• No results found

Vuilnisbakkenras De veni, vidi, vici van een Jack Russell. Henk de Kruyff. Brendan Weekers

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Vuilnisbakkenras De veni, vidi, vici van een Jack Russell. Henk de Kruyff. Brendan Weekers"

Copied!
16
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vuilnisbakkenras

De veni, vidi, vici van een Jack Russell

door

Henk de Kruyff

Met illustraties van

Brendan Weekers

(2)
(3)

Vuilnisbakkenras

De veni, vidi, vici van een Jack Russell door

Henk de Kruyff

Vertaald uit het Engels door de auteur.

Originele titel: Thanks a Bunch Reverend Russell.

Met illustraties van

Brendan Weekers

Dit werk is gelicenseerd onder een

Creative Commons Naamsvermelding-NietCommercieel- GeenAfgeleideWerken 3.0 Unported licentie

Augustus 2013 ISBN: 978-94-02108-43-9

(4)
(5)

Een kort voorwoord

(6)

Inhoud

Een kort voorwoord 6

Keuzes en een nieuw begin 10

Het begin van een hobbelige weg 20

Een nieuw thuis 30

Hond in de pot 38

Het is geen hond, het is een terriër 44

Geen pup meer 50

De ernst van het spel 56

Jekyll en Hyde 62

Eetbare zaken 70

Vonk in het kruitvat 74

De verhuizing 80

Even buurten 86

De nieuwe huisgenoot 94

Bij ziekte en gezondheid 104

Kom eens mee 112

Een Jack Russell heeft ook gevoel 120

Een geheimzinnige wereld 130

Mea culpa 138

Pensioen 148

Conclusie 152

(7)

Dit verhaal over Pluk begint zo’n 15 jaar geleden. De Jack Russell was in die tijd nog geen erkend ras. De parson Jack Russell was dat wel. Later werd ook de Jack Russell een erkend ras en de parson Jack Russell terriër werd de parson Russell terriër, zonder de ‘Jack’.

Ik heb dit pas recentelijk ontdekt en heb hier en daar de rasnamen gebruikt zoals bedoeld. Maar ik geloof dat veel van wat in dit boek is geschreven voor beide types geldt dus ik sta mezelf toe laks te zijn daarin. Geloof me, de honden maakt het niet uit.

Mijn ideeën over het omgaan met honden waren gebaseerd op het concept van absolute hiërarchische structuren binnen een roedel en de baas, de alpha, was degene die het sterkst was.

Pluk is er voor een belangrijk deel verantwoordelijk voor geweest om mijn opvattingen over dominantie en honden opvoeden wezenlijk te veranderen. Dat deed hij simpelweg door vol te houden dat hij gelijk had en dat ik het verkeerd deed. Er was geen betere hond om mij dit te leren. Zijn vrolijke

persoonlijkheid, oneindig geduld en zijn vastberadenheid maakten hem ongevoelig voor mijn fouten.

Tegenwoordig denk ik radicaal anders over veel zaken die ik in dit boek nog als feit beschrijf. Het heeft me ook geholpen om van twee whippets-met-verleden, die bij ons herplaatst zijn, weer honden te maken die zelfverzekerd en vrolijk in het leven staan. Dat was met de oude ideeën van dominantie niet gelukt.

Ik ben er nu van overtuigd dat je het vertrouwen van de hond moet winnen om de leider van de roedel te worden. Dat

vertrouwen win je niet door kracht maar door intelligentie, beslissingsvaardigheid en liefde.

Leren communiceren met je hond(en) is daarbij van groot belang. Ik leer iedere dag nog hondentaal bij en ik merk dat ze daar sterk op reageren. Het is aan Pluk te danken dat mijn

(8)

9

(9)

eigenwijze kop anders is gaan denken over hoe de wereld van de hond in elkaar zit. En het is aan hem te danken dat ik van mijn honden durf te leren.

Bennekom, juli, 2013

(10)

1

Keuzes en een nieuw begin

10

(11)

Al direct na het betreden van onze eenkamerflat liet hij zien hoe de komende veertien jaar eruit zouden zien. De enige zichtbare delen van hem waren zijn achterwerk, zijn

krabbelende achterpootjes en een verwoed kwispelend stompje dat zijn staartje moest voorstellen. De rest van hem zat

ondersteboven in de vuilnisbak. De ingang van deze grot van Ali Baba zat toch zeker 50 centimeter boven de grond. De kleine Jack Russell pup was slechts 20 centimeter van hoofd tot staart en 15 centimeter hoog. Maar ook al was hij pas tien weken op de wereld, zijn ego was al niet meer te meten.

