• No results found

Rechtvaardiging van de War on Terror?

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Rechtvaardiging van de War on Terror?"

Copied!
70
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

M.J.Leenheer, Rijksuniversiteit te Groningen

Rechtvaardiging van de War on Terror?

Onderzoek naar de mate van rechtvaardiging van twee recente Amerikaanse interventies in Somalië en Jemen in 2009 in het kader van de War on Terror aan de hand van de Just War

Theory van Michael Walzer.

(2)

2

Masterscriptie Internationale Betrekkingen & Internationale Organisaties Rijksuniversiteit te Groningen

Rechtvaardiging van de War on Terror?

Onderzoek naar de mate van rechtvaardiging van twee recente Amerikaanse interventies in Somalië en Jemen in 2009 in het kader van de War on Terror aan de hand van de Just War

Theory van Michael Walzer.

Student: Tweede Luitenant M.J. Leenheer Studentnummer: 1906437

Datum: 27-07-2010

Begeleider: Prof. Dr. P.M.E. Volten

(3)

3 Inhoudsopgave Inhoudsopgave………..3 Hoofdstuk 1) Inleiding……….5 1.1 Aanleiding………5 1.2 Probleemstelling en doelstelling………...6 1.3 Onderzoeksvraag en opbouw………7

1.4 Methode van onderzoek………8

1.5 Reflectie………9

Hoofdstuk 2) Het theoretisch kader………..11

2.1 Inleiding………..11

2.2 War on Terror……….11

2.3 Just War Theory………..15

2.4 Het wetenschappelijk debat: War on Terror & Just War Theory………...25

2.5 Conclusie……….27

Hoofdstuk 3) Casus 1: Targeted killing in Somalië………...30

3.1 Inleiding………..30

3.2 Achtergrond Somalië en het internationale terrorisme………30

3.3 De inval van Amerikaanse commando‟s in Somalië………...33

3.4 Conclusie……….35

Hoofdstuk 4) Casus 2: Bombardementen op Al-Qaida trainingskampen in Jemen……….36

4.1 Inleiding……….……….36

(4)

4

4.3 De Amerikaanse cruise missiles tegen Al-Qaida in Jemen………38

4.4 Conclusie………39

Hoofdstuk 5) Analyse: beoordeling van de Amerikaanse interventies…………..43

5.1 Inleiding……….43

5.2 Evaluatie van de inval in Somalië……….………...…..45

5.3 Evaluatie van de inval in Jemen………...51

5.4 Conclusie……….………...……59

Hoofdstuk 6) Conclusie………..61

6.1 Inleiding………...………..61

6.2 Beantwoording hoofdvraag………...…………61

6.3 Debat rechtvaardiging War on Terror………...…………64

6.4 Aanbevelingen………...…………65

(5)

5

1. Inleiding

1.1 Aanleiding

Northwest Airline Flight 253 was vanuit Schiphol te Amsterdam een doelwit van een mislukte

bomaanslag op 25 december 2009. De dader was een 23-jarige moslimse Nigeriaan, genaamd Abdulmutallab. De Nigeriaan handelde, na training te hebben gehad in Jemen op een van de Al-Qaida trainingskampen, uit naam van Al-Qaida. De terroristische organisatie Al-Qaida nam inderdaad de verantwoordelijkheid van de mislukte aanslag tegen het Westen een aantal dagen later op zich.1 De Amerikaanse president Obama reageerde op 02 januari 2010 tijdens de persconferentie op de gepoogde aanslag en verklaarde Jemen als het nieuwe front in de

War on Terror. Amerikaanse militairen zullen de regering van Jemen assisteren in de strijd

tegen terroristische organisaties.2

Dit recente voorbeeld is typerend voor de huidige asymmetrische oorlogsvoering. Deze nieuwe oorlogsvoering kan ook wel omschreven worden als de strijd tussen het Westen en het Islamitisch terrorisme. De aanslagen van 9/11 kunnen als beginpunt worden beschouwd. De krachtige Amerikaanse reactie na 9/11 is wereldwijd merkbaar en wordt gerechtvaardigd onder de naam War on Terror. De War on Terror is opgesteld door de Amerikaanse National

Security Strategy, waarbij het terrorisme wordt gezien als de primaire dreiging van de VS in

de huidige wereldpolitiek. De War on Terror is niet gericht tegen een enkele politieke regime of persoon, geloof of ideologie, maar tegen politiek gemotiveerde netwerken van terroristen met een wereldwijd bereik. Dit betekent dat er geen duidelijke staat is voor de VS om aan te grijpen, maar een verspreide organisatie van groeperingen.3 Tot op heden zijn er vele (militaire) interventies geweest die vallen onder de noemer War on Terror. Hierbij kan er gedacht worden aan de welbekende internationale missie in Afghanistan, als operaties in Azië en Afrika. Ondanks dat de War on Terror veel in de media wordt genoemd en als „gewoon‟ wordt beschouwd, is dit fenomeen erg controversieel binnen de internationale betrekkingen en

1 Al-Qaeda eist mislukte aanslag op. (2009).

http://www.nu.nl/buitenland/2152286/al-qaeda-eist-mislukte-aanslag.html, geraadpleegd op 11-02-2010

2

Yemen newest front in 'War on Terror'? - 02 Jan 09. (2009).

http://www.youtube.com/watch?v=hFzmGQTJfJY, geraadpleegd op 11-02-2010

3 John L. Haberkern & Larry P. Goodson. The Global War on Terrorism: Ideology as its Strategic Center of

Gravity. (2004) http://www.dtic.mil/cgi-bin/GetTRDoc?AD=ADA423887&Location=U2&doc=GetTRDoc.pdf,

(6)

6 bestaat er ook veel discussie over de rechtvaardigheid van de Amerikaanse interventies in staten over de hele wereld in het kader van de War on Terror.

1.2 Probleemstelling en doelstelling

In de laatste halve eeuw bestaat er een gebrek aan conceptuele ideeën en ideeën over moraliteit om met de huidige veranderingen en problematiek in de wereld om te gaan. Sommige theoretici zijn van mening dat er te veel gedacht wordt over de politiek en de samenleving binnen een bepaald raamwerk dat als vaststaand beschouwd wordt. In dit verband wordt er te weinig rekening gehouden wordt met moraliteit en rechtvaardigheid. Juist in de hedendaagse complexe wereldpolitiek zijn concepten als internationale rechtvaardigheid essentieel om succesvol politiek te bedrijven, zodat geweld en onrust in de wereld kan worden bestreden.

Het gewelddadige karakter van de meest prominente oorlog in de 21ste eeuw, de Amerikaanse War on Terror, laat zien dat er weinig rekening wordt gehouden met moraliteit en rechtvaardigheid in de statelijke politiek. Deze oorlog wordt vaak aangeduid als een onrechtvaardige oorlog. Dit is niet geheel onterecht gezien zijn wereldwijde, asymmetrische karakter, het vertroebelende onderscheid tussen combattant en non-combattant en de lastig implementeerbare principes van proportionaliteit en haalbaarheid (succes). Deze discussie begint al met de cruciale vraag: is de War on Terror een oorlog? Het internationaal recht is niet in staat deze preventieve oorlog te beoordelen. Hoewel dit simpelweg kan worden afgedaan door te stellen dat de War on Terror niet legitiem is, kan ook gesteld worden dat er een transformatie van het oorlogsvoeren heeft plaatsgevonden en het internationaal recht tekortschiet in het beoordelen van dit nieuwe verschijnsel van oorlogsvoeren. Brown stelt dat het VN-handvest niet het juiste middel is om te onderzoeken in hoeverre de War on Terror rechtvaardig is te noemen. In zijn boek International Political Theory geeft Brown aan dat de paradigma‟s binnen de internationale betrekkingen te veel leunen op het VN-handvest en daardoor huidige situaties niet goed kunnen behandelen of beoordelen. Er dient daarom terug te worden gegaan naar de ideeën van politieke filosofen om tot een raamwerk te komen voor het evalueren van oorlogen op morele gronden. Brown is van mening dat de moderne visie van de Just War Theory van Michael Walzer hiervoor geschikt is.

(7)

7 aangemerkt. Het is dus van belang de elementen van de War on Terror te analyseren in het licht van de rechtvaardigheid. Het oordelen over acties en beslissingen binnen de War on

Terror zal er mogelijk toe bijdragen dat in toekomstige besluitvormingsprocessen over het

toepassen van geweld morele aspecten meer aan de orde komen.

In deze context beoogt dit onderzoek een analyse te geven van de rechtvaardigheid in het geval van twee interventies in het kader van de War on Terror, met name de controversiële legitieme aspecten ervan. Het doel is om inzicht te krijgen in deze aspecten.4 Hierbij wordt niet ingegaan op de tekortkomingen van het VN-Handvest, maar wordt uitsluitend gericht op het normatieve raamwerk van Michael Walzer in zijn boek Just and

UnJust Wars.

