1 Bekijk bron B, C, D en G in je lesboek.
Er was iets spannends gebeurd in het bos.
Een wild zwijn viel een paar konijnen aan.
De konijnen ontsnapten.
En het zwijn prikte zijn neus aan een egel.
De sporen zijn het bewijs!
Bedenk zelf ook zo’n spannende plek in het bos.
Een plek met diersporen als bewijs.
Pootafdrukken, uitwerpselen, vraatsporen ...
Kies uit de voorbeelden bij bron C, D en G in je lesboek.
Teken de plek met de diersporen.
2 Beschrijf wat er precies is gebeurd.
Argus Clou Natuur en Techniek • groep 7 • Extra opdracht Puzzelroute • © Malmberg ’s-Hertogenbosch
naam:
les 3 – Speuren naar sporen
groep: