• No results found

Literatuur uit Afrika

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Literatuur uit Afrika"

Copied!
20
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Europeanen hebben de neiging te denken dat de Afrikaanse cultuur ei-genlijk pas begonnen is na de kolonisatie door de diverse Europese lan-den in de 19e eeuw. Maar Afrika, een werelddeel even rijk en uitgebreid als dat wat wij bewonen, heeft natuurlijk net als wij zijn geschiedenis, opkomst en ondergang uan culturen en ook zijn kunstuitingen gekend voordat wij ons diepgaand, en soms desastreus, met het continent gin-gen bemoeien. In het AO 'Literatuur uit Afrika' wordt in kort bestek een overzicht gegeven van de mondelinge Afrikaanse literatuurtraditie en van de literaire prestaties van moderne Frans-, Portugees- en Engels-talige Afrikaanse auteurs. Gelukkig is veel van hun werk tegenwoordig in Nederlandse vertaling verkrijgbaar, dankzij inspanningen van Nouib en uitgeuers als Ambo en Wereldvenster. Er is een wereld van literatuur te ontdekken en het enige bezwaar van het AO-boekje is dat je eigenlijk nog veel meer zou willen weten. Maar daarin voorziet de literatuurlijst.

Redactie

Literatuur uit Afrika

Prof. dr. Mineke Schipper doceert interculturele literatuurweten-schap aan de Rijksuniversiteit Leiden en de Vrije Universiteit van Amsterdam (foto: Kees C. Keuch)

(2)

De Afrikaanse literatuur werd tot het begin van de twintigste eeuw vooral mondeling overgeleverd. Ook nu nog neemt deze orale voor-dracht een belangrijke plaats in, zoals in elke samenleving die nog analfabetisme kent. De orale literatuur - die in het eerste gedeelte van dit AO aan de orde komt - is een bron van inspiratie gebleken voor veel Afrikaanse schrijvers aan wie het tweede gedeelte is ge-wijd. In het Westen was de kennis van de Afrikaanse cultuur lange tijd minimaal. De laatste jaren is met name de Afrikaanse muziek hier steeds populairder geworden. Ook de belangstelling voor Afrikaanse literatuur, die tot in de jaren vijftig een vrijwel gesloten gebied voor de westerse lezer was, is niet gering: in toenemende mate worden Afrikaanse teksten, vooral romans, vertaald - ook in het Nederlands.

Rijke

verscheidenheid

D

e literatuur van een heel

werelddeel kan natuurlijk niet in twintig kleine blad-zijden worden beschreven. Hier kan niet meer dan een beschei-den impressie gegeven worbeschei-den van de rijke verscheidenheid van Afrika's mondelinge en geschre-ven literatuur. Dit AO is geba-seerd op mijn boek Afrikaanse

Letterkunde. Tradities, genres, auteurs en ontwikkelingen in de literatuur ten zuiden van de Sa-hara (Baarn, Ambo, 1990). In dat

boek worden ook veel voorbeel-den gegeven en citaten uit de Afrikaanse teksten. Vanwege ruimtegebrek moeten die hier helaas bijna geheel achterwege blijven. Noord-Afrika blijft buiten beschouwing, omdat het meer tot de mediterrane cultuur be-hoort dan tot de eigenlijke Afri-kaanse cultuur. Het AfriAfri-kaanse theater, hoe boeiend ook, kan hier helaas evenmin behandeld worden.

We hebben hier gekozen voor de behandeling van die tradities en auteurs, die toonaangevend zijn of geweest zijn voor ontwik-kelingen in de geschreven litera-tuur, die in Afrika betrekkelijk jong is. Behalve de eigen orale overlevering waarin zij gewor-teld is, heeft zij ook invloeden ondergaan van andere culturen, bijvoorbeeld de Arabische en vooral ook de westerse. De Euro-pese bezetting heeft in de Afri-kaanse cultuur vernietigende sporen getrokken. Toch kan niet ontkend worden dat het contact op een aantal punten duidelijk vernieuwend heeft gewerkt.

Orale literatuur

(3)

GUINEE I BISSAU V£ GUINfct 1 SIEWW' LEONE EQUATORIAAL J GUINEE . RWANDA • BURUNDI

bron: Afrikaanse letterkunde. Ambo, Baarn

dat elke voorstelling weer anders uitvalt. De zanger of verteller is afhankelijk van en kan reageren op de aanwezigheid van het pu-bliek, gebeurtenissen of situaties die zich voordoen. In een aantal opzichten laat orale literatuur zich dan ook beter vergelijken met toneel, muziek of dans dan met geschreven literatuur, die immers een onafhankelijk leven kan gaan leiden zodra het pro-dukt gedrukt is, onafhankelijk

(4)

de orale 'tekst' - zelfs als deze compleet en zorgvuldig door een specialist is genoteerd - toch bij lange na niet weergeeft hoe de orale voorstelling zich voltrekt in het bijzijn van de toeschou-wer/luisteraar. Het is beslist ver-keerd om de 'teksten' los te zien van het totaalgebeuren van de uitvoering, zoals dat ook geldt voor het lezen van een toneel-stuk, een filmscenario of een mu-ziekstuk.

In het Westen wordt Afrika vaak ten onrechte als een cultu-rele eenheid gezien, zonder dat daar veel aanleiding toe is: er be-staan zeer uiteenlopende sociale en culturele vormen op het Afri-kaans continent en de uniformi-teit is in veel opzichten ver te zoeken.

Onwetendheid en vooroordeel hebben in het Westen nogal eens tot de opvatting geleid dat Afrika geen geschiedenis had voor de komst van de Europea-nen, dat het continent pas door blanke ontdekkingsreizigers 'ont-dekt' is. Een vreemde redene-ring. Natuurlijk zijn ook in Afrika rijken ontstaan en in verval ge-raakt, oorlogen gevoerd, volken in beweging geweest enz. Om-dat dit alles zich buiten de wes-terse horizon voltrok, meende men hier dat er helemaal niets van belang gebeurde zolang men er zelf niet bij was. De histori-sche gebeurtenissen hebben in Afrika hun sporen nagelaten in de orale literatuur die steeds meeveranderde en in beweging bleef.

