Uitvoeringsregeling master 2020-2021 U2020/565
Faculteit Managementwetenschappen
wo masteropleiding Management
(Master of Science in Management)
De voertaal in deze opleiding is Nederlands, maar op cursusniveau kunnen er mogelijkheden zijn voor Engelstalige studenten en docenten. Zie de tabel in bijlage 2 voor de mogelijkheden op het gebied van de taal per cursus.
A. Toelating tot de masteropleiding
Toelatingseisen
Rechtstreekse toelating
Zonder dat nadere eisen gelden, bieden toelating tot deze masteropleiding:
− een afgeronde wo-bacheloropleiding (c.q. tenminste 180 studiepunten van de ongedeelde wo- opleiding) of het wo-mastergetuigschrift van opleidingen van Nederlandse universiteiten;
− het wo-bachelorgetuigschrift (c.q. het equivalent van de ongedeelde wo-opleiding) of het wo- mastergetuigschrift van Vlaamse universiteiten.
− het bachelorgetuigschrift (c.q. het equivalent van de ongedeelde wo-opleiding) of het
mastergetuigschrift van buitenlandse instituten, waarvan het Nuffic aangeeft dat het vergelijkbaar is met de hierboven genoemde wo-getuigschriften.
Schakelprogramma
Na het afronden van het hierna genoemde schakelprogramma Academische vaardigheden bieden tevens toelating tot deze masteropleiding:
− een hbo-bachelorgetuigschrift
− een bachelorgetuigschrift van buitenlandse instituten waarvan het Nuffic aangeeft dat het vergelijkbaar is met een Nederlands hbo-bachelorgetuigschrift.
Het schakelprogramma Academische vaardigheden bestaat uit de cursus MB0116 Premaster: methoden en technieken van onderzoek (of een voorganger daarvan).
Voorwaardelijke toelating
Studenten die qua tijd aansluitingsproblemen ondervinden, zowel vanuit de bacheloropleiding naar de masteropleiding als vanuit een schakelprogramma naar de masteropleiding komen in aanmerking voor een voorwaardelijke toelating tot de masteropleiding. Binnen vier weken na de start van het betreffende masterkwartiel dient het cijfer (6 of hoger) of de beoordeling (voldoende of onvoldoende) van het afsluitende tentamen of de bachelorscriptie, of het cijfer (6 of hoger) of de beoordeling (voldoende of onvoldoende) van het laatste tentamen van het schakelprogramma te zijn verwerkt in de administratie.
Overig
In alle andere gevallen beslist de Commissie voor de examens of, en zo ja onder welke voorwaarden, een student tot de masteropleiding kan worden toegelaten.
B. Bijzonderheden op opleidingsniveau
Keuzes in de opleiding
In het 2e jaar kiezen de studenten een keuzevak. Het afstudeertraject, bestaande uit voorbereiden afstuderen en de scriptie, ligt inhoudelijk in het verlengde van dit keuzevak.
Wijzigingen in de samenstelling van de opleiding en gevolgen voor studenten Overgangsmaatregelen op opleidingsniveau
Het College van bestuur heeft de volgende algemene uitgangspunten voor het inpassen van cursussen uit de uitlopende programmering vastgesteld:
1. De OU spant zich maximaal in om het studiepad van studenten in te passen. Aan het feit dat de OU de mogelijkheid tot inpassing biedt, kan een student geen rechten ontlenen
2. Er worden geen studiepunten cadeau gegeven (4,3 studiepunten is géén 5 studiepunten).
3. De in eerdere versies van de masterprogrammering behaalde studiepunten worden zoveel mogelijk gegarandeerd.
4. Studenten die worden ingepast vanuit een eerdere programmering naar de huidige
programmering ontvangen een inpassingsbeschikking inclusief een overzicht van het persoonlijk studiepad. Op de inpassingsbeschikking is de beroepsclausule van kracht.
De eerder verkregen toelatingsbeschikking behoudt haar geldigheid.
Met betrekking tot het inpassen van cursussen uit een eerdere programmering zijn cursussen Capita selecta ontworpen met een variabele omvang:
Cursuscode EC
MM080W 0,3
MM080Y 5,3
MM080X 5,6
MM080Z 10,6
Zo komt voor elke student het totaal aantal behaalde studiepunten na het doorlopen van de opleiding op tenminste 60 EC. De studieadviseur stelt het benodigde aantal studiepunten vast voor een student, en regelt daarna de inschrijving bij een passende capita selecta.
