• No results found

Stageverslag Poe ziepaleis

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Stageverslag Poe ziepaleis"

Copied!
99
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Stageverslag

Poe ziepaleis

Loes van Zoggel

2227320

Communicatie- en Informatiewetenschappen

MA Computercommunicatie

Rijksuniversiteit Groningen

Stagebegeleidster RUG: drs. A.M. Engbersen

Stagebegeleidster Poëziepaleis: Inge Kappert

(2)

Inhoud

Inleiding ... 1

Werkzaamheden ... 1

Evaluatie leerdoelen ... 2

Eigen evaluatie van de stage ... 4

Bibliografie ... 6

(3)

1

Inleiding

Mijn stage bij het Poëziepaleis loopt ten einde. Ik ben de afgelopen vier maanden drie dagen per week werkzaam geweest op kantoor. Deze dagen waren meestal maandag, dinsdag en donderdag. In sommige weken was ik op woensdag op kantoor.

Het Poëziepaleis initieert en organiseert poëzie-activiteiten voor kinderen en jongeren zoals de dichtwedstrijden Kinderen & Poëzie, Doe Maar Dicht Maar, Dichter bij 4 mei, de Kinderdichter en de Jonge Dichter des Vaderlands.

Stage-opdracht

De opdracht tijdens mijn stage was om onderzoek te doen naar de nieuwe website van het

Poëziepaleis. Ik heb uiteindelijk een gebruiksvriendelijkheidsonderzoek uitgevoerd met personen uit de doelgroep van het Poëziepaleis. Daarnaast was de opdracht om dagelijkse werkzaamheden uit te voeren zoals het bijhouden van sociale media, persberichten schrijven, enzovoort.

Regels/interne richtlijnen Poëziepaleis

Het Poëziepaleis heeft een aantal regels/interne richtlijnen over hoe je met elkaar omgaat en werkt op het kantoor. Het valt mij op dat deze richtlijnen geschreven, maar ook ongeschreven zijn. Een aantal voorbeelden hiervan zijn:

 Een geschreven regel is dat de stagiaire elke ochtend de voicemailberichten/nummermeldingen afluistert.

 Een geschreven regel is dat voicemailberichten worden doorgegeven aan het desbetreffende persoon.

 Een ongeschreven regel is dat nummermeldingen slechts worden doorgegeven aan de collega’s wanneer vanuit een bepaald nummer meerdere malen is gebeld. Dit is wel éénmaal mondeling aan mij verteld.

 Een ongeschreven regel is dat wanneer je naar de WC gaat en je langs de kantine komt, je koffie en thee meeneemt voor wie dat willen.

 Een geschreven regel is dat de stagiaire de kantoortelefoon opneemt.

Dat er ook ongeschreven regels zijn binnen het Poëziepaleis kan te maken hebben met het feit dat het een kleinere organisatie is. Er werken vier medewerkers en één stagiair en dat maakt communiceren met elkaar gemakkelijk en dan hoef je dus niet altijd alles op papier te zetten.

Ik heb mij deze regels snel eigen gemaakt. Nadat ze één keer aan mij verteld waren en nadat ik het één keer had meegemaakt ging dit direct goed. Ik ben betrouwbaar wat betreft deze regels. Ik voerde ze standaard netjes en op tijd uit.

Werkzaamheden

Tijdens mijn stage heb ik verschillende werkzaamheden uitgevoerd. In bijlage 1 is een logboek opgenomen waarin mijn stagedagen staan met de bijbehorende exacte werkzaamheden. Hieronder beschrijf ik globaal wat mijn werkzaamheden waren.

 De kantoortelefoon opnemen.

 De mailbox info@poeziepaleis.nl beheren en de mails afhandelen.  Sociale media bijhouden/Facebookberichten plaatsen.

 De inzendingen voor de dichtwedstrijden bijhouden.  Notuleren bij werkoverleg en notulen uitwerken.

 Bestellingen van webshopproducten en posters klaarmaken en versturen.

 De website indelen/sorteren door bijvoorbeeld webpagina’s aan te maken of aan te passen.  Contact houden met de websitebouwers om aanpassingen/problemen door te geven.  Stukken tekst voor op de website schrijven.

(4)

2

Evaluatie leerdoelen

Om te zien wat ik al heb geleerd tijdens mijn stage kijk ik naar mijn stageplan, dat ik aan het begin van mijn stage heb opgesteld, naar mijn sterke en zwakke punten, en naar mijn tussenevaluatie, die ik na negen stageweken heb opgesteld. Hieronder heb ik een lijstje opgesteld van mijn sterke en zwakke punten.

Sterke punten:

 Ik ben precies/kritisch/perfectionistisch.  Ik kan goed organiseren.

 Ik ben bedachtzaam/niet impulsief.

 Ik heb een groot verantwoordelijkheidsgevoel.  Ik ben betrokken bij de dingen die ik doe.  Ik ben loyaal.

 Ik ben enthousiast.  Ik ben betrouwbaar.  Ik kom mijn afspraken na. Zwakke punten:

 Ik vind het lastig om te presenteren/voor grote groepen te spreken.

 Ik stel mij soms afhankelijk op, d.w.z. wanneer ik mij onzeker voel en dan wil ik graag de mening of instemming van anderen horen.

 Ik vind het moeilijk om prioriteiten te stellen/te plannen.  Ik ben stressgevoelig.

 Ik vind het soms moeilijk om zelfstandig keuzes maken.

Wat ging er goed?

De stage vond ik erg leuk en boeiend. Er zijn een aantal dingen die heel goed gingen. 1. Zelf initiatief nemen om bepaalde zaken aan te pakken

Ik vind het soms lastig om zelf te bedenken wat ik moet gaan doen, dus om initiatief te nemen. Ik wilde in de stage graag leren minder afwachtend te zijn. Dit gaat nu beter. Een paar voorbeelden van werkzaamheden/zaken die ik zelf heb opgepakt zijn:

 Ik lokaliseerde op eigen initiatief fouten op de website en paste ze aan. Als de aanpassingen geen grote invloed hadden op de uitstraling van de website paste ik ze aan zonder het te overleggen. Dit was bijvoorbeeld het geval bij taalfouten.

 Ik plaatste op eigen initiatief berichten op Facebook. Dit was bijvoorbeeld tien weken lang het geval op maandagen. Op maandagen plaatste ik een bericht op Facebook met een verwijzing naar het nieuwste raadgedicht.

 Ik nam zelf initiatief om het gesprek aan te gaan als ik van werkdagen wilde wisselen, eerder of later naar huis wilde of als ik een dagje vrij wilde. Wanneer er een interessante afspraak was op woensdag en ik graag mee wilde, heb ik overlegd of ik woensdag stage kon lopen in plaats van op donderdag. Dit is bijvoorbeeld voorgekomen toen ik mee wilde naar de afspraak van de Kinderdichter Emma Bos op woensdag 14-09-2016. Dit duurde ongeveer twee uur en daarom had ik overlegd dat ik op een andere dag een keer twee uur eerder naar huis kon.  Ik heb zelf initiatief genomen om in gesprek te gaan met mijn stagebegeleidster Inge en

collega Marieke om te overleggen over mijn onderzoeksplan en andere stappen in het onderzoek.

2. Zelfstandig werken

Ik vind het soms lastig om zelf keuzes te maken. Ik wilde in de stage graag leren om zelfstandig te werken en niet te veel te vragen aan mijn stagebegeleidster. Dit gaat nu beter. Een paar voorbeelden waaruit blijkt dat ik zelfstandig kan werken zijn:

(5)

3

 Ik ben zelfstandig bezig geweest met het schrijven van Facebookberichten, webteksten etc. Ik heb niet van te voren bevestiging bij mijn stagebegeleidster of collega’s gevraagd om te kijken of ik de juiste keuzes maakte.

 Ik handelde binnenkomende mails af wanneer ik voldoende van het onderwerp afwist.  De taken die ervoor gezorgd hebben dat ik beter wordt in het nemen van initiatief en beter

wordt in zelfstandig werken komen grotendeels overeen. Ze droegen allen bij aan deze twee eigenschappen.

3. Zelfvertrouwen opbouwen

Ik vind het soms lastig om erop te vertrouwen dat ik taken goed uitvoer. Hierin ben ik vooruitgegaan. Dit heb ik gedaan door:

 Twee keer kreeg ik positieve feedback van Inge en Marieke (Ik wilde echter bereiken dat ik vertrouwen krijg in mijn eigen kunnen door mijzelf te beoordelen. Ik wil minder afhankelijk zijn/worden van de mening van anderen).

 Twee keer vroeg ik zelf om feedback van Inge en Marieke. Hun feedback was positief.

 Eén keer vroeg ik feedback op mijn PowerPointpresentatie aan Inge en Marieke. Zij gaven mij een aantal tips en voor de rest was men positief.

 Één keer vroeg ik feedback op mijn werkelijke presentatie aan Inge en Marieke. Zij gaven mij een aantal tips en voor het overige was men positief.

Waar wilde ik aan werken?

Er zijn een aantal zaken waaraan ik de afgelopen weken tijdens mijn stage heb gewerkt. 1. Afhankelijkheid van anderen

Ik wilde graag meer zelfvertrouwen krijgen in de dingen die ik doe en mijzelf ervan overtuigen dat ik prima in staat ben om de goede dingen te doen. Ik wilde niet dat mijn zelfvertrouwen vooral afhangt van de mening van anderen. Ik wilde zelf een mening hebben over mijn uitgevoerde werkzaamheden. Ik wilde mijn eigen feedbackgever zijn. Ik wilde minder afhankelijk worden van anderen. Dit heb ik gedaan door:

 Zelf feedback te vragen aan Inge en Marieke. Ik heb niet afgewacht tot ze mij op een willekeurig moment feedback gaven.