1.3 Onderzoeksvraag en opbouw

De War on Terror heeft zich over de hele wereld verspreid, maar dit onderzoek beperkt zich tot de War on Terror in de hoorn van Afrika. Het operatiegebied in de hoorn van Afrika speelt een steeds belangrijkere rol in de strijd tegen het terrorisme. In dit gebied is een gecompliceerd netwerk van potentiële terroristen gecreëerd. De infiltratie van Al-Qaida en de gedeelde armoede zijn hier mede de oorzaak van. Het gebied is ook ontvankelijk voor radicale Islamitische ideeën en Islamitisch terrorisme door de culturele en religieuze affiniteit tussen de Afrikaanse moslims in de hoorn van Afrika en de moslims uit het Midden-Oosten. Onder de term War on Terror bevindt zich in de hoorn van Afrika dan ook de Combined Joint Task

Force: Horn of Africa (CJTF:HoA). De CJTF:HoA heeft als doel om een voedingsbodem

voor terrorisme in te perken of weg te nemen. Deze CJTF:HoA definieert de hoorn van Afrika gedefinieerd als het totale luchtruim en landoppervlakte van Kenia, Somalië, Ethiopië, Soedan, Eritrea, Djibouti en Jemen.5 Dit onderzoek richt zich op de interventies in Somalië en in Jemen in 2009. Deze staten worden gezien als een groot gevaar voor de Westerse samenlevingen, waarbij gesuggereerd wordt dat zij de nieuwe thuisbasis voor Al-Qaida vormen. De Amerikaanse interventies in deze staten zijn typerend voor de „nieuwe‟ manier van oorlogsvoeren en geven de huidige complexiteit van het oorlogsvoeren weer. De onderzoeksvraag luidt dan ook als volgt:

4 Brown, Chris. Sovereignty, Rights and Justice. International Political Theory Today, Cambridge: Polity Press.

(2002). p. xiv-xv

5

(8)

8

In hoeverre kunnen de interventies in Somalië en Jemen in 2009 in het kader van de Amerikaanse War on Terror als rechtvaardig beschouwd worden aan de hand van de Just-War Theory van Michael Walzer?

Het theoretisch kader wordt vormgegeven in hoofdstuk 2. Hierin worden twee onderwerpen toegelicht, namelijk de War on Terror en de Just War Theory. Vervolgens wordt ingegaan in hoeverre de War on Terror is te toetsen aan de Just War Theory. Na de beschrijving van dit debat op het strategische niveau van de War on Terror worden twee interventies op tactische niveau behandeld. In hoofdstuk 3 wordt de inval van Amerikaanse commando‟s in Somalië in 2009 beschreven en in hoofdstuk 4 wordt de Amerikaanse bombardementen op terroristische trainingskampen in Jemen in 2009 beschreven. De analyse komt in hoofdstuk 5 aan de orde. In dit deel wordt de visie van Michael Walzer op een rechtvaardige oorlog toegepast op beide interventies op het tactische niveau. In de conclusie wordt geanalyseerd in hoeverre de Amerikaanse militaire interventies in Somalië en Jemen rechtvaardig zijn te noemen. In de conclusie wordt tevens aan de hand van deze bevindingen een bijdrage worden geleverd aan het wetenschappelijke debat omtrent de rechtvaardiging van de wereldwijde War on Terror en worden aanbevelingen gedaan voor nationale beleidsmakers om militaire interventies zoveel mogelijk in lijn te houden met de theorieën over moraliteit.

1.4 Methode van onderzoek

De hoofdvraag heeft ten doel de casus te toetsen aan de Just War Theory om te onderzoeken in hoeverre beide casus als rechtvaardig zijn te beschouwen. Wel moeten vragen worden gesteld over de toetsbaarheid van de theorie aan de War on Terror. In het theoretisch kader wordt dan eerst gekeken naar het wetenschappelijk debat hierover. Dit debat geeft de beperkingen van de Just War Theory aan.

De traditionele Just War Theory is herzien door Michael Walzer in zijn klassieke werk

Just and UnJust Wars uit 1977. Walzer maakt zijn visie op rechtvaardige oorlogen duidelijk

(9)

9 door staten.6 Door twee casus te toetsen aan de visie van Michael Walzer kan worden bezien in hoeverre de Amerikaanse interventies in Somalië en Jemen in het kader van de War on

Terror rechtvaardig zijn te noemen.

Tot slot stelt dit onderzoek de verschillende analyseniveaus van de War on Terror aan de orde. In het theoretisch kader wordt de War on Terror op het strategische niveau beschreven. Dit deel laat de onrechtvaardigheid van de oorlog op strategisch niveau zien. Deze discussie, die begint met de vraag of de War on Terror überhaupt als een oorlog kan worden beschouwd, wordt niet uitgebreid behandeld. Het laat wel duidelijk de beperkingen en onrechtvaardige elementen van de oorlog zien. De analyse van de twee casus richt zich op het tactische niveau. Het is echter lastig dit onderscheid te maken in het huidige oorlogsvoeren en in het bijzonder in de War on Terror. Er bestaat een bepaalde spanning tussen de analyseniveaus binnen de War on Terror, doordat de verschillende niveaus overlappend zijn. In de beoordeling van de interventies op de rechtvaardigheid is het daarom noodzakelijk in sommige gevallen de vertaalslag te maken naar een hoger analyseniveau.

1.5 Reflectie

Dit onderzoek is relevant voor zowel wetenschappers als politieke besluitvormers. De War on

Terror zal nog een lange tijd gestreden worden. De mate van rechtvaardigheid is essentieel

om niet onze democratische principes te schaden en om deze „lange‟ oorlog succesvol te kunnen beëindigen.7 Het is van belang duidelijkheid te verschaffen over de rechtvaardiging van de toegepaste elementen in de strijd tegen terroristen, waarbij dit onderzoek een bijdrage levert aan dit wetenschappelijk debat en specifieke richtlijnen biedt aan de hand van evaluatiepunten voor beleidsmakers. Nationale beleidsmakers kunnen de War on Terror ook aanpassen om in de toekomst de onrechtvaardige elementen van deze oorlog weg te nemen en meer (internationale) draagvlak te creëren.

Bij dit onderzoek dient er wel rekening te worden gehouden met een tweetal beperkingen. Ten eerste worden er twee interventies geanalyseerd om uitspraak te kunnen doen over de rechtvaardigheid van zowel deze Amerikaanse interventies als de War on Terror in zijn algemeenheid. Gezien de omvang en complexiteit van de War on Terror is het dus van belang de conclusies toch vooral in het licht te zien van de War on Terror in Somalië en

6 Walzer, Michael. Just and UnJust Wars: a moral argument with historical illustrations. 2nd Edition (1992) 7

(10)

10 Jemen. De tweede mogelijke beperking, die al eerder naar voren is gekomen, is dat er wel wordt gesuggereerd dat de Just War Theory niet toepasbaar is op de War on Terror. 8 Hier wordt evenwel gesteld dat het juist interessant is deze koppeling te maken, enerzijds omdat er geen andere gegronde maatstaaf voldoet voor de rechtvaardiging van oorlogen en anderzijds omdat de uitleg van de Just War Theory door Michael Walzer juist is bedoeld als normatief raamwerk. Hij baseert zich op historische voorbeelden en richt zich niet op het ontwerpen van een concrete checklist. De uitkomst is daardoor afhankelijk van de interpretatie van de analist, doordat de criteria breed zijn geformuleerd en daardoor breed zijn te implementeren. Deze laatste beperking wordt nader op ingegaan in het theoretisch kader.

8

(11)

11

2. Het theoretisch kader

2.1 Inleiding

De deelvraag die centraal staat binnen dit hoofdstuk is in hoeverre de War on Terror methodologisch is te toetsen aan de Just War Theory. Om dit debat te verduidelijken wordt begonnen met het toelichten van de wereldwijde War on Terror. Daarna wordt ingegaan op de interpretatie van Michael Walzer op de Just War Theory. Vervolgens wordt een positie ingenomen in het debat met betrekking tot de problemen bij het verenigen van de War on

Terror en de Just War Theory. Tot slot sluit het theoretisch kader af met een conclusie om de

belangrijkste elementen op een rij te zetten, waarin tevens de huidige relevantie van de theorie naar voren komt.

2.2 War on Terror

De terroristische aanslagen op 9/11 en in het bijzonder de internationale reactie, de War on

Terror, zijn aanleiding geweest voor dit onderzoek. Terrorisme en de War on Terror worden

wel gezien als de meest belangrijke veiligheidsissues van de 21ste eeuw. Het is noodzakelijk te beginnen met een definiëring van deze begrippen. Vervolgens wordt ingegaan op de wereldwijde War on Terror en tot slot specifiek op de War on Terror in de hoorn van Afrika.

