Overzicht van keuzen Verordeningen Participatiewet Albrandswaard 2015
Re‐integratieverordening
Onderwerp Gemaakte keuze Opmerking
Regionaal afgestemde instrumenten
Dat is de loonwaardemeetmethode (Dariuz), de duur van de proefplaatsing (duur: 2 maanden), de loonkostensubsidie (doelgroep: loonwaarde van 30‐100%), de no‐riskpolis (duur en hoogte), en de jobcoach (inzet, kwaliteitsnormen, kosten) zijn regionaal afgestemd.
In de regio worden werkplekaanpassingen nog afgestemd.
Bij de regionale harmonisering van werkgeversinstrumenten is ook het UWV betrokken
Overige wijzigingen Ten opzichte van de bestaande re‐integratieverordening zijn er een aantal wijzigingen:
Maatwerkinstrument (art. 15): dit is een nieuw instrument, en kan bijvoorbeeld gebruikt worden om een arrangement vorm te geven voor plaatsing bij lokale en/of regionale werkgevers. Hiervoor is gekozen om lokaal maatwerk te bieden, en snel te kunnen reageren op signalen na de inwerking treding van de nieuwe wetgeving.
Beschut werk (art. 9) is nieuw i.v.m. de nieuwe doelgroepen die vanuit het UWV naar de gemeente komen (WSW, Wajong).
Er is nadere invulling gegeven aan de participatieplaats en de premie van € 200,‐. Dat is een wettelijke verplichting. De hoogte van deze premie is afgestemd op de uitstroompremie en andere gemeenten.
De loonkostensubsidie is van wetswege veranderd. Deze is op grond van de Participatiewet nu maandelijks ter hoogte van 100% van het wettelijk minimum loon minus de loonwaarde.
Een vergoeding voor de kosten aan een werkgever voor extra opleiding, begeleiding, etc.
kan op grond van de maatwerkvoorziening worden verstrekt.
De inkomstenvrijlating is komen te vervallen, terwijl voor een uitstroompremie € 1000,‐
gespreid over 2 perioden van 6 maanden wordt verstrekt. Omdat werken moet lonen wordt deze premie ook verstrekt aan uitkeringsgerechtigden die medisch urenbeperkt zijn, en degenen die om andere redenen zijn aangewezen op deeltijdarbeid (zij stromen immers relatief naar vermogen uit). Redenen voor deze keuze is, dat er van een premie een grotere stimulerende werking uitgaat dan van een inkomensvrijlating.
Lokale keuze
Landelijke verplichting
Landelijke normen w.b.
termijnen/lokale keuze w.b. de hoogte van de premie
Landelijk verplichting, gemeentelijke keuze
Er zijn landelijke kaders en regionale afspraken voor de nieuwe
loonkostensubsidie
Lokale beleidsvrijheid binnen landelijk kader.
Overige instrumenten in de re‐integratieverordening zijn gelijk gebleven.
Voorkomen van verdringing op de arbeidsmarkt
Dit is niet alleen een belangrijk thema m.b.t. de re‐integratieverordening, maar ook m.b.t. de tegenprestatie.
In beleidsregels zal het college hier specifiek aandacht aan besteden n.a.v. advies van de Programmaraad. VNG/Divosa/UWV/Cedris. Indicatoren van verdringing zijn bijvoorbeeld:
‐ Openstaande vacatures voor dergelijke taken?
‐ Was er 1 of 2 jaar geleden sprake van loon voor dergelijke activiteiten?
Het is waar dat er in de loop van de tijd banen verdwijnen en nieuwe worden gecreëerd, en dat de ontwikkelingen op de arbeidsmarkt daarom in de gaten gehouden moeten worden.
Lokale beleidsvrijheid binnen een landelijk kader
Tegenprestatie
Onderwerp Gemaakte keuze Opmerking
Verplichtende karakter van de tegenprestatie
De tegenprestatie is tot 1/1/2015 een bevoegdheid, maar vanaf 1/1/2015 zijn gemeenten verplicht om regels te stellen t.a.v. de tegenprestatie. In tegenstelling tot de oorspronkelijke plannen hebben gemeenten beleidsvrijheid over de wijze waarop gemeenten de tegenprestatie vormgeven.