 Ik heb mijzelf vaker in het middelpunt gezet, waardoor ik in een minder vertrouwde

werkomgeving ook meer de neiging zal krijgen om dit te doen. Ik heb mij bijvoorbeeld in het middelpunt gezet door aan te geven dat ik wilde leren presenteren en ik heb gevraagd hoe we daar een mogelijkheid voor konden creëren. Na het presenteren heb ik om tips en feedback gevraagd.

 Ik ben zelf gaan beoordelen hoe ik mijn taken heb uitgevoerd. Ik heb na elke taak mijzelf de vraag gesteld: Hoe vind ik dat ik het gedaan heb? Ben ik er tevreden mee?

2. Plannen/prioriteiten stellen

Ik wilde graag beter worden in plannen en ik wilde graag de juiste prioriteiten stellen. Ik kan soms volledig opgaan in één taak, waardoor alle andere zaken naar de achtergrond verdwijnen. Ik heb beter leren plannen/prioriteiten te stellen door:

 Ik heb op meerdere momenten met Inge en Marieke overlegd welke werkzaamheden ik op welke dag in de week wil uitvoeren. Dit was meestal naar aanleiding van een taak die ik kreeg. Ik heb aangeven op welke dagen/tijden ik beschikbaar was voor deze taak en op welke dagen/tijden ik bezig was met mijn onderzoek.

 Ik heb een planning in mijn agenda opgesteld waarbij ik een globale indeling heb gemaakt van de werkzaamheden voor mijn onderzoek per week.

 Wanneer Inge en Marieke opdrachten voor mij hadden gaf ik aan op welke termijn ik tijd had en dit zou oppakken. Ik heb bijvoorbeeld van Marieke de opdracht gekregen om de

nieuwsbrief van december in te richten. Ik heb toen aangegeven dat het erg druk was en dat ik hier liever niet direct aan wilde beginnen omdat ik een presentatie moest voorbereiden. Ik heb haar gevraagd wanneer ze deze nieuwsbrief af wilde hebben. Op basis van deze datum heb ik met haar een afspraak gemaakt om de onderwerpen van de nieuwsbrief te bespreken en had ik ingepland op welke dagen ik met deze nieuwsbrief bezig ging.

(6)

4

omdat ik hier wel tijd voor had. De tweede keer heb ik dit niet gedaan. Ik heb ze verteld dat dit niet in mijn planning paste omdat ik het te druk had met het afronden van mijn stage.

3. Presenteren/voor een groep staan

Ik heb soms weinig vertrouwen in mijn eigen kunnen en daarom vind ik het spannend om voor een groep te staan en te presenteren. Ik wilde dit graag verbeteren tijdens mijn stage., maar tijdens mijn stageperiode deden zich niet veel kansen voor om te presenteren. Ik heb het op de volgende manier aangepakt:

 Ik heb zelf twee momenten gecreëerd om te presenteren en met mijn stagebegeleidster overlegd of ik aan het einde van mijn stage de uitkomsten van mijn onderzoek kon presenteren op mijn stage locatie.

 Ik heb met Inge en Marieke overlegd dat ik wilde leren presenteren. We hebben samen twee momenten gevonden om hiermee te oefenen. Ik heb eerst gepresenteerd voor de voorzitter van het bestuur, van wie ik tips heb gekregen, en later voor de rest van het bestuur. Dit heeft gezorgd voor initiatief aan mijn kant. Ik pakte de regie op waar ik dat kon. Ik was niet afhankelijk van de stageplek door alleen hun plannen en ideeën uit te voeren, maar ik droeg mijn eigen plannen aan en vroeg of zij het er mee eens waren. Daardoor werkte ik aan het afbouwen van mijn afhankelijkheid en wordt het natuurlijker voor mij om zelf met plannen/ideeën te komen, ook wanneer een werksituatie minder prettig is, op een werkplek waar ik mij minder op mijn gemak voel, dan hier in het Poëziepaleis.

Einde van de stage

Ik blijf nog een paar weken langer als vrijwilliger bij het Poëziepaleis werken tegen een kleine vrijwilligersvergoeding. Ik wil dit graag omdat ik mij verder wil ontwikkelen. Ik heb tijdens mijn stage veel geleerd, maar voor het Poëziepaleis was dit een rustige periode. De periode waarin finales van dichtwedstrijden en evenementen van het Poëziepaleis plaatsvinden begint pas eind januari. Ik wil hier graag een deel van meemaken, zodat ik meer kan zien van het praktijkwerk van het Poëziepaleis.

Eigen evaluatie van de stage

Het doel van de stage was om ervaring op te doen in de professionele praktijk van CIW. Voordat ik aan mijn stage begon had ik geen beeld van het werk van communicatieprofessionals in de praktijk. Ik zag er tegenop om in de praktijk aan het werk te gaan na mijn afstuderen, omdat ik niet wist hoe dit eruit zou zien. Ik heb nu een beter beeld van de praktijk en dit geeft mij meer zelfvertrouwen. Ik ben minder bang om af te studeren en om te beginnen aan mijn carrière in de communicatie.

Ik heb persoonlijk veel aan mijn stage bij het Poëziepaleis gehad, maar ik heb eveneens een aantal zaken achtergelaten waar het Poëziepaleis iets mee kan. De nieuwe website is ten eerste voor een groot deel door mij ingericht. Ik heb veel stukken tekst geschreven en ik heb geholpen met de indeling/structuur. Ik heb bijgedragen aan het creëren van een duidelijk en overzichtelijk product dat nog jaren mee kan gaan. Daarnaast heb ik een onderzoeksmethode voor de toekomst achtergelaten bij het Poëziepaleis. Ik heb een groot gebruiksvriendelijkheidsonderzoek uitgevoerd dat op dit moment de website heeft verbeterd en ik heb eveneens een snel en gemakkelijk plan opgesteld voor de toekomst waardoor het Poëziepaleis de website door de jaren heen gebruiksvriendelijk kan houden zonder daar elke keer een grote hoeveelheid tijd en geld in te hoeven steken.

In de stage moesten vanuit de opleiding ook een aantal competenties nagestreefd worden. Ik bespreek hieronder per competentie wat ik op dit gebied heb bereikt.

1.

Het bezitten van voldoende vaardigheid in het toepassen van methoden en technieken bij het zelfstandig opzetten en uitvoeren van een onderzoek, en begrip hebben voor het gebruiken van de uitkomsten voor verdere theorievorming, of voor het ontwikkelen van

praktijktoepassingen.

Aan het begin van mijn stage heb ik een voorstel gedaan voor het uitvoeren van een onderzoek naar de website van het Poëziepaleis. Na goedkeuring van mijn stagebegeleidster heb ik zelfstandig een plan van aanpak opgesteld en het onderzoek uitgevoerd. Met de resultaten van het onderzoek heb ik een adviesrapport opgesteld voor het Poëziepaleis. Mijn advies heb ik met de medewerkers

(7)

5

2. Het kunnen omgaan met complexe vraagstukken op systematische en creatieve wijze, het kunnen vormen van gefundeerde oordelen, en het kunnen communiceren van conclusies op heldere wijze tegenover een publiek van specialisten en niet-specialisten.

Bij het oplossen van vraagstukken heb ik in eerste instantie gekeken naar mijn eigen kennis en ervaring, vervolgens aanvullende informatie gezocht in beschikbare bronnen en tevens collega’s geconsulteerd. Met deze informatie heb ik mijn eigen oordeel gevormd en waar nodig zaken verder uitgewerkt. Een voorbeeld van mijn competentie om te communiceren met specialisten en niet-specialisten is de wijze waarop ik mijn onderzoeksresultaten heb gepresenteerd. Ik heb een presentatie over mijn onderzoek en de uitkomsten daarvan gehouden voor het bestuur van het Poëziepaleis. Dit bestuur bestaat uit niet-specialisten op het gebeid van computercommunicatie. De presentatie was voor deze niet-specialisten helder en duidelijk.

3. Het zelf richting kunnen geven aan het ter hand nemen en oplossen van problemen, en het zelfstandig kunnen plannen en uitvoeren van taken op een professioneel of daaraan gelijkwaardig niveau.

Eén van mijn taken was het beheer en het onderhoud van de website in samenwerking met een vaste medewerker van het Poëziepaleis. Hierin heb ik zelfstanding teksten en/of onduidelijkheden

aangepast. Waar nodig heb ik het initiatief genomen om nieuwe ideeën in te brengen voor wat betreft de invulling, indeling en/of vormgeving. Daarbij werd ik als volwaardige collega gezien en werd mijn inbreng regelmatig overgenomen.

4.

Het voortdurend kunnen uitbreiden van eigen kennis en begrip, en het kunnen ontwikkelen van nieuwe vaardigheden tot op een hoog niveau.

Ik heb in mijn stage bewust een open, onderzoekende en initiatiefrijke houding aangenomen. Ik ging mijn stageperiode in met een bewust doel, het opdoen van kennis in de praktijk en het leren van de ervaring van professionals. Ik vond het belangrijk om samen te werken met mijn collega’s om kennis over het vakgebied met hun uit te wisselen. Dit heeft mij veel opgeleverd.

5.

Het tonen van initiatief en verantwoordelijkheid.