Overgangsmaatregelen op cursusniveau in het schakelprogramma
Afgeronde schakelcursus(sen) Inbrengen voor nieuwe cursus:
B10111 (of B10121 of B10131): 4.3 EC B15111: 4.3 EC B16111: 4.3 EC B17111: 4.3 EC B18111: 4.3 EC B20111: 4.3 EC B21111: 4.3 EC MB0106: 15 EC
Diverse afgeronde schakelcursussen met een minimale omvang van 15 EC kunnen worden ingepast in de Premaster
MB0116 Premaster: methoden
en technieken van onderzoek
Voor overgangsmaatregelen op cursusniveau, worden studenten voor een individueel studieadvies verwezen naar de studieadviseur.
Overgangsmaatregelen op cursusniveau in het masterprogramma
In onderstaand overzicht wordt aangegeven welke cursus een student nog moet doen na inbreng van cursussen uit eerdere OER-en.1
Cursussen uit eerdere OER-en Nog te doen uit voorliggende OER Advanced studies in management (17,2 EC)2 ASM1 (7,5 EC)
Keuzecursus (10 EC)
Voorbereiden afstuderen (5 EC) Capita selecta (5,3 EC)
Scriptie (15 EC) Keuzevariant-cursus (17,2 EC)2 ASM1 (7,5 EC)
ASM2 (7,5 EC) ASM3 (7,5 EC)
Voorbereiden afstuderen (5 EC) Capita selecta (0,3 EC)
Scriptie (15 EC) Advanced studies in management (17,2 EC) 2
Keuzevariant-cursus (17,2 EC) 2 Capita selecta (5,6 EC) of ASM2 (7,5 EC) Voorbereiden afstuderen (5 EC)
Scriptie (15 EC)
Studenten die Controlling (17,2 EC)2 en Financial Decision Making (17,2EC) 2 hebben afgerond kunnen deze cursussen inbrengen en dienen daarna nog Capita selecta (5,6EC), Voorbereiden afstuderen (5EC) en de Scriptie (15EC) te doen om de opleiding af te ronden.
Keuzecursussen met een omvang van 10 EC en bijbehorende cursussen Voorbereiden afstuderen die waren opgenomen in de OER 14-15 of later, maar die niet meer voorkomen in de voorliggende OER, kunnen worden ingebracht in de desbetreffende gebonden keuzeruimte.
Ingangseisen/ eisen voor deelname aan cursussen
Nadat het schakelprogramma is afgerond kan inschrijving voor cursussen uit de masteropleiding plaatsvinden.
Ingangseisen beschrijven de eisen waaraan moet worden voldaan voordat voor een cursus kan worden ingeschreven.
De in deze paragraaf benoemde ingangseisen bij ASM en de keuzecursussen, zijn niet van toepassing voor alumni van deze opleiding, ongeacht de door hun gevolgde programmering.
Advanced Studies in Management (ASM)
Bij inschrijving voor deze cursussen dient de nummervolgorde te worden aangehouden, en mag per kwartiel slechts voor één van deze cursussen worden ingeschreven. (Een voorgaande cursus hoeft NIET met een voldoende resultaat te zijn afgesloten voordat voor een volgende cursus wordt ingeschreven.)
1De Commissie voor de examens kan in individuele gevallen afwijken van dit schema.
2Ongeacht de cursuscode, alle Commissie voor de examens-gecertificeerde OU-cursussen met deze titel en combinaties van cursussen van 17,2 EC die hierop volgens eerdere OER-en mochten worden ingebracht.