Landelijk kader
De term ´tegenprestatie´ De ‘tegenprestatie’ is een politieke en juridische realiteit. Gemeente zijn verplicht regels omtrent de tegenprestatie in een verordening op te nemen. Daardoor is maatwerk mogelijk.
Landelijk kader
Dwangarbeid Internationaal is dwangarbeid niet toegestaan. Landelijke wetgeving rondom de tegenprestatie is hieraan getoetst. Aandachtpunten voor de uitvoering worden in beleidsregels verwerkt. Daarbij worden de kaders van de verordening in acht genomen:
‐ Volgens het beleid kan de uitkeringsgerechtigde(klant) zelf komen met voorstellen en initiatieven om hieraan vorm te geven. Daardoor sluit deze verplichting het beste aan bij de wensen en mogelijkheden van de
uitkeringsgerechtigde. De klant wordt daarbij ook begeleid. Pas als iemand niets kan of wil wordt een specifiek aanbod van een activiteit gedaan.
‐ De activiteiten die als tegenprestatie gedaan kunnen worden is geen arbeid, maar het kan gaan om activiteiten die ook als vrijwilligerswerk
Internationale wetgeving, landelijk kader, lokale keuzen
ingevuld kunnen worden, en additionele onbetaalde werkzaamheden, etc.
‐ Net zo min als de sollicitatieverplichting als dwang aangemerkt kan
worden is dat bij het opdragen op een maatschappelijk nuttige activiteit te verrichten ook niet het geval. Bij een sollicitatieplicht gaat het om werk, bij een maatschappelijk nuttige activiteit gaat het om wederkerigheid.
De duur van de tegenprestatie De duur en intensiteit van de tegenprestatie mag niet te hoog zijn. Ongeveer 10 uur per week wordt door de Programmaraad geadviseerd. Om beter aan te sluiten op gebruikelijke tijden is gekozen voor 8 uur. Bovendien mag een tegenprestatie re‐integratie niet belemmeren, wat wel het geval zou zijn als er bijv. 32 uur opgedragen zou worden.
Ook is het mogelijk om de tegenprestatie projectmatig in te vullen (aantal (projecten per jaar bijv.). Daarvoor is niet gekozen, omdat dit de aansluiting bij bijvoorbeeld taken die ook als vrijwilligerswerk uitgevoerd kunnen worden, bemoeilijkt. Bovendien kan ook met de huidige duur projecten worden gekozen.
De tegenprestatie wordt voor de duur van 1 jaar opgedragen. 1 Jaar nadat deze duur is beëindigd wordt opnieuw beoordeeld of een tegenprestatie wordt opgedragen. Belangrijk is dat deze naar vermogen wordt opgedragen. Om daar inzicht in te kunnen hebben zal gebruik gemaakt worden van een instrument om dat objectief vast te kunnen stellen.
Advies Programmaraad
Lokale keuze voor maximaal 8 uur p.w. gedurende 1 jaar, naar vermogen
Soort activiteiten Het gaat om activiteiten in het algemeen onbetaald worden gedaan; waarvoor geen bereidheid is om voor te betalen. Het zijn activiteiten die ook als
vrijwilligerswerk gedaan kunnen worden, of om additionele onbetaalde activiteiten. Hieronder vallen bijvoorbeeld:
‐ helpen bij organisatie van een festival
‐ leesouder op school
‐ opknappen van speelplekken in de wijk
‐ taalmaatje voor inburgeringsplichtigen
‐ scheidsrechter bij de voetbalvereniging
‐ sneeuwschuiven
‐ activiteiten in een wijkcentrum
‐ respijtzorger (Respijtzorg biedt mantelzorgers de mogelijkheid hun zorgtaken even helemaal aan een ander over te laten. De bedoeling is dat de
Advies van Programmaraad
Lokale invulling
mantelzorger even vrijaf van de zorg heeft)
‐ koffie schenken of maaltijden uitdelen in een verzorgingshuis of wijkhuis.
Organiseren van de tegenprestatie
De tegenprestatie is geheel nieuw in onze gemeente. We zijn nu bezig met de nadere uitwerking in beleidsregels en het organiseren van de uitvoering. De Programmaraad suggereert dat de organisatie rondom de tegenprestatie ongeveer een jaar nodig zal hebben.