Aan het begin van mijn stage heb ik met mijn stagebegeleidster overlegd welke taken ik op mij zou nemen. We hebben afgesproken dat ik de infomail zou beheren en dat ik een onderzoek zou doen naar de nieuwe website van het Poëziepaleis. Mijn interesse ligt bij de digitale communicatie en daarom werd mij af en toe gevraagd om wat taken uit te voeren op de website. Na enige tijd kon ik goed omgaan met het beheren van de website en heb ik zelf initiatief genomen om hier extra dingen in te doen, zonder dat dit van mij gevraagd werd. Daarnaast werd ik aan het begin van mijn stage gevraagd om een Facebookbericht te plaatsen over een poëzieproject. Dit project bestond uit wekelijkse activiteiten en ik heb zelf de verantwoordelijkheid op mij genomen om in de loop van dit project hierover te communiceren op Facebook.

6.

Het zelfstandig kunnen studeren met het oog op een voortgezette professionele ontwikkeling.

Het zelfstandig studeren is iets dat bij mij past. Ik voel mij hier het prettigst bij. Ik vond het echter belangrijk om tijdens mijn stage kennis van anderen op te doen en om hiermee mijzelf te blijven ontwikkelen. Ik heb mijn kennisgebied uitgebreid om uiteindelijk alle kennis bij elkaar te gebruiken om zelfstandig vraagstukken uit te werken en uit te voeren.

7. Het tonen van communicatieve competentie, een context-gevoelige houding, en het

zelfstandig of in teamverband kunnen afstemmen van producten en diensten op de beoogde doelgroep.

(8)

6

Bibliografie

R. Benbunan-Fich, “Using Protocol Analysis to Evaluate the Usability of a Commercial Website”, in Information & Management, Vol. 39, No. 2, 2001, pp. 151-163.

Chiew, T. K., & Salim, S. S. (2003). Webuse: Website usability evaluation tool.Malaysian

Journal of Computer Science, 16(1), 47-57.

Elling, S., Lentz, L., & De Jong, M. (2007, September). Website evaluation questionnaire: development of a research-based tool for evaluating informational websites. In International

Conference on Electronic Government(pp. 293-304). Springer Berlin Heidelberg.

Holzinger, A. (2005). Usability engineering methods for software developers.Communications

of the ACM, 48(1), 71-74.

Krug, S. (2006). Don't make me think. Berkeley.

Nielsen, J. (1994, April). Usability inspection methods. In Conference companion on Human

factors in computing systems (pp. 413-414). ACM.

Nielsen, J. (2014). Usability 101: Introduction to Usability (2012). URL: http://www. nngroup.

com/articles/usability-101-introduction-to-usability/[accessed 2015-06-03][WebCite Cache].

Tullis, T. S., & Stetson, J. N. (2004, June). A comparison of questionnaires for assessing website usability. In Usability Professional Association Conference(pp. 1-12).

(9)

Bijlage 1: Logboek werkzaamheden

Week 1 (Kalenderweek 36)

Maandag 05-09

- Foto’s voor de webshop van de nieuwe website maken. - Beleidsplannen en belangrijke documenten doorlezen.. - Nieuwe website bekijken en doorspitten.

- Producten in de webshop van de nieuwe website zetten. - Eerste Facebookbericht over het project Raadgedicht plaatsen.

Dinsdag 06-09

- Foto’s voor de webshop van de nieuwe website maken.

- Facebookbericht over de nieuwe posters van DMDM schrijven en plaatsen. - Stukken voor de website schrijven/herschrijven/controleren.

Donderdag 08-09

- Stukken voor de website schrijven/herschrijven/ controleren. - De indeling van de website checken/aanpassen.

Week 2 (Kalenderweek 37)

Maandag 12-09

- Stukken voor de website schrijven/herschrijven/controleren. - De indeling van de website checken/aanpassen.

- Tweede Facebookbericht over het project Raadgedicht plaatsen.

Dinsdag 13-09

- Notuleren bij werkoverleg.

- Stukken voor de website schrijven/herschrijven/controleren. - Indeling van de website checken/aanpassen.

Woensdag 14-09

- Meegaan naar het bezoek aan de burgemeester van Kinderdichter Emma.

Donderdag 15-09

- Persbericht schrijven over het bezoek van Kinderdichter Emma aan de burgemeest. - Teksten schrijven voor de nieuwsbrief.

- Opmaak nieuwsbrief aanpassen en indelen. - Notulen van het werkoverleg uitwerken.

- Facebookbericht over de nieuwe posters K&P schrijven en plaatsen. Week 3 (Kalenderweek 38)

Maandag 19-09

- Bestellingen klaarmaken en versturen. - Mails beantwoorden.

- Ingestuurde gedichten voor poëziewedstrijden uitzoeken en tellen. - Nieuwsbrief in elkaar zetten.

- Bezig zijn met het stageonderzoek (gezocht naar hoe men usability-onderzoek uitvoert). - Derde Facebookbericht over het project Raadgedicht plaatsen.

Dinsdag 20-09

- Groepsfoto’s voor op de nieuwe website gemaakt. - Bestellingen klaarmaken en versturen.

- Posters van dichtwedstrijden naar scholen verstuurd. - Mails beantwoorden.

- Foto’s op de website aangepast. - Nieuwsbrief in elkaar zetten.

- Bezig zijn met het stageonderzoek (gezocht naar hoe men usability-onderzoek uitvoert).

Donderdag 22-09

- Bestellingen klaarmaken en versturen.

- Posters van dichtwedstrijden naar scholen verstuurd. - Mails beantwoorden.

(10)

Week 4 (Kalenderweek 39)

Maandag 26-09

- Mails beantwoord.

- Bestellingen klaarmaken en versturen. - Afronden nieuwe website.

- Informatie aan handleiding nieuwe website toegevoegd.

- Overlegt met Marieke over tijdsplanning onderzoek/dagelijkse werkzaamheden. - Vierde Facebookbericht over het project Raadgedicht plaatsen.

Dinsdag 27-09

- Mails beantwoorden.

- Bestellingen klaarmaken en versturen. - Afronden nieuwe website.

- Overlegt met Inge over tijdsplanning onderzoek/dagelijkse werkzaamheden. - Notuleren bij werkoverleg.

Donderdag 29-09

- Bestellingen klaarmaken en verzenden.

- Nieuwe website (net gelanceerd) checken op fouten en corrigeren. - Nieuwe website testen op mobiel.

- Testen of de instuurformulieren werken, de webshop werkt en de e-cards werken. - Posters van dichtwedstrijden naar bibliotheken versturen.

- Bezig met onderzoeksopzet. - Notulen werkoverleg uitwerken. Week 5 (Kalenderweek 40)

Maandag 03-10

- Overlegt met Inge over tijdsplanning onderzoek/dagelijkse werkzaamheden. - Werken aan onderzoeksvoorstel.

- Testen of de nieuwe website werkt, ook op de tablet en smartphone. - Pakketten met 1010 en 532 posters klaarmaken en versturen naar Biblionet. - Vijfde Facebookbericht over het project Raadgedicht plaatsen.

Woensdag 05-10

- Werken aan onderzoeksvoorstel.

- Mailen met stagebegeleidster vanuit de RUG over methode onderzoeksvoorstel. - Bestelling klaarmaken en versturen.

Donderdag 06-10

- Bestellingen klaarmaken en versturen. - Werken aan onderzoeksvoorstel. - Literatuur voor onderzoek lezen.

- Puntsgewijs onderzoeksvoorstel opsturen naar stagebegeleidster. Week 6 (Kalenderweek 41)

Maandag 10-10

- Zesde Facebookbericht over het project Raadgedicht plaatsen. - Bestellingen klaarmaken en versturen.

- Werken aan uitbreiden onderzoeksvoorstel. - Literatuur voor onderzoek lezen.

Dinsdag 11-10

- Onderzoeksvoorstel uitwerken. - Notuleren bij werkoverleg.

Donderdag 13-10

- Onderzoeksvoorstel uitwerken. - Notulen werkoverleg uitwerken.

- Facebookbericht over de nieuwe website schrijven voor een advertentie. - Nieuwsbrief nog een keer met Marieke doorlopen en versturen.

- Feedbackgesprek met Marieke. Week 7 (Kalenderweek 42)

Maandag 17-10

- Facebookbericht over het project Raadgedicht plaatsen.

(11)

- Onderzoeksvoorstel uitwerken.

- Onderzoeksvoorstel naar mevrouw Engbersen sturen.

Donderdag 20-10

- Verbeteringen op het onderzoeksvoorstel van mevrouw Engbersen doorgevoerd.

- Klanten bellen over bestellingen, uitzoeken wat er mis is gegaan met een bestelling en de oplossing naar de klant mailen.

- Op Google Analytics uitzoeken welke pagina’s van de nieuwe website het meeste en het minste bezocht worden en dit in een tabel zetten.

- Afspraak met mevrouw Engbersen gemaakt over de tussenevaluatie. Week 8 (Kalenderweek 43)

Maandag 24-10

- Mijn eigen tussenevaluatie van mijn stageplan schrijven en uitwerken. - Feedbackgesprek met Inge en Marieke.

- Aankaarten bij Inge dat we veel nutteloze nieuwsbrieven binnenkrijgen op

info@poëziepaleis.nl. Vragen of het goed is dat ik ons voor een aantal afmeld. Bij Inge om bevestiging vragen voor welke we ons kunnen afmelden.

- Onderzoeksvoorstel doornemen met Inge en Marieke. - Facebookbericht over het project Raadgedicht plaatsen.

Dinsdag 25-10

- Taken uit het onderzoek opstellen, doorspreken en aanpassen.

Donderdag 27-10

- Overleg over plan van aanpak nieuwe editie Jonge Dichter des Vaderlands. - Tussenevaluatie met Engbersen / onderzoeksopzet bespreken.

