• No results found

Gemeenten moeten ruimte bieden voor de ontwikkeling van professionals

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Gemeenten moeten ruimte bieden voor de ontwikkeling van professionals"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Op welke manier besteden jullie aandacht aan professionalisering?

José Schilderinck (JS): ‘Als werkgever neem je mensen aan op basis van hun vakkennis. Daarna moet je zorgen dat zij voldoende bijgeschoold worden. De orga- nisatie staat garant voor de kwaliteit van de hulp. Om die kwaliteit te waarborgen, is reflectie van werknemers op eigen handelen nodig. Bij Ambiq doen we dat bijvoorbeeld met intervisiegesprekken en casusbesprekingen.’

José Manshanden (JM): ‘Het werk van ambtenaren is door de transitie veran- derd. Schreven ze vroeger een beleidsno-

ta uithuisplaatsing; nu praten ze met in- stellingen. Daarin moeten ze geschoold worden.’

Wat is nodig om te professionaliseren?

JS: ‘Je moet over de grenzen van je eigen organisatie heen kunnen kijken, zelfs over samenwerkings- verbanden heen. Dat vraagt een andere manier van werken:

kijken over welke competenties mede- werkers beschikken en wat ze in de toe- komst nodig hebben.’

JM: ‘Gemeenten zijn zowel opdrachtgever van wijkteams als financier, en sommigen bieden ook zelf hulp.

Dit brengt verschillende opgaven met zich mee. Daarnaast houden we ook de professionalisering bij zorgorganisaties in de gaten. Dat nemen we in de contrac- ten mee. Overigens best lastig, want het is nog niet duidelijk wat een professional na de transformatie precies moet kunnen.’

JS: ‘Zet je op het juiste moment zwaardere of lichtere hulp in en evalueer je of dat de juiste keuze was? Het is van belang er- varingen te bespreken, met medewerkers, samenwerkingspartners, gemeenten. Dat laatste is soms niet eenvoudig, zeker tij-

dens aanbestedingstrajecten. Een concur- rerende markt maakt ook dat je niet over alles transparant kunt zijn. In de gesprek- ken is het belangrijk om elkaar te vertrou- wen en dezelfde taal te spreken: als we over zorgproducten en resultaten praten, bedoelen we dan hetzelfde?’

Hoe bewaken jullie professionalisering?

JM: ‘We kijken naar doorlooptijden bij

zorgaanbieders, vra- gen naar cliënterva- ringen, bespreken met organisaties hoe ze aan vernieuwing werken, horen van wijk- teams hoe de samenwer- king verloopt.’

JS: ‘Aan gezamenlijk werken aan de voortdurende ontwikkeling van com- petenties komen we in dit stadium nog onvoldoende toe als gemeente en aanbie- ders. We zijn nog veel bezig met elkaar le- ren kennen en mogelijkheden verkennen.

Daarom is het goed dat de registratie ver- plicht is; dat zet druk op de ketel. Ik ben blij met het kwaliteitskader, de beschrij- ving wanneer een geregistreerde profes- sional moet worden ingezet. Het kader helpt met elkaar in gesprek te blijven over de kwaliteit van hulp en de competentie van medewerkers.’

‘Inzetten op samen leren’

Wat is de taak van gemeenten bij professionalisering, en wat van zorgaanbieders? José Schilderinck, bestuurder van zorgorganisatie Ambiq, en José Manshanden, themadirecteur Sociaal van de

gemeente Utrecht, over veranderde rollen en hetzelfde doel.

DOOR STUURGROEP PROFESSIONALISERING JEUGDHULP EN JEUGDBESCHERMING BEELD: REBKE KLOKKE

PROFESSIONALISERING

Zorgaanbieders moeten het LќLJ[]HUO\U

hulp aantonen’

Van het programma Professionalisering Jeugdhulp en Jeugdbescherming

José Schilderinck

JeugdenCo 32 JAARGANG 10, NR. 4, AUGUSTUS 2016

(2)

JM: ‘De transitiefilosofie is: meer pre- ventieve hulp. Dat is niet hetzelfde als professionals maar in wijkteams neerzet- ten, wat in sommige gemeenten gebeurt.

Dan blijf je hetzelfde doen, maar op een andere plek.’

Welke rol speelt beroepsregistratie?

JS: ‘De voorwaarden voor registratie bie- den duidelijkheid over de eisen waar- aan een jeugdhulpverlener moet vol- doen. Maar met alleen registreren ben je er niet.’