Voor de term terrorisme bestaat geen algemeen geaccepteerde definitie. Een eerste eenvoudige definitie, waarmee terrorisme kan worden beschreven, luidt:

“Terrorism is essentially a type of activity, a strategy/tactic employed by weaker polities to attack much stronger polities.”9

De aanval op 9/11 door Al-Qaida valt zeker binnen deze omschrijving. Een meer gecompliceerde beschrijving is die van de Amerikaanse Department of Defense:

9 Whitman, Jeffrey P. „Just War Theory and the War on Terrorism‟, in Public Integrity; Winter 2006-7, vol. 9,

(12)

12

“The calculated use of unlawful violence or threat of unlawful violence to inculcate fear, intended to coerce or to intimidate governments or societies in the pursuit of goals that are generally political, religious, or ideological.”10

Anderen stellen dat terrorisme meer een formulering is van een politiek-sociale beoordeling dan een beschrijving van een fenomeen. Dit betekent dat het benoemen van terrorisme aan een bepaalde daad meer zegt over het politieke perspectief van degene die de daad tot terrorisme verklaard, dan de specifieke handeling zelf. In dat licht hebben de Amerikanen en de Britten de aanslagen op 11 september 2001 de termen terrorisme en de War on Terror verkondigd om toekomstige aanslagen af te schrikken en te voorkomen. 11 De War on Terror kan dus ook wel beschreven worden als

“the war against politically motivated terrorists of global reach and not a single political regime or person or religion or ideology.”12

Het specifieke kenmerk van deze oorlog is het asymmetrische karakter, waarbij er min of meer sprake is van een onzichtbare vijand. Hierbij is de militaire component maar één onderdeel in de strijd tegen het terrorisme. Het strategische aangrijpingspunt is de ideologie, zodat ook politieke, economische en culturele componenten moeten worden opgenomen in een strategie tegen terrorisme, zoals de Amerikanen dit doen.1314

Tot slot moet worden opgemerkt dat de term War on Terror, die door de Bush

Administration is geïntroduceerd, is veranderd door de Obama in de term: Overseas Contingency Operations. Enerzijds vanwege de ongelukkige term War on Terror. Een oorlog

starten tegen terreur zou eeuwig zijn, aangezien terreur altijd in de wereld aanwezig zal zijn. Het geeft hierdoor niet goed de strijd weer tegen terroristische organisaties als Al-Qaida. Anderzijds om de negatieve lading van het begrip door veroordelingen van internationale

10 John L. Haberkern & Larry P. Goodson. The Global War on Terrorism: Ideology as its Strategic Center of

Gravity. (2004) http://www.dtic.mil/cgi-bin/GetTRDoc?AD=ADA423887&Location=U2&doc=GetTRDoc.pdf,

geraadpleegd op 11-02-2010. p. 5

11 Williamson, M. Terrorism, War and International Law, The Ashgate International Law Series (2009). p. 37

12 John L. Haberkern & Larry P. Goodson. The Global War on Terrorism: Ideology as its Strategic Center of

Gravity. (2004) http://www.dtic.mil/cgi-bin/GetTRDoc?AD=ADA423887&Location=U2&doc=GetTRDoc.pdf,

geraadpleegd op 11-02-2010. p. 5

13 Ibidem. 14

(13)

13 organisaties omtrent martelingen en mensenrechtenschendingen achter zich te laten.15 In dit onderzoek wordt War on Terror gebruikt, aangezien dit nog steeds de meest gebruikte en de meest bekende term is.

War on Terror: wereldwijd

Een eerste brede interpretatie kan worden gegeven door de aanleiding, het verloop en de gevolgen van deze oorlog in vogelvlucht te bespreken.

Aanleiding. Na 9/11 was het onmogelijk de realiteit van terrorisme te ontkennen en

ontstonden vele Amerikaanse onderzoeksinstellingen en denktanks gericht op het fenomeen terrorisme. Voorheen was de VS de leider in de wereld wat betreft financiën, handel en militaire macht. De gruwelijkheden van de aanslagen op 9/11 veranderde echter alles. Terrorisme werd als een nationale dreiging beschouwd, georganiseerd in groepen en professieel in hun trainingen, planning en uitvoering. Het politieke terrorisme werd naar aanleiding van 9/11 de nieuwe Amerikaanse oorlog, waarop het land psychologisch en militair niet op was voorbereid.16

Verloop. Om kort het verloop van de „grote‟ War on Terror enigszins te schetsen, wordt

ingegaan op de eerste en meest bekende operatie binnen de wereldwijde War on Terror:

Operation Enduring Freedom: Afghanistan. Wat zijn de effecten van deze operatie en welke

weerslag heeft dit gehad op de bredere internationale strijd tegen het terrorisme? De Amerikaanse militaire operaties onder de paraplu van de wereldwijde War on Terror worden

Operation Enduring Freedom genoemd. Deze missie, die begon in Afghanistan heeft zich

verder ontplooid in de gebieden: Filippijnen, hoorn van Afrika en in trans-Sahara Afrika. De Operation Enduring Freedom: Afghanistan startte in oktober 2001. Het primaire doel was het afzetten en neutraliseren van het Taliban regime en de Al-Qaida organisatie. De eerste twee maanden kunnen als redelijk succesvol worden beschouwd, aangezien de Taliban is afgezet en Al-Qaida is verdreven. Op lange termijn hangt echter het succes van deze nieuwe oorlog niet af van overwinningen op het slagveld. De secundaire doelstellingen van deze operatie zijn het afschrikken van schurkstaten in het steunen van terroristische

15 Scott Wilson, S. & Kamen, A. 'Global War on Terror' Is Given New Name, Washingtonpost, (2009).

http://www.washingtonpost.com/wp-dyn/content/article/2009/03/24/AR2009032402818.html, geraadpleegd op 24-02-2010.

16

Crotty, W.J. The politics of terror: the U.S. response to 9/11. Northeastern University Press. (2004)

(14)

14 activiteiten, de indruk wekken dat dergelijke aanslagen niet de Amerikaanse buitenlandse betrokkenheid en operaties vermindert en het verbeteren van de Amerikaanse positie in centraal- en zuid-Azie. De War on Terror in Afghanistan is in dat opzicht niet geslaagd; het land is niet meer stabiel weten te maken dan voor de operatie en deze counterterrorisme operatie heeft tot veel onvoorziene effecten geleid. De Amerikaanse War on Terror kent een enorme wereldwijde (militaire) expansiedrift, met als gevolg een toenemend gevoel van ontevredenheid bij zowel staten als China en Rusland als Islamitische bewegingen in Afrika en het Midden-Oosten. De VS is met zijn methode van Operation Enduring Freedom in nog zo‟n 15 andere staten en zodanig betrokken geraakt in complexe civiele, etnische en interstatelijke conflicten. Dit was oorsprong zeker niet de bedoeling. Deze operatie is steeds meer in de richting gegaan van een poging tot stabilisering, waar hoge financiële en humanitaire kosten aan verbonden zijn.17 Met betrekking tot het verloop en de onverwachte wending van de oorlog kan dan ook de vraag worden gesteld of het gekozen pad wel de juiste is voor het bestrijden van terrorisme.

Gevolgen. Naast het feit dat de War on Terror heeft geleid tot de Amerikaanse aanwezigheid

in vele landen en tot directe betrokkenheid op ontwikkelingen in staten, heeft deze oorlog ook conceptuele gevolgen. Een van deze gevolgen is voor dit onderzoek naar internationale rechtvaardigheid interessant, namelijk de gevolgen voor het internationaal recht.

Er zijn volgens het internationaal recht twee omstandigheden waarin een staat gelegitimeerd is om geweld te gebruiken. Ten eerste in geval van zelfverdediging en ten tweede wanneer er gehandeld wordt volgens een mandaat vanuit de VN-Veiligheidsraad. De VS en het Verenigd Koninkrijk claimden bij het verklaren van de oorlog tegen Afghanistan op 7 oktober 2001 te hebben gehandeld volgens artikel 51, zelfverdediging, van het VN-Handvest. Williamson haalt in haar boek “Terrorism, War en International Law” aan dat dit beduidend geen geval was van een legitieme zelfverdediging. De Amerikaanse interventie in Afghanistan als de interventies in Irak, Libanon en Syrië zijn voorbeelden die de verplichtingen van het internationaal recht ter discussie stellen.18

Kortom, de directe reactie op 9/11 door middel van de oorlogsverklaring tegen Afghanistan in het kader van de War on Terror was, volgens het internationaal recht, niet legaal. Hiermee zou dus verondersteld kunnen worden dat de War on Terror, in het bijzonder

17

Conetta, C. Strange Victory: A critical appraisal of Operation Enduring Freedom and the Afghanistan war, Project on Defense Alternatives (2002). http://129.11.76.45/papers/pmt/exhibits/703/0201strangevic.pdf, geraadpleegd op 25-02-2010

18 Williamson, M. Terrorism, War and International Law, The Ashgate International Law Series (2009), pp.

(15)

15 in Afghanistan, onrechtvaardig zou zijn of dat het internationaal recht in deze tijd te beperkt en verouderd is om met de veranderende, complexe wereld om te gaan. In de inleiding is aangegeven is dit ook een van de redenen voor het gebruik van de Just War Theory in dit onderzoek naar de mate van rechtvaardigheid.

