• No results found

Vragen van het lid Weisglas (VVD) aan de Minister van Buitenlandse Zaken

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vragen van het lid Weisglas (VVD) aan de Minister van Buitenlandse Zaken"

Copied!
4
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

V erschijnt w e ke lijks m e t u itzo n de ring van de recespe riod e s van de T w e e de -K a m e r d e r S ta te n -G e ne ra al. U itgave van de H a ya van S om e re nstich tin g; w a arin o pg e n om e n de m e de d e lin g en van h et h oo fdb e stu u r van de V VD. De in ho udelijke ve ran tw oo rde lijkh eid b eru st bij de o nd e rte ke n a a rs va n de b ijd ra ge n ; de fra ctie s en het hoofdbestuur.

)OCOW.

26 juni 1987 nummer 159

idactie: d rs L.M .L.H .A . H erm ans, H.F. H eijm ans, F.A. W ijse nb e ek; org a n isa tie : J.N .J. van den BroeK lon nem e n ten a d m in istra tie /re d a c tie ad res : P ostbus 30836, 2500 G V s-G ra ve n ha g e , tel. 070-61 41 21; a b o n n e m entsgeld: ƒ 5 0 ,- p er ja ar; v o rm g ev in g en d ruk : Hofstad D rukte ch nie k bv, Zoeterm eer.

Vragen van h et lid W eisglas (VVD) aan de

M inister van Buitenlandse Zaken

1. Heeft de Minister kennis genomen van de mede­ deling van de burgemeester van Amsterdam dat in die stad een „officiële vertegenwoordiging" van het ANC zal worden gevestigd?

2. Heeft de Burgemeester van Amsterdam hierover tevoren contact opgenomen met de Minister en zo ja, welk standpunt heeft de Minister daarbij ingenomen?

3. Wat moet worden verstaan onder een „officiële vertegenwoordiging" van een organisatie als het ANC?

4. Deelt de Minister de opvatting dat het niet gewenst is dat in Nederland „officiële vertegenwoordigingen” zijn gevestigd van oppositiebewegingen in landen waarmee Nederland diplomatieke betrekkingen heeft, zulks los van de kritische opvattingen over het regeringsbeleid van, in dit geval, Zuid-Afrika?

5. Deelt de Minister ook de opvatting dat het met gewenst is dat Nederlandse gemeenten, ondermeer door het doen vestigen van „officiële vertegenwoordigingen” van buitenlandse oppositiebewegingen, een eigen buitenlandse politiek voeren?

6. Onderschrijft de Minister voorts de opvatting dat wat betreft het ANC hoogstens sprake zou kunnen zijn van een mformatiekantoor voor Nederland, maar dan wel pas nadat die organisatie heeft afgezien van gewelddadige acti­ viteiten?

7. Is de Minister bereid over het bovenstaande (we­ derom) overleg te plegen met de burgemeester van Amster­ dam, teneinde hem duidelijk te maken dat de vestiging van een officiële vertegenwoordiging” van het ANC in Amster­ dam met gewenst is?

(Voor n a d ere informatie: drs F.W. Weisglas, tel. 070- 614911, tst.2117.)

Volksgezondheid

Het debat maandag jl. over de volksgezondheid ging, anders dan bedoeld, voornamelijk over de voorstellen van de commissie Dekker en dan nog met name over de vraag of er wel of geen basisverzekering moet komen. Het debat ging feitelijk echter over iets anders namelijk een aantal ombuigingsmaatregelen dat de komende jaren genomen moet worden. Dat was nodig vanwege afspraken in het regeeraccoord maar ook om tegenvallers op te vangen alsmede om nieuw beleid mogelijk te maken. De vaste kamercommissie had daar zelf om gevraagd, doch had tevens daarbij aan het kabinet gevraagd om deze op de korte termijn te nemen maatregelen te plaatsen in het licht van de voorstellen van de commissie Dekker. Logisch, want de Kamer wilde geen maatregelen fiatteren welke daarmee strijdig zouden zijn. Het kabinet had keurig aan dit verzoek voldaan en een eerste, globale reactie gegeven in dezelfde brief waarin de korte termijnvoorstellen vermeld waren. En zo werd het debat een „eerste rondje Dekkeren”, waarbij de

meeste fracties reeds min of meer definitieve standpunten innamen. De VVD had daar grote bezwaren tegen en deed daaraan dus niet mee.

Pas in oktober zal twee dagen gedebatteerd worden over „Dekker”, terwijl op 31 augustus een hoorzitting zal worden gehouden, De VVD vindt het ten opzichte van de insprekers beslist incorrect en niet zorgvuldig om reeds nu definitieve standpunten in te nemen temeer omdat er nogal wat pro's en contra's kleven aan het plan-Dekker.

Een aantal kranten heeft dit in de berichtgeving cor­ rect vermeld: andere daarentegen wekten geheel ten onrechte de indruk dat de VVD tegen de door „Dekker” aanbevolen basisverzekering zou zijn. De VVD wil die gedachte nu beslist niet blokkeren, doch wil vooruitlopend op de hoorzitting evenmin de door het kabinet gepresen­ teerde variant afwijzen. Het CDA deed dat tot onze verwon­ dering en teleurstelling wel. Naast het plan „Dekker-all-in" (dat wil zeggen binnen 3 tot 5 jaar invoering van marktwer­ king in de volksgezondheid en een basisverzekering) wil het kabinet nog een tweede model bezien: namelijk het conver- gentiemodel dat wil zeggen een gefaseerde, procesmatige invoering van de marktwerking en het naar elkaar laten toegroeien van ziekenfonds en particuliere verzekering waarbij echter de loongrens, anders dan in het Dekker- model, gehandhaafd blijft. Het kabinet wil dit tweede model vooral bezien omdat het Dekker-model nadeliger is qua inkomenseffecten en leidt tot vergroting van de wig tussen bruto en netto loonlasten (nadelig voor onze economie). De VVD heeft nu nog geen keuze willen maken en wilde dat het kabinet de beide modellen nader zou uitwerken. CDA en oppositie wilden dat met. De VVD begrijpt tot op heden niet wat daarop tegen is gelet op het oktoberdebat dat nog moet volgen. Bovendien maken beide modellen geen verschil (ze liggen in eikaars verlengde) als toetsingskader voor de korte termijnvoorstellen. Alle voorstellen voor de korte ter­ mijn passen in de voorstellen van „Dekker".

(2)

1 5 9 - 2

aanmerkelijk te verlagen. Dit is door de VVD bekritiseerd en als niet effectief beleid bestempeld. Daartegenover deed de VVD tal van constructieve voorstellen hoe onnodige verrich­ tingen bestreden kunnen worden. Oogmerk van deze voor­ stellen was het overleg tussen overheid en specialisten weer op gang te krijgen.

(Voor n a d ere informatie: m r G.B. Nijhuis, tel. 070-614911, tst. 3219.)

Nota D eeltijdarbeid

Het fenomeen deeltijdarbeid wordt steeds belang­ rijken Er is ook sprake van een duidelijke waardering bij de werkgevers- en werknemersorganisaties. Daarbij is deeltijd­ arbeid of de bevordering daarvan van groot belang voor de werkgelegenheidsdoelstelling van het kabinet. Op dit moment bedraagt de deeltijdarbeid zo'n 25 a 26% van de totale werkgelegenheid m personen (in 1981 nog 18,8%), terwijl het om zo'n 13% van de werkgelegenheid m arbeids­ jaren gaat. Vanaf 1981 is het aandeel van deeltijdarbeid in de totale werkgelegenheid jaarlijks met ruim 1% punt toegeno­ men. Hierdoor kwamen m de periode 1981-1985 plus minus

136.000 personen meer aan het werk. Voor de afgelopen kabinetsperiode (1982-1986) kan dit aantal op 160.000 wor­ den geschat. In de CPB-prognose wordt uitgegaan van een toename van het aantal deeltijdbanen van circa 295.000 in de komende vier jaar. Dit cijfermateriaal maakt duidelijk dat deeltijdarbeid aanmerkelijk meer zoden aan de dijk zet dan algemene arbeidsduurverkorting. Daarbij het feit dat het kabinet daar nog iets bovenop wil doen m de sfeer van de collectieve sector en de deeltijdarbeid en het bevorderen daarvan wordt tot één van de belangrijkste instrumenten die het kabinet wenst te gebruiken in het kader van het bestrij­ den van werkloosheid. Daarbij speelt deeltijdarbeid een belangrijke rol bij het emancipatie-, ouderen- en gehandi­ captenbeleid. De VVD-fractie pleit ervoor dat deeltijdarbeid wordt bevorderd naar die sectoren waar dit nu minder dan gemiddeld voorkomt. Dit houdt m dat ook op hogere func­ tieniveaus deeltijdplaatsen moeten komen. De VVD onder­ schrijft het uitgangspunt van het kabinet dat het eerste aangrijppunt om deeltijdarbeid te bevorderen niet zozeer bij de overheid als zodanig ligt, maar bij de bedrijven en instellingen. Dit neemt echter met weg, dat er ook op bednjfstakmveau en op centraal niveau wel degelijk heel belangrijke aanzetten kunnen worden gegeven.

De betrokkenheid van de overheid is tweeledig: die van grootste werkgever en die van wetgever.

De VVD-fractie ziet weinig in het extra subsidiëren van deeltijdarbeid (verlaging en/of differentiatie van de sociale premies, fiscale prikkel). De overheid en sociale partners zullen als uitgangspunt moeten kiezen dat deeltijd­ werkers in rechtspositioneel opzicht een gelijkwaardige behandeling krijgen ten opzichte van voltijdwerkers. De VVD-fractie kiest als algemeen uitgangspunt voor het even­ redigheidsbeginsel: beloning en andere arbeidsvoorwaar­ den naar rato van het aantal gecontracteerde uren.

Deze evenredigheid zou moeten doorklinken m de basisbeloning, maar ook bij de toeslagverlening, rechten op vakantiegeld en vakantiedagen, verlofregeling en opbouw van pensioenrechten.

De VVD vroeg tot slot aandacht voor de positie van deeltijdwerkers bij de overheid. Hoewel deze de afgelopen jaren is verbeterd, blijft er nog steeds een belangrijke belemmering aanwezig. In het kader van de Inhoudingswet Overheidspersoneel zijn de voltijd-salarissen en niet de bruto lonen van de betrokken ambtenaren bepalend voor de

vraag welke inhouding er moet worden gepleegd. (Voor n ad ere informatie: R. Omschoten, tel. 070-614911, tst. 3218.)

ABP-debat succesvol afgesloten

Afgelopen week werd in de Kamer gediscussieerd over de wijziging van de bestuurlijke structuur. Dat deze wijziging nodig was was de les uit de ABP-affaire Naar aanleiding daarvan concludeerde de toen mgestelde com­ missie Polak dat er veel onduidelijkheden waren met betrekking tot taken, bevoegdheden en verantwoordelijkhe­ den. In het bijzonder was er kritiek op het zeer gebrekkige toezicht en controle alsmede op de scheiding tussen de Centrale Beleggmgsraad, welke - los van het ABP functione­ rend - belegt en de Raad van Toezicht/het pensioenbestuur dat daarover geen zeggenschap heeft.

Over de aanbevelingen van de commissie Polak en de (teleurstellende) reactie daarop van het toenmalige kabi­ net werden reeds in 1984 en 1985 uitvoerig gedebatteerd. Kamerbreed werd toen de motie CDA (!) en VVD (V.d. Burg/ Nijhuis) aangenomen. Uitgangspunt van de motie: eenheid van bestuur. Met andere woorden het bestuur dient tevens verantwoordelijk te zijn voor het beleggingenbeleid. Een tweede motie Alders (Pvda)/Nijhuis werd eveneens kamer­ breed aangenomen: de Centrale Beleggmgsraad dient ver­ vangen te worden door een beleggingencommissie van het ABP-bestuur. Tevens werd kamerbreed aangedrongen op een beter toezicht.

Desondanks komen de ministers Van Dijk en Rudmg met een wetsontwerp dat op genoemde punten volledig afweek van de duidelijke opvatting van de Kamer. Het toezicht kwam bij de minister van Binnenlandse Zaken (ter­ wijl de commissie Polak dat juist had bekritiseerd): de Verzekeringskamer zou daarbij slechts als adviseur optre­ den. De voorgestelde beleggingencommissie dreigde een soort duplicaat te worden van de Centrale Beleggmgsraad: benoeming door de Kroon (minister Financiën) en feitelijke zeggenschap dat wil zeggen een vetorecht. Bij de schrifte­ lijke voorbereiding werd door alle partijen forse kritiek geuit. Ook - en zelfs met name - door het CDA, zodat het beeld in de media alsof alleen de VVD samen met de oppositie dwars lag niet overeenstemt met de feiten.