We woonden in een kleine eenkamerflat. Het was alles wat B.

en ik ons konden veroorloven en de bewoners van de flat

moesten wel heel goed met elkaar overweg kunnen aangezien de woonomstandigheden nogal krap waren. De slaapkamer,

woonkamer en keuken waren allemaal in dezelfde ruimte van vierentwintig vierkante meter geperst. De enige andere ruimte in de flat was de badkamer.

Mijn leven was nooit zonder hond geweest en iedere leefomgeving, hoe krap en volgepropt ook, voelde leeg zonder hond. Ik realiseerde mij maar al te goed dat mijn ambities om een grote hond te nemen even op de lange baan moesten worden geschoven. Er was geen lift in het gebouw en we woonden op de tweede etage. Dat betekende zo’n vier keer per dag, vier trappen op en af: een grote hond zou zijn gewrichten snel voelen kraken.

Toch hield ik het na een jaar zonder hond niet meer vol. Een klein, lenig hondje zou de trappen makkelijk aankunnen en zou minder problemen hebben met krakende gewrichten. Aan de andere kant wilde ik ook geen schoothondje. Ik zocht een beetje karakter en vuur. Een grote hond in een kleine verpakking. Een beetje zoals onze flat, waarin we ons voelden alsof we in een landhuis woonden.

(12)

Na wat onderzoekingen besloten we dat een terriër onze wensen zou vervullen. Ik zeg ‘onze wensen’ maar B. had minder ervaring met honden in huis dan ik en hoewel volledig

betrokken bij de besluitvorming, had B. toch minder een idee van de verantwoordelijkheden die kwamen kijken bij de zorg voor een hond. Dus de voors en tegens van de verschillende typen en karaktereigenschappen waren vooral gebaseerd op mijn ervaring. Een ervaring die totaal niet opgewassen zou blijken tegen de harde werkelijkheid van het in huis hebben van een Jack Russell terriër. Ik had net zo goed mijn hele leven goudvissen gehad kunnen hebben.

De beslissing om een terriër te nemen was slechts de eerste stap. Het terriër-rijk is gevuld met een grote variëteit aan soorten. Van heel klein naar best wel groot. Maar ze hebben allemaal gemeen dat het echte honden zijn, wat hun maat ook is. Ze zijn geen van allen te onderschatten. En ze zitten allemaal vol met die ondefinieerbare eigenschap: karakter. Sommigen lopen er zelfs van over.

Tijdens het proces van het kiezen van een ras werd

nauwkeurig gelet op de maat, algemene karaktereigenschappen, uiterlijke verschijning en beschikbaarheid. Van alle terriër ondersoorten viel de keuze uiteindelijk op de parson Russell terriër.

Het ‘parson’ deel in de naam onderscheidt deze terriërs van de meer gewone Jack Russell terriër door zijn langere poten in plaats van korte pootjes. De parson Russell lijkt meer op zijn fox terriër voorouder dan de kortpotige, meer recente versie.

Het parson Russell type is de variëteit die de dominee John (Jack) Russell in gedachte had als zijn perfecte terriër voor de vossenjacht. De terriër moest met de meute mee kunnen rennen en de paarden bij kunnen houden. Hij moest intelligent zijn en zijn eigen plan kunnen trekken. Ook moest hij moedig zijn en in

12

(13)

staat tot koene daden zonder daarbij zijn hoofd of zelfs zijn leven te verliezen. De Jack Russell terriër was bedoeld om de vos uit het hol te jagen, niet om de vos in zijn hol te bevechten.

Het was immers de bedoeling dat de hounds en de paarden de vos in het veld achterna joegen, om de mens een sportief uitje te bezorgen. Daarin paste geen ondergronds strijdgewoel tussen terriër en vos. Mocht het in extreme gevallen toch nodig zijn om de vos ondergronds te verdelgen dan werd meestal de stillere border terriër gebruikt.

Wij hadden geen plannen om op vossen te jagen. Sterker nog, ik zie het nut niet in van het bejagen van een wezen dat geen nut heeft als voedsel. De reputatie als ongedierte is puur gebaseerd op de mens-centrische onwil om concurrentie te aanvaarden van een dier dat om te overleven toevallig dezelfde prooi bejaagd die de mens als sport wil bejagen. Maar de karaktereigenschappen, die een hond gefokt voor de

zelfstandige jacht heeft, zijn precies die karaktereigenschappen die ik in een hond waardeer aangezien ze hem dicht bij zijn voorouder plaatsen: de wolf.

Mijn fascinatie met de wolf gaat al zo ver terug als ik me kan herinneren. Misschien heeft het iets te maken met het feit dat ik als baby al tegen dat harige wezen aankroop dat in de mand lag.

Een wezen dat grondig was gedomesticeerd, maar zoals ik later uitvond, toch de nodige trekjes van de wolf vertoonde. Het moet veilig hebben aangevoeld om tegen dat knuffelbeest aan te liggen en het was zeker warm.

Het wezen in kwestie was een Laeckense herder genaamd Def (van defender). Zij was van een type Belgische herder dat in de Verenigde Staten niet wordt erkend en dat je zelfs in

Nederland, zo dicht bij zijn thuisland, zelden ziet.

De Laeckense herder heeft een dikke, harige vacht die beschermt tegen vrijwel alles wat een slecht weerbericht

(14)

voorspelt. Helaas bleek deze vacht minder goed te zijn voor het leven binnenshuis. Ze kreeg longontsteking en andere

aandoeningen die het gevolg waren van het dragen van zo’n dikke jas in huis. De dierenarts adviseerde mijn ouders om haar buiten te houden zodat ze minder zou lijden onder de

temperatuurverschillen tussen binnen en buiten.

Ze bleef een fantastische hond, zelfs toen ze werd verbannen naar een kennel buiten waar ze een redelijk eenzaam bestaan leidde. Vooral in de winter wanneer wij veel binnen waren en zij in haar hok en ren moest blijven. Ze leek ons haar lot niet

kwalijk te nemen. Wij betrokken haar zoveel mogelijk bij het gezinsleven en gedurende de zomermaanden was ze vaak een belangrijke onderdeel van de fantasiewereld waarin mijn beste vriend en ik buiten ronddoolden. Daarbij hoorden ook hele dagen zwerven in de bossen en op de uitgestrekte heidevelden dicht bij ons huis. Mijn moeder liet ons eropuit trekken op voorwaarde dat we de hond meenamen en zo was Def

gedurende de zomermaanden vrijwel continu onze compagnon.

We trokken over de heide, bouwden hutten in de bossen en speelden soldaatje terwijl zij al onze drukdoenerij verdroeg met het geduld van een wolvenmoeder. Het was mijn eerste

kennismaking met de onvoorwaardelijke trouw van een hond.

Def leefde tot de respectabele leeftijd van 16 jaar en een beetje. Dat maakte haar een zeer oude veteraan voor haar grootte en ras. Vooral omdat ze in haar jeugd zoveel ziekten had gehad en de eerste paar maanden van haar leven was

mishandeld - niet door ons, haast ik daaraan toe te voegen. Zij was een fantastische hond en kameraad tot het laatst en het was natuurlijk verdrietig haar te moeten laten inslapen. Maar zoals alle hondeneigenaren weten, die dag kan een keer komen en het is de laatste dienst die je kan bewijzen aan een dier dat zonder er twee keer over na te denken haar leven voor dat van jou zou geven.

14

(15)

Haar dood liet een lege plek achter in ons gezin en al gauw begonnen we na te denken over een nieuw hondenmaatje. Ik was oud genoeg om zelf de verantwoordelijkheid te dragen voor een hond en mijn ouders stemden erin toe een hond te kopen op voorwaarde dat ik er voor zou zorgen. De vraag welk ras de hond moest zijn was snel beantwoord.

Mijn oom had in die tijd Appenzeller sennenhonden en we vonden het een prachtig ras. Ze waren eigenzinnig, goede wakers voor huis - en vooral - haard en lief voor hun roedel.

Hoewel we een hond vooral als metgezel zagen was het een bijkomend voordeel dat de hond de eigenschappen ‘waakzaam’

en ‘compacte maar indrukwekkende bouw’ had. Deze

combinatie zou er voor zorgen dat potentiële inbrekers hun heil ergens anders zouden zoeken of de consequenties zouden moeten aanvaarden.