Keuzevakken en Voorbereiding afstudeeronderzoek
Voor de hierna genoemde cursussen kan pas worden ingeschreven nadat de cursussen MM0003 Strategie en marketing-ASM1, MM0103 Organiseren en veranderen-ASM2 en MM0203 Sturen en menselijk
kapitaal-ASM3 zijn afgerond en de student is ingeschreven voor MM0303 Financieel perspectief in besturen – Advanced Studies in Management 4:
MM0204 Controlling
MM0304 Financial decision making MM0404 Governance
MM0514 Duurzaam strategisch human resource management MM0604 Organisatieverandering- en ontwikkeling
MM0704 Marketing and supply chain management MM0904 Strategie en innovatie
MM0002 Voorbereiding afstudeeronderzoek CON MM0102 Voorbereiding afstudeeronderzoek FDM MM0202 Voorbereiding afstudeeronderzoek GOV MM0312 Voorbereiding afstudeeronderzoek DSHRM MM0402 Voorbereiding afstudeeronderzoek OVO MM0502 Voorbereiding afstudeeronderzoek MSCM MM0602 Voorbereiding afstudeeronderzoek S&I MM0702 Voorbereiding afstudeeronderzoek CS Afstudeertraject managementwetenschappen MM9906
Voor het afstudeeronderzoek managementwetenschappen (MM9906) kan pas worden ingeschreven als MM0003 Strategie en marketing- Advanced Studies in Management 1, MM0103 Organiseren en
veranderen- Advanced Studies in Management 2, MM0203 Sturen en menselijk kapitaal- Advanced Studies in Management 3 en MM0303 Financieel perspectief in besturen – Advanced Studies in Management 4 zijn afgerond EN:
Voorbereiding afstudeeronderzoek CON (MM0002) is afgerond en is ingeschreven voor Controlling (MM0204) OF
Voorbereiding afstudeeronderzoek FDM (MM0102) is afgerond en is ingeschreven voor Financial decision making (MM0304) OF
Voorbereiding afstudeeronderzoek GOV (MM0202) is afgerond en is ingeschreven voor Governance (MM0404) OF
Voorbereiding afstudeeronderzoek SHRM (MM0302) of Voorbereiding afstudeeronderzoek DSHRM (MM0312) is afgerond, en is ingeschreven voor Strategic human resource management (MM0504) OF Voorbereiding afstudeeronderzoek DSHRM (MM0312) is afgerond en is ingeschreven voor Duurzaam strategisch human resource management (MM0514) OF
Voorbereiding afstudeeronderzoek OVO (MM0402) is afgerond en is ingeschreven voor Organisatieverandering en -ontwikkeling (MM0604) OF
Voorbereiding afstudeeronderzoek MSCM (MM0502) is afgerond en is ingeschreven voor Marketing and supply chain management (MM0704) OF
Voorbereiding afstudeeronderzoek S&I (MM0602) is afgerond en is ingeschreven voor Strategie en innovatie (MM0904).
In bijzondere gevallen kan de programmaleider toestemming geven om van de ingangseisen af te wijken.
Studenten die sneller dan 30 EC per jaar willen studeren en waarbij de studieadviseur een positief advies geeft, behoren tot deze bijzondere gevallen.
C. Bijzonderheden op cursusniveau
Wederzijdse uitsluiting op cursusniveau
Cursussen die dezelfde cursustitel hebben maar waarvan de cursuscode slechts verschilt voor wat betreft het derde cijfer of de tweede letter, zijn wederzijds uitsluitend.
Cursussen die gereviseerd zijn, zijn wederzijds uitsluitend met hun voorganger.
Revisies
Ten aanzien van de in de OER opgenomen gereviseerde cursussen, geldt dat studenten die zich voor een
‘oude’ versie van de cursus hebben ingeschreven voordat de gereviseerde versie beschikbaar komt, de
‘oude’ versie kunnen inbrengen. Deze regeling is van toepassing als geen specifieke regeling is opgenomen.
D. Bijzonderheden ten aanzien van de afstudeerrichtingen / varianten van de opleiding
Varianten of afstudeerrichtingen in de masteropleiding Geen
Keuzes binnen de variant of afstudeerrichting N.v.t.
Bijzonderheden ten aanzien van de afstudeeropdracht / scriptie
Het is verplicht om de cursus Voorbereiding afstudeeronderzoek te volgen die past bij het keuzevak. Het onderwerp van de scriptie dient inhoudelijk op hetzelfde gebied te liggen.
Ingeleverde schriftelijke uitwerkingen van bijzondere verplichtingen en scripties worden beschikbaar gesteld aan het door de OU gebruikte plagiaatdetectiesysteem.
