• No results found

Oplossingen 2e ronde Nederlandse Wiskunde Olympiade 2007.

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Oplossingen 2e ronde Nederlandse Wiskunde Olympiade 2007."

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Oplossingen 2e ronde Nederlandse Wiskunde Olympiade 2007.

Opgave 1:

Zij M het middelpunt van de omgeschreven cirkel van4ABC en D het midden van BC.

Trek AD door M en MA1. AD is zwaartelijn dus

|MD| = 13|AD| = 16

3 en |BD| = 12. Met de stelling van Pythagoras voor 4MDA1 vinden we |MA1|2 =

|MD|2+ |DA1|2 = (16

3)2+ (32)2 = 73. Dus|MA1| =

1 3

√21. (Op eenzelfde manier kun je de afstand van M naar de andere vijf punten berekenen: dat geeft tel- kens 13

21.) De straal van de cirkel die door de punten A1, B2, C1, A2, B1en C2gaat is dus 13

21.

A2

A1

B2

C2

C1

B1

A M C

D B

Opgave 2:

Stel dat er zo’n verdeling in elf deelverzamelingen bestaat. Dan geldt voor elk van die elf deelverzamelingen van drie getallen a+b = c , als a, b en c de getallen van de deelverzameling zijn. Dus geldt a+b+c = 2c. Dus voor elke deelverzameling is de som van de getallen even. Dus moet de som van alle getallen 1, 2, . . . , 32, 33 ook even zijn.

Maar 1+2+3+ · · · +33 = 12×33× (33+1) = 33×17 en dat is een oneven getal.

Tegenspraak. Dus er bestaat geen verdeling van A met de gewenste eigenschappen.

Opgave 3:

Veronderstel dat er zo’n getal 444· · ·4443

| {z }

k

bestaat dat deelbaar is door 13, dan is ook dat getal −13 deelbaar door 13. Dus 444· · ·4430 is dan deelbaar door 13. Omdat 444· · ·4430 = 444· · ·443×10 en 10 niet deelbaar is door het priemgetal 13 moet dan ook 444· · ·443

| {z }

k1

, het getal met ´e´en 4 minder, deelbaar zijn door 13. Deze redenering kunnen we blijven toepassen tot we 43 over hebben, dat dan dus ook deelbaar moet zijn door 13. Maar 43 is niet deelbaar door 13, dus is het originele getal ook niet deel- baar door 13. Er bestaat dus geen enkel getal van die vorm dat deelbaar is door 13.

(Als het aantal vieren gelijk is aan 0 dan staat er het getal 3 en 3 is natuurlijk ook niet deelbaar door 13.)

1

(2)

Opgave 4:

In de ontbinding van het kwadraat van een geheel getal komt elke priemfactor een even aantal keren voor. En omgekeerd: als in de ontbinding van een geheel getal elke priemfactor een even aantal keren voorkomt, is het getal het kwadraat van een geheel getal.

We onderscheiden twee gevallen: a even en a oneven.

- Veronderstel a is even, dan a = 2c en aa = (2c)2c = (2ccc)2. In dit geval is aa dus altijd het kwadraat van een geheel getal.

- Veronderstel a is oneven, dan a =2c+1 en

aa = (2c+1)2c+1= (2c+1)2c(2c+1) = (2c+1)c2(2c+1).

(2c+1)c2 is een kwadraat dus aa is het kwadraat van een geheel getal precies dan als elke priemfacor van(2c+1)een even aantal keren voorkomt, dus precies dan als(2c+1)zelf het kwadraat van een geheel getal is.

Conclusie: we vinden alle even getallen en alle oneven kwadraten≤ 100 en dat zijn er 50+5=55.

Opgave 5:

De oppervlakte van4ABC noteren we als[ABC]. Zo ook de oppervlakte van een vierhoek ABCD als[ABCD]. We bekijken eerst 4ABP. De lijnstukken AE en BD zijn twee zwaartelijnen in deze driehoek, dus R is het zwaartepunt van de driehoek en als we de derde zwaartelijn vanuit P door R erbij tekenen, dan wordt de driehoek verdeeld in zes even grote driehoekjes.

Dus geldt[DREP] = 26[ABP].

A B

C

D E

T S F

P R

Voor 4BCP vinden we op eenzelfde manier [ESFP] = 13[BCP] en voor 4CAP weer [FTDP] = 13[CAP], zodat

[DRESFT] = 13([ABP] + [BCP] + [CAP]) = 13[ABC] en dat is onafhankelijk van de positie van P.

Stichting Nederlandse Wiskunde Olympiadec

2

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Hoeveel van de getallen 10 tot en met 99 hebben de eigenschap dat het getal precies viermaal zo groot is als zijn twee cijfers bij elkaar

a) Kees begint met drie verschillende getallen. Hij telt elk tweetal daarvan bij elkaar op en krijgt zo drie uitkomsten. Volgens Jan kunnen deze drie uitkomsten alleen mooi

Bij de C-opgaven is niet alleen het antwoord van belang; ook je redenering en de manier van oplossen moet je duidelijk opschrijven. Maak elke C-opgave op een apart

(b) Laat zien dat je een kaartje met daarop het getal 2 2012 − 1 kunt maken. (c) Laat zien dat je nooit een kaartje met daarop het getal 100

Voor elke vraag die hij goed beantwoordt, maar niet binnen een minuut, krijgt hij 5 punten. Voor elke vraag die hij fout beantwoordt, krijgt hij

Voor elk van deze 32 manieren vermenigvuldigt Raymond de vijf getallen die boven liggen met elkaar en schrijft hij het resultaat op.. Als Raymond ten slotte deze 32 getallen bij

Als drie opeenvolgende getallen uit de rij zich vijftien posities verder herhalen (met een factor 3), geldt dit dus automatisch ook voor het volgende getal, en daarmee ook voor

De volgorde van de kaarten wordt telkens per stap als volgt veranderd: bij de 1 e stap wordt de bovenste kaart omgedraaid en terug op de stapel gelegd (er verandert hier-