Deze aanname bleek een paar jaar later juist toen een naïeve ziel ‘s nachts onze achterdeur probeerde en plotseling, slechts gescheiden door een dunne plaat glas, oog in oog stond met 30 kilo spieren gesteund door een heftige blaf en zekere bijt had deze nachtelijke bezoeker doorgezet de deur te forceren.

Voor ons was ze een fantastische hond en we hadden haar de naam Chico gegeven. Ze was lief, hield van een lolletje en ze stond altijd klaar om te werken, zelfs al was het op een speelse manier. Haar gedrag naar vreemden was in het gunstigste geval terughoudend en als bezoek te opdringerig was, openlijk

vijandig. Ik denk nog steeds dat het een gevolg was van een bij haar over-ontwikkeld moederinstinct gecombineerd met te weinig socialisatie als pup. Dat laatste is juist heel belangrijk voor een erfhond, maar wij hadden een tegengesteld advies gekregen van de fokker. Achteraf hadden we niet naar haar moeten luisteren.

(16)

De eenkennigheid van Chico kan versterkt zijn geweest door de situatie waarin we haar thuis brachten als pup van 8 weken.

Ik was erg ziek in die tijd en ik zou nog zeker een jaar ziek blijven. Dit betekende dat Chico en ik alle dagen samen doorbrachten. Zij lag bij mij op het bed dat in de woonkamer stond en speelde voorzichtig met me als ik de energie had om de tuin in te gaan. Die zomer was ze mijn constante maatje.

Zij was het soort hond dat zelf besloot wanneer ze de mensheid zou benaderen. Zij was niet geïnformeerd over ons misplaatste geloof dat wij mensen heersen over het dierenrijk.

Dit betekende dat bezoekers werden uitgeblaft, dat er naar werd gegromd en dat ze werden bekeken met grenzeloos

wantrouwen. Ze hield gelukkig wel afstand dus we hebben nooit verzekeringsclaims in hoeven dienen. Immers, haar geliefde baasjes leken de nieuwkomers wel in huis te willen hebben, dus ze was bereid tot een compromis: zij blafte en gromde maar zou niet overgaan tot een fysiek uitgeleide zolang wij ook niet overgingen tot enige vorm van vijandigheid jegens de vreemdeling.

Dit compromis leidde de eerste vijf minuten van een bezoek tot een gespannen vorm van communiceren maar nadat het blaffen afnam tot een diep rommelen uit de hondenmand - alsof het in de verte onweerde - werd conversatie op meer civiele toon weer mogelijk.

Ik moet bekennen dat sommige colporteurs die hun waren of ideeën kwamen verkopen soms ternauwernood met hun broek en verstand intact ontsnapten aangezien ik meestal nogal geïrriteerd reageerde op deze soort van bezoeker. Na een eerste beleefde ontkenning van interesse mijnerzijds raakte mijn geduld meestal snel op met deze mensen. Mijn irritatie werd feilloos opgepikt door de antennes van het schepsel dat in haar mand in de hoek van de keuken verbleef.

16

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Cinq cent quinze ans plus tard, Adrian Nicholas, un Britanni- que de 38 ans, a tenu à remettre au goût du jour le génie de la Renais- sance italienne.. Il a sauté d’un bal- lon, à

TOEN SCHREEUWDE HIJ OPNIEUW , ALLEEN VOELDE HIJ HET NIET IN ZIJN KEEL „EN HIJ BEGREEP DAT HIJ PRETORIUS HOORDE SCHREELIWEN EN NIET ZICHZELF EEN ONBEKENDE -

I am very glad to have this particular opportunity of saying a word about some of the things in wich wee agree with our Masonic friends, because we are speaking

De eerste opsomming doet vermoeden dat de deelgemeente als één partij wordt beschouwd die niet zozeer één van de betrokken partijen is, maar een andere rol

This class includes, of course, enemies in war, and criminals; in the minds of those who consider the preservation of the existing order essential to their own safety or

Within a nation, this public authority will naturally be the state; in relations between nations, if the present anarchy is to cease, it will have to be some international

The variations with age and metallicity are clearly illus- trated by the main sequence and the giant branches of a large set of open and globular clusters and kinematically

• The hurdle will apply to all standard FTSE Russell indexes, including the Russell US indexes, FTSE Global Equity Index Series (GEIS) and non-cap weighted indexes including the