Een algemeen probleem waarmee we in de orale litera-tuur te maken hebben, is de kwestie van de genres. De

Euro-pese indeling kan niet zomaar worden toegepast op Afrikaanse literaire expressievormen. Een ri-goureuze scheiding tussen gen-res is ook bij ons onmogelijk, maar in Afrika bestaat ook nog een aantal ons onbekende vor-men die aparte genres vorvor-men, zoals bij de Yoruba de ijala of jachtliederen, een speciaal soort poëzie die door jagers wordt ge-zongen.

De verschillende procédés, opzet, setting, thematiek en per-sonages, de indeling en de func-tie van de tekst, de gelegenheid waarbij de tekst wordt gepresen-teerd en kennis van de betreffen-de maatschappelijke context kunnen ons helpen het genre te bepalen.

Deze inleidende opmerkingen onderstrepen dat er nog veel on-duidelijkheid bestaat op het ter-rein van de orale literatuur. Voor-zichtigheid is geboden bij de in-deling in poëzie, proza en thea-ter, die we hier niettemin als een soort houvast hebben aangehou-den.

Poëzie

B

ij orale poëzie ontbrekennatuurlijk de typografische kenmerken. Zoals gezegd is classificatie problematisch. Ge-kozen is voor de volgende inde-ling: religieuze poëzie, erenamen en lofliederen, liefdespoëzie, rouwliederen, oorlogspoëzie en jachtliederen, werkliederen, poli-tieke liederen, kinderliederen.

(5)

Ir _

Westafrikaanse zanger/kora-speler (foto: Jan Stegeman)

of plechtige zangvorm gericht tot god, goden, voorouders of een object in de natuur (zon, maan,

een berg, een rivier).

(6)

be-tekenis voor degenen bij wie ze horen. 'What's in a name?' is ty-pisch westers. Soms wordt een hele reeks bloemrijke erenamen aan elkaar geregen, waarbij beel-den, klanken en ritme samen een poëtisch geheel vormen: een lof-lied. Het loflied is dan een uitge-werkte vorm van een combinatie van erenamen of eretitels als 'Hij-die-de-volken-verandert', of 'De-man-die-veel-vragen-stelt'.

Liefdespoëzie is als overal ook

in Afrika een geliefd genre, dat enerzijds het liefdesideaal be-zingt en anderzijds de onvermij-delijke desillusies die de liefde met zich brengt. Liefdesliederen en -gedichten zijn minder gebon-den aan formele gelegenhegebon-den en ceremonies dan bijvoorbeeld religieuze poëzie of lofliteratuur. Ze zijn bijzonder populair.

De rouwzang of elegie is niet voorbehouden aan professionele zangers of dichters. Dikwijls zijn het de vrouwen die improvise-rend weeklagen of bestaande rouwklachten zingen, wanneer iemand in de gemeenschap is overleden. Het hoort dan bij hun vaste taken. Dergelijke klachten worden vooral gezongen bij be-grafenisplechtigheden en andere overlijdensceremonies. Uiteraard zijn er bij elk volk en in verschil-lende situaties weer andere re-gels en gewoonten.

Oorlogspoëzie en jachtliederen

lijken in een aantal opzichten op elkaar. Oorlogszangen zijn dik-wijls liederen vol actie, heiden-dom, uitdagende taal en op-schepperij, waarin de gevaren van de oorlog breed worden uit-gemeten. Sommige liederen wor-den gezongen vóór het gevecht, op weg erheen of bij eraan

voor-afgaande krijgsdansen. In andere wordt na terugkeer het militaire succes uitvoerig benadrukt, waaraan dan een groot ceremo-nieel verbonden kan zijn. Soms ook horen oorlogsliederen bij het gevecht op het slagveld zelf, ter aanmoediging van de eigen par-tij. In strijdliederen is dikwijls veel terug te vinden dat doet denken aan lofpoëzie, aan het re-ligieuze lied of aan de rouw-klacht, al naar gelang het thema meer neigt naar lofprijzing, smeekgebed om hulp of het treu-ren over slachtoffers.

Hetzelfde geldt voor de jacht -poëzie, die veel kenmerken met de krijgspoëzie deelt, o.a. het element van gevaar dat bezon-gen wordt, de trots, de uitda-ging, de roem.

Werkliederen zijn er te over in

de Afrikaanse samenleving. Het verschil met jacht- en krijgsliede-ren is dat het werk hier de aan-leiding vormt tot het lied zonder dat het er het onderwerp van is. Op het ritme van de arbeid ont-staat het lied, zonder dat een be-paald effect wordt beoogd op aanwezig publiek.

Het politieke lied is veel ouder dan het tijdperk van kolonisatie en dekolonisatie en de moderne Afrikaanse staat. Ook in de traditionele maatschappij be-stond poëzie om de machtheb-bers te prijzen of om hen te be-kritiseren.

Wiegeliedjes, telversjes,

kin-derrijmpjes, -liedjes en -spelle-tjes geven een beeld van volks-geloof, denken, symbolen, nor-men en gebruiken.

(7)

Proza

H

et orale verhaal in Afrikadient niet alleen tot ver-maak, maar ook tot lering. Er kunnen impliciet lessen in ver-pakt worden die de dorpelingen, oud en jong, moeten leren. Wat de mythe op hoog niveau doet, gebeurt in de 'gewone' verhalen in het klein: de vraag beantwoor-den hoe in een behoefte voorzien moet worden, een tegenstelling opgeheven of een conflict opge-lost. Dikwijls worden serieuze problemen in een verhaal aange-sneden. Dat kan gemakkelijker wanneer het niet rechtstreeks gebeurt, maar via goede en slechte verzonnen personages. Om de verhalen te begrijpen is het vaak noodzakelijk de context goed te kennen.

Ook hier is het classificatie-probleem niet opgelost en waar-schijnlijk ook niet op te lossen. Met alle bezwaren van overlap-ping e.d. wordt hier, bij gebrek aan beter, de indeling aangehou-den in mythe, epos, verhalen over dieren en mensen, spreek-woorden, raadsels en dilemma-verhalen.

Mythen

'Gewone' verhalen gaan over al-ledaagse maatschappelijke ver-houdingen en situaties, angst, wensen, gebreken, avonturen en slimme oplossingen. Mythen houden zich met ernstiger zaken bezig, ze dienen om de abstracte vragen over het mens-zijn te con-cretiseren. Ze verklaren de oor-sprong van de wereld en de

mens, de relaties met de goden en de eerste voorouders, met de grond waarop een bepaald volk leeft en werkt, met de eigen cul-tuur en gewoonten zoals die in de samenleving gegroeid zijn. De schepping van de aarde en het leven van de eerste mensen vor-men een onuitputtelijk onder-werp. Het heeft een rijk gevari-eerde schat aan mythen opgele-verd.

Tussen mythe en geschiedenis: het epos

In Europa is men er tot aan de ja-ren zestig vrij algemeen van uit-gegaan dat het epos niet be-stond in Afrika. Bij de meeste westerse epos-specialisten ont-brak de kennis van Afrikaanse orale literatuur volkomen. Het optekenen van het heldendicht in Afrika is relatief laat begonnen en de publikatie ervan vond pas plaats vanaf de jaren zestig. Epen in Afrika zijn onderling heel verschillend, maar er zijn ook een aantal overeenkomsten, bijvoor-beeld qua vorm het formuleken-merk dat in alle langere monde-linge teksten een rol speelt en daarnaast, wat de thematiek be-treft, een in grote lijnen verge-lijkbaar levenspatroon van de held als personage. De helden zijn vrijwel altijd mannen en ze komen vrijwel altijd voort uit aristocratische milieus, als zoon van een koning of een chef e.d.

(8)

meestal fragmentsgewijs verteld bij verschillende gelegenheden. Verhalen over dieren en mensen

Dieren komen veelvuldig voor als personages in Afrikaanse verha-len. Zij hebben het voordeel be-paalde mensen en hun fouten te bekritiseren zonder hen persoon-lijk aan te vallen en zonder mis-standen rechtstreeks aan de kaak te stellen. Een bekende held uit Westafrikaanse verhalen is de spin Ananse.

In de verhalen over mensen komen ook geesten voor, goden, spoken, monsters, reuzen. Er wordt dikwijls gewerkt met ma-gie, het gaat in deze verhalen echter veel meer dan in het Wes-ten om de groep dan om het indi-vidu. Te grote maatschappelijke verschillen leiden tot verstoring van de harmonie in de groep en moeten dus vermeden worden. Spreekwoorden

Spreekwoorden zijn heel populair en wijdverbreid in Afrika. Door verzamelaars zijn ze in grote aantallen opgetekend, vaak door missionarissen en antropologen, die terecht van mening waren dat spreekwoorden ertoe bijdra-gen een volk beter te leren ken-nen, omdat ze iets laten zien van de manier van denken, redene-ren, waarnemen van mensen, van hun gewoonten, hun kijk op leven en wereld. Het spreek-woord 'Trouw nooit een vrouw met grotere voeten dan je zelf hebt' (Malawi/Mozambique) waarschuwt mannen ervoor geen vrouw te kiezen die meer kan of weet dan hij. Wij kennen dat spreekwoord niet, maar

de-zelfde mentaliteit bestaat hier wel: ook bij ons hebben mannen meestal voorkeur voor partners met kleinere voeten...

Spreekwoorden zijn dikwijls terug te vinden in de geschreven literatuur, in romans of verhalen. De Nigeriaanse schrijver Achebe zegt dat bij zijn volk, de Igbo, spreekwoorden de palmolie zijn waarmee woorden worden gege-ten. Ook in toneelstukken wordt er door hedendaagse schrijvers dankbaar gebruik van gemaakt. Raadsels en dilemma verhalen Evenals spreekwoorden zijn raadsels in Afrika in grote aantal-len verzameld. Ze staan echter minder in aanzien en zijn meer bedoeld als een vorm van amuse-ment, dikwijls vooral voor kinde-ren. Twee voorbeelden: Een meer met riet rondom = het oog (Luo, Oost-Afrika); De grote zwarte vogel met het lekkere in-gewand = de kookpot (Kamba, Kenya).

(9)

Bamum schrift uit Kameroen

Geschreven

literatuur

Verschillende schriftvormen en talen

In Europa is dijkwijls gedacht

(10)

in een deel van Afrika, namelijk in Ethiopië, waar dit schrift, het Ge'ez, nog altijd wordt gebruikt door conservatieve schrijvers in hun religieus en didactisch werk. De Islam verspreidde de koran en het Arabische schrift. Er zijn teksten in een aantal Afrikaanse talen waarvoor het Arabische schrift werd gebruikt. Er zijn ook diverse lokale schriftvormen in Afrika gevonden, onder meer in Sierra Leone, in Kameroen en in Liberia. Verder onderzoek zal on-getwijfeld nog andere schriftvor-men aan het licht brengen. Contacten en reacties

De grote golf van alfabetisering die bezig is Afrika te overspoelen sinds de negentiende eeuw is het gevolg van de Europese ex-pansiedrang. Het is duidelijk dat deze derde culturele invasie de belangrijkste consequenties heeft gehad voor de hedendaag-se literatuur in Afrika ten zuiden van de Sahara. In het algemeen leidde de blanke bezetting tot een verschillend cultureel beleid, afhankelijk van de Engelse en protestantse dan wel Frans-, Spaans-, Portugees-katholieke achtergrond.