E. Inbreng cursussen in de opleiding
Inbreng cursussen en individuele overgangsregelingen
De Commissie voor de examens kan in individuele gevallen overgangsregelingen opstellen, waarbij 1. Het kunnen behalen van de eindtermen van de opleiding mogelijk blijft
2. Er voldoende samenhang is tussen de in te brengen cursus en de opleiding, waarbij opname in eerdere Onderwijs- en examenregelingen van deze opleiding voldoende samenhang aantoont 3. Er geen onvoldoendes kunnen worden ingebracht.
Indien bij een overstap van de ongedeelde opleiding naar een bachelor- of masteropleiding, een mastercursus is ingebracht in de bacheloropleiding, tellen de studiepunten van die mastercursus niet nogmaals mee in de masteropleiding. In plaats hiervan wijst de Commissie voor de examens een vervangende cursus aan.
Indien de bacheloropleiding op basis waarvan toelating is verleend tot de master een mastercursus bevat, tellen de studiepunten van die mastercursus niet nogmaals mee in de masteropleiding. In plaats hiervan wijst de Commissie voor de examens een vervangende cursus aan. Van deze regel kan door de Commissie voor de examens worden afgeweken indien de betreffende opleiding een duidelijke “overwaarde” aan vakinhoudelijke studiepunten heeft.
Een cursus die dezelfde cursustitel heeft als een in deze masteropleiding opgenomen cursus, en waarvan de cursuscode slechts verschilt voor wat betreft het derde cijfer of de tweede letter, kan in de opleiding worden ingebracht in plaats van de gelijknamige pendant.
In het kader van deze OER en binnen genoemde voorwaarden worden de volgende mogelijkheden geboden tot het inbrengen van een Individuele overgangsregeling: in (cq in plaats van) de Capita selecta (MM0804) en/of in Voorbereiding afstudeeronderzoek CS (MM0702), zulks ter beoordeling van de Commissie voor de examens.
Elders in Nederland te volgen hoger onderwijs
Inbreng van elders te volgen onderwijs is niet toegestaan.
In het buitenland te volgen hoger onderwijs
Inbreng van in het buitenland te volgen onderwijs is niet toegestaan.
F. Bijzonderheden ten aanzien van het masterexamen
Voorwaarde voor afgifte van het mastergetuigschrift (verplichtingen student)
Het behalen van minimaal 60 studiepunten conform de eisen zoals beschreven in deze OER met bijlagen geeft recht op het mastergetuigschrift.
Stageverplichtingen
De opleiding kent geen stage.
Zomerscholen
Er kunnen geen studiepunten verkregen in zomerscholen worden ingebracht in de opleiding.
Compensatorische regeling
Conform de door de Commissie voor de examens vastgelegde compensatorische regeling is inbreng van een 5 niet toegestaan, noch in de masteropleiding, noch in een schakelprogramma.
(Summa) Cum laude
Artikel 4.3.1 van het examenreglement van de Commissie voor de examens is van toepassing evenals paragraaf 7b van het Centraal kader tentamens en examens Open Universiteit, vastgesteld door het College van Bestuur.
Geldigheidsduur behaalde certificaten
De geldigheidsduur van behaalde certificaten van de wo-masteropleiding Management, bedoeld in artikel 5.2 van het algemene deel van de deze OER, is onbeperkt.
Geldigheidsduur afgegeven vrijstellingen
De geldigheidsduur van afgegeven vrijstellingen voor de wo-masteropleiding Management is onbeperkt.
G. Hardheidsclausule
Voor zover er zich onverhoopt gevallen mochten voordoen, waarin de uitvoeringsregeling niet voorziet, wordt verwezen naar het bepaalde in artikel 9.1 van deze OER .
Slotbepaling
Vastgesteld door de decaan op 25 november 2019.
Bijlage 1: Eindtermen van de opleiding
De opleiding ondersteunt studenten bij de ontwikkeling van competenties – in termen van kennis, inzichten, vaardigheden en attitudes – die nodig zijn voor een adequate beroepsuitoefening. Hierbij staan twee kerncompetenties centraal:
1. Het zelfstandig verrichten van wetenschappelijk onderzoek:
Het hebben van een wetenschappelijk denk- en werkniveau, onder meer tot uitdrukking komend in het met behulp van geschikte onderzoeksmethodieken beantwoorden van een verantwoorde probleemstelling op het gebied van managementwetenschappen.