Afstemmingsverordening
Onderwerp Gemaakte keuze / toelichting Opmerking
Ge‐uniformeerde verplichtingen
Van deze verplichtingen is per wet bepaald dat bij het schenden van deze
verplichtingen de uitkering met 100% verlaagd dient te worden gedurende 1 tot 3 maanden. Het gaat om:
a. het aanvaarden of het behouden van algemeen geaccepteerde arbeid;
b. het uitvoering geven aan de door het college opgelegde verplichting om ingeschreven te staan bij een uitzendbureau;
c. het naar vermogen verkrijgen van algemeen geaccepteerde arbeid in een andere dan de gemeente van inwoning, alvorens naar die andere gemeente te verhuizen;
d. bereid te zijn om te reizen over een afstand met een totale reisduur van 3 uur per dag, indien dat noodzakelijk is voor het naar vermogen verkrijgen, het aanvaarden of het behouden van algemeen geaccepteerde arbeid;
e. bereid zijn om te verhuizen, indien het college is gebleken dat er geen andere mogelijkheid is voor het naar vermogen verkrijgen, het aanvaarden of het behouden van algemeen geaccepteerde arbeid, en een belanghebbende een
arbeidsovereenkomst met een duur van tenminste 1 jaar en een netto beloning die ten minste gelijk is aan de voor de belanghebbende geldende bijstandsnorm, kan aangaan;
f. het verkrijgen en behouden van kennis en vaardigheden, noodzakelijk voor het naar vermogen verkrijgen, het aanvaarden of het behouden van algemeen geaccepteerde arbeid;
g. het naar vermogen verkrijgen, het aanvaarden of het behouden van algemeen
Landelijk wetskader
geaccepteerde arbeid niet belemmeren door kleding, gebrek aan persoonlijke verzorging of gedrag;
h. het gebruik maken van door het college aangeboden voorzieningen, waaronder begrepen sociale activering, gericht op arbeidsinschakeling en mee te werken aan onderzoek naar zijn of haar mogelijkheden tot arbeidsinschakeling.
De hoogte en duur van de maatregel voor ge‐
uniformeerde en andere gedragingen
De hoogte van de ge‐uniformeerde verplichtingen(art. 9 en art. 18.4 Participatiewet) is minimaal 100% voor 1 maand en maximaal 100% gedurende 3 maanden. Omdat er behoorlijke verschillen zitten in de soort gedragingen hebben we de verdeling van de Programmaraad gevolgd tussen lichtere (b, f, en g) en zwaardere gedragingen (a, c, d, e, h). Het zou niet juist zijn lichte gedragingen dezelfde sanctie te geven als zwaardere overtredingen.
Andere niet‐geuniformeerde arbeids‐ en re‐integratieverplichtingen (art. 7) zijn in overeenstemming ook op 100% vastgesteld, waarbij de lichte gedragingen en zwaardere gedragingen min of meer overeenkomen met categorie 2 (licht) of 3 (zwaardere) gedragingen van de ge‐uniformeerde verplichtingen. De tegenprestatie valt onder categorie 2. We hebben daarvoor gekozen opdat gedragingen van ongeveer dezelfde categorie ook op dezelfde wijze gesanctioneerd zouden worden.
Voor maatregelen i.v.m. een tekort schietend besef van verantwoordelijkheid (artikel 12) hebben we ervoor gekozen om de verlaging af te stemmen op het
benadelingsbedrag, dit te limiteren tot 3 maanden, en rekening te houden met
omstandigheden, dringende redenen, en de beslagvrije voet. Daarbij wordt aangesloten op de huidige re‐integratieverordening.
Bij ernstige gedragingen (art. 13) jegens uitvoerders van de Participatiewet wordt 100%
gedurende 1 mand opgelegd, maar als deze een grote en mogelijk blijvende impact hebben op de betreffende uitvoerder, geldt deze verlaging voor 3maanden.
Bij het niet nakomen van overige verplichtingen (art. 14) wordt een onderscheid gemaakt tussen gedragingen die leiden tot beëindigen van de bijstand (2 maanden 100%) of die leiden tot een verlaging van de bijstand (1 maand 100%).
100% gedurende 1 tot 3 maanden is landelijk bepaald.
