staat grotendeels in teken van het begrip deadweight loss. Walter Van Trier bestudeert het concept en haar historische wortels grondig en verdiept zich in de discussie of de term nog wel wenselijk is. Tot slot brengt hij twee recente boeken over inkomensongelijkheid onder onze aandacht. Beide werken vormen een soort van eer- betoon aan het vaak over het hoofd geziene, maar baanbrekende werk van Simon Kuznets.

Zoals u kan zien, hebben we na de lancering van onze nieuwe website ook de cover van Over.Werk opgefrist. Inhoudelijk gaan we echter op hetzelfde elan door. Met het bundelen van nieuw arbeids- marktonderzoek en het aanbieden van beleids- gerichte themakaternen blijven we een brug slaan tussen onderzoek en beleid. We wensen u ook in de komende jaren nog veel leesplezier met Over.Werk!

Het redactieteam

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

“gedwongen” worden naar een universiteit gaan waar zij onvoldoende interacties kunnen realiseren omdat de kosten van de verplaatsingsafstand te hoog zijn dan moeten

Recente leeservaring in- derdaad, want vooral geïnspireerd door iets dat mij in de loop van de vorige weken of maanden is overkomen, al lardeer ik die verslagen meestal met een

Jaap Oude Mulders gaat in zijn bijdrage na in welke mate werkgevers geneigd zijn ouderen na hun verplicht pensioen terug in dienst te nemen.. Werkgevers zijn ‘door de bank

Behalve dit theoretische en methodologische werk lichten ze in hun bijdrage ook de resultaten toe van empirisch onderzoek naar hoe Belgische en Amerikaanse werknemers de

Volgende soorten komen uitsluitend in regio van de Leemstreek voor of komen er aanzienlijk meer voor dan in andere eco- regio’s: aardbeiganzerik, bosanemoon,

Er speelt een heel raar fenomeen bij waar eigenlijk helemaal niet over gesproken wordt en dat is dat moeten we het überhaupt nog hebben over nieuwe woningen bouwen, of moeten

Omdat de methodiek daarvoor in Groningen niet toegepast kon worden, wordt in het kader van het waterhard—onderzoek, door de Stiboka te Wageningen, sub—microscopisch onderzoek gedaan

Er blijkt zeker dicht bij de dobbe geen ondoorlatende keileemlaag te zijn. Verder van de dobbe af neemt de dikte van de keileemlaag weliswaar toe, maar ook daar is