Jo van den Brand Variatierekening
Gravitatie en kosmologie
FEW cursus
Twee voorbeelden
• De calculus van variaties betreft het vinden van een extreme waarde (maximum of minimum) van een grootheid die in integraalvorm kan worden uitgedrukt.
• We kekijken twee voorbeelden:
– Het kortste pad tussen twee punten
– Het principe van Fermat (licht neemt de kortste weg)
• Wat is het kortste pad tussen twee punten in een vlak? Je weet het antwoord – een rechte lijn – maar je hebt waarschijnlijk nooit het bewijs gezien.
• Beschouw twee punten in het x-y vlak, zoals getoond in de figuur.
• Een willekeurig pad dat deze punten verbindt volgt de algemene curve y = y(x), en een element van lengte langs deze curve is
• We kunnen dit herschrijven als
en dat is geldig want
• De lengte is dus
2 2
ds dx dy
x y
x
1x
2y
2y
1 ds dx2dy2y = y(x)
1 2 ,
) (
1 y x
2dx ds
dy ( )
dy dx y x dx
dx
2
1
2 2
1 x
1 ( )
L ds
x y x dx
Kortste pad tussen 2 punten
• Merk op dat we het probleem hebben omgezet van een integraal langs een pad, tot een integraal over x:
• We zijn er dus in geslaagd om het probleem op te schrijven. Nu hebben we nog wat extra wiskundekennis nodig om het pad te vinden waarvoor L
extremaal is (een minimum in dit geval).
Principe van Fermat:
• Een gelijksoortig maar wellicht interessanter probleem is het vinden van het pad dat licht door een medium met een bepaalde brekingsindex n 1 zal nemen. Je weet misschien dat licht door een dergelijk medium langzamer
beweegt en we definieren de brekingsindex als n = c/v, met c de snelheid van het licht in vacuum, en v de lichtsnelheid in het medium. De reistijd bedraagt
• De brekingsindex mag willekeurig afhangen van x en y.
. ) (
2
1
1
2 2
1
xx
y x dx
ds L
. ) ( 1
) , 1 (
1
21
2 2 1 2
1 2
1
xx
n x y y x dx
ds c c n
v dt ds
Variatieprincipes
• Dergelijke problemen zijn gelijksoortig en komen vaak voor.
• Als we een minimum of maximum van een functie f(x) zoeken, nemen we de afgeleide en vinden haar nulpunten (d.w.z. de x waarden waarvoor de helling van de functie gelijk is aan nul).
• Analoog hieraan willen we in staat zijn
oplossing van deze integralen te vinden die stationair zijn (extremaal) voor kleine
veranderingen in het pad. Dat wordt variatierekening genoemd.
• De methode die we ontwikkelen heet de variatiemethode, een principes zoals het principe van Fermat heten variatieprincipes.
• Deze principes worden veel gebruikt en zijn van groot belang in de natuurkunde (zoals in quantummechanica en algemene
relativiteitstheorie).
Euler-Lagrangevergelijking
• We bespreken nu de variatiemethode van Euler en Lagrange, waarmee we een extremaal (laten we een minimum beschouwen) vinden voor een vooralsnog onbekende curve die twee punten x
1en x
2, verbindt die voldoet aan de
integraalvergelijking
• De functie f is een functie van drie variabelen, maar omdat het integratiepad y = y(x) is, reduceert de integrand tot een functie van x.
• Beschouw twee curven die punten 1 en 2 verbinden, de `correcte’ curve y(x), en de `verkeerde’ curve
Y(x) met kleine verplaatsing van de `goede’ curve.
• We schrijven het verschil tussen beide curven als een functie h (x).
. ] ), ( ' ), (
2
[
1
xx
f y x y x x dx
S
x y
x
1x
2y
2y
1(fout) ) ( ) ( )
(x y x x
Y h
y = y(x) (correct)
1 2
. 0 ) ( )
( );
( ) ( )
( x y x x x
1 x
2
Y h h h
Euler-Lagrangevergelijking
• Er zijn oneindig veel functies h (x), die `fout’ kunnen zijn, maar we eisen dat ze allemaal langer zijn dat het `correcte’ pad. Om te kwantificeren hoe dicht de `foute’ paden bij het `goede’ pad zijn, schrijven we Y = y + ah , zodat
• Dit staat ons toe om het kortste pad te karakteriseren als het pad waarvoor de afgeleide dS/d a = 0 als a = 0. Om de bovenstaande uitdrukking te kunnen differentieren naar a , moeten we de partiele afgeleide uitrekenen met de kettingregel
dus dS/d a = 0 levert
. ] , '
, [
] ), ( ' , [ )
(
2
1 2
1
x x
x x
dx x y
y f
dx x x Y Y f S
h a ah
a
a
S / ) ,
, ,
(
y f y
f x
y y
f
h h
a
h a ah
2
0
1 2
1
xx xx
dx
y f y
dx f f d
dS h h
a
a
Euler-Lagrangevergelijking
• We integreren de tweede term partieel:
maar de eerste term van deze relatie is gelijk aan nul, omdat h (x) gelijk is aan nul is op de eindpunten.
