Oefenen grootheden en eenheden
1. Hoeveel mg/mL is 80 g/l?
80 g 80000 mg zie de hulpmiddelen bij het omrekenen.
1 l 1000 mL
8000 mg : 1000 mL = 80 mg/mL
2. De heer Bril heeft hartproblemen, de arts stelt de diagnose decompensatio cordis. Je moet de heer Bril digoxine-elixer (0,05 mg/mL) geven en wel 0,025 mg (25 microgram). Hoeveel mL elixer geef je?
:2 Tussenstap
0,05 mg 0,025 mg 0,05 : 0,025 = 2
1 mL ? mL 1 : 2 = 0,5 mL 2 x 0,025 = 0,05
:2
3. Mevrouw Tilman heeft last van een allergische huidaandoening. De huisarts schrijft terfadinedrank voor, deze bevat 6 mg/mL.
Je moet mevrouw Tilman 90 mg per 24 uur in twee gelijke doses geven.
Hoeveel mL drank geef je per etmaal (1 etmaal = 24 uur)?
X 15 Tussenstap
6 mg 90 mg 90 : 6 = 15
1 mL ? 1 mL x 15 =15 mL 15 x 6 = 90
X 15
4. De heer Lubbers gebruikt sinds geruime tijd intraveneus heroïne. Nu ligt hij met een gebroken heup in het ziekenhuis. Om afkickverschijnselen te voorkomen schrijft de arts methadondrank voor. Deze drank bevat 2 mg/mL.
Je moet de haar Lubbers 80 mg methadon per dag geven, verdeeld over vier gelijke giften. Hoeveel mL drank geef je per keer?
X 40 Tussenstap
2 mg 80 mg 80 : 2 = 40
1 mL ? 1mL x 40 = 40 mL 40 x 2 = 80
X 40
Uitrekenen per keer 40 mL : 4 = 10 mL
Oefenen grootheden en eenheden
5. Tim Pitt is vier jaar oud. Hij heeft zijn arm gebroken en hij heeft veel pijn.
De arts schrijft de pijnstiller paracetamol voor. Tim moet iedere dag 20 mg/kg paracetamol krijgen, verdeeld over vier gelijke doses. Tim weegt 18 kg.
Jij moet de pijnstiller toedienen. Dit is een drank met een concentratie van 20 mg/mL. Hoeveel mg paracetamol geef je Tim per dag?
X 18 Tussenstap
20 mg? 20 x 18 = 360 mg 18 : 1 = 18
1 kg 18 kg 18 x 1 = 18
X 18