2. Het leveren van een zelfstandige bijdrage aan het functioneren van organisaties door
managementproblemen in multidisciplinair perspectief inzichtelijk te maken en aan te pakken:
Ontwikkelingsgericht denken, onder meer gebaseerd op inzicht in processen in en de
complexiteit van organisaties, het vermogen tot het inzichtelijk maken en aanpakken van reële managementproblemen in multidisciplinair perspectief, gebruikmakend van specifieke kennis op het gebied van de managementwetenschappen.
De inhoud van het onderwijs is ontleend aan de actuele stand van de managementwetenschappen op conceptueel en methodisch gebied. Studenten leren de werkelijkheid vanuit een expliciet geselecteerd wetenschappelijk kader te bekijken en hun kennis daarvan te verdiepen en zelf tijdens de opleiding toe te passen.
De eindkwalificaties van de opleiding voldoen aan het door de NVAO (2011) gestelde masterniveau.
In de onderstaande tabel staan in de linker kolom de kwalificaties op masterniveau in Dublin- descriptoren volgens de NVAO. In de rechterkolom worden de opleidingskwalificaties van de opleiding hieraan gekoppeld.
Masterniveau (NVAO) Koppeling met eindkwalificaties opleiding
1. Kennis en inzicht Heeft aantoonbare kennis en inzicht, gebaseerd op de kennis en het inzicht op het niveau van bachelor en die deze overtreffen en/of verdiepen, alsmede een basis of een kans bieden om een originele bijdrage te leveren aan het ontwikkelen en/of toepassen van ideeën, vaak in
onderzoeksverband.
De afgestudeerde heeft kennis van en inzicht in:
1. De voornaamste begrippen, theorieën, stromingen en paradigma’s op het gebied van sturing van en interventie in complexe en dynamische organisaties. Zij verbijzonderen algemene
uitgangspunten op het gebied van management binnen een van de specialisaties, die elk corresponderen van een interdisciplinaire invalshoek van managementvraagstukken.
2. De achterliggende waardeoriëntaties en ontologische
veronderstellingen in de stromingen van het vakgebied en kan de praktische consequenties daarvan herkennen en benoemen.
3. Methoden en technieken van sociaalwetenschappelijk onderzoek:
o.a. conventies, methoden en methodologie met betrekking tot onderzoek op het gebied van de keuzerichting.
De afgestudeerde heeft daarbij een beheersingsgraad bereikt die het hem of haar mogelijk maakt aan het academische debat op
masterniveau deel te nemen en daar een originele bijdrage aan te leveren.
2. Toepassen kennis en inzicht
Is in staat om kennis en inzicht en
probleemoplossende vermogens toe te passen in nieuwe of onbekende
omstandigheden binnen een bredere (of multidisciplinaire) context die gerelateerd is aan het vakgebied; is in staat om kennis te integreren en met complexe materie om te gaan.
De afgestudeerde kan:
1. Een wetenschappelijk verantwoord onderzoek uitvoeren naar een management- en/of organisatievraagstuk. Dat houdt o.a. in het:
– formuleren van een, praktisch relevant, wetenschappelijke probleemstelling die onderzoeksmatig benaderd kan worden
– technisch ontwerpen van onderzoek
– uitvoeren van (dataverzameling, -verwerking, - rapportage) op een wijze die voldoet aan minimale wetenschappelijke criteria te weten: valide, betrouwbaar en transparant – vertalen van resultaten van het onderzoek naar
beleidsmatige oplossingen in de vorm van aanbevelingen.
2. Een complex managementprobleem inzichtelijk maken en
aanpakken in een multidisciplinaire context. Dat houdt o.a. in het:
– framen van een probleemsituatie, het plaatsen daarvan in diverse perspectieven en het relativeren van een
receptmatige benadering
– een probleemsituatie integraal benaderen
– uitvoeren van een analyse van strategische, inrichtings- en veranderingsvraagstukken van organisaties vanuit
theoretische kaders
– selecteren van probleemoplossingen of interventies die binnen de strategie van een organisatie passen
– opstellen van een aanpak van een probleem of van ene veranderplan en beredeneren hoe voldoende draagvlak voor verandering kan worden geschapen
– projectmatig beheersen van een verandertraject; dit houdt onder andere in het koppelen van het plan aan meetbare veranderdoelstellingen en beheersing van het
verandertraject in termen van tijd, geld, kwaliteit, mensen en middelen
– evalueren van de effecten van deze interventies.