De oppositie deed wijzigingsvoorstellen gebaseerd op de adviezen van de commissie Polak en de opvattingen van de zijde van de huidige Raad van Toezicht van het ABP. Reeds in eerste termijn van het plenaire debat dreigde de minister van Financiën met intrekking van het wetsvoorstel. Niet verstandig achteraf, want na twee schorsingen bleek het kabinet bereid tot vergaande consessies: le het feitelijk toezicht wordt opgedragen aan de Verzekeringskamer; het toepassen van zware sancties (hetgeen m de pensioenwe- reld gelukkig nog nooit heeft plaatsgevonden) blijft behou­ den aan de minister; 2e het ABP-bestuur benoemt zelf de leden van de beleggingencommissie (dus niet de minister van Financiën) en kan met driekwart meerderheid van het advies van de commissie afwijken.

(3)

1 5 9 - 3

P.C. Hooftprijs

Het doek over de P.C. Hooftprijs als Staatsprijs is gevallen. Deze geschiedenis begon in februari 1985, toen Minister Brinkman weigerde de prijs toe te kennen aan de schrijver Brandt Corstius met als belangrijkste motief, dat de schrijver „het kwetsen als instrument” hanteerde. In het debat daarover bekritiseerde de VVD deze inhoudelijke toetsing door de Overheid, maar steunde zij het besluit op grond van het ondeugdelijke juryrapport, dat provocerend en beledigend voor bepaalde groeperingen kon worden genoemd. Dit heeft in eigen kring tot verdeelde reacties geleid. Wel sprak de VVD-fractie unaniem haar bedenkin­ gen tegen het verschijnsel „Staatsprijzen” uit, omdat daar onvermijdelijk het risico van een inhoudelijke toetsing van kunst door de overheid aan verbonden is.

De nadien ontstane impasse is doorbroken door het kabinetsbesluit de P.C. Hooftprijs als Staatsprijs af te schaf­ fen, en haar activiteiten te beperken tot het subsidiëren van een onafhankelijke stichting, die ten doel heeft de P.C. Hooftprijs als literaire prijs te doen uitreiken. Daarmee ligt de verantwoordelijkheid volledig bij het Stichtingsbestuur. De overheid geeft slechts een subsidie, zoals ze aan zovele andere instellingen subsidie verleent.

De VVD-fractie is bijzonder gelukkig met dit voorstel, omdat daarmee haar oude wens van afschaffing van de Staatsprijs vervuld is. CDA en PvdA hebben zich morrend bij dit besluit neergelegd. De PvdA heeft nog het voorstel gedaan om onmiddellijk het bedrag substantieel te verho­ gen van ƒ 10.000,- naar ƒ 50.000,-. Het ging de VVD-fractie te ver om de PvdA aan dit schaamlapje voor haar weinig principiële standpunt te helpen. Het kabinetsvoorstel om het bedrag van ƒ 10.000-(sinds 1975) iets aan te passen tot ƒ 15.000,- acht de VVD-fractie aanvaardbaar. Daarbij speelt de mogelijkheid voor de nieuwe stichting om sponsorgelden aan te trekken een niet onaanzienlijke rol, afgaande op de recent ingestelde AKO-prijs, een gesponsorde literaire prijs, die veel positieve publiciteit heeft gehad. Tenslotte heeft de VVD-fractie uitgesproken met grote belangstelling af te wachten wie door een jury, benoemd door de nieuwe, onafhankelijke stichting, als eerste prijswinnaar zal worden aangewezen en wie dan de eervolle uitnodiging zal krijgen om die prijs uit te reiken.

(Voor n a d ere informatie: H. F. Dijkstal, tel 070-614911, tst 2564.)

U it h et Europese Parlem ent

Liberalisering van de burgerluchtvaart

Vooralsnog zit het overleg m de Raad van Ministers over de liberalisering van de Europese burgerluchtvaart muurvast. Enkele protectionistische landen onder aanvoe­ ring van Denemarken verzetten zich tegen de voorstellen van de Commissie voor een vrijere markttoegang, afschaf­ fing van gefixeerde prijzen en capaciteitsregelmgen. Het voorstel van met name de commissaris voor de concurrentie de Ier Sutherland ging gepaard met het geven van een vrijstelling op het concurrentiebeding aan de luchtvaart­ maatschappijen voor technische samenwerking m het bijzon­ der voor gecomputeriseerde reservering, grondafhande- ling, onderhoud, dienstverlening en dergelijke. Voor de luchtvaartmaatschappijen is deze vrijstelling van groot belang, zo zelfs dat sommigen zeggen, dat m de nabije toekomst het vliegen bijzaak zal worden van het al of niet aangesloten zijn op het geautomatiseerde reservenngsnet.