In de door Engeland beheer-ste gebieden waren het vooral de protestantse zendelingen die zich inspanden om de lokale Afri-kaanse talen te leren. De gedach-te die daarachgedach-ter lag was dat de mensen in hun eigen taal de bij-bel moesten kunnen lezen. Als Afrikanen zelf begonnen te schrijven, werd hun inspiratie zo-veel mogelijk in stichtelijke ba-nen geleid. Overigens werd dik-wijls ook het optekenen van

ver-halen uit de orale literatuur in de eigen talen aangemoedigd.

In de 'Latijnse' katholiek ge-domineerde koloniën werd vooral een op het moederland gericht integratiebeleid voorgestaan: kleine elites werden ingewijd in de cultuur van de metropool, zonder dat veel aandacht werd gegeven aan de beschrijving of inventarisatie van Afrikaanse ta-len of het gebruik van deze tata-len voor literaire doeleinden. Het ge-volg was dat de moderne litera-tuur in die gebieden in 'vreemde' talen werd geschreven. Vanwe-ge de omvangrijkheid van het onderwerp en de ontoegankelijk-heid voor het Nederlandse lezerspubliek wordt hier op de li-teratuur in Afrikaanse talen niet ingegaan.

Zodra Europese naties naar uitbreiding van hun macht en be-langensfeer in Afrika zochten, gingen missionaire bekerings-drang en westerse materiële be-langen vaak hand in hand. Gere-geld hebben ook vertegenwoor-digers van het christendom argu-menten aangedragen van waar-uit de winstgevende slavenhan-del gerechtvaardigd werd.

Op de bezetting waren twee antwoorden mogelijk: assimilatie en revolte, beide gebaseerd op de mythevorming van respectie-velijk de blanke superioriteit en de zwarte superioriteit. Zowel de blanke mythe als de zwarte te-genmythe manifesteert zich overduidelijk in de literatuur, zo-lang raciale ongelijkheid voort-duurt.

(11)

literaire vormen. Wat de inhoud betreft, gaat het hier om teksten die de kolonisten positief be-schrijven en de barbaarsheid en onwetendheid van Afrikanen on-derstrepen.

De revolte levert vooral twee literaire reacties op. De ene is de 'terugkeer naar de bronnen' en de andere de kritische protest-literatuur die er meer recht-streeks op gericht is de schand-daden van de bezetter aan de kaak te stellen.

De romanliteratuur geeft over het algemeen een vrij genuan-ceerd beeld, zowel van het prekoloniale Afrika als van de ko-loniale en post-koko-loniale situatie. In de poëzie daarentegen zijn de indrukken en uitspraken veel meer zwart-wit, in letterlijke en figuurlijke zin. De geconcentreer-de vorm van informatie die poëzie nu eenmaal is, brengt dit ook met zich. De kritiek en het protest zijn het sterkst te vinden in de negritude-beweging en in de verzetspoëzie in Zuidelijk Afrika - in Angola, Mozambique en Namibië vóór de onafhanke-lijkheid van die landen, en in Zuid-Afrika.

In het begin heeft de continenta-le Afrika-mythe een rol gespeeld in de nieuwe literatuur, als reac-tie op het overheersende Europa. Geleidelijk is deze ingeperkt tot een meer nationaal gericht den-ken, vooral ook dankzij de politie-ke leiders. Veel schrijvers heb-ben de ontwikkeling van hun land van kolonie tot onafhankelij-ke staat bewust meegemaakt. Zij hebben ook geconstateerd dat de toekomstdromen die zij koes-terden omtrent het nieuwe

Afri-ka door de politici niet gereali-seerd werden. Dat heeft hen dik-wijls kritisch gemaakt ten op-zichte van de machthebbers en de relatie van schrijvers en ande-re intellectuelen met deze leiders vaak moeizaam en riskant.

Poëzie

E

ming in de Afrikaanseen belangrijke literaire stro-poëzie is de négritude. Deze zoekt naar antwoord op de vraag: Wie zijn wij als Afrikanen en waarin onderscheiden wij ons van Europeanen? De drie vaders van de négritude, Leopold Sédar Senghor (Senegal), Aimé Césaire (Martinique) en Léon Gontran Damas (Guyana), hadden de ko-lonisatie aan den lijve ondervon-den en lieten vragen over hun ei-gen wortels en identiteit in Parijs op zich inwerken. In deze poëzie staat Afrikaanse medemenselijk-heid vaak tegenover koloniale blanke onmenselijkheid. Het pre-koloniale Afrika wordt een para-dijs tegenover de hel van het door westerse bemoeienis ge-teisterde continent. In 'Joal' denkt Senghor met heimwee te-rug aan 'het koninkrijk van zijn kindertijd':

Joal!

Ik denk terug

Ik denk terug aan de vrouwen in de groene schaduw van de veranda's

De vrouwen met ogen zo won-derlijk

als maanlicht op het strand

(12)

Negritude-dichter en oud-president van Senegal Leopold Sédar Senghor (foto: Jan Stegeman)

Ik denk terug aan de pralende pracht

van de zonsondergang

Waaruit Koumba N'Dof éne zijn koningsmantel

wou laten maken (...)

Ik denk terug, ik denk terug... Mijn hoofd bonzend

Van de zo moeizame mars langs de dagen van Europa waar soms Een verweesde jazz opduikt die snikt, snikt, snikt...

(in: Chants d'ombre, 1945) De poëzie van Senghor (en van de beide andere 'vaders') en zijn denken hebben een duidelijk stempel gedrukt op de Franstali-ge Afrikaanse poëzie, zozeer zelfs dat hij deze nog altijd in hoge mate domineert. Het is veelzeggend dat hij als eerste en enige Afrikaan is opgenomen in de Académie française.

In feite is de Portugese assi-milatiepolitiek te vergelijken met de Franse. Het is dan ook niet verwonderlijk dat de negritude-thema's in de Franstalige Afri-kaanse poëzie, ook hier veelvul-dig te vinden zijn.