War on Terror: hoorn van Afrika

De hoorn van Afrika kent een schaarste aan grondstoffen en een sterk verlangen naar een snelle economische vooruitgang. De hoorn van Afrika lijkt geschikt voor de ontvankelijkheid van terroristische organisaties als Al-Qaida. Al-Qaida is al twee keer geslaagd in het voorbereiden dan wel uitvoeren van aanslagen in Kenia, op zijn minst een keer in Somalië en zeer recent nog in Jemen. Jemen behoort in geografisch opzicht tot de hoorn van Afrika, bestaande uit Soedan, Eritrea, Ethiopië, Djibouti, Somalië en Kenia Deze regio wordt verbonden door haar huidige status als Westers doelwit, door lange en continue onderlinge legale en illegale handel, door religie, door eeuwenlange tegenstellingen tussen de moslims en christenen, door de nog steeds bestaande weerstand tegen de westerse kolonisten en door zaken als armoede, poor governance en onderontwikkeling. Deze problemen moedigen de infiltratie van terroristische organisaties in het gebied aan. De hoorn van Afrika wordt beschouwd als de nieuwe thuisbasis voor de wereldwijde terroristische organisatie van Al-Qaida. Met name in Jemen en Somalië zouden zich cellen bevinden die relaties hebben met Al-Qaida. Er worden dan ook Amerikaanse maatregelen als diplomatie, inlichtingen, wethandhaving en militaire interventies genomen om deze dreiging van Al-Qaida en het

homegrown terrorisme in deze staten te bestrijden.19

2.3 Just War Theory

De Just War Theory kent al een eeuwenoude traditie. De Just War traditie is in eerste aanleg voornamelijk met het werk van Augustinus uit de 4de eeuw ontstaan. In The City of God geeft Augustinus aan, in tegenstelling tot het pacifisme van de Christelijke gemeenschap, dat geweld soms rechtvaardig kan zijn. Dit gedachtegoed werd pas in de 16de eeuw uitgebreid door Vitoria. Als grondlegger van de Just War Theory wordt echter vaak verwezen naar Hugo de Groot. De Groot kwam in de 17de eeuw met zijn werk The Law of War and Peace,

19

(16)

16 waarmee de basis ontstond voor het internationaal recht. Het internationaal recht zou de verhoudingen tussen de soevereine staten, ontstaan vanuit het verdrag van Westfalen in 1648, reguleren. Concepten als nationalisme, soevereiniteit en nationaal belang bepaalden het concept van rechtvaardigheid van de Just War Theory.

Door de eeuwen heen zijn een aantal specifieke criteria te onderkennen die centraal staat in deze theorie. Het eerste criterium is de just cause. De just cause is enkel voor het herstellen van de voorwaarden van vrede en rechtvaardigheid. De basisaanname van de traditie is dat geweld alleen kan worden gerechtvaardigd als het gericht is op het herstellen van de voorwaarden waaronder geweld niet plaats vindt. Een heikel punt bij dit criterium is wel wanneer er voor het eerst de orde hersteld moet worden, bijvoorbeeld door middel van humanitaire interventies.20

De right intention is het tweede criterium. Dit criterium staat meer ter discussie. Is het gebruik van geweld met de intentie vrede en rechtvaardigheid te vestigen/ herstellen, de enige intentie of kunnen er meer zijn? Is het voldoende als dit de primaire intentie is naast andere intenties? Aangezien de motieven van individuen altijd door elkaar lopen, is het bijna onmogelijk om enkel de juiste intentie te hebben. In de traditie wordt daarom ook wel gepleit dat de intentie op zijn minst niet onverenigbaar met de right intention moet zijn.

Het derde criterium voor een rechtvaardige oorlog is dat er sprake moet zijn van een

proper authority. In de huidige internationale orde is deze autoriteit gevestigd in de VN.

Enkel op basis van zelfverdediging zijn staten gemachtigd geweld te gebruiken, totdat de VN de situatie heeft beoordeeld. De VN is echter een politiek orgaan, zodat er vaak geen besluit kan worden genomen door het bestaan van het veto-recht. Het criterium proper authority kan daarom niet geheel in handen liggen van de VN.

Geweld kan alleen rechtvaardig zijn als er geen geweldloze manieren effectief zijn. Het criterium last resort betekent echter niet dat alle andere strategieën geprobeerd moeten zijn, maar het moet redelijkerwijs duidelijk zijn dat andere opties geen realistische mogelijkheden tot succes zijn.21

Het volgende criterium is effectiveness. Het overgaan tot geweld moet een redelijke kans van slagen hebben, omdat het doel van geweld is om het verkeerde tegen te gaan en als dit niet mogelijk is, heeft het geweld geen doel meer. Evenals bij het vorige criterium is het voor beleidsmakers van belang zich te laten inlichten door specialisten over mogelijkheden en

20 Brown, Chris. Sovereignty, Rights and Justice. International Political Theory Today, Cambridge: Polity Press.

(2002), p. 104

(17)

17 effecten. Een discutabel issue bij dit punt is of het beantwoorden van een situatie met geweld rechtvaardig is, ook al is succes onwaarschijnlijk, als het potentiële overtreders afschrikt?22

Het vijfde criterium heeft betrekking op proportionality. Geweld als antwoord op verkeerd handelen dient ten opzichte van het verkeerd handelen proportioneel te zijn. Dit is een lastige criterium aangezien er rekening moet worden gehouden met het toebrengen van schade/ slachtoffers in relatie met het vooroogde doel. Echter in de praktijk is de slachtoffers aan vijand zijde irrelevant en wordt vooral gericht op minimale verliezen aan eigen zijde. De

Just War traditie weigert dit te accepteren.23

Het laatste criterium beschrijft dat geweld enkel rechtvaardig is als er sprake is van discriminatie. Het criterium discriminatory wordt ook wel vertaald door „non-combatant

immunity’. In de huidige oorlogvoering is het onderscheid tussen combattant en

niet-combattant lastig. Zo wordt alleen het dreigen van het inzetten van nucleaire wapens in de

Just War traditie al als verkeerd beschouwd.24

Een aantal van bovengenoemde criteria van de traditie botsen met het moderne denken. Michael Walzer heeft daarom eind 20ste eeuw zijn eigen interpretatie gegeven aan de principes van de theorie. Just War- denken vereist praktisch redeneren om criteria als

effectiveness te kunnen beoordelen. In Just and UnJust Wars wordt aan de hand van

historische voorbeelden duidelijkheid verschaft over de toepassing van de theorie op moderne oorlogen. Hierdoor komt de achterliggende gedachte (doelstelling/ intentie) van Michael Walzer over de theorie naar voren, van waaruit toekomstige conflicten en besluiten kunnen worden beoordeeld.

In zijn analyse naar de rechtvaardigheid van oorlog maakt Walzer het onderscheid tussen Jus ad Bellum (Theory of Aggression) en Jus in Bello (War Convention). In zijn Theory

of Aggression wordt ingegaan op de redenen wanneer staten geweld mogen gebruiken en in

zijn War Convention wordt ingegaan op hoe staten geweld mogen toepassen. Daarnaast voegt Walzer hier een derde thema aan toe, namelijk de notie van Supreme Emergency. Er zal nu ingegaan worden op de belangrijkste aspecten van deze drie thema‟s om zijn visie op rechtvaardige oorlogen te beschrijven.

The Theory of Aggression

22 Ibidem, p. 106 23

Ibidem, pp. 106-107

(18)

18 De startsituatie legt Michael Walzer uit aan de hand van twee concepten: de domestic analogy en de legalist paradigm. Staten vertegenwoordigen de individuele rechten als het recht op leven en het recht op vrijheid in collectieve vorm. Dit houdt in dat de staten op zichzelf dezelfde rechten bezitten als individuen. Hierdoor is het mogelijk een samenleving van staten te vormen evenals een samenleving van individuen. Dit wordt ook wel de domestic analogy genoemd. Wanneer deze analogie expliciet wordt toegepast, zal het statensysteem worden gevormd tot een politieke samenleving met aanwezige concepten als zelfverdediging, wethandhaving, misdaad, straffen etc. De huidige internationale structuur is echter niet hetzelfde als de binnenlandse samenleving. De agressie tussen staten, ook wel oorlogsmisdaden genoemd, zijn veel gevaarlijker dan binnenlandse misdaden, aangezien er op internationaal niveau geen politieapparaat bestaat.25

Het tweede concept is de legalist paradigm. Deze bestaat uit zes aannames:

1. There exists an international society of independent states.

2. This international society has a law that establishes the rights of its members--above all, the rights of territorial integrity and political sovereignty.