Voor deze vrijstellingen was Florus Wijsenbeek de rappor­ teur van het Europees Parlement op vrijdag 19 juni jl. Hij wees m het bijzonder op de gunstige effecten die de libera­ lisering op de tarieven en dus voor de consument zou kunnen hebben. Hij veroordeelde de houding van Socialis­ ten en Christen-Democraten, die puur om redenen van

bescherming van de nationale maatschappijen, de Raad een blanco cheque wilden geven om een restrictief, door de nationale overheden gereguleerd beleid te voeren, waar de consument de dupe van zou worden. Hij hield de Europese Commissie voor, dat deze haar belofte zou moeten waarma­ ken, om alle voorstellen m te trekken en het Hof van Justitie om een veroordeling zou vragen van de lid-staten, die het Verdrag dat vrijheid van dienstverlening voorschrijft, met willen uitvoeren.

De Commissie kan en wilde dit, zij het niet zonder meer, toegeven. Zo kan het Parlement alsnog, conform de procedure van de Europese Aktie, erop toezien, dat de Raad de ook door het Parlement gesteunde liberalisering ten behoeve van de consumenten, doorvoert. Het Parlement had er vooral op aangedrongen, dat de regionale luchtlijnen met aan restricties onderworpen worden. Voor de andere ver­ bindingen ging het Parlement accoord met een overgangs­ regeling, die de liberalisering geleidelijk invoert, In 1992 zou een echte vrije luchtvaartmarkt tegelijk met het invoeren van de vrije Europese binnenmarkt dan gerealiseerd moe­ ten zijn. Het spreekt van zelf, dat het Europees Parlement ook vasthield aan de eisen van veiligheid en luchtwaardig- heid van materieel en personeel.

(Voor n ad ere informatie: drs F. W. W ijsenbeek, tel. 070- 647447.)

^ m m m m ÊmmÊmmmKmÊÊÊmÊamtmaÊÊmmKKÊÊm

U neem t toch ook een abonnem ent op de

VVD-EXPRESSE!

Wilt u ook iedere week de VVD-EXPRESSE in de bus en u heeft nog geen abonnement? Vul dan per omgaande de bon in dit nummer in. De VVD-EXPRESSE kost ƒ 50,-* per jaar. Daarvoor krijgt u wekelijks met uitzondering van de recesperiode dit blad m uw bus. U kunt ook rapporten van de Teldersstichtmg, die in VVD-EXPRESSE worden aange- kondigd gratis aanvragen.

U kunt de bon, die hieronder staat invullen en opstu­ ren, m een envelop zonder postzegel naar:

VVD-EXPRESSE,

Antwoordnummer 1877, 2500 WB ’s-Gravenhage. M e e n VVD-leden kunnen zich abonneren.

Ondergetekende; Met blokletters invullen s.v.p. Naam: ...

Adres:

Postcode:... Woonplaats:... O geeft zich op als abonnee van de VVD-EXPRESSE

(4)

1 5 9 - 4

Stand van zaken Gemeenschappelijk Landbouw Beleid per 16 juni 1987

De verwikkelingen om de aanpassing van het ge- meenschappelijk landbouwbeleid hebben het voordeel dat ze altijd actueel zijn, ook al betekent zulks voor dit moment - vandaar de datum - dat er geen enkele vooruitgang is. Maar ook dat is nieuws, welhaast elke dag.

Het is duidelijk dat de Raad van Ministers (Landbouw) er de grootste moeite mee heeft tot een besluit te komen; al maandenlang zwoegen Paul de Keersmaker - de Belgische Raadsvoorzitter - en zijn elf collega's op de voorstellen van de Commissie, lees Andriessen,

Deze voorstellen beogen de uitgavengroei ten behoe­ ve van het G.L.B, niet alleen tot staan te brengen maar daarenboven ook te bezuinigen.

Dat beide nodig zijn blijkt wel uit het drastische begrotingstekort voor 1987, maar liefst 6 miljard Ecu, w.v. bijna 4 miljard als gevolg van de stijgende landbouw­ uitgaven (zie VVD-Expresse nr. 154, d.d. 22 mei 1987).

En in deze bedragen is ervan uitgegaan dat de bezui­ nigingen in de voorstellen van Andriessen integraal door de Raad van Landbouwministers worden overgenomen en wel ten belope van rond 2 miljard Ecu!

Dat dit een illusie zal blijken te zijn verwondert insi­ ders niet. In hun deliberaties tot nu toe hebben de ministers reeds deelaccoorden bereikt de helft van deze bezuinigin­ gen weer teniet doen.