De afgestudeerde kan deze vaardigheden toepassen in nieuwe omstandigheden, met begrip voor situationele factoren en de relevante context.
3. Oordeelvorming Is in staat om oordelen te formuleren op grond van onvolledige of beperkte informatie en daarbij rekening te houden met sociaal-maatschappelijke en ethische
verantwoordelijkheden, die zijn verbonden aan het toepassen van de eigen kennis en oordelen.
De afgestudeerde kan:
1. theoretische concepten en begrippen door middel van een onderzoek verhelderen, analyseren en in theoretische en domein specifieke kaders positioneren
2. onderbouwde oordelen formuleren op grond van onvolledige en beperkte informatie
3. bronnenonderzoek uitvoeren, analyseren, ordenen en interpreteren
4. op de opzet, bruikbaarheid en repliceerbaarheid van eigen en reeds uitgevoerd onderzoek reflecteren en een eigen standpunt formuleren en onderbouwen
5. de maatschappelijke context en ethische verantwoordelijkheden incorporeren in de eigen oordeelsvorming
6. verantwoording afleggen voor typering probleem, keuze van interventiemethoden en beoogde en daadwerkelijke effecten 7. over de opzet en resultaten van eigen en reeds uitgevoerd
wetenschappelijk onderzoek een eigen standpunt formuleren en onderbouwen (reflectie).
De afgestudeerde is in staat afwegingen te maken en te formuleren en op basis van onvolledige informatie te komen tot een plan van aanpak. Hij of zij is in staat om in die afwegingen sociale en ethische verantwoordelijkheden mee te wegen.
4. Communicatie Is in staat om
conclusies, alsmede de kennis, motieven en overwegingen die hieraan ten grondslag liggen, duidelijk en ondubbelzinnig over te brengen op een publiek van specialisten of niet- specialisten.
De afgestudeerde kan:
1. mondeling en schriftelijk, helder rapporteren aan vakgenoten en belanghebbenden (‘stakeholders’) en toont zich daarbij
klantgericht, zakelijk, respectvol en verantwoordelijk ten aanzien van (de belangen van) anderen
2. op ondubbelzinnige wijze conclusies alsmede de motieven en overwegingen die daaraan ten grondslag liggen, overbrengen op specialisten en niet-specialisten.
5. Leervaardigheden Bezit de leervaardigheden die hem of haar in staat stellen een vervolgstudie aan te gaan met een grotendeels zelfgestuurd of autonoom karakter.
De afgestudeerde kan:
1. nieuwe ontwikkelingen kritisch beoordelen en zelfstandig nieuwe kennis en vaardigheden verwerven
2. de eigen leerbehoeften herkennen
3. de bronnen vinden die aan de leerbehoeften voldoen 4. zelfstandig vorm en inhoud geven aan diens leerprocessen.
Alle leeractiviteiten vinden plaats op het grensvlak van het verwerven van bestaande aangereikte kennis en het zelf ontdekken en
beoordelen van voor een concreet bedrijfsprobleem relevante (nieuwe) kennis. Leervaardigheden behoren tot de competenties die noodzakelijk zijn om de andere doelstellingen te bereiken.
Het volgende overzicht geeft de doelstellingen van de afzonderlijke cursusblokken weer en laat zien hoe deze zijn gerelateerd aan de Dublin-descriptoren. Deze tabel laat zien dat deze cursussen in ruime mate de Dublin-descriptoren afdekken, ongeacht welk keuzeblok studenten volgen.