JM: ‘Registratie zou eigenlijk niet aan het begin moeten staan, zoals nu, maar zou het sluitstuk moeten zijn. Het gaat erom wat nodig is voor vernieuwing. Registra- tie vormt ook een erkenning voor de zwaarte van het werk. Ik vind het logisch dat aan werk waarin mensen zulke moei- lijke besluiten moeten nemen, eisen wor- den gesteld.’

JS: ‘Dat is zeker een belangrijke reden voor de registratie. Al richt de registra- tie zich alleen op functies op hbo-ni- veau of hoger. Dat doet geen recht aan de vakbekwaamheid van mbo’ers.’

JM: ‘Mbo’ers zijn belangrijk en hard no- dig, maar registratie voor hen is niet nodig.’

JS: ‘Dat vraag ik me af. Je ziet dat hbo’ers en mbo’ers nauw samenwerken. Waar- om dan wel wettelijke eisen stellen aan de een en niet aan de ander? Door de

beroepsregistratie van hbo’ers voelen mbo’ers zich minder erkend. Trouwens, al staat iemand geregistreerd, dan nog kan ik als werkgever zeggen, zeker bij zorgen rond de veiligheid van kinderen:

“Jij bent weliswaar geregistreerd, maar ik vind je op dit gebied niet vakbekwaam genoeg.” En mogelijk vind ik een mbo’er wel competent genoeg om een bepaalde zaak aan te kunnen.’

JM: ‘Wijkteammedewerkers werken vaak veel zelfstandiger en zijn daardoor kwetsbaarder. Daarom is juist voor de wijkteamwerkers registratie belangrijk.

Dat moeten gemeenten zich realiseren.’

Hoe weet je wat cliënten belangrijk vinden?

JS: ‘Als zorgaanbieder vraag je cliënten naar hun eigen rol, die van het systeem om hen heen en van de zorgaanbieder.

Maar tevredenheid van de cliënt zegt niets over effectieve zorg. Een cliënt kan zich gezien en gehoord voelen, zonder bij- voorbeeld zelfredzamer te worden. Het is een taak van gemeenten om daar ook op te letten. Zorgaanbieders moeten het ef- fect van hun hulp aantonen.’

JM: ‘Wij organiseren ook wel gesprekken rond een gesimuleerde casus en praten dan met alle partijen – huisartsen, aan- vullende hulp, wijkteams – over wat goe- de hulp is. Naast luisteren naar de cliënt, is bredere kennis van cliëntorganisaties belangrijk om inzicht te krijgen in wat cliënten nodig hebben.’

Welk advies zou je gemeenten en organisaties willen geven?

JS: ‘Voorkom dat professionaliseren voelt als een keurslijf, en de registratie een af- vinklijst wordt. Koers op de dynamiek en ontwikkelingen in je organisatie. Daar zou de beroepsregistratie op moeten aan- sluiten.’

JM: ‘Gemeenten moeten ruimte bieden voor de ontwikkeling van professionals.

Dat kan door niet voor de laagste prijs te gaan, maar door in te zetten op samen le- ren vanuit verschillende disciplines.’

José Manshanden

33 JeugdenCo JAARGANG 10, NR. 4, AUGUSTUS 2016

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

BELANGRIJKE winst aam stemmen uit het zich nu ook in partij-politiek op- zicht emanciperende katholieke volksdeel en uit de aanwas aan jonge kiezers; verlies aan de

Deze uitgangspunten willen wij in de regio gebruiken voor de nieuwe inkoop sociaal domein.. Dit betekent dat we deze uitgangspunten mee willen nemen in de diverse losse onderdelen

 Evaluatie onder ouders: Aan ouders is gevraagd een vragenlijst in te vullen waarin gevraagd wordt naar de effecten van de inzet van de werkwijze preventieve

• Alle leraren in het primair onderwijs krijgen in oktober een eenmalige uitkering van 42% van hun nieuwe maandsalaris (naar rato van de aanstelling en aanstellingsduur);. •

Om er zeker van te zijn dat patiënten lang genoeg in hun kamer verbleven hebben om een indruk te krijgen van de kamer, maar niet zodanig lang dat verveling een storende variabele

Nog steeds wonen ruim 800 kinderen in Nederland op een plek waar het voor hen niet stabiel genoeg is.. Zij wachten tot ze groen licht krijgen en terecht kunnen in een fi

Professionals op een HBO-functie of hoger die werkzaam zijn in de jeugdhulp, moeten zich in de toekomst registreren in het Kwaliteitsregister Jeugd of in het BIG-register (artikel

Onze faciliteiten zijn inmiddels minder dan die van (nieuwe) concurrenten; onze control is op sommige punten nogal rigide; we zijn huiverig om kosten voor baten uit te laten