- Borrel met de vrijwilligers van het Poëziepaleis.

- Proefpersonen zoeken en benaderen voor het onderzoek. - Uitwerken onderzoeksvoorstel.

Week 9 (Kalenderweek 44)

Maandag 31-10

- Facebookbericht over het project Raadgedicht plaatsen. - Lijstje met sterke en zwakke punten van mijzelf maken. - Tussenevaluatie herschrijven.

- Proefpersonen benaderen en afspraken plannen voor testen onderzoek. - Uitwerken onderzoeksvoorstel.

Dinsdag 01-11

- Een probleem van een leerkracht bekijken op de website en reageren op dit probleem. Er zit een kleine bug in de het systeem om gedichten in te sturen. Het aantal deelnemers is soms moeilijk te veranderen.

- De bug doorgeven aan Slash2.

- De test van het onderzoek uitproberen met een jongere.

- De taken van het onderzoeksvoorstel nogmaals bekijken, doornemen met Inge en Marieke en aanpassen.

- Bestellingen klaarmaken en versturen.

- Feedback van mevrouw Engbersen op onderzoeksvoorstel verwerken.

Donderdag 03-11

- Afspraken maken met proefpersonen voor het onderzoek. - Bestellingen klaarmaken en versturen.

- Uitwerken tussenevaluatie en naar Engbersen sturen. Week 10 (Kalenderweek 45)

Maandag 07-11

- Facebookbericht over het project Raadgedicht plaatsen. - Tags aan de lesbrieven op de website toevoegen.

Dinsdag 08-11

- Test uitvoeren met VO docent Henk (55 jaar).

Woensdag 09-11

(12)

Donderdag 10-11

- Test uitvoeren met jongeren (16 jaar) Fleur.

- Bij Inge en Marieke aankaarten dat ik graag de uitkomsten van mijn onderzoek wil

presenteren om mij hier in te ontwikkelen. Ze vonden het een goed idee! We plannen het in na een bestuursvergadering.

- Facebookbericht over de Week van Respect plaatsen. - Test uitvoeren met VO docent Klazien.

- Notities van de test met Henk uitwerken.

- Lesbrieven die fout op de website staan aanpassen.

- Maike (oud-stagiair) helpen met het testen van een evaluatieformulier voor Poëzielessen. Tips en feedback gegeven.

Week 11 (Kalenderweek 46)

Maandag 14-11

- Notities van de testen uitwerken. - Bestelling klaarmaken en versturen.

- Test uitvoeren met PO docent Inge (26 jaar).

- Mail sturen naar mevrouw Engbersen over het uitwerken van de testen.

- Een afspraak maken met Inge om het over de verlenging van het contract te hebben.

Dinsdag 15-11

- Notities van testen uitwerken.

- Facebookbericht Stichting Specsavers Steunt plaatsen. - Aanbiedingsbordje voor DLO maken met InDesign. - Pakketjes samenstellen voor DLO.

Donderdag 17-11

- De video’s en screen captures van de testen van het onderzoek uitwerken. - Test uitvoeren met jongeren (13 jaar) Sophie.

- Bestellingen klaarmaken en versturen. Week 12 (Kalenderweek 47)

Maandag 21-11

- De video’s en screen captures van de testen van het onderzoek uitwerken.

Dinsdag 22-11

- Naar Rotterdam voor het DLO (Dag van het Literatuur Onderwijs).

Woensdag 23-11

- De video’s en screen captures van de testen van het onderzoek uitwerken. - Tekst voor de webshop schrijven.

- Foto’s voor de webshop maken.

- Facturen versturen naar alle klanten die boekjes bestelt hebben op de DLO. - Bestellingen klaarmaken en versturen.

- De spullen van het DLO opruimen. Week 13 (Kalenderweek 48)

Maandag 28-11

- De video’s en screen captures van de testen van het onderzoek uitwerken. - Resultaten onderzoek uitwerken.

- Bestellingen klaarmaken en versturen.

Dinsdag 29-11

- Resultaten onderzoek uitwerken. - Bestellingen klaarmaken en versturen.

Donderdag 01-12

- Resultaten onderzoek uitwerken. - Bestellingen klaarmaken en versturen. - Mails behandelen en beantwoorden. Week 14 (Kalenderweek 49)

Maandag 05-12

- Zelfstandig afhandelen mail met vragen van docent. - Resultaten onderzoek uitwerken.

(13)

- Resultaten onderzoek afmaken. - Beginnen met schrijven van advies. - Bestellingen klaarmaken en verzenden. - Notuleren bij werkoverleg.

- Notulen van het werkoverleg uitwerken.

- Presentatie van de resultaten en het advies voorbereiden.

- Afspraak maken met Rob van het bestuur om de presentatie te oefenen. Een lijst met verbeterpunten opstellen voor de websitebouwers.

- De verbeterpunten voor de websitebouwers bespreken met Inge en Marieke.

Donderdag 07-12

- Resultaten onderzoek afmaken. - Schrijven van advies.

- Bestellingen klaarmaken en verzenden. - Presentatie voorbereiden.

- Presentatie uitvoeren voor Rob van het bestuur en tips gekregen.

- Afspraak bij Slash2, de websitebouwer, om verbeterpunten website te bespreken. - Stageverslag schrijven.

- Agenda items op de site zetten (de finales van de Kinderdichters en WinterWelvaart). Week 15 (Kalenderweek 50)

Maandag 12-12

- Stageverslag schrijven. - Ingezonden gedichten tellen.

- Mailen naar de deelnemers die geen vertaling bij de Engelse gedichten hebben meegestuurd. - Agenda items op de site aangepast.

- Presentatie voorbereiden. - Presentatie uitvoeren.

Dinsdag 13-12

- Feedbackgesprek met Inge en Marieke over de presentatie. - Onderzoek afronden.

- Stageverslag schrijven.

Woensdag14-12

(14)

Gebruiksvriendelijkheids-onderzoek naar de nieuwe

website van het Poe ziepaleis

Wat zijn de gebruikerservaringen van bezoekers

van de website van het Poëziepaleis?

12-01-2017

Loes van Zoggel 2227320

Communicatie- en Informatiewetenschappen

MA Computercommunicatie

Rijksuniversiteit Groningen

(15)

Abstract

Dit onderzoek geeft inzicht in de gebruiksvriendelijkheid van de website van het Poëziepaleis die gelanceerd is op 28 september 2016. Er is een think-aloud usability test uitgevoerd, waarbij sprake was van key-task testing, onder zeven personen uit de doelgroep van het Poëziepaleis. Deze groep proefpersonen bestaat uit drie jongeren en vier leerkrachten/docenten. De website van het

Poëziepaleis is over het algemeen positief beoordeeld. Er zijn wel een aantal verbeterpunten mogelijk die redelijk snel en eenvoudig opgelost kunnen worden. De lay-out is positief beoordeeld, maar de verschillende onderdelen van de website kunnen beter kleiner in beeld gebracht worden, waardoor men meer overzicht heeft en minder hoeft te scrollen. De homepagina is goed beoordeeld, maar het logo ontbreekt waardoor het niet duidelijk is van wie de website is. De taken die door de

(16)

Inhoudsopgave

Abstract ... 1 1. Inleiding ... 1 2. Literatuur... 2 3. Methode ... 4 3.1. Type onderzoek ... 4 3.2. Participanten ... 4

3.3. De fases van het onderzoek ... 5

3.4. Analyse ... 6

4. Resultaten... 7

4.1. Algemene feedback ... 7

4.1.1. Algemeen... 7

4.1.2. Hamburgermenu ... 8

4.1.3. Tussenpagina’s & kruimelpad ... 8

4.1.4. Overzichtelijkheid & scrolbaarheid ... 9

4.1.5. Homepage ... 10

4.2. Feedback op de taken ... 11

4.2.1. Algemene resultaten van de taken ... 11

4.2.2. Meld je aan van de nieuwsbrief ... 12

4.2.3. Zoek op welke dag er een raadgedicht online komt te staan ... 12

4.2.4. Download het lesmateriaal ‘verwondering’ ... 13

4.2.5. Stuur gedichten van twee leerlingen op naar de landelijke dichtwedstrijd voor kinderen ... 13

4.2.6. Zoek op sinds wanneer het Poëziepaleis bestaat ... 14

4.2.7. Bestel de Poëziegids en betaal met de factuur ... 14

4.2.8. Stuur een gedicht op naar de landelijke dichtwedstrijd voor jongeren ... 15

4.2.9. Zoek op wie op dit moment de Jonge Dichter des Vaderlands is ... 16

4.2.10. Verstuur een e-card naar info@poeziepaleis.nl ... 16

4.2.11. Zoek op waar je hulp kan krijgen met het schrijven van gedichten ... 16

(17)
(18)

1

1. Inleiding

Op woensdag 28 september 2016 heeft het Poëziepaleis een nieuwe website gelanceerd. De

aanleiding voor het ontwerpen van een nieuwe website was dat het Poëziepaleis de oude website niet van deze tijd vond. Ook was men van mening dat de oude website niet handig in het gebruik was. Met de nieuwe website wil men een frissere uitstraling creëren die beter bij de doelgroep past, namelijk kinderen/jongeren en leerkrachten/docenten. Eveneens wil men ervoor zorgen dat de structuur van de website overzichtelijk is en dat de website handig in het gebruik is. De informatie op de oude website was vaak niet up-to-date. Bij het vullen van de nieuwe website zijn alle teksten weer herschreven. Het Poëziepaleis wil graag weten of bereikt is wat men beoogde met de nieuwe website. Men wil weten of de nieuwe website gebruiksvriendelijk is. Is informatie gemakkelijk te vinden? Is de structuur van de website duidelijk en overzichtelijk? Eveneens wil men weten of de nieuwe website echt een frissere uitstraling heeft. Daarnaast moet duidelijk worden of in de beginfase elementen van de website aangepast of toegevoegd moeten worden. Het is eveneens van belang om te kijken of de nieuwe website aansluit bij de doelgroep. Intermediairs bezoeken vaak in plaats van jongere kinderen de website.

Het is belangrijk om een website in een vroege fase te testen, want wanneer de website lange tijd in gebruik is, is een deel van de gebruikers aan de website gewend en zullen ze niet openstaan voor veranderingen. Kleine veranderingen kunnen op zo’n moment verstrekkende effecten hebben (Krug, 2006). Het is tevens belangrijk om een nieuwe website te testen omdat, wanneer een organisatie een paar weken of maanden aan een website heeft gewerkt, het moeilijk is om met een open en frisse blik naar het einderesultaat te kijken. De organisatie weet hoe de website werkt, maar dit is voor nieuwe bezoekers misschien onduidelijk. Om werkelijk te ontdekken of de website correct functioneert moet de organisatie deze testen (Krug, 2006).

Uit de probleemstelling kan een onderzoeksvraag worden opgesteld: Wat zijn de gebruikerservaringen

van bezoekers van de website van het Poëziepaleis? Bij deze onderzoeksvraag horen een aantal

deelvragen:

Deelvraag 1: Wat zijn de gebruikerservaringen m.b.t. de navigatie van bezoekers van de website van

het Poëziepaleis?

Deelvraag 2: Wat zijn de gebruikerservaringen m.b.t. de lay-out van de bezoekers van de website van

het Poëziepaleis?

Deelvraag 3: Wat zijn de gebruikerservaringen m.b.t. de homepage van bezoekers van de website van

het Poëziepaleis?

Deelvraag 4: Wat zijn de gebruikerservaringen m.b.t. taken die bezoekers uitvoeren op de website van

het Poëziepaleis?

Jaren geleden is eenmalig een gebruiksvriendelijkheidsonderzoek uitgevoerd bij de oude website van het Poëziepaleis. Hier zijn echter geen gegevens van bekend. Dit betekent dat er geen vaste

opzet/methode aanwezig is om in de toekomst vaker gebruiksvriendelijkheidsonderzoeken uit te voeren. Een vaste methode zou opgesteld kunnen worden om in de toekomst snel en efficiënt opnieuw een gebruiksvriendelijkheidonderzoek uit te voeren. Om deze reden is de vijfde deelvraag toegevoegd:

(19)

2

2. Literatuur

Bij gebruikerservaringen van bezoekers van een website gaat het onder andere om

gebruiksvriendelijkheid. Om de gebruiksvriendelijkheid van een website te testen voert men een

usability onderzoek uit (Rogers, Sharp & Preece, 2011). Usability is een kwaliteitsattribuut die

aangeeft hoe gemakkelijk en aangenaam het is om gebruik te maken van een interface. Daarnaast verwijst usability naar methodes die het gebruiksgemak van een interface verbeteren (Nielsen, 2012).

Usability testing wordt gebruikt om bijvoorbeeld zoekmachines en website te evalueren. Het doel is om

te testen of een product praktisch is bij het uitvoeren van een taak van de doelgroep (Rogers, Sharp & Preece, 2011).

Usability wordt gedefinieerd door vijf kwaliteitscomponenten; bruikbaarheid, leerbaarheid, fouten,

tevredenheid en gedenkwaardigheid. De component bruikbaarheid geeft aan hoe snel gebruikers een taak kunnen uitvoeren als ze eenmaal het design van de interface hebben leren kennen. De

component leerbaarheid geeft aan hoe gemakkelijk het voor gebruikers is om een basis taak uit te voeren wanneer ze voor het eerst te maken hebben met het design van de interface. De component fouten staat voor het aantal fouten de gebruikers maken, hoe ernstig deze fouten zijn en hoe gemakkelijk het is om te herstellen van deze fouten. De component tevredenheid betreft hoe prettig het is om het design van de interface te gebruiken. Als laatste geeft de component

gedenkwaardigheid aan hoe gemakkelijk het is voor gebruikers om terug te vallen op hun eerder opgedane vaardigheden wanneer ze een lange tijd geen gebruik hebben gemaakt van de interface en terugkeren naar het design van de interface (Nielsen, 2012).

De usability van een website en de utility van de website geven samen de usefulness, de

bruikbaarheid van een website aan. De utility van een website verwijst naar de functionaliteit van het design van de interface. Heeft de website eigenschappen die de gebruikers nodig hebben? De bruikbaarheid van een website is belangrijk, want een gebruiker heeft er niets aan wanneer de website eigenschappen bevat die hij/zij nodig heeft maar het te moeilijk is om ergens te komen. De gebruiker heeft er ook niets aan wanneer het gemakkelijk is om ergens te komen maar de website niet de eigenschappen bevat die hij/zij nodig heeft (Nielsen, 2012).

Er zijn vier basis methodes om interfaces te evalueren. De eerste methode is automatisch. De

usability van een interface wordt dan gemeten door een omschrijving van de interface door een

programma te halen. De tweede methode is empirisch. De usability van een interface wordt gemeten door werkelijke gebruikers de interface te laten testen. De derde methode is formeel. De usability van een interface wordt gemeten door exacte modellen en formules te gebruiken. De laatste methode is informeel. De usability van een interface wordt gemeten door gebruik te maken van vuistregels en eigen ervaringen en vaardigheden. Empirische methodes worden over het algemeen meestal gebruikt om interfaces te testen en think-aloud usability is doorgaans de meest gebruikte methode (Nielsen, 1994).

Empirisch usability onderzoek kan meerdere vormen aannemen. Men kan de gebruiksvriendelijkheid van een website bijvoorbeeld testen door middel van een enquête, een veldonderzoek of door middel van think-aloud usability testing (Elling, Lentz & De Jong, 2007). Dit houdt in dat men werkelijke gebruikers vraagt om een taak uit te voeren die representatief is voor de taken die normaal gesproken worden uitgevoerd op de website. De onderzoeker observeert dan hoe de gebruikers deze taken uitvoeren, waar ze problemen mee hebben en wat gemakkelijk gaat. De onderzoeker laat de gebruiker aan het woord en praat zelf niet mee. Als hij/zij helpt of aanwijzingen geeft kunnen de resultaten beïnvloed worden (Nielsen, 2012). Door middel van think-aloud usability testing ontvangt men van de werkelijke gebruikers van een website gedetailleerde feedback en kunnen ze gemakkelijk en duidelijk de problemen/knelpunten van een website ontdekken. Deze informatie kan dan gebruikt worden om de volledige website of een aantal webpagina’s aan te passen of te herzien. Een enquête gebruiken om een website te evalueren is een oppervlakkige manier om de gebruiksvriendelijkheid te testen. Men krijgt dan meer een algemeen beeld van de kwaliteit van de website volgens de gebruikers (Elling, Lentz & De Jong, 2007). Nielsen (2012) noemt deze vorm van usability onderzoek user testing en Benbunan-Fich (2001) en Chiew en Salim (2012) spreken van direct observation.

(20)

3

De methode think-aloud usability testing of user testing heeft een aantal voordelen en een aantal nadelen. Een voordeel is dat men ontdekt waarom gebruikers bepaalde acties uitvoeren, wat ervoor zorgt dat ze ontdekken hoe gebruikers in de werkelijkheid de interface gebruiken. Een ander voordeel is dat men een groot scala aan rijke data verzamelt van een klein aantal gebruikers. Daarnaast zijn de opmerkingen van gebruikers vaak helder en expliciet. Een vierde voordeel is dat informatie over de voorkeuren en het functioneren van gebruikers tegelijkertijd verzameld kan worden. Eveneens kan

think-aloud usability testing ervoor zorgen dat gebruikers gefocust zijn en zich kunnen concentreren

tijdens het onderzoek. Als laatste helpt deze methode problemen van de interface te voorzien en te voorkomen in een vroege fase van het ontwerp (Holzinger, 2005).

Een nadeel is dat deze methode veel tijd kost. Voordat men de test uitvoert moeten ze de gebruikers een uitleg geven. Een ander nadeel is dat de methode minder geschikt is voor het meten van het functioneren van gebruikers dan andere usability methodes. Een derde nadeel is dat gebruikers deze manier van testen vaak als inspannend, onnatuurlijk en afleidend beschouwen. Dat think-aloud

usability testing ervoor zorgt dat gebruikers gefocust zijn en zich kunnen concentreren tijdens het

onderzoek kan een voor- en een nadeel zijn. Het is een nadeel omdat dit onnatuurlijk interactie kan creëren en ervoor kan zorgen dat het gebruik van de interface sneller verloopt dan in een werkelijke situatie omdat de gebruiker gefocust is (Holzinger, 2005).

Het maken van een website is volgens Krug (2006) en Nielsen (2012) een iteratief proces. Men begint met het maken van een website, vervolgens test men de website, daarna brengt men veranderingen aan in de knelpunten en test men de website nogmaals. Het is gewenst om meerdere kleine

onderzoekjes uit te voeren in plaats van één groot en duur onderzoek (Krug, 2006; Nielsen, 2012). Nielsen (2012) noemt dit de beste manier om een hoge user experience te waarborgen. Krug (2006) geeft aan dat het goed is om een website te testen met proefpersonen uit de doelgroep, maar wanneer er weinig tijd is om deze proefpersonen te vergaren voor een uitgebreid onderzoek is het belangrijker om de website in een vroeg stadium met weinig personen meermalig te testen. Drie of vier proefpersonen zijn voldoende. Ook Rogers, Sharp en Preece (2011) geven aan dat men een klein aantal proefpersonen kan gebruiken in de usability test wanneer er beperkingen zitten aan het budget en aan het tijdsschema van een organisatie. Twee of drie proefpersonen zijn dan genoeg. Dit

voorkomt misverstanden en verwarring bij uiteindelijke gebruikers. Krug (2006) geeft aan dat in een organisatie de website eenmaal per maand getest moet worden.

(21)

4

3. Methode

3.1. Type onderzoek

De onderzoeksvraag is: Wat zijn de gebruikerservaringen van bezoekers van de website van het

Poëziepaleis? De eerste deelvraag die hierbij hoort is: Wat zijn de gebruikerservaringen m.b.t. de homepage van bezoekers van de website van het Poëziepaleis? De tweede deelvraag die hierbij

hoort is: Wat zijn de gebruikerservaringen m.b.t. de lay-out van de bezoekers van de website van het

Poëziepaleis? De derde deelvraag die hierbij hoort is: Wat zijn de gebruikerservaringen m.b.t. de navigatie van bezoekers van de website van het Poëziepaleis? De vierde deelvraag die hierbij hoort

is: Wat zijn de gebruikerservaringen m.b.t. de taken die bezoekers uitvoeren op de website van het

Poëziepaleis?

Om de onderzoeksvraag, de eerste, de tweede, derde en vierde deelvraag te beantwoorden is gebruikgemaakt van empirisch onderzoek. Werkelijke gebruikers hebben de website getest en dit zorgt voor een representatieve en realistische situatie. Het onderzoek is kwalitatief. De exacte methode die gebruikt is is think-aloud usability testing. De gebruiker was aan het woord terwijl hij/zij gebruikmaakte van de website en de onderzoeker heeft geen aanwijzingen of commentaar gegeven. Deze manier van testen heeft ervoor gezorgd dat eventuele knelpunten en problemen gemakkelijk gevonden konden worden.

Doordat de participant hardop praatte en de onderzoeker heeft gezien welke handelingen deze participant uitvoerde, konden knelpunten en problemen gedetecteerd worden. De uitspraken en handelingen waren echter niet te onthouden en zijn met toestemming van de deelnemer opgenomen met een videocamera. Het scherm is gefilmd om te kijken wat de proefpersoon deed. Nielsen (2012) geeft aan dat het misleidend is om alleen te luisteren naar een participant. De handelingen van het persoon kunnen iets anders laten zien. Om deze reden is in het onderzoek goed geluisterd naar de opmerkingen en uitspraken van de participanten, maar is er ook goed gekeken naar de acties die participanten uitvoerden op de website, bijvoorbeeld waar ze op klikten. Uiteindelijk zijn in de

resultaten de opmerkingen en de geobserveerde acties meegenomen en het advies is gebaseerd op de opmerkingen en de handelingen van de participanten.

Daarnaast is in het onderzoek gebruik gemaakt van key-task testing. De participanten hebben taken uitgevoerd die representatief zijn voor de taken die in een werkelijke situatie worden uitgevoerd op de website. Er is gekeken waar de gebruiker moeite mee had en waar hij/zij gemakkelijk in slaagde. De informatie die uit de think-aloud usability test naar voren is gekomen is gebruikt om het Poëziepaleis advies te geven wat betreft het aanpassen of herzien van pagina’s op de website.

De vierde deelvraag is beantwoord aan de hand van de besproken literatuur en de uitkomsten van het onderzoek. De vraag is: Hoe houdt men de website in de toekomst gebruiksvriendelijk voor de

doelgroep? In de literatuur is onder andere besproken hoe verschillende onderzoekers denken over

hoe bedrijven de gebruiksvriendelijkheid van hun website up-to-date kunnen houden. Op basis van deze literatuur en de uitkomsten van het onderzoek is een advies voor het Poëziepaleis geschreven.

3.2. Participanten

Voor het onderzoek zijn zes participanten gevraagd. In de literatuur is aangegeven dat men beter meerdere kleine usability onderzoeken kan doen dan één grote. Een klein aantal proefpersonen is hiervoor geschikt. De participanten zijn drie leerkrachten/docenten van het primair onderwijs of het voortgezet onderwijs en drie jongeren tussen de 12 en 18 jaar oud. Ze vallen allemaal onder de doelgroep van het Poëziepaleis. De leerkrachten van het primair onderwijs dienen meestal als intermediair voor de kinderen tussen de 6 en 12 jaar oud. De leerkrachten/docenten kunnen

(22)

5

van de jongeren is 14.33 jaar (SD = 2.16). Alle respondenten wonen in Groningen. De respondenten zijn verkregen door middel van snowball sampling en convenience sampling.

3.3. De fases van het onderzoek

Het onderzoek heeft plaatsgevonden op een rustige werkplek met een computer, namelijk in de vergaderruimte van het Poëziepaleis. De onderzoeker was aanwezig om voor aanvang van het onderzoek een korte uitleg over het onderzoek aan de participant te geven. In deze uitleg is gevraagd of de test op film opgenomen mocht worden en is gevraagd of hij/zij hardop wilde vertellen wat hij/zij deed en dacht.

Vervolgens zijn er een aantal achtergrondvragen gesteld om de proefpersoon op zijn/haar gemak te stellen. Aan de jongeren is bijvoorbeeld gevraagd wat voor hobby’s ze hebben en aan leerkrachten aan welke klassen ze les geven. Verder is er gevraagd hoeveel uur per week ze ongeveer op het internet zitten, wat ze dan doen en of ze favoriete websites hebben.

Na de achtergrondvragen begon de test. De onderzoeker heeft de proefpersoon gevraagd om naar de homepage van de site te kijken en te vertellen wat hij/zij denkt dat het voor een website is.

 Is het duidelijk wat het Poëziepaleis doet?

 Eventueel: Waar blijkt het uit wat het Poëziepaleis doet?  Eventueel: Hoe kan het duidelijker?

Daarna heeft de onderzoeker gevraagd wat ze opvalt en waar ze denken dat ze het eerste op zullen klikken. De proefpersoon is wel gevraagd om eerst nog nergens op te klikken en om bij alles hardop te denken. Wanneer de proefpersoon klaar is met vertellen is gevraagd wat hij/zij zou doen als hij/zij thuis op deze homepagina zou kijken. Als laatste zijn enkele vragen over de achtergrondfoto gesteld.

 Vind je de foto passend?  Spreekt de foto je aan?  Zo niet: Wat zou je liever zien?

Na al deze stappen volgde de key-task testing. De proefpersoon heeft de zes taken uitgevoerd die representatief zijn voor de taken van de gebruikers op de website van het Poëziepaleis. Het uitvoeren van de taken is doorgegaan totdat de participant de taak heeft uitgevoerd of hij/zij gefrustreerd raakte. De leerkrachten kregen de volgende zes taken:

1. Meld je aan voor de nieuwsbrief.

2. Download het lesmateriaal ‘verwondering’.

3. Stuur gedichten van twee leerlingen op naar de landelijke dichtwedstrijd voor kinderen. 4. Zoek op sinds wanneer het Poëziepaleis bestaat.

5. Bestel de Poëziegids en betaal met de factuur.

6. Zoek op welke dag er een raadgedicht online komt te staan. De jongeren kregen eveneens zes taken:

1. Meld je aan voor de nieuwsbrief.

2. Stuur een gedicht op naar de landelijke dichtwedstrijd voor jongeren. 3. Zoek op wie op dit moment de Jonge Dichter des Vaderlands is. 4. Verstuur een e-card naar info@poeziepaleis.nl.

5. Zoek op waar je hulp kan krijgen met het schrijven van gedichten. 6. Zoek op welke dag er een raadgedicht online komt te staan.

Het Poëziepaleis heeft aangegeven dat de meeste bezoekers op de website komen om gedichten in te sturen voor de landelijke dichtwedstrijden. Dit zijn dus representatieve taken voor het gebruik van de website en om deze reden is de derde taak voor de leerkrachten en de tweede en derde taak voor jongeren opgesteld. Leerkrachten/docenten komen daarnaast meestal op de website om inspiratie op te doen voor poëzielessen. Om deze reden is de tweede en de vijfde taak voor docenten opgesteld. Jongeren komen eveneens vaak op de website om inspiratie op te doen, maar dan voor het schrijven van gedichten. Om deze reden is de vijfde taak voor jongeren opgesteld is. Het Poëziepaleis is naast deze representatieve taken geïnteresseerd of de gebruikers de nieuwsbrief, het project Raadgedicht en de e-cards gemakkelijk kunnen vinden. Om deze reden is de eerste en zesde taak voor

leerkrachten en de eerste, vierde en zesde taak voor jongeren opgesteld. Nadat alle taken waren afgerond zijn de participanten nog een aantal afsluitende vragen gesteld.

(23)

6

3.4. Analyse

(24)

7

4. Resultaten

In de resultaten worden onder het kopje ‘algemene feedback’ de algemene resultaten van de testen met de zeven gebruikers weergegeven. Onder het kopje ‘feedback op de taken’ worden de resultaten van het uitvoeren van de taken met de zeven gebruikers weergegeven.

4.1. Algemene feedback

De algemene feedback wordt hieronder besproken. Elk onderwerp heeft een eigen paragraaf. Specifieke problemen worden met citaten van de proefpersonen toegelicht.

4.1.1. Algemeen

Tabel 1: Wat vindt men van de website/hoe gebruikt men de website (n=7)

Jongeren Docenten Totaal

Mooi 3 4 7 Leuk 2 3 5 Rustig 0 3 3 Strak 1 0 1 Helder 1 2 3 Prettig 0 2 2 Gemakkelijk 1 3 4 Duidelijk 1 3 4 Goed 0 2 2 Overzichtelijk 2 3 5 Niet overzichtelijk 0 1 1

Men moet veel scrollen 0 2 2

Navigeren soms lastig 1 3 4

Kruimelpad wordt

gebruikt 3 1 4 Zoekbalk wordt gebruikt 3 3 6

Zoekbalk is handig/prettig 1 4 5 Hamburgermenu wordt gebruikt 3 4 7 Kopjes in hamburgermenu niet duidelijk 0 1 1

De proefpersonen hebben over het algemeen een positieve mening over de nieuwe website van het Poëziepaleis, zie tabel 1. Alle zeven proefpersonen vinden het design van de website mooi.

Daarnaast vinden drie proefpersonen de website rustig. Dit blijkt bijvoorbeeld uit de volgende opmerking van docent 2:

“Ja rustig. Ja, nee rustig. Mooie lay-out, overzichtelijk.”

Er zijn meer voorbeelden die duidelijk maken dat de mening van de respondenten over de nieuwe website voornamelijk positief is. Drie proefpersonen geven bijvoorbeeld aan dat de website helder is. Docent 3 maakt dit duidelijk met de volgende opmerking:

(25)

8

Een laatste voorbeeld waaruit blijk dat de respondenten positief zijn over de nieuwe website is dat vijf respondenten aangeven dat ze de zoekbalk handig/prettig vinden. Docent 2 maakt hier de volgende opmerking over:

“Dat overal ook heel snel het zoeken paraat is, dat vind ik erg fijn. Dat lukt mij ook overal behalve bij één geloof ik. Oh ja, de landelijke dichtwedstrijd.”

4.1.2. Hamburgermenu

De proefpersonen hebben eveneens over het algemeen een positieve mening over het

hamburgermenu. Alle zeven proefpersonen maken gebruik van het hamburgermenu als ze navigeren door de website, zie tabel 1. Dat het hamburgermenu handig is blijkt uit de volgende opmerking van docent 3:

“Dit vind ik heel handig (ze beweegt met de muis over het hamburgermenu) en als je hem vaker gebruikt, dan, dan went dit ook onmiddellijk, dan weet je gewoon de volgende keer kun je blind raadgedicht vinden en zo, en al die dingen weer. Dus dat is gewoon alleen maar een kwestie van een aantal keren doen.”

Er is echter een minpunt, de tekst onder ‘tips en inspiratie’ is niet volledig te zien. Dit geeft jongere 2 bijvoorbeeld aan:

“Alleen hier had ik wel, bij tips en inspiratie dat je dan die onderste, dat je daar niet bij kan. Dat misschien ietsjes omhoog kan. Nu heb je een beetje het gevoel dat er misschien nog wat onder zit, maar dat je er niet bij komt.”

Eén proefpersoon kaart een tweede minpunt aan, namelijk dat onder ‘tips en inspiratie’ de kopjes ‘kinderen’, ‘jongeren’ en ‘leraren’ niet zo goed te onderscheiden zijn, zie tabel 1. Dit blijkt duidelijk uit de opmerking van docent 4:

“Wat je misschien nog kunt overwegen is of je, maar ja dan raak je weer in de war met de kleurstelling natuurlijk, want dit zijn, je ziet niet heel duidelijk dat dit de kopjes zijn. En dat, dat is wel de bedoeling denk ik hè. Dat het net iets dikker gedrukt is, alleen. Dat zie je niet heel duidelijk. Een andere kleur of zo is misschien ook weer te. Of dat je het lettertype iets kleiner maakt dan, ja.”

4.1.3. Tussenpagina’s & kruimelpad

Er is één respondent die aangeeft dat het kruimelpad een handig hulpmiddel is om door de website te navigeren. Daarnaast zijn er in totaal vier proefpersonen die gebruik maken van het kruimelpad als ze door de website heen navigeren, zie tabel 1. Jongere 2 geeft aan dat het kruimelpad prettig is met de volgende opmerking:

“Nou ik vind de vormgeving heel mooi. Ik vind ook gewoon telkens als je dan bijvoorbeeld hier komt dan, het is telkens weer leuke kleurtjes en zo. En, en het blijft ook wel overzichtelijk omdat je hier (ze gaat met de muis over het kruimelpad) ook gewoon kan zien waar je bent geweest en zo. Dat je niet zo maar ergens op klikt en, ja voor de rest voor de rest vind ik het wel, ja duidelijk en vooral mooi.”

Drie docenten en één jongere hebben af en toe moeite met navigeren door de website, zie tabel 1. Eén proefpersoon merkt op dat de tussenpagina’s, bijvoorbeeld de pagina van ‘6-12 jaar’, niet handig zijn voor het navigeren. Als men op een tussenpagina zit is het niet gemakkelijk om terug te komen op een pagina of om te navigeren via het kruimelpad of menu. De opmerking die docent 4 maakt,

wanneer ze zich bevindt op de tussenpagina van ‘6-12 jaar’, is als volgt:

“Je moet hier wel altijd terug. Ik, als ik hier dingen, als ik hier bijvoorbeeld kom kan ik niet op een homeknop of iets dergelijks klikken, klikken. Ik moet altijd met het pijltje terug.”

(26)

9

(Ze zit op de tussenpagina van ‘tips en inspiratie’) “Want wat bijvoorbeeld, dit vind ik bijvoorbeeld wel nog dat ik denk, oh ik zou liever dan die menuknop hier nog boven hebben zodat ik altijd weer terug kan. Want nou moet je af en toe op het knopje terug, maar het zijn puur details. (Ze zit nu op de pagina van ‘10 tips om te leren schrijven’ onder kinderen) Wat ik bijvoorbeeld ook, als je dit nou weg klikt, (ze klikt op het kruisje naast ‘tips’ in het kruimelpad) oh kan dat niet? Hij klikt hem niet weg. (Ze klikt op het kruisjes naast ‘kinderen’ in het kruimelpad en ze arriveert weer op de tussenpagina) Kijk nou klik je hem weg en kom je in één keer op de pagina zonder dat je er, kijk als je, met een tabblad wil je dan alles even snel weg klikken, maar hier kan je dan niet verder.”

4.1.4. Overzichtelijkheid & scrolbaarheid

Tijdens de testen hebben een aantal proefpersonen enkele opmerkingen gemaakt over de

overzichtelijkheid van de pagina’s op de website. Vijf proefpersonen vindt de website overzichtelijk en drie vinden de website rustig, zie tabel 1, bijvoorbeeld omdat er niet te veel informatie op de pagina’s staat en vanwege de foto’s. Dit blijkt uit de volgende opmerking van docent 2:

“Nou ja de, dat ie rustig is, er staat niet te veel. Je wordt niet veel afgeleid. Het is, die foto aan de achterkant is erg rustig. De, nou de zoekknop vond ik erg prettig. Ik kon alles snel vinden. Ja, voor iemand die, nou ja de, zoals wij nu allemaal, behalve misschien wat oudere mensen, is voor ons heel duidelijk dat, wat die drie streepjes betekenen.”

Docent 1 vindt de pagina’s niet overzichtelijk, zie tabel 1, omdat men weinig kan zien op het scherm. Er moet veel gescrold worden om alles op de pagina te kunnen zien. Ook docent 3 geeft aan dat ze veel moet scrollen op de website, zie tabel 1. De opmerking van docent 1 luidt als volgt:

“Het staat er ook allemaal vrij groot hè. Dus er staat best veel… laat ik het zo zeggen, als ik naar beneden scrol heb ik, ik heb een klein bereik van wat ik lees. Maar dat kan ook de bedoeling geweest zijn.”

Het is eveneens voor een aantal proefpersonen niet altijd gemakkelijk om terug te keren naar een vorige pagina of naar de homepage. Het is bij het gebruiken van de website te zien dat voor drie docenten en één jongere het soms lastig vinden om te navigeren, zie tabel 1. Dit komt bijvoorbeeld doordat men de header niet meer kan zien als men naar beneden scrolt op de pagina. Verder heeft dit ook te maken met de tussenpagina’s, zoals hierboven is besproken. Dat het niet gemakkelijk is om te navigeren blijkt uit de opmerking van docent 1:

(27)

10

4.1.5. Homepage

Tabel 2: Wat vindt men van de homepage (n=7)

Jongeren Docenten Totaal

Mooi 2 2 4 Leuk 3 2 5 Rustig 1 3 4 Strak 1 0 1 Fris 1 1 2 Creatief/kunstzinnig 1 1 2 Prettig 1 0 1 Duidelijk 1 3 4 Onduidelijk 2 1 3 Goed 1 0 1 Overzichtelijk 0 1 1 Vrolijk 0 1 1 Bevat weinig aansprekende info 1 0 1 De foto spreekt aan 3 4 7

Onderste menu is prettig 0 2 2

Slogan is

leuk/interessant 0 2 2 Webshop niet op de

homepage 1 0 1

Over het algemeen hebben de proefpersonen een positieve mening over de homepage van het Poëziepaleis. Vier proefpersonen vinden het design mooi en één proefpersoon vindt het design strak, zie tabel 2. Dit blijkt uit de opmerking van jongere 3:

“Jawel, ja, voor jongeren, dat staat er ook, maar ik denk wel, zo ziet het er wel uit, want het ziet er wel strak en nieuw uit. Daar houden mensen van mijn leeftijd van.”

Twee respondenten geven aan dat ze het onderste menu op de homepage prettig vinden en vijf respondenten geven aan dat ze de homepage leuk vinden. Docent 4 maakt hier de volgende opmerking over:

“En verder, ik vind hem er leuk uitzien, dat sowieso, vooral die homepage vind ik leuk. Dit is prima (ze wijst naar het onderste menu op de homepage), dat het zo oppupt, popt, dat je er snel naartoe kunt.”

Een ander voorbeeld waaruit duidelijk wordt dat de proefpersonen een positieve mening hebben over de homepage van de nieuwe website van het Poëziepaleis is dat twee respondenten de slogan leuk/interessant vonden. Dit is te zien in de opmerking van docent 3:

“Dat, ja dat dringt zich onmiddellijk aan je op. Het is poëzie voor jongeren en jonger, jongeren en jonger. Ik vind het wel een leuke woordspeling.”

Een laatste voorbeeld van een positieve houding van de respondenten tegenover de homepage is dat alle zeven respondenten de foto aansprekend vonden. Jongere 2 geeft in het onderstaande fragment aan dat ze de achtergrondfoto leuk en mooi vindt. Ze geeft antwoord op de vraag; Spreekt de

(28)

11

“Ja, een hele mooie foto maar ook wel rustgevend. Ik vind het een hele mooi foto.”

Er zijn echter ook een aantal kritische punten benoemd. Drie proefpersonen geven aan dat het op de homepage niet duidelijk is van wie de website is of wat het Poëziepaleis doet en te bieden heeft, zie tabel 2. Er staat bijvoorbeeld nergens Poëziepaleis, behalve in de adresbalk. Dit wordt duidelijk uit de opmerking van jongere 2:

“Nee niet helemaal eigenlijk. Ik denk, ja, als je het niet kent dat je dan meer hebt dat gewoon, ja ik zie hier ook nergens Poëziepaleis staan zeg maar dus. Nou ja, je hebt natuurlijk wel in de link

poëziepaleis.nl, maar.”

Een ander voorbeeld komt van jongere 1, die aangeeft dat de homepage weinig inleidende/aansprekende informatie aanbiedt, zie tabel 2:

“Ja wat je heel erg ziet is, want dit is dus, dit is dus bedoelt voor mensen die al interesse hebben voor poëzie of is het bedoeld voor mensen die nog geen interesse hebben in poëzie, want ik denk dat je dat veel meer kan aansturen. Of inderdaad in plaats van webshop, waarom is poëzie leuk. Waarom willen wij dit promoten. Ik denk dat ik dat wel een beetje mis. Dus dat dat wat het de jeugd zelf het aan moet spreken. Want ik word zelf niet warm van de titel jeugddichter van het jaar.”

Als laatste geeft jongere 1 aan dat hij van mening is dat de webshop niet op de homepage hoeft te staan, zie tabel 2. Hij heeft behoefte aan andere informatie op de homepage, bijvoorbeeld tips en inspiratie. Dit blijkt uit de volgende opmerking:

“Nou ik snap, ik, ik snap wel dat je webshop op de homepage zet, maar ik zou zelf de keuze niet maken. Ik zou veel meer de keuze willen inderdaad voor de tips en de inspiratie, want ik denk dat dat juist een reden is dat mensen hierop gaan kijken. Niet omdat ze heel erg geïnteresseerd zijn in dichtbundels. Ik denk dat je daarvoor niet op een site als dit zou zitten.”

4.2. Feedback op de taken

De resultaten van de taken worden hieronder besproken. Elke taak heeft een eigen kop. De specifieke problemen bij de taken worden toegelicht.

4.2.1. Algemene resultaten van de taken

Tabel 3 Gemiddelde tijd in minuten van de docenten om alle zes taken uit te voeren (n=4)

Tijd (afgerond op halve minuten) Docent 1 21.5

Docent 2 14.5

Docent 3 24.0

Docent 4 15.5

Gemiddelde 19

Tabel 4 Gemiddelde tijd in minuten van de jongeren om alle zes taken uit te voeren (n=3)

Tijd (afgerond op halve minuten) Jongere 1 7.0

Jongere 2 10.5

Jongere 3 9.0

Gemiddelde 9

Over het algemeen waren de testen succesvol. De proefpersonen zagen de interface van de website voor de eerste keer en zijn er toch in geslaagd om de meeste taken succesvol uit te voeren.

 Het is vier van de zeven proefpersonen gelukt om alle taken succesvol uit te voeren.  Twee proefpersonen is het gelukt om vijf van de zes taken succesvol uit te voeren.  Eén proefpersoon is het gelukt om vier van de zes taken succesvol uit te voeren.

(29)

12

4.2.2. Meld je aan van de nieuwsbrief

Tabel 5 Hoeveel proefpersonen is het gelukt om zich aan te melden voor de nieuwsbrief (n=7)

Gelukt Niet gelukt Totaal Docenten 4 0 4

Jongeren 3 0 3

Totaal 7 0 7

Tabel 6 Kritische opmerkingen over de nieuwsbrief (n=7)

Jongeren Docenten Totaal Locatie niet logisch 3 0 3

Staat niet duidelijk

aangegeven 1 4 4

Uit tabel 5 blijkt dat alle proefpersonen uit het onderzoek de nieuwsbrief hebben gevonden. Er werden echter wel een aantal opmerkingen gemaakt over de zichtbaarheid van de nieuwsbrief, zie tabel 6. Deze is niet te vinden als men de zoekfunctie gebruikt. Jongere 3 probeert de nieuwsbrief te vinden door middel van de zoekbalk. Zij typt hier het ‘woord’ nieuwsbrief in, maar krijgt geen resultaten te zien. Eveneens is volgens een aantal gebruikers de nieuwsbrief niet duidelijk aangegeven op de website. Dit blijkt bijvoorbeeld uit de opmerking van docent 2 toen ze op de pagina ‘contact’ de nieuwsbrief zocht:

“Blijf op de hoogte staat er dan. En dan zou ik daar meteen intikken en verder doen. Alleen heb ik helemaal niet gelezen of ik daar een nieuwsbrief, brief krijg. Dus dan moet ik even naar boven toe. En dat staat ook nergens. Dus als ik dat zou doen, zou ik het daar doen. Maar ik zie het niet. Maar misschien ben ik dan te snel.”

Als laatste geven een aantal gebruikers aan dat de nieuwsbrief niet op een logische en direct vindbare plek staat. Dit blijkt bijvoorbeeld uit de opmerking die jongere 1 maakte:

“Ik zou alleen, ja ik snap niet die, in elke categorie die je kiest zie je dus, bijvoorbeeld nieuws en agenda, die optie van inschrijven, maar die zie je niet op de homepage. Terwijl ik het juist heel logisch zou vinden om in de homepage die keuze te kunnen maken.”

4.2.3. Zoek op welke dag er een raadgedicht online komt te staan

Tabel 7 Hoeveel proefpersonen is het gelukt om te vinden op welke dag er een raadgedicht online komt te staan (n=7)

Gelukt Niet gelukt Totaal Docenten 4 0 4

Jongeren 3 0 3

Totaal 7 0 7

Tabel 8 Kritische opmerkingen over raadgedicht (n=7)

Jongeren Docenten Totaal Zoekresultaten

‘raadgedicht’ onduidelijk 0 1 1

Alle proefpersonen uit het onderzoek hebben gevonden op welke dag een raadgedicht online staat, zie tabel 7. Niet bij iedereen ging dit even vlot. Docent 1 raakte gefrustreerd omdat hij het niet kon vinden, maar achteraf bleek dat hij de tekst niet goed gelezen had. Daarnaast gaf hij aan dat het niet duidelijk was hoe hij op de juiste ‘raadgedicht’-pagina kon komen door middel van de zoekbalk, zie tabel 8. Dit blijkt uit onderstaande opmerking die hij maakt als hij ‘raadgedicht’ intypt in de zoekbalk en hij zes resultaten krijgt, waarbij bij slechts één een korte omschrijving staat:

“Die zes hits, er staat niet iets, iets achter. Dat vind ik wel jammer, kijk deze staat nog iets bij, ik denk van ja, waar, wat.”

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Onze houding tegenover de staat hangt voor een groot deel af van de beantwoording van de vraag of men wel of niet aan politiek moet doen.. Deze vraag is erg urgent voor vele

Hij beklemtoont dat hij voorstander is van zelfbeschikking, maar herhaalt in het boek ook dat hij geen fan is van euthanasie bij voltooid leven – zonder medische oorzaak. Hij bekent

Daar lieten we zien dat Henny Bos en Theo Sandfort in 1998 niet alleen signaleerden dat de werkbeleving van homoseksuele werknemers statistisch gezien negatie- ver was dan die

De Commissie stelt de volgende vraag: ‘Welke problemen in de sfeer van bejegening (grapjes, uitsluiting, discriminatie) ervaren homosek- suele mannen en lesbische vrouwen op

Henny Bos and Theo Sandfort observed in 1998 firstly that the way homo- sexual employees perceive work is more negative than heterosexual employees in a statistical sense, and

Marcellus Emants, ‘Het is me niet mogelik een mening juist te vinden, omdat ze aangenaam is’.. Misschien is u 't met mij oneens, maar ik vind, dat een schrijver zo goed als

Dat betoogde Vellinga donderdagavond op een bijeenkomst in Focus Filmtheater Arnhem die was belegd door Milieudefensie Arnhem en Stichting Kloppend Stadshart, tegenstanders van

‘Voor topsport ben ik oud, maar ik blijk een jong motortje te hebben en kan dus langer door op hoog niveau.’ Sander is ambassadeur van de Stichting Enjoinsport die als doel-