3. Any use of force or imminent threat of force by one state against the political sovereignty or territorial integrity of another constitutes aggression and is a criminal act.

4. Aggression justifies two kinds of violent response: a war of self-defense by the victim and a war of law enforcement by the victim and any other member of international society.

5. Nothing but aggression can justify war.

6. Once the aggressor state has been militarily repulsed, it can also be punished.26

Dit was de dominante theorie in de 18de en 19de eeuw, waarin aanhangers van mening waren dat oorlog een natuurlijk voorrecht was van de soevereine staten.27

De domestic analogy en de legalist paradigm zijn belangrijke verklarende concepten voor het uitleggen van onze morele oordelen over rechtvaardigheid en onrechtvaardigheid. Maar het is een startpunt, geen eindpunt. Walzer gaat daarom in op een aantal controversiële thema‟s en historische casus om dit raamwerk te herzien. Hij bespreekt drie thema‟s om de

25 Walzer, Michael. Just and UnJust Wars: a moral argument with historical illustrations. 2nd Edition (2006). pp.

51-55

26

Ibidem. pp. 61-62

(19)

19 redenen om een rechtvaardige oorlog te starten te analyseren: anticipatie, interventie en doelstelling en belang van winnen van een oorlog.28

Het eerste thema waarover duidelijkheid moet bestaan zijn oorlogen die zijn begonnen als gevolg van het anticiperen op (mogelijk) gevaar. Walzer gaat hierbij uit van twee uitersten: de onrechtvaardige preventieve oorlog en de rechtvaardige pre-emptieve oorlog. Een preventieve oorlog is een oorlog tegen een dreiging in gedachte. Er is geen directe veiligheidsissue. Bijvoorbeeld een oorlog om de Balance of Power te behouden. Dit zou leiden tot talloze en nutteloze conflicten, zodat het beter is terug te vallen op de legalist

paradigm. Het is van belang objectieve standaarden te hebben om een daadwerkelijke

dreiging te meten. Het probleem is echter dat dit niet mogelijk is, aangezien het afhankelijk is van de context. De lijn tussen een legitieme en niet-legitieme eerste aanval is niet het punt van een dreigende aanval, maar van voldoende dreiging. Deze omschrijving is volgens Walzer noodzakelijk vaag.29

Walzer noemt drie indicatoren voor een legitieme aanval als gevolg van het anticiperen op gevaar: een aantoonbare intentie om schade toe te brengen, een mate van actieve voorbereiding dat deze intentie een gevaar maakt en een situatie waarin wachten of een alternatief voor vechten het risico aanzienlijk vergroot. Indien er wordt voldaan aan alle drie de indicatoren kan een aanval als een legitieme anticipatie worden beschouwd. Dit betekent een belangrijke herziening van de legalist paradigm. Deze herziening is als volgt geformuleerd: states may use military force in the face of threats of war, whenever the failure

to do so would seriously risk their territorial integrity and political independence. Woorden

als „seriously‟ laat ruimte vrij voor een menselijk oordeel. Het is een feit dat ons morele leven het mogelijk maakt om te oordelen. Door het evalueren van dergelijke acties, kunnen wij tot het inzicht komen dat er dreigingen bestaan waarin niet verwacht kan worden van een staat ermee te leven. Deze kennis is een belangrijk deel in het begrijpen van agressie van staten.30

Het tweede thema dat extra aandacht vereist betreft het interveniëren in de interne zaken van een staat. Walzer gaat uit van de basisprincipes zelfbeschikking en zelfhulp. Een staat is autonoom, zelfs als haar burgers strijden en falen in het opzetten van onafhankelijke instituties, maar deze zelfbeschikking wordt bedreigd als de instituties door opdringerige buurlanden worden opgezet. Humanitaire interventies kunnen niettemin rechtvaardig zijn wanneer het een reactie, met redelijke kans van slagen, is op gebeurtenissen „that shock the

28 Ibidem. pp. 72-73 29

Ibidem. pp. 73-75

(20)

20

moral conscience of mankind’.31

Het is niet het bewustzijn van politieke leiders, maar het bewustzijn van de „mensheid‟. Elke staat, die in staat is deze slachting onder burgers te stoppen, heeft het recht dit te proberen, zonder reactie af te wachten van de VN. Het doel van rechtvaardige interventies is het zorgen voor balans en het assisteren van lokale groepen. Het doel is niet het winnen van de oorlog. Deze rechtvaardiging van bepaalde interventies betekent ook een toevoeging op de legalist paradigm, dat de morele realiteit van militaire interventies niet meeneemt. De achterliggende gedachte van de rechtvaardiging van deze geweldplegingen is dat zij de waarde van het individuele leven en gemeenschappelijke vrijheid erkennen.32

Walzer beschrijft als derde thema in zijn Theory of Aggression de doelstelling en het belang van het winnen van een rechtvaardige oorlog. Hij behandelt hierin de aspecten onvoorwaardelijke overgave en de rechtvaardiging in de besluitvorming. Het beleid van onvoorwaardelijke overgave, zoals de overwinning op nazi-Duitsland, was een passend antwoord. Dit „straffen‟ is niet altijd passend. In sommige gevallen zijn alleen beperkte doelen rechtvaardig om een oorlog te starten. Deze rechtvaardiging in de besluitvorming is complex en geeft aan dat na minimale tegemoetkoming te hebben gerealiseerd, het recht is van de mensen uit het gastland om het over te nemen. De doctrine van proportionaliteit is hierbij relevant. Een volgende aanvulling op de legalist paradigm is dat binnenlandse maatregelen als gevangenschap of straffen niet het gewenste, afschrikkende, effect heeft op internationaal niveau. Het is niet het doel van rechtvaardige oorlogen om illegaal geweld te laten verdwijnen, maar om te reageren op specifieke gewelddadige acties op een passende manier om een veiligere en minder kwetsbare situatie te krijgen.33

Als conclusie van Michael Walzers visie op het Jus ad bellum aspect van oorlog kunnen er drie aanvullingen of aanpassingen worden gemaakt op het bestaande concept van de legalist paradigm. Kortweg komen deze herzieningen neer op recht van anticipatie, het uitvoeren van rechtvaardige interventies en de beperkte doelstelling om van een rechtvaardige oorlog te spreken. Indien er een rechtvaardige oorzaak is om geweld toe te passen, dient er rekening te worden gehouden met de oorlogsregels voor de uitvoering van het geweld. Deze morele oorlogsregels heeft Walzer beschreven in zijn War Convention.

The War Convention

31 Ibidem. pp. 32

Ibidem. pp. 86-108

(21)

21

Walzer beschrijft de plichten van staten, legeraanvoerders en soldaten bij het voeren van een rechtvaardige oorlog. Er zijn „rules of war‟ die ervoor moeten zorgen dat soldaten rechtvaardig vechten en zich daarmee differentiëren van (binnenlandse) moordenaars. Er zijn twee criteria voor de bepaling van buitensporig geweld: militaire noodzaak en proportionaliteit. Dit zijn twee controversiële begrippen en zijn lastig toe te passen. Walzer geeft hier meer betekenis aan door het beschrijven van oorlogen uit het verleden en te kijken naar de individuele rechten tijdens de oorlog: hoe zij zijn behouden, verwisseld (voor oorlogsrechten) en teruggewonnen. Het is van belang tot een theorie te komen om onderscheid te kunnen maken tussen combattant en non-combattant.

De War Convention kent twee principes. Het eerste principe van de War Convention geeft aan dat wanneer de oorlog eenmaal begonnen is soldaten (tenzij zij gewond of gevangen zijn) te allen tijde mogen worden aangevallen. Het tweede principe van de War Convention is dat non-combattanten nooit mogen worden aangevallen. Het toepassen van deze principes in de praktijk is minder eenvoudig dan het lijkt door onder andere het spanningsveld tussen immuniteit van non-combattanten en militaire noodzaak. Binnen de wetten van oorlog staat niets verwoord over de mate van bezorgdheid door militairen om burgers geen schade toe te brengen. De rechten van non-combattanten worden erkend binnen de context van oorlog. Dit betekent dat het handelen aankomt op het „normale‟ denken over moraliteit.

Bij welke overlevingskans is het rechtvaardig een burger te ontzien van geweld? Of in hoeverre is het bombarderen van vijandelijke troepen en onschuldige burgers legitiem om eigen troepen te beschermen?34 Om dit soort vraagstukken te beantwoorden heeft Walzer de doctrine van dubbel effect opgesteld. Deze doctrine luidt als volgt:

1)The act is good in itself or at least indifferent, which means, for our purposes, that it is a legitimate act of war.

2) The direct effect is morally acceptable - the destruction of military supplies, for example, or the killing of enemy soldiers.

3) The intention of the actor is good, that is, he aims only at the acceptable effect; the evil effect is not one of this ends, nor is it a means to his ends, and, aware of the evil involved, he seeks to minimize it, accepting costs to himself.

4) The good effect is sufficiently good to compensate for allowing the evil effect. Justifiable under Sidgwick’s proportionality rule.35

34

Ibidem. pp. 138-152

(22)

22 Deze doctrine test in hoeverre een gewelddadige handeling rechtvaardig is door een aantal relaties of verhoudingen moreel te analyseren. Het bekijkt allereerst of de handeling op zichzelf goed is met een juist doel, waarbij het directe effect moreel acceptabel is. De slechte bijkomende effecten zijn geen doel op zich of middel om het doel te behalen. Er moet daarbij een juiste verhouding bestaan tussen het minimaliseren van de slechte bijkomende effecten en het accepteren van eigen slachtoffers. Dit staat beschreven aan het einde van de derde voorwaarde van de doctrine van dubbel effect. Dit is de voornaamste voorwaarde van de doctrine. tot slot moet er een juiste verhouding bestaan tussen het behaalde doel en de slechte bijkomende effecten. Walzer verwijst hierbij naar de Sidgwick‟s proportionality rule. Deze regel houdt het volgende in:

“it is not permissible to do, "any mischief which does not tend materially to the end, nor any mischief of which the conduciveness to the end is slight in comparison with the amount of the mischief.”36

Om de War Convention, met de aanwezige ethische dilemma‟s, nader toe te lichten, beschrijft Walzer een aantal specifieke manieren van oorlogvoering om zijn visie over de rechtvaardigheid ervan duidelijk te maken. De eerste manier van oorlogvoering, waarbinnen de spanning oorlog en burger naar voren komt, zijn belegeringen en blokkades. In dergelijke oorlogsvoering kunnen burgers gemakkelijk als schild worden gebruikt door de vijand. Er wordt vaak beweerd dat de vijand bewust de bevolking tussen de legers plaatst en dus verantwoordelijk is als er burgerslachtoffers vallen. Walzer is echter van mening dat het doden van burgers alvorens soldaten te kunnen doden moreel onacceptabel is. Strategische blokkades die de bevolking treffen worden hiermee dus uitgesloten.37

Michael Walzer gaat ook in op de guerrilla oorlogsvoering om zijn gedachten over de

rules of war over te brengen. Guerrilla‟s, die zich onderscheiden van de bevolking en

irregulier optreden, hebben evenals conventionele legers de steun van het volk nodig. Beide groepen beschermen direct of indirect het volk. De significante mate van steun van het volk aan guerrilla strijders leidt ertoe dat guerrilla‟s vallen onder het oorlogsrecht. Er kan dan ook worden afgevraagd wat de status is van burgers en hun immuniteit. Walzer geeft aan dat politieke loyaliteit of vijandelijkheid van burgers geen vijanden maakt. Dit betekent zelfs dat

36 Israel: The “Proportionality” Argument – Again. Free Markets, Free People. (2008).

http://www.qando.net/details.aspx?entry=9934, geraadpleegd op 20-03-2010

(23)

23 boven een bepaalde mate van publieke steun het enige alternatief een onrechtvaardige oorlog tegen de hele bevolking is.38

De derde manier van oorlogsvoering, die Walzer aanhaalt om zijn oorlogsregels uit te leggen, is terrorisme. Terrorisme is het opzettelijk geweldgebruik tegen willekeurige burgers. De „gewone‟ mens wordt gedood, waarbij geen verdediging mogelijk is. Terroristische campagnes zijn tegenwoordig vooral gericht op groepen mensen bij wie hun waarde radicaal zijn achtergesteld ten opzichte van de meerderheid van de nationale bevolking. Door de ordeloosheid van geweld verwerpt terrorisme het idee van ethiek, en verbreekt alle codes, wetten en tradities dat probeert gewelddadig gedrag te limiteren. Terrorisme is onrechtvaardig en kan dus überhaupt niet gezien worden als een oorlog.39

Als laatste specifieke manier van oorlogsvoering gaat Walzer in op het aspect represaille. Een pacifist verwoordt represaille als “doing what you think wrong on the plea

that someone else did it first”.40 Aangezien de andere het altijd eerst doet, creëert represaille een keten van onrecht. Ondanks dat soms wordt beweerd dat represailles een middel is om een totale barbaarse oorlog te voorkomen, zijn represailles in strijd met de regels van de War

Convention. Walzer maakt wel hier een onderscheid in. Hij beschouwt represailles in

vredestijd als een aparte categorie. Als antwoord op de terroristische aanslagen op schoolbussen, kan een staat rechtvaardig handelen door middel van represailles. De problematiek hierbij kan zijn dat deze terroristen niet opereren vanuit officiële orders van een staat. Als deze represailles in vredestijd niet goedgekeurd worden en er ook geen alternatief antwoord is op deze niet-legitieme aanvallen, hoe kan de vrede dan worden gehandhaafd. In een dergelijk geval kan het rechtvaardig zijn volgens Walzer de soevereiniteit van een andere staat te schenden als er aan twee regels wordt voldaan. De eerste regel is dat represailles niet dezelfde (illegale) methode gebruiken, zodat burgers per ongeluk slachtoffer worden. Reguliere soldaten van de desbetreffende staat kunnen wel worden gedood. Het doel is dwingend, namelijk dat de regering de vrede bewaart en de terroristen in zijn eigen staat onderdrukt. Represailles zijn geen standaard militaire operaties of invasies, maar een waarschuwing. De tweede regel om van rechtvaardige counteraanvallen te spreken is dat het altijd een antwoord moet zijn op eerdere aanvallen. De principes van extremiteit en last resort zitten hierin verwerkt. In vredestijd is oorlog de laatste optie. Wanneer diplomatie niet effectief is, zijn represailles de volgende, legitieme, stap als alternatief voor oorlog. Het blijft

38 Ibidem. pp. 176-196 39

Ibidem. pp. 197-206

(24)

24 wel altijd een afweging in welke mate een soevereine staat een andere soevereine staat kan dwingen zijn verplichtingen na te komen. Ondanks dat de positie van de VN hiervoor uiterst geschikt lijkt, is deze wereldwijde organisatie tot op heden ineffectief geweest in dergelijke situaties. Walzer pleit er dus voor niet represailles te laten verdwijnen, maar de limieten te verdedigen.41

The Supreme Emergency

Als toevoeging op de War Convention komt Walzer met de notie van Supreme Emergency. Deze notie staat in sommige gevallen toe dat de oorlogsregels worden overtreden. Zeker met het oog op de huidige oorlogen als de War on Terror, waarbij gesuggereerd wordt dat deze oorlog buiten het boekje gaat/ is gegaan, is het interessant te kijken naar Michael Walzer‟s visie op Supreme Emergency en het overtreden van de oorlogsregels.

Supreme emergency kan worden beschreven aan de hand van twee criteria, namelijk

de dreiging van het gevaar en de aard van het gevaar. Aan beide criteria moeten worden voldaan om van Supreme Emergency te spreken. Het gevaar moet ongewoonlijk en afgrijselijk zijn. Wederom is het erg lastig dit gevaar te omschrijven. Het is vaak ideologisch en de betekenis van het woord is een zaak van common sense. Het herkennen van een dreiging leidt niet automatisch tot de rule of necessary (en dus tot geen regels), zolang andere middelen om de dreiging te overwinnen bestaan. Er moet sprake zijn van een noodsituatie, oftewel een ramp voor de hele politieke gemeenschap. De mate waarin het noodlot zekerder wordt, hoe rechtvaardiger de beslissing om extreme geweldsmiddelen in te zetten.42

Walzer komt niet met concrete oplossingen of regels om de oorlog te reguleren. Hij tracht zijn morele oordeel over vele historische en ethische dilemma‟s over te brengen door het beschrijven van een aantal principes, om van daaruit (toekomstige) situaties te beoordelen. Daarbij kan de Just War Theory niet gezien worden als een ideaaltheorie. Om deze theorie en in het bijzonder de visie van Michael Walzer te toetsen aan de War on Terror is het relevant eerst de beperkingen van deze theorie te analyseren. Critici zijn van mening dat deze theorie weinig toegevoegd aan de huidige, complexe oorlogvoering. In het volgende deel worden daarom de verschillende stellingen uit dit debat over het toepassen van de Just War Theory op de huidige War on Terror uiteengezet.

41

Ibidem. pp. 207-222

(25)

25

2.4 Het wetenschappelijk debat: War on Terror & Just War Theory

De centrale vraag in het wetenschappelijk debat luidt in hoeverre is het raamwerk over moraliteit bruikbaar? Het is van belang bewust te zijn dat de visie van Michael Walzer over de morele aspecten van oorlog enkel een gedachtegang is binnen een breed scala aan meningen over oorlog en moraliteit. Allereerst zullen een aantal kritische noten worden geplaatst met betrekking tot de Just War Theory, vervolgens zal worden gekeken naar de toepasbaarheid/ relevantie van deze theorie op de War on Terror.