De keuze 1 tot 3 maanden is lokaal.
Koppeling aan ge‐uniformeerde verplichtingen is een lokale keuze
Lokale keuze; aansluitend bij de bestaande verordening
Lokale keuze, met een verzwaring ten opzichte van de bestaande
verordening voor gedragingen met mogelijk blijvende impact.
Lokale keuze; uitgaand van de bestaande verordening, maar met sanctionering volgens de nieuwe
systematiek (1 maand voor lichtere en 2 maanden voor zwaardere gedragingen)
Maatwerk Een verlaging van de uitkering is reparatoir van aard (maatregel die tot doel heeft het gepleegde onrecht te herstellen), en heeft gedragsverandering (het naleven van verplichtingen) tot doel, opdat iemand naar vermogen participeert. Een verlaging komt ook niet zomaar uit de lucht vallen.
Een uitkeringsgerechtigde wordt geïnformeerd over verplichtingen, en de gevolgen als niet aan de verplichtingen wordt voldaan. In gesprekken over het te volgen re‐
integratietraject worden de verschillende acties richting participatie ook helder besproken. Als iemand die verplichtingen niet nakomt, en daardoor langer dan nodig een beroep wilt doen op een uitkering, wordt de persoon gehoord waarbij gekeken wordt naar bijzondere omstandigheden en mate van verwijtbaarheid. Is daar geen sprake van dan heeft iemand dus bewust een financieel risico genomen, dat negatief uitpakt.
Uit rechtspraak blijkt dat het hebben van schulden het opleggen van een sanctie niet in de weg staat. Vanwege dringende redenen kan de verlaging anders worden vastgesteld (hardheidclausule), bijvoorbeeld als er kinderen de dupe lijken te worden. Als iemand het niet eens is met de genomen beslissing kan iemand in bezwaar en beroep gaan.
Bij recidive (art. 16) kan iemand door aantoonbaar gedrag te veranderen de duur van de verlaging verkorten (inkeerregeling: heroverweging of herbeoordeling). Dit komt overeen met het doel van de sanctie.
Door middel van beleidsregels zullen hierover nadere richtlijnen worden geformuleerd.
Landelijk kader.
De inkeerregeling wordt voor het eerst toegepast
Loonkostensubsidie
Onderwerp Keuze / toelichting Opmerking
Loonkostensubsidie aan mensen met een loonwaarde tot 100%
Hoewel werkzoekenden met een hogere loonwaarde waarschijnlijk zonder verder gemeentelijk traject bij een werkgever geplaatst kunnen worden is een
loonkostensubsidie wel nodig. Indien dat niet wordt gedaan kan deze persoon
Regionaal
Let op: loonwaarde en afstand tot de
waarschijnlijk niet op de arbeidsmarkt concurreren met iemand met een lagere loonwaarde, waarvoor de werkgever wel een loonkostensubsidie ontvangt.
arbeidsmarkt zijn verschillend van elkaar.
Keuze voor Dariuz Er is nog geen handvol aanbieders van een loonwaardemeting op de markt, en nog minder aanbieders die gevalideerd zijn. Dariuz staat heel goed bekend, is ontwikkeld i.s.m. TNO, is wetenschappelijk gevalideerd, heeft een hoge betrouwbaarheid, kan door de gemeente zelf worden afgenomen, en er zijn in de regio al ervaringen mee.
Ook het UWV gaat over op een meting m.b.v. Dariuz.
Regionale afstemming
Individuele studie‐ en inkomenstoeslag
Onderwerp Keuze / toelichting Opmerking
Hoogte van de studiekostentoeslag
De doelgroep voor deze toeslag zijn jongeren die nog aanspraak hebben op
studiefinanciering, maar vanwege structureel functionele beperkingen het minimum loon niet kunnen verdienen. Doel is hen desondanks te stimuleren toch te gaan studeren. Als zij gaan studeren kunnen zij echter geen aanspraak meer maken op studiefinanciering terwijl zij ook niet in aanmerking zullen komen voor een baan.
Daarom is het logisch om met een toeslag ervoor te zorgen dat het inkomen aangevuld wordt tot de inkomensgrens om die voor het minimabeleid wordt gehanteerd.
Landelijk kader. De doelgroep komt over van het UWV naar de gemeente.