Teneinde raad heeft de Commissie het Belgische voorzitterschap verzocht een vergadering van de Raad bij­ een te roepen bestaande uit de Ministers van Financiën/ Begroting én hun collega's van Landbouw. Commissie-presi- dent Jacques Delors zei dat hij geen andere manier zag om aan een „paradoxale" situatie een einde te maken.

Paradoxaal inderdaad, want de Ministers van Finan­ ciën weigeren om de aanvullende begroting - 1987 (6 mil­ jard Ecu) in behandeling te nemen en stelden en-passant een referentiekader voor de begroting - 1988 vast welke in grote lijnen dezelfde bedragen omvat als die voor 1987 (onaangevuld).

Dit verschijnsel van divergerende inzichten m de verschillende „Raden" is niet nieuw maar zo kras en langdu­ rig als het wederzijds ignoreren van elkanders signalen nu is, doet zelfs de meest geharde Europese wenkbrauwen fronsen. Het gezamenlijk beraad van de heren m Luxemburg op 15 juni j.1. leverde het opzienbarende maar met onver­ wachte resultaat op dat er geen resultaat was. Zelfs de zuinigste minister van Financiën - Stoltenberg uit de Bonds­ republiek Duitsland - viel zijn meest halsstarrige collega Kiechle bij. Verbazingwekkend? Nauwelijks, want Stolten­ berg komt uit Sleeswijk-Holstein, waar over enkele maanden deelstaatverkiezingen zijn. En om een socialistische rentree in Kiel te voorkomen is hem wel wat D. marken waard. Hij heeft er immers genoeg.

Vader Kohl ruggesteunde hem met een brief waarin de Kanzier nog eens onderstreepte dat er aan het Duitse standpunt met betrekking tot de monetair compenserende bedragen én de oliën- en vettenheffing met te tornen viel. Voila! Zoals het er nu naar uitziet zullen de h.h.-ministers er wel met uitkomen en zullen de Keersmaker (Landbouw) en Guy Verhofstadt (Financiën) hun dossiers wel overdragen aan Willy Martens (premier) om ze mee te nemen naar de top van regeringsleiders! „Koeien op de top": het schrik­ beeld van iedere regeringsleider. Immers voorzover ze in hun ondoorgrondelijke wijsheid tot orakel-besluiten komen, dan nog leert de praktijk dat de vakministers deze later aan hun laars lappen.

Ik zoek troost m drie overwegingen. Het gaat om betrekkelijk geringe bedragen (ongeveer de helft van ons eigen nationale financieringstekort).

Vervolgens is de volgende Raadsvoorzitter (Land­ bouw) een Deense én een liberale boerin: „never underesti-mate....", En tenslotte gaat het mij als mijn vader die m de 30-iger jaren en terug kerende van het Binnenhof opmerkte: „Als je niet gelovig was zou je het daar worden want zonder Voorzienigheid kwam het nooit weer op z’n pootjes terecht!". (Voor n a d ere informatie: H.J. Louwes, tel. 05956-1504.)

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De Algemene Rekenkamer stelt ten aanzien van de Douane vast dat, ondanks de grote inzet, de periode tot 30 maart 2019 te kort is om volledig te zijn toegerust om alle

Verder wijst de Algemene Rekenkamer erop dat, aangezien de vastgoedportefeuille van het ministerie niet onder het Rijkshuisvestingsstelsel van het Rijksvastgoedbedrijf valt, de

Hierbij wil ik nog opmerken dat in dit verband, naast het aantal bezoeken door medewerkers van de Nederlandse vertegenwoordigingen, ook de door het ministerie gesubsidieerde en

Zoals de Algemene Rekenkamer opmerkt, biedt de staat van de bedrijfsvoering van het ministerie een solide basis voor het inmiddels ingezette, ingrijpende verandertraject.. Ik ben

In het rapport worden verschillende door het ministerie ondernomen activiteiten op het vlak van consulaire dienstveriening genoemd die niet in het jaarverslag van het ministerie

"De Raad heeft zijn vierde jaarlijkse debat gehouden over de verbetering van de doeltreffendheid en de samenhang van het externe optreden van de EU, op basis van een

Nederland verwelkomde de Gezamenlijke Mededeling en onderstreepte daarbij de noodzaak voor versterkte samenwerking ten aanzien van migratie, waaronder terugkeer.. In

Daarnaast is Nederland onder Turks (2015) en Chinees (2016) voorzitterschap betrokken geweest bij bijeenkomsten in het handelstraject van de G20 en heeft Nederland als voorzitter