Actieve monitoring chemische stoffen zoutwater mosselen 1989-2016
Projectplan chemisch meetnet MWTL
Datum 18 september 2017 Status Definitief
RWS INFORMATIE -
Colofon
Uitgegeven door Centrale Informatie Voorziening CIV Informatie
Telefoon Fax
Uitgevoerd door Ianthe Brongers en Ingrid Bakker Opmaak
Datum 18 september 2017
Status definitief
Versienummer
Inhoud
Inleiding 7
1 Omschrijving 8 1.1 Algemeen 8 1.2 Opdrachtgever 8 1.3 Opdrachtnemer 8
1.4 Tijdspad integraal overzicht 8 1.4.1 Verzamelen, transport en bewaren 9 1.4.2 Uithangen en ophalen 9
1.5 Chemische analyses en biologische karakterisering 11 Bibliografie 15
Pagina 7 van 15
Inleiding
Rijkswaterstaat voert jaarlijks chemische monitoring uit op een aantal locaties ten behoeve van het bepalen van de chemische toestand, het chemische meetnet MWTL. In dit meetnet is de Actieve Biologische Monitoring (ABM) opgenomen. ABM betreft een tijd geïntegreerde monitoring van de gehaltes van milieukritische stoffen in mosselen (gewone, eetbare of blauwe mossel, Mytilus edulis) middels het uithangen van de mosselen in de Zeeuwse delta, Noordzee en Waddenzee. Op hetzelfde moment wordt aanvullend onderzoek gedaan, Solid Phase Passive Sampling (SPS), betreft tijdsgeïntegreerde monitoring van de gehaltes aan milieukritische stoffen in een kunstmatig substraat (siliconen sheets).
Dit projectplan beschrijft de handelingen die werden uitgevoerd, voor het meten van milieukritische stoffen in mosselen in zout water van 1989 tot en met 2016.
Pagina 8 van 15
RWS INFORMATIE - | DEFINITIEF | Actieve monitoring chemische stoffen zoutwater mosselen 1989-2016 |
1 Omschrijving
Dit projectplan beschrijft de actieve biologische monitoring, monsterneming, uithangen van mosselen en analyse van milieukritische stoffen voor het chemisch meetnet MWTL. Het betreft tijdsgeïntegreerde monitoring van de gehaltes van milieukritische stoffen in mosselen (gewone, eetbare of blauwe mossel, Mytilus edulis) middels het uithangen van de mosselen in de Zeeuwse delta, Noordzee en Waddenzee (1).
1.1 Algemeen
Naast actieve biologische monitoring van mosselen is er tevens een projectplan voor Solid Phase Passive Sampling die nauw aansluit op dit projectplan doordat deze vaak tegelijkertijd uitgehangen worden met de mosselen. In dit projectplan wordt alleen de actieve biologische monitoring van mosselen beschreven betreft
monsterneming en analyse van mosselen van een locatie.
1.2 Opdrachtgever
Rijkswaterstaat WVL is opdrachtgever. Rijkswaterstaat heeft de opdracht intern uitbesteed aan de CIV de afdelingen Mobiel meten en Laboratorium. De CIV heeft deels het werk uitbesteed aan Stichting Zeeschelp.
1.3 Opdrachtnemer
De opdrachtnemer verzorgt het verzamelen, uithangen en ophalen van de mosselen op de onderzoekslocaties en voert de chemische analyses in mosselvlees uit. Voor deze werkzaamheden wordt ervanuit gegaan dat de opdrachtnemer de kennis heeft van methode van het hele traject en hiervoor een eigen werkvoorschrift heeft opgesteld.
De bijzonderheden tijdens monstername wordt vermeld in het jaarverslag meetnet chemie (2). De analyseresultaten zijn geleverd aan de opdrachtgever.
Het regelen en verkrijgen van eventuele vergunningen die nodig zijn voor het verzamelen en verwerken van de mosselen behoort tot de verantwoordelijkheid van de opdrachtnemer (3).