De bezwaren tegen de traditie zijn even oud als de traditie zelf. Vijftal algemene bezwaren verdienen de aandacht. Ten eerste is onduidelijk wat telt als oorlog. De aard van oorlogvoering is divers en veranderlijk en het besluit een confrontatie te categoriseren als oorlog is betwistbaar. Een tweede bezwaar op de theorie komt vanuit de pacifistische hoek. Pacifisten geven aan dat oorlogen per definitie niet rechtvaardig kunnen zijn, zelfs niet als het een antwoord is op onrechtvaardig geweld. Een volgend kritiek is vanuit het andere uiterste, namelijk het argument van realisten. Realisten stellen dat de criteria uit de theorie niet wordt meegenomen in de besluitvorming van staten. Dit gebeurt hooguit in het „verkopen‟ van hun daad, terwijl nationale belangen doorslaggevend zijn. Het vierde bezwaar is de claim dat de criteria van de Just War Theory te abstract zijn om toe te kunnen passen op de realiteit van oorlog. Tot slot is er het bezwaar dat de Just War Theory een vorm is van „moralism’ of „moral judgementalism’. Dit betekent dat het oordelen over „goed‟ of „slecht‟, die de Just War

Theory ons laat maken, niet bijdraagt in het helpen op een geschikte wijze te handelen.

Morele oordelen zullen volgens critici het besluitvormingsproces beïnvloeden.

Hier tegenin stelt Evans dat de theorie in zijn algemeenheid er voor bedoeld is om de context en meerdere opties mee te nemen in het besluitvormingsproces. Evans pleit er dan ook voor dat ondanks de aanwezigheid van deze conceptuele en praktische problemen, de theorie uitermate verdedigbaar blijft. De intenties en doelstellingen van de theorie zijn onontkoombaar bij het evalueren van de moraliteit van oorlog.43

Sinds de jaren negentig hebben zich een aantal ontwikkelingen voorgedaan, waardoor er wederom beweerd wordt dat de Just War Theory zijn relevantie voor het beoordelen van

(26)

26 oorlogen heeft verloren. Deze ontwikkelingen hebben met name betrekking op de fenomenen preventieve interventies en humanitaire interventies, reacties op het internationale terrorisme, het martelen van gevangenen en het afnemen van de staatssoevereiniteit. Deze verschijnselen kunnen volgens sommige theoretici rechtvaardig geweld tot gevolg hebben, ook al is dit in strijd met de Just Wat Theory. De Just War Theory zou dan ook ongeschikt zijn als huidige praktische richtlijnen. De toevoeging van de doctrine van dubbel effect en de doctrine van

Supreme emergency door Walzer geeft meer handvaten. Het aannemen van deze

toevoegingen bij de theorie is echter, volgens theoretici als Nathansan, gelijkwaardig aan het onrechtvaardige terrorisme.44

Naar aanleiding van deze vier uitdagingen ontstond de discussie of de Just War

Theory deze veranderingen in het gebruik van geweld wel aan kan. Sommige geven aan, dat

de Just War Theory een heuristische constructie is in plaats van een strikte theorie en dus overeind blijft. Andere theoretici pleitten ervoor dat de theorie meer richting het realisme zou moeten gaan, waarin militaire noodzaak een prominentere rol in de theorie zal moeten krijgen om haar adviesrol voor besluitvormers niet te verliezen. Er wordt beweerd dat preventieve interventies in de huidige wereldpolitiek ertoe leiden dat de Just War Theory beter kan worden herzien. Ook dergelijke interventies moeten onder regels vallen. Het invoeren van zulke veranderingen in een morele theorie is echter uiterst controversieel.45

Momenteel vormt de grootste uitdaging voor de relevantie van de Just War Theory de Amerikaanse War on Terror. Het probleem waar al direct tegenaan wordt gelopen is het gebrek aan het goed definiëren van het begrip zelfverdediging. De VS beschrijft het woorddeel „zelf‟ als zijn nationale belangen, inclusief het bijdragen aan economisch welzijn. Daaronder vallen ook de vitaliteit en productiviteit van de wereldeconomie en de toegang tot belangrijke markten en strategische bronnen. Crawford daarentegen stelt dat de theorie evenmin als de uitleg van Walzer geen duidelijkheid verschaft over het nodige bewijs voor preemptief optreden. De VS geeft eenvoudig aan dat er weinig of geen bewijs nodig is na een terroristische aanval. Op die manier wordt de criteria voor het bewijs wordt gereduceerd tot aannemelijke angst. Door het benadrukken van nationale veiligheid door de Amerikaanse regering is een potentiële dreiging gecreëerd om verder te gaan dan de notie van pre-emptief, namelijk preventief.

44 Lee, S.P. (ed.), Intervention, Terrorism, and Torture: Contemporary Challenges to Just War Theory, Springer

(2007). Introduction, pp. 3-16

45

(27)

27 De theorie kan moeilijk de preventieve oorlogstrategie van de Amerikanen beoordelen. Het criterium last resort is moeilijk controleerbaar. De Bush administration beweerde eenvoudig dat enkel niet-militaire middelen niet tot succes zal leiden en de beste verdediging een goede aanval is. Maar een militaire aanval op het terrorisme botst ook met de Just War

Theory, aangezien terrorisme door velen wordt gezien als georganiseerde misdaad in plaats

van oorlog. Sommige Just War- theoretici zijn van mening dat de War on Terror daarom niet het rechtvaardige middel kan zijn. Indien terrorisme toch als oorlog wordt beschouwd, leidt dat tot het uitbreiden van de definitie van oorlog. President Bush bevestigde dit door aan te geven dat de War on Terror ongelimiteerd is in tijd en ruimte, waarbij geen concreet eindstadium is. Een volgend probleem dat zich voordoet wanneer de Just War Theory aan de

War on Terror wordt gekoppeld, is het meten van criteria als succes en proportionaliteit. Zo

beweerde Rumsfeld dat “Our goal is to confuse, it is [to] make more difficult, it is to add cost,

it is to frighten, and it is to defeat the Taliban and al Qaeda.”46 Deze doelstelling is nauwelijks meetbaar in termen van succes.

Er zijn nog een aantal indirecte vraagstukken die de aandacht verdienen. Moet de Just

War principes worden nageleefd in conflicten tegen tegenstanders die de Just War Theory niet

volgen? Of hoe krijgen we actoren zover dat zij de Just War criteria volgen in een wereld waar het internationaal recht niet of nauwelijks kan worden afgedwongen? Er bestaat duidelijk frictie tussen de Just War Theory en een „oorlog‟ als de War on Terror. Ondanks zulke problemen, pleit Crawford er toch voor dat de Just War Theory een nuttige onderzoeksmethode is voor de problemen van huidige oorlogen. De ethische theorieën moeten niet als checklisten of simpele gedragscodes worden gezien, maar als instrumenten voor het evalueren van opties en het beoordelen van gedrag.47

2.5 Conclusie

De War on Terror is gestart in 2001 door de Bush Adminstration met de operatie Enduring

Freedom in Afghanistan. Deze oorlog tegen het terrorisme heeft een onbedoeld wereldwijd

karakter gekregen, waarbij Amerikaanse militairen overal ter wereld betrokken zijn geraakt bij interne- etnische en statelijke conflicten. De War on Terror kan overal en altijd gevoerd worden. De laatste jaren verplaatst het zwaartepunt van de strijd zich geografisch in de

46 Crawford, N.C. “Just War Theory and the U.S. Counterterror War” in Perspectives of Politics, Maart 2003,

Vol. 1/No. 1. p. 17

(28)

28 richting van de hoorn van Afrika. Zolang de strijd voortduurt kunnen principes als de kans van slagen en haalbaarheid niet worden getoetst. Sommigen stellen simpelweg dat dit niet de juiste manier is om terroristen te bestrijden. De War on Terror op strategisch niveau wordt vaak als een onrechtvaardige oorlog beschouwd. Het blijft evenwel van belang dat (de elementen van) de War on Terror wordt getoetst op zijn rechtvaardigheid om deze oorlog succesvol te kunnen voeren.

De Just War Theory is een eeuwenoude theorie, waarmee oorlogen geëvalueerd kunnen worden op hun rechtvaardigheid. De meest prominente huidige uitlegger van de Just

War Theory is Michael Walzer. Hij heeft een normatief raamwerk opgesteld om moderne

oorlogen te toetsen aan hun moraliteit. Walzer heeft het geloof in de mens dat elk individu met haar normen en waarden moreel kan oordelen over situaties en beslissingen. In zijn beschrijving over rechtvaardige oorlogen zijn een zestal belangrijke principes te onderkennen. Kortweg komen de principes neer op:

1. Het eerste principe heeft betrekking op een rechtvaardige oorzaak (theory of

aggression). Walzer gaat in beginsel uit van de concepten: legalist paradigm en domestic analogy. Verder geeft hij aan dat daarnaast statelijk geweld rechtvaardig

kan zijn als het een reactie is op een gebeurtenis dat shock the moral conscience of

mankind.