De Engelstalige poëzie is op-vallend veel minder negritude-minded geweest. Onder de En-gelstalige dichters is de Nigeri-aan Wole Soyinka in Europa het bekendst geworden. Hij heeft ook veel toneelstukken geschre-ven en verschillende romans. Voor zijn veelzijdig oeuvre kreeg hij in 1986 als eerste Afrikaan de Nobelprijs.

Romans

T

ot in de jaren vijftig had depoëzie duidelijk de over-hand op de romanlitera-tuur, maar daarin is geleidelijk verandering gekomen. De heden-daagse prozaïsten hebben vanaf het begin een overwegend kri-tisch-realistische traditie opge-bouwd en de roman geniet als genre een steeds groeiende po-pulariteit in onafhankelijk Afrika. De Afrikaanse roman is geboren uit de moeizame verhouding tus-sen de eeuwenoude Afrikaanse cultuur en de van buitenaf opge-drongen westerse cultuur. Het is daardoor een heel ander soort ro-man geworden dan de Europese.

In de romanliteratuur van on-afhankelijk Afrika is het 'blanke' thema geleidelijk verdwenen. De eigentijdse maatschappijproble-men beheersen de roman, nu zwarte leiders aan het hoofd

(13)

staan van Afrikaanse naties. Het is opvallend dat de belangrijkste thematiek, zowel voor als na de onafhankelijkheid, gaat over de problematiek van culturele en maatschappelijke veranderingen en de gevolgen daarvan voor de menselijke relaties in de samen-leving, zoals die tussen dorps- en stadsbewoners.

Franstalige romans

D

e Antilliaanse schrijver René Maran heeft grote in-vloed gehad op een aantal Franstalige Afrikaanse roman-ciers van het eerste uur. Zijn ro-man Batouala (1921) markeert duidelijk een moment in de ge-schiedenis van de koloniale ro-man. Het boek vormt om zo te zeggen een tussenschakel tus-sen de Franse traditie van de ko-loniale literatuur en de antikolo-niale Franstalige Afrikaanse ro-man. De woedende reacties op het verschijnen van dit boek in Frankrijk zijn veelbetekenend en geven enigszins aan hoe weinig de publieke opinie oog had voor misstanden in de koloniën.

In diezelfde tijd verschenen de eerste door Afrikanen ge-schreven romans die de koloniale tradities juist leken voort te zet-ten en die de voortreffelijkheid van het christelijke Westen te-genover het duistere en fetisjisti-sche Afrika stellen.

Uiteraard is er sindsdien veel gebeurd op het gebied van de ro-man. De vijftien jaar die het eind van de Tweede Wereldoorlog scheiden van het jaar 1960,

waarin de meeste Franse kolo-niën onafhankelijk werden, bren-gen interessante ontwikkelinbren-gen op gang. Het engagement be-paalt de manier van schrijven van veel auteurs in die jaren, maar dat engagement wordt op verschillende manieren ingevuld. Sembène Ousmane is een Se-negalese schrijver en filmer die in zijn werk letterlijk met zijn tijd is meegegaan: parallel met de historische veranderingen van de Afrikaanse 'werkelijkheid' zijn ook de thema's van zijn romans veranderd. In zijn eerste werken hield hij zich vooral bezig met de thematiek van de koloniale on-derdrukking van voor de jaren zestig. Daarna is hij zich vooral gaan richten op de situatie van het hedendaagse Afrika, zoals hij dat sinds de onafhankelijkheid heeft leren kennen. Zijn perspec-tief is daarbij hetzelfde gebleven, hij vereenzelvigt zich met de arme boeren en arbeiders en hun families. Het is hun 'blik van on-deraf' op de geschiedenis waar het hem om te doen is.

(14)

twijfelaar die denkt dat het de wil van Allah moet zijn als de blanken de macht in handen hebben. Maandenlang leven de mensen in de misère, niemand verdient iets en de winkeliers krijgen een verbod opgelegd om te leveren aan de stakers en hun families. Uiteindelijk wordt een grote protestmars naar Dakar ge-houden, met spandoeken en leu-zen. In het stadion in Dakar volgt dan een massabijeenkomst waarbij besloten wordt tot een algemene staking: de andere vakbonden verklaren zich soli-dair. Die meeting vindt een tri-omfantelijk hoogtepunt in de rede die stakingsleider Bakayoko houdt namens de arbeiders en hun gezinnen, na de lange mars die zoveel van het uithoudings-vermogen heeft geëist van de door honger en ondervoeding verzwakte mensen.

Voor de schrijver is dit duide-lijk een voorbeeld van het Afrika van de hoop waarin hij zelf ge-looft. Hij is zelf een van de sta-kingsleiders geweest.

Een van de meest bekende Franstalige Afrikaanse schrijf-sters is Mariama Bâ. In het na-woord bij de Nederlandse verta-ling van haar bekroonde roman Ken lange brief zegt ze: 'In alle culturen wordt de vrouw die met eisen voor de dag komt of pro-testeert met de nek aangekeken. Als een vrouw die zich monde-ling uit al een bepaald etiket op-geplakt krijgt, hoe zal dan dege-ne die haar gedachten voor de eeuwigheid durft vast te leggen wel niet bekritiseerd worden? De vrouwen zijn in de Afrikaanse li-teratuur nog maar nauwelijks vertegenwoordigd. En toch

heb-Sembène Ousmane, Senegalees filmer en romanschrijver (foto: Jan Stege-man)

ben zij zoveel te zeggen en te schrijven!'

De jaren zeventig en tachtig

De teneur in de hedendaagse ro-man lijkt in het algemeen eerder in de richting van de wanhoop en teleurstelling te gaan, zoals blijkt uit veel romans vanaf de ja-ren zeventig. Ook dan blijft het realisme de boventoon voeren. Belangrijk blijven in deze periode Mongo Beti en Sembène Ousma-ne.

Geleidelijk heeft zich, naast de sociale roman, een meer psy-chologische roman ontwikkeld, die in de fase rond de onafhanke-lijkheidsstrijd maar heel beperkt

(15)

ruimte had gekregen, omdat de schrijvers zoveel belang hecht-ten aan de relaties van persona-ges met hun menselijke omge-ving en aan het effect van de ko-lonisatie op de groep als geheel.

Wat de vorm betreft: de ver-telstructuur bleef lange tijd voor-al geënt op het voorbeeld van de conventionele westerse roman. Daarvan werd, aanvankelijk met een zekere schuchterheid, steeds meer afstand genomen door aansluiting bij procédés uit de orale verteltraditie.

te hanteren. Wanneer we kijken naar later werk als Terra morta (1949, in het Nederlands ver-schenen in 1982: Verloren land) is hij het best te typeren als een 'verlichte koloniale schrijver'. Hij schrijft dan over de raciale en maatschappelijke spanningen in de relaties tussen Afrikanen enerzijds en Portugese handela-ren en koloniale ambtenahandela-ren an-derzijds. Hierin is hij waarschijn-lijk het best te vergewaarschijn-lijken met René Maran en diens Batouala.

Portugeestalige

romans

I

n het begin werden ook in de Portugese gebieden (vooral in Angola) veel koloniale romans geschreven. Dergelijke romans gaan over heldhaftige pioniers, hun grote daden en martelaars-rol in onbekende achtergebleven gebieden, waar ze heentrokken om 'de wilde volken te pacifice-ren'. Tot in de jaren zestig zijn deze thema's niet ongebruikelijk. Een bijzondere koloniale schrij-ver, door sommige critici als een 'echte' Angolese schrijver be-schouwd, is Gastro Soromenho (1910-1968), die in Mozambique Werd geboren uit Europese ou-ders en in Angola opgroeide. Aanvankelijk schreef hij exoti-sche verhalen over het tragiexoti-sche lot van 'die arme Afrikaan', waar-bij hij niet schroomde woorden als 'barbaars', 'wilden', 'aapach-tig', 'zwarte wereld van bijge-loof', 'deerniswekkend ras' e.d.

De Angolese schrijver Luandi-no Vieira werd in de jaren vijftig actief in het verzet. Hij was zich ervan bewust dat niet alleen po-litieke maar ook culturele onaf-hankelijkheid noodzakelijk is voor Angola. Hij is een origineel verteller van vooral realistische verhalen. A vida verdadeira de

Domingos Xavier is bijvoorbeeld

een gevangenisverhaal over mar-telingen en politieke regressie. Xavier wordt met Gestapome-thoden gemarteld omdat men wil dat hij twee kameraden verraadt. Domingo Xavier zwijgt en sterft tenslotte. De scheidslijn zwart-blank komt in dit werk niet voor, wél de tegenstelling recht-on-recht en rijk-arm. Voor Luandino Vieira is een Angolees iemand die leeft en sterft voor Angola, of hij nu zwart is of blank. Al met al is de romanoogst uit Angola, Guinée-Bissau, Mozambique en Kaapverdië nog bijzonder klein.

(16)

Romans in het

Engels

West-Af rika

De Engelstalige roman heeft in één generatie een spectaculaire ontwikkeling doorgemaakt. Toen in de jaren dertig al Franstalige romans verschenen, hielden de Engelstalige romanciers zich ver-rassend stil en dat is zo gebleven tot ver in de jaren veertig. Pas in de jaren zestig kwam daarin dui-delijk verandering. In dit opzicht verschilt deze literatuur van de Franstalige, waarin juist na de onafhankelijkheid de stroom van publikaties tijdelijk stagneerde: men moest zich duidelijk bezin-nen op hoe het nu verder moest. De Engelstalige schrijvers had-den dat probleem niet. Zij waren nog maar net begonnen, en niet meer te stuiten in een enthousi-aste produktie van poëzie en vooral ook van romans die al gauw in Europa de aandacht trokken.

De antikoloniale thematiek heeft zich in de Westafrikaanse Engelstalige roman nooit zo sterk ontwikkeld als in de Fran-stalige romans waar dit thema jarenlang zo'n grote rol speelde. De Engelstalige romanciers heb-ben zich vanaf het begin veel meer gericht op de eigen West-afrikaanse achtergronden en op de postkoloniale situatie. Dat heeft natuurlijk te maken met het tijdstip waarop ze begonnen - de onafhankelijkheid stond al voor de deur - en met de ver-schillen tussen de Franse en En-gelse koloniale cultuurpolitiek.

Het heeft ook te maken met de omstandigheid dat de meesten van hen hun opleiding in Afrika zelf kregen, de Nigerianen vooral aan de universiteit van Ibadan.

Opvallend is de grote en snel-le bloei van de Nigeriaanse ro-man. De oorzaken daarvan zijn moeilijk vast te stellen. Een van

De Nigeriaanse auteur Wole Soyinka kreeg in 1986 de Nobelprijs voor de li-teratuur. Rechts de auteur die hem bij een receptie t.g.v. de Nobelprijs in Stockholm een nes Oranje-likeur aan-bood (foto: Tobbe Gustavsson)

(17)

den exemplaren in boekwinkels en op de markt verkocht werden. Het is literatuur die opkwam in de jaren na de Tweede Wereld-oorlog onder invloed van Indiase en westerse moraliserende lief-desverhaaltjes en films. De na-druk in deze voor Afrika nieuwe literatuur lag op de veranderen-de mores in liefveranderen-de, huwelijk en familie-aangelegenheden. Het in-dividu werd belangrijker dan de groep in de geürbaniseerde sa-menleving die de achtergrond vormde voor deze literatuur. Vooral jongeren waren intens geïnteresseerd in dergelijke ver-halen, waarin invloeden terug te vinden zijn van o.a. Marie Corelli, Rider Haggard of Shakespeare, soms hele citaten die letterlijk zijn overgenomen.

De in het Engels geschreven roman zoals die ruim tien jaar la-ter door lbo schrijvers werd ge-lanceerd, kan niet helemaal los gezien worden van de Onitsha marktliteratuur.