12
Code titel EC Kennis Toepassen
Oordeelvorming
Communicati Leervaardigheden
1 2 3 1 2 1 2 3 4 5 6 7 1 2 1 2 3 4
Cluster Advanced Studies in Management (ASM)
MM0003 Strategie en marketing – ASM 1 7,5 x x x x x x
MM0103 Organiseren en veranderen - ASM 2 7,5 x x x x x x x x x x x
MM0203 Sturen en menselijk kapitaal - ASM 3 7,5 x x x x x x x x x x
MM0303 Financieel perspectief in besturen - ASM 4 7,5 x x x x x x x x x
Gebonden keuze (eis: 10 studiepunten)
MM0204 Controlling (CON) 10 x x x x x x x x x x
MM0304 Financial decision making (FDM) 10 x x x x x x x x x x x x
MM0404 Governance (GOV) 10 x x x x x x x x x x x x
MM0504 Strategic human resource management (SHRM) 10 x x x x x x x x x x x
MM0514 Duurzaam strategic human resource management (DSHRM) 10 x x x x x x x x x x x
MM0604 Organisatieverandering en -ontwikkeling (OVO) 10 x x x x x x x x x x x x
MM0704 Marketing and supply chain management (MSCM) 10 x x x x x x x x x x x
MM0904 Strategie en innovatie (S&I) 10 x x x x x x x x x x x
Gebonden keuze (eis: 5 studiepunten)
MM0002 Voorbereiding afstudeeronderzoek CON 5 x x x x x x x x x x x x
MM0102 Voorbereiding afstudeeronderzoek FDM 5 x x x x x x x x x x x x
MM0202 Voorbereiding afstudeeronderzoek GOV 5 x x x x x x x x x x x x
MM0302 Voorbereiding afstudeeronderzoek SHRM 5 x x x x x x x x x x x x
MM0312 Voorbereiding afstudeeronderzoek DSHRM 5 x x x x x x x x x x x x
MM0402 Voorbereiding afstudeeronderzoek OVO 5 x x x x x x x x x x x x
MM0502 Voorbereiding afstudeeronderzoek MSCM 5 x x x x x x x x x x x x
MM0602 Voorbereiding afstudeeronderzoek S&I 5 x x x x x x x x x x x x
Afstudeeronderzoek
MM9906 Afstudeertraject managementwetenschappen 15 x x x x x x x x x x x x x x x x x x
13
Bijlage 2 Taalgebruik
cursuscode cursustitel cursusmateriaal begeleiding tentaminering
geheel nederlandstalig nederlandstalig met orriginele engelstalige publicaties geheel engelstalig alleen in het nederlands de begeleiding is in het nederlands maar studenten mogen in het engels antwoorden* de begeleiding kan in het engels zijn, maar studenten mogen in het nederlands antwoorden de begeleiding is geheel in het engels geheel nederlandstalig de opdrachten/vragen zijn in het nederlands maar studenten mogen in het engels antwoorden de opdrachten/vragen zijn in het engels maar studenten mogen in het nederlands antwoorden geheel engelstalig
MM0002 Voorbereiding afstudeeronderzoek CON x x x
MM0003 Strategie en marketing – Advanced studies in
management 1 x x x
MM0102 Voorbereiding afstudeeronderzoek FDM x x x
MM0103 Organiseren en veranderen - Advanced studies in
management 2 x x x
MM0202 Voorbereiding afstudeeronderzoek GOV x x x
MM0203 Sturen en menselijk kapitaal - Advanced studies in
management 3 x x x
MM0204 Controlling x x x
MM0303 Financieel perspectief in besturen - Advanced studies in
management 4 x x x
MM0304 Financial decision making x x x
MM0312 Voorbereiding afstudeeronderzoek DSHRM x x x
MM0402 Voorbereiding afstudeeronderzoek OVO x x x
14
MM0404 Governance x x x
MM0502 Voorbereiding afstudeeronderzoek MSCM x x x
MM0514 Duurzaam strategisch human resource management x x x
MM0602 Voorbereiding afstudeeronderzoek S&I x x x
MM0604 Organisatieverandering en -ontwikkeling x x x
MM0702 Voorbereiding afstudeeronderzoek CS x x x
MM0704 Marketing and supply chain management x x x
MM0804 Capita selecta x x x
MM0904. Strategie en innovatie x x x
MM9906 Afstudeeronderzoek managementwetenschappen x x x
Bij het afstuderen kan de voertaal bij sommige afstudeeronderwerpen Engels zijn indien een Engelstalige onderzoeker/begeleider dit onderwerp begeleidt.
Studenten worden hier vooraf over geïnformeerd en kunnen hier bij de keuze van hun onderwerp rekening mee houden.
*Engelstalige studenten dienen in principe het Nederlands voldoende te kunnen verstaan om de Nederlandstalige begeleiding te kunnen volgen. Indien dit niet het geval is wordt in overleg getracht een oplossing te vinden. Indien er meerdere Engelstalige studenten zijn kan een groep worden ingericht waarin de docent Engels spreekt.