• We vinden dan
• Dit geeft de Euler-Lagrangevergelijking
want de variatie moet nul zijn voor elke h (x).
, )
( )
(
21 2
1 2
1
xx
xx x
x
dx
y f dx x d y
x f y dx
f h h
h
. 0 )
2
(
1
xx dx
y f dx
d y x f
d
dS h
a
f d f 0 y dx y
Euler-Lagrangevergelijking
• Samenvatting: we kunnen een minimum (of meer algemeen een extreme waarde) voor het pad S vinden als we een functie voor het pad vinden die voldoet aan
• De procedure is het opzetten van het probleem zodanig dat de grootheid waarvoor je het stationaire pad zoekt voldoet aan
met de geschikte functie.
Schrijf nu de Euler-Lagrangevergelijking op, en los deze op naar de functie y(x) die het stationaire pad definieert.
• Laten we een voorbeeld behandelen.
f d f 0 y dx y
, ] ), ( ), (
2
[
1
xx
f y x y x x dx
S
] ), ( ), (
[ y x y x x
f
Kortste pad tussen twee punten
• We hebben eerder laten zien dat we het kortste pad tussen twee punten kunnen uitdrukken als
• De integrand bevat onze functie
• De twee partiele afgeleiden in de Euler-Lagrangevergelijking zijn:
• De Euler-Lagrangevergelijking geeft ons
• Dit stelt dat
• Herschikken geeft het antwoord: y
2= constant (noem dat m
2), dus y(x) = mx + b. Met andere woorden: een rechte lijn is het kortste pad!
. ) (
2
1
1
2 2
1
xx
y x dx
ds L
. ) ( 1
) , ,
( y y x y x
2f
. 1
and
0
2y y y
f y
f
. 0
1
2
y y dx
d y
f dx
d
).
1 (
of , 1
2 2
2
2
C y C y
y
y
Brachistochroon
• Beroemd probleem uit de variatierekening:
– Gegeven twee punten 1 en 2, met 1 hoger boven de grond. Welke vorm moet een wrijvingsloze achtbaan hebben, zodat een karretje losgelaten op punt 1, punt 2 in de kortst mogelijke tijd bereikt? Zie de figuur: neem punt 1 als oorsprong, met y positief naar beneden.
• Oplossing:
– De tijd om van punt 1 naar 2 te reizen is met , vanwege kinetische energie.
– Dit hangt van y af, we nemen y als de onafhankelijke variabele, dus
– Onze integraal wordt
– De Euler-Lagrangevergelijking:
2
,
1 v
ds
x
y
2 1
. 1 ) (
22
2
dy x y dy
dx
ds
gy v 2
1 . 2
1
20
2
ydy
y x
g
x . f dy
d x
f
Merk op dat we y als
onafhankelijke variabele nemen.
We wisselen x en y om.
Brachistochroon
• Oplossing:
– Omdat dus en daarom.
– Uitrekenen van de afgeleide en kwadrateren geeft waar we de constante 1/2a noemen.
– Oplossen naar x geeft Om x te vinden, integreren we
– Dit kan opgelost worden met de substitutie y = a(1 cos q), waarmee
– Deze twee vergelijkingen geven het pad in termen van q.
– Deze curve is een cycloide. Het is het pad van een wiel dat (ondersteboven) langs de x as beweegt.
– De tijd die het karretje nodig heeft om van 23 te reizen hangt niet af waar 2 zich bevindt tussen 1 en 3!.
a x
y x
2 constant 1 )
1 (
22
2 a y . x y
1 ,
2
y f x
0 ,
x
f constant .
x
f
2 .
dy
y a x y
. const )
sin (
) cos 1
(
a q d q a q q
x
) cos 1
(
) sin (
q q q
a y
a x
a 2a
1
2 3
De Lagrangiaan
• In onze discussie over de Lagrangiaan gebruiken we andere notatie. De integrand wordt
en de Lagrangiaan
• De onafhankelijke variabele is t. De snelheid wordt
• We make de actie stationair
en dit vereist dat L voldoet aan
.
;
;
;
2 2
1
1 N