Chinua Achebe tussen traditie en verandering

In 1958 verscheen Chinua Ache-bes eerste roman Things Fall

Apart (Ned. vert. Een wereld valt uiteen). Naar eigen zeggen

schreef hij deze roman om de eu-rocentrische visie van westerse schrijvers op Afrika te corrigeren. Deze voornamelijk koloniale schrijvers hadden te lang onge-straft gedaan of zij wel wisten wat Afrika was en wie Afrikanen waren. En daar had hij een ande-re visie op, namelijk van binnen-uit.

Het verhaal speelt zich af in lbo land, het oostelijk gebied van Nigeria in de tweede helft van de

negentiende eeuw, de periode vlak voor en tijdens de komst van de eerste blanken in dat deel van Afrika. Hoofdthema is de verzwakking van een hechte tra-ditionele samenleving. Dat deze uiteindelijk te gronde gaat, wordt gesymboliseerd in het ver-val van de held Okonkwo, die in zijn jonge jaren een beroemd worstelaar was.

Voor Afrikaanse Engelstalige auteurs in het algemeen en voor de Nigeriaanse in het bijzonder betekenden Achebes romans een voorbeeld van harmonieus samenweven van verschillende literaire lijnen tot één hechte Afrikaanse romanstructuur. De hoofdlijnen uit dit weefsel vor-men de orale en geschreven lbo teksten met daarnaast de litera-tuur in het Engels: de 'Onitsha-invloed' en de westerse Engel-stalige roman, waartegen hij zich wat de exotische of koloniale in-houd betreft juist afzette door een nieuwe visie te presenteren op de Afrikaanse 'werkelijkheid'.

Achebe is een van de bekend-ste Afrikaanse auteurs gewor-den en gebleven.

Vanaf het eind van de jaren zestig beginnen de Franstalige en Engelstalige romans thema-tisch gezien meer parallel te lo-pen: vervreemding, problemen van de grote stad en vooral het afrekenen met de nieuwe regi-mes die niet in staat blijken de hedendaagse Afrikaanse maat-schappij een hoopvollere toe-komst te bieden.

(18)

langrijke Nigeriaanse schrijfster is Buchi Emecheta. Haar roman

Doublé Yoke is geïnspireerd op

haar verblijf als gastdocente aan de universiteit van Calabar in 1981. In deze roman stelt zij de onstuimige veranderingen in de Afrikaanse samenleving open-hartig aan de orde. Het gaat over de ervaringen van een jonge stu-dente van de universiteit, Nko, in haar relatie met een student, haar verloofde, die eigenlijk het liefst wil dat zij is zoals zijn moe-der. Ze krijgen al gauw proble-men met elkaar, want de tijden zijn veranderd. De mythe van de vrouwelijke maagdelijkheid wordt in deze roman op een niet mis te verstane manier van de tafel geveegd. Een aantal man-nelijke lezers zou wel eens enige moeite kunnen hebben met der-gelijke denkbeelden, omdat de gangbare opvattingen over de vrouw in hun voordeel waren. Deze worden hier van de hand gewezen, bijvoorbeeld dat een vrouw zo maar een hoer ge-noemd mag worden als ze geen maagd meer zou zijn. Of zeggen dat mannen wél buitenechtelijke kinderen mogen hebben, maar dat dat voor vrouwen een schan-de is. Emecheta's boeken heb-ben een boodschap. Ze zijn vlot en geestig geschreven en vrij eenvoudig van structuur. Een boek als Double Yoke - de titel slaat op het dubbele juk dat de vrouwen op hun schouders heb-ben, namelijk te beantwoorden aan de eisen van de traditie en aan die van de 'moderne tijd' -vormt in zeker opzicht een voort-zetting van de Onitsha traditie, in die zin, dat ook hier wijze les-sen aan de lezers worden

door-gegeven. In het Westen is zij nu een van de bekendste Afrikaanse auteurs. Vooral The Joys of

Mo-therhood en Second Class Citizen

zijn hier heel populair. Al haar ro-mans krijgen bij verschijning aandacht in de westerse pers. Dat kunnen de meeste Afrikaan-se auteurs haar niet nazeggen. Oost-Afrika

De Engelstalige literatuur ont-stond in Oost-Afrika relatief laat, maar er bestaat wel een lange (voor)geschiedenis van geschre-ven literatuur, vooral in het Swa-hili. Maar die wordt zoals gezegd in deze tekst buiten beschou-wing gelaten.

Ngugi is de belangrijkste ver-tegenwoordiger van de romanli-teratuur in Kenya en hij steekt tot nu toe met kop en schouders uit boven zijn collega's. In zijn A

Grain of Wheat (Ned. vert. Slechts een korrel graan) kijken

(19)

de hij de Uhuru op zijn waarde te toetsen. Na verschillende perio-des van gevangenschap verliet Ngugi in de zomer van 1982 Ke-nya uit angst opnieuw gearres-teerd te worden: kort daarna brak een nieuwe golf van arres-taties los.

Centraal- en Zuidelijk Afrika

Voor wat betreft Centraal- en Zuidelijk Afrika is Zinbabwes ro-manoogst het rijkst. De romans in Zimbabwe hebben over het al-gemeen een sterk historische en politieke inslag. De Shona ro-mans (over het lokale verzet te-gen de Britten) vormen naast de orale vertelvormen ongetwijfeld de basis waarop de romans in het Engels voortbouwden.

Een veelbelovende schrijver is de voorzitter van de Zimbabwe schrijversbond. Chenjerai Hove, wiens debuut Bones (1988, Ned. vert. Beenderen) over de onaf-hankelijkheidsstrijd in 1989 werd bekroond met de prestigieuze Noma-prijs. Ook de jonge schrijf-ster Tsitsi Dangarembga trok de aandacht met haar eerste roman Nervous Conditions (1988), waar-van het hoofdthema de moeiza-me zoektocht is van het vrouwe-lijke hoofdpersonage naar de ei-9en culturele identiteit in de con-text van de dominante westerse cultuur.

