Het wordt winter!
Wat ga je doen?
- Je schrijft getallen in woorden.
- Je oefent met de tafels van 3 en 6.
- Je leest de thermometers.
- Je zet getallen in de goede volgorde.
1 Overal getallen
Schrijf de getallen in woorden op.
© Malmberg, 's-Hertogenbosch | blz 1 van 3 De wereld in getallen 4 | groep 5 | Het wordt winter!
DE WERELD IN GETALLEN 4 | LESSUGGESTIE | GROEP 5 | WERKBLAD
14 12
50 26
19 44 vierenveertig
veertien twaalf
vijftig
zesentwintig negentien
© Malmberg, 's-Hertogenbosch | blz 2 van 3 De wereld in getallen 4 | groep 5 | Het wordt winter!
2 Tafels
Oefen de tafels van 3 en 6.
4 × 6 = 3 × 6 = 7 × 6 = 6 × 6 = 5 × 6 =
9 × 6 = 2 × 6 = 8 × 6 =
1 × 3 = 5 × 3 = 9 × 3 = 2 × 3 = 4 × 3 =
6 × 3 = 10 × 3 = 3 × 3 =
3 Hoeveel graden is het?
Schrijf de temperatuur op.
maandag dinsdag woensdag donderdag vrijdag
graden graden graden graden graden Wat was de warmste dag?
Wat was de koudste dag?
30 54 12 48
12 18 30 9
21 14 9 5 17
maandag donderdag
24 18 42 36
3 15 18 6
© Malmberg, 's-Hertogenbosch | blz 3 van 3 De wereld in getallen 4 | groep 5 | Het wordt winter!
4 Zet de getallen in de goede volgorde Van klein naar groot.
320 440 670
580 850 508
Van groot naar klein.
607 760 706
378 687 415
320
508
760
687
440
580
706
415
670
850
607
378