2. Tijdens de uitvoering van geweld is het van belang rekening te houden met het onderscheid combattant – noncombattant. Dit principe geeft aan dat soldaten tijdens de oorlog te allen tijde mogen worden aangevallen. Noncombattanten zijn alle burgers die niet aan het gevecht deelnemen en niet mogen worden aangevallen. Het is dus van belang mensen te categoriseren als combattant of noncombattant.

3. Het volgende principe heeft betrekking op militaire noodzaak en proportionaliteit. Hoewel combattanten mogen worden aangevallen, dient er een goede balans te worden gevonden tussen militaire noodzaak en proportionaliteit. Om deze balans te kunnen vinden, heeft Walzer de doctrine van dubbel effect opgesteld.

(29)

29 5. Het vijfde principe is het last resort criterium. Dit principe houdt in dat er meerdere opties moeten worden meegenomen in het besluitvormingsproces en eventueel zijn geprobeerd, voordat de optie tot geweldgebruik rechtvaardig is te noemen.

6. Het laatste principe staat enigszins los van bovenstaande principes en heeft betrekking op de notie van Supreme Emergency. In sommige gevallen kan, ondanks het overtreden van de oorlogsregels (morele principes), toch van rechtvaardige handelen worden gesproken als wordt voldaan aan de criteria van

Supreme Emergency. Deze criteria komen neer op de dreiging van het gevaar en de

aard van het gevaar.

Walzer hecht met name veel waarde aan het eerste principe, de rechtvaardige oorzaak en het derde principe, de doctrine van dubbel effect. De principes zijn geen concrete richtlijnen, maar geven een spanning aan, waarmee de commandant of besluitvormer moet omgaan. Zijn morele afwegingen blijven immers relevant in de zoektocht naar de rechtvaardigheid van oorlogen. Whitman benadrukt dan ook dat de lange traditie van de Just War Theory geschikt blijft voor het verstrekken van morele richtlijnen. Zij zijn essentieel om de War on Terror op legitieme wijze voort te zetten zonder onze democratische principes op de proef te stellen. Het blijft daarom van belang om aspecten (acties, interventies, beslissingen) van de War on Terror te analyseren in het licht van de Just War Theory.

(30)

30

3. Casus 1: Targeted killing in Somalië

3.1 Inleiding

De afgelopen jaren zijn er meerdere invallen door het Amerikaanse leger uitgevoerd in Somalië om verdachte terroristen uit te schakelen. Dergelijke beschietingen in Somalië bestonden vooral uit bombardementen en het uitvoeren van targeted killings. Een opvallende actie van deze laatste manier van uitvoering, is de actie geweest op 14 september 2009, waarbij een belangrijk terroristisch kopstuk is uitgeschakeld. Deze terrorist werd verdacht van betrokkenheid bij meerdere aanslagen. De actie, uitgevoerd door Amerikaanse special forces, heeft veel media-aandacht gekregen en heeft vanuit de Islamitische wereld voor veel kritiek gezorgd.48 Deze “nieuwe” manier van geweldgebruik wordt ook wel omschreven als targeted

killing. Een definitie luidt: “the intentional killing of a specific civilian who cannot reasonably be apprehended, and who is taking a direct part in hostilities, the targeting done at the direction and authorization of the State in the context of an international or non-international armed conflict.”49 Deze methode wordt, met name sinds Obama aan de macht is, vaak toegepast in de strijd tegen terrorisme. De actie wordt als succesvol beschouwd door de VS. Dit Amerikaans opportunisme voor deze aanpak geeft echter geen vrijbrief voor de legitimiteit van dergelijke acties.50 Deze actie wordt nu uitvoerig geanalyseerd, zodat in het volgende hoofdstuk een evaluatie kan plaatsvinden aan de hand van de interpretatie van Michael Walzer op een rechtvaardige inval. Naast de uitvoering van de actie is het ook van belang de achtergrond van de brandhaard in Somalië te begrijpen.

3.2 Achtergrond Somalië en het internationale terrorisme

De afgelopen jaren hebben veel invallen in Somalië plaatsgevonden in het kader van de War

on Terror. De reden dat de VS zo‟n actief beleid voert richting Somalië is te herleiden vanaf

48 International: The long arm of America; Al-Qaeda in Somalia‟. In The Economist. London: 2009. Vol.392, lss.

8649; p. 60

49 Gary Solis, Targeted killing and the law of armed conflict, Naval War College Review, volume 60, number 2,

22 March 2007, p. 130.

50 Young, de K. & Warrick, J. Under Obama, more targeted killings than captures in counterterrorism efforts.

WashingtonPost, (2010).

(31)

31 begin jaren „negentig. Sinds de jaren negentig is Somalië erg instabiel. Het land wordt ook wel aangeduid als een failed state, oftewel een land zonder effectieve regering. De geruchten dat er banden bestaan tussen de Somalische milities en terroristische organisaties dateren al vanaf begin jaren negentig. Al-Qaida verkondigde dat zij de aanvallen op de Amerikaanse militairen in 1994 hadden gesteund. Bewijs zou verder hebben aangetoond dat Somalië werd gebruikt in de voorbereidingen op de aanslagen op de Amerikaanse ambassades in Nairobi en Dar es Salaam in 1998. In de nasleep van 9/11 nam de Amerikaanse bezorgdheid over Somalië drastisch toe. Somalië werd verdacht van het bestaan van Al-Qaida trainingskampen op zijn territorium. Aangezien Somalië beschouwd wordt als een failed state en de staatssoevereiniteit daardoor in gevaar komt, is het makkelijker om internationale terroristen aan te grijpen.

Sinds 2003 zijn er een aantal moorden gepleegd die duidden op een opkomend terrorisme in Somalië. Deze serie aanvallen werden uitgevoerd door een kleine, gedecentraliseerde jihad groepering. Deze groepering kwam op naast de dreiging van de bekende radicale groep Al Itihad Al Islamiya (AIAI). Het is onduidelijk of er banden bestaan tussen deze jihad groepering en Al-Qaida. Deze nieuwe dimensie van terrorisme in Somalië, gericht op Westerse doelwitten, zorgt voor veel onrust en angst in een staat zonder effectief nationaal beleid. De jihad groepering ging zich, na 2004, richten op het doden van Somalische burgers en politieke leiders. Het gevolg was een inter-clan oorlog. Er vond steeds meer een samenspel plaats tussen de radicale Islamitische groepen gericht tegen de Transitional

Federal Government (TFO). De TFG kreeg vooral steun van de VS en Ethiopië. Failed states

worden door de VS als een nationale dreiging gezien. Het opzetten van een effectieve regering in Somalië maakt dan ook deel uit van de War on Terror. De angst van de internationale gemeenschap in deze periode was dat de macht in Somalië werd overgenomen door jihadisten, zodat Al-Qaida leiders Somalië zouden kunnen gaan gebruiken als een safe

haven, een doorvoerhaven, een basis voor aanslagen op buitenlandse doelen in Somalië, of

een rekruteringsplek.51

De VS voelde zich genoodzaakt in te grijpen, nadat in 2006 inderdaad de Islamic

Courts Union (ICU) de controle over Somalië overnam van de TFG. De ICU werd verdacht

contacten te hebben met Al-Qaida. De militaire invasie werd geleid door Ethiopië en werd ondersteund door de VS. Deze invasie maakte in 2007 al een einde aan het politieke Islamitische regime van de ICU en duurde uiteindelijk tot begin 2009. De korte aanwezigheid

51

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

When interpreting the Consumer Sales Directive, which does not mention either which concept of consumer should be protected by the law, the Court of Justice took

“The Ethical Dimension of Terahertz and Millimeter-Wave Imaging Technologies: Security, Privacy, and Acceptability.” In Optics and Photonics in Global Homeland Security V and

Eerder onderzoek toont aan dat sociale interactie in lezen een positieve invloed heeft op de leesontwikkeling (Sweet et al, 1998; Frijters, Barron & Brunello, 2000; Hood,

Cynicism is positive practically significantly correlated to Psychological ill-health and Physical ill-health (both medium effect), while negative practically

Six individual long length single core MgB 2 conductors (un- doped or doped with SiC), together with a central copper wire, were introduced to a wire twisting machine to produce a “6

In the five controlled trial studies, the LSB interventions showed significant improvements in autobiographical memory, mood, depression, and quality of life of the persons

Much of the scholarship discussing the citizenship experience of racialized minorities in both the Netherlands and Greece has not catered to the sub-Saharan African narrative, with

How does CSR fit (low and high) influence purchase intentions of the public and what role does skepticism and the presence of a luxury brand play.. The findings confirm that