Zuid-Afrika

°e periode van 1900 tot 1950 wordt gemarkeerd door pogin-gen van zwarte schrijvers om een groter eigen publiek te berei-ken en de mensen meer inzicht te verschaffen in eigen geschie-denis, cultuur en literatuur. Het feit dat jarenlang de meeste

Zuidafrikaanse teksten in kran-ten en tijdschrifkran-ten verschenen, had mede tot gevolg dat de na-druk dikwijls meer lag op alge-mene dan op persoonlijke aange-legenheden. Zo ontstond een hechte relatie tussen journalis-tiek, politiek en literatuur.

Naast het thema van de komst naar de stad zijn er veel romans en verhalen (naast poëzie uiteraard) die gaan over ervaringen van personages die geboren en getogen zijn in de stad. Het is een feit dat de stads-literatuur domineert in Zuid-Afri-ka. Meestal overheersen sterk autobiografisch bepaalde erva-ringen en decors: krottenwijken, de kroegen, de willekeur van wie de macht heeft, gedwongen huizing uit plotseling blank ver-klaarde woongebieden.

De produktie van romans en andere genres werd geremd door problemen van balling-schap, gevangenballing-schap, censuur en ongetwijfeld ook zelfcensuur. De 'Censorship'-wet van 1963 werd enkele jaren later gevolgd door het verbod (de banning or-der) op de beste Zuidafrikaanse schrijvers van het moment, on-der wie Mphahlele, La Guma, Modisane, Nkosi, Matshikisa en Can Themba. In Zuid-Afrika zelf verscheen jarenlang geen enkele roman van de hand van een zwarte schrijver. Een van de bal-lingen was Alex La Guma. Hij overleed in ballingschap in 1985. Door zijn activiteiten in de ver-zetsorganisatie ANC kwam hij in conflict met de overheid. La Guma slaagt er goed in de sfeer in een stadswijk als District Six in Kaapstad te beschrijven, waar de gebeurtenissen van A Walk in

(20)

the Night zich afspelen. Als een

echte realist roept La Guma aan de hand van kleine concrete de-tails de sfeer op van de onmen-selijkheid die deze samenleving kenmerkt in een tijd waarin de Apartheid het hele leven in Zuid-Af rika bepaalt.

Nu er tekenen van verande-ring zijn wordt de controverse tussen wie bleven en wie gingen steeds duidelijker. Wie wegge-gaan is, neemt meer afstand en ziet wat de literatuur betreft gro-tere verbanden en gaat daardoor anders oordelen over wat 'thuis' gebeurt. Volgens Nkosi slaagt de hedendaagse Zuidafrikaanse lite-ratuur er onvoldoende in de wer-kelijkheid driedimensionaal tot uitdrukking te brengen. Sipho Sepamla, die in Zuid-Afrika woont, is het daarmee volstrekt oneens: 'Hoe kan hij zeggen dat wij onze gevoelens niet goed

verwoorden. We zijn al lang het platte proteststadium voorbij. Niet alleen wat de diepgang van het werk betreft, maar ook in de vorm. ( . . . ) Het is toch duidelijk dat er zowel inhoudelijk als vormtechnisch het nodige veran-derd is na de jaren vijftig en zes-tig.' Van binnenuit en van bui-tenaf wordt er kennelijk anders naar dezelfde literatuur gekeken. Dat geldt natuurlijk ook voor ons. Kennis van andere literatuur en andere culturen dan de onze zet onze eigen literatuur en cul-tuur in een nieuw licht. In een tijd waarin de wereld zo klein wordt, is dat geen luxe. Immers, in de woorden van Aimé Césaire, 'het werk van de mens is nog maar net begonnen en geen en-kele cultuur bezit het monopolie van de schoonheid, de intelligen-tie, de kracht.'

Literatuur

Schipper, Mineke, Afrikaanse letterkunde. Tradities, genres, auteurs en

ontwik-kelingen in de literatuur van Afrika ten zuiden van de Sahara. Baarn, Ambo,

1990. In dat boek is ook een uitvoerige bibliografie opgenomen waarin verwij-zingen staan voor wie meer wil lezen. Veel van de erin genoemde boeken en tijdschriften over Afrikaanse literatuur zijn in Nederland aanwezig in de bi-bliotheek van het Afrika-Studiecentrum in Leiden, of in de bibi-bliotheek van het Koninklijk Instituut voor de Tropen in Amsterdam.

«! 1991 Sllchtlnfl IVIO ALLE RECHTEN VOORBEHOUDEN NADRUK OF WEERGAVE, GEHEEL OF GEDEELTELIJK, IN WELKE VORM DAN OOK. ZONDER SCHRIFTELIJKE TOESTEMMING VERBODEN

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

dan om na een pittige discussie, debat of sprekersavond lekker met elkaar te borrelen in onze vertrouwde café Hoofdstuk 2 of zoals zo vaak in de altijd gezellige Locus Publicusl Onze

The focus on communication, specifically in the family system, with a view to Biblically restoring communication in problematic interpersonal relationships gives the

(Instituut vir Reformatoriese Studie.. Lexicon van literaire termen: stromingen en genres. Retorische procedes en stijlfiguren. VAN HEERDEN, Erna. VAN HEERDEN, Ernst. Die

Copyright and moral rights for the publications made accessible in the public portal are retained by the authors and/or other copyright owners and it is a condition of

Net als Grace Nichols in Fat Black Woman Poems, beschrijft Berry hier het leven van een West-Indian in Groot-Brittannië, maar waar Nichols spaarzaam gebruikmaakt van haar

Er is veel kennis nodig om dit vast te stellen, terwijl de markten waarin online platforms actief zijn

Terwijl men rondom de eeuwwisseling door middel van het ongetrouwd samenwonen een statement maakte tegen het instituut huwelijk, was het aan het begin van de

Minder spectaculair maar wel van invloed op de censuur is het feit dat Afrikaanse staats- hoofden meer dan eens druk uitoefenen op de Franse regering om bepaalde boeken die in