1.4 Tijdspad integraal overzicht
De monsterneming moet plaatsvinden in de late herfst/begin winter, wanneer schelpdieren zich in een meer stabiele fysiologische staat bevinden, en in ieder geval gedurende de periode vóór het kuitschieten. De gametogenese en kuitschieten gebeurt in het algemeen in het late voorjaar tot vroege zomer, waarbij individuen tot 50% van hun weke massa kunnen verliezen (4).
Het bioaccumulatie-onderzoek wordt uitgevoerd in september t/m november in een jaarlijks cyclus, waarbij de mosselen in de eerste week van oktober gedurende een periode van zes weken worden uitgehangen. De mosselen worden in de nabijheid van de locatie Jacobahaven,
bodempercelen in de monding van de Oosterschelde
(Hammen)
verzameld. Een deel van de mosselen wordt niet uitgehangen maar na verwateren direct ingevroren voor verdere chemische analyse. De locatie fungeert daarmee als referentielocatie. Het is van belang dat de tijd tussen het verzamelen en het uithangen van de mosselen wordt beperkt tot maximaal 1 week, om de onderlinge vergelijkbaarheid en representativiteit van de monsters te waarborgen.Pagina 9 van 15
1.4.1 Verzamelen, transport en bewaren
Er wordt door een schip mosselen (Mytilus edulis) verzameld in de
Oosterschelde (Hammen)
. Het aantal mosselen is afhankelijk van het aantal locaties die gepland zijn. Voor de dataopslag wordt deze referentie locatie Jacobahaven (Oosterschelde) genoemd, omdat op deze locatie de mosselen na verwateren (zandvrij spoelen) aan land worden gebracht, Tabel 1.
Van de mosselen dient een steekproef gemaakt te worden voor bepaling van de meest voorkomende lengteklasse. De mosselen dienen bij voorkeur een maat van 4-5 cm te zijn. Indien deze niet aanwezig zijn kan worden gekozen voor de maat 3,5-4,5 of 3-4 cm. Er dient voor het hele onderzoek dezelfde lengteklasse te worden gebruikt. De mosselen worden geselecteerd en in porties voor de diverse
uithanglocaties gescheiden.
Een deel van de mosselen, totaal 2 porties van elk 100 stuks wordt direct ingevroren. Dit deel betreft monsters voor vastleggen van de uitgangssituatie (referentielocatie is Jacobahaven). Tot het tijdstip van uithangen dienen de mosselen bewaard te worden in een doorstroomaquarium- of goot dat continue wordt ververst met omgevingswater met vergelijkbare temperatuur (niet hoger), zuurstofconcentratie en voedingswaarde als het water waaruit de mosselen zijn verzameld.
De hoeveelheid te verzamelen mosselen is afhankelijk van het parameterpakket. De hoeveelheid mosselen die hier genoemd wordt is gebaseerd op het parameterpakket van 2017.
Tabel 1. Locatie verzamelen mosselen
Regio, Locatieomschrijving Locatiecode Coördinaten ZEELAND
Oosterschelde, Jacobahaven JACBHVN 37.200 402.600 RD 1.4.2 Uithangen en ophalen
De korf met de mosselmandjes wordt uitgehangen aan een boei (bestaand of projectmatig) of meetpaal. De mosselen worden ter hoogte van onderkant boei gehangen zodat de korf vrij onderaan de boei gepositioneerd is. De korf dient de gehele periode onder water te zijn. Indien voor dit project een boei speciaal gelegd dient te worden zal de opdrachtnemer dit zelf regelen met Rijkswaterstaat Verkeer- en Watermanagement afdeling Operationele Taken W en S, contactpersonen:
Laura Snoep +31 (0)6 - 22 92 84 89 laura.snoep@rws.nl
Henk v/d Sluis. +31 (0)6 - 53 44 23 31 henk.vander.sluis@rws.nl
Voor het uithangen is een constructie nodig waar de mosselen en de sheets voor de Solid Phase Passive Sampling SPS kunnen worden opgehangen. Rijkswaterstaat heeft tot 2017 hiervoor de constructie gebruikt die in figuur 1 is aangegeven.
Per uithanglocatie zijn minimaal 100 stuks levende mosselen nodig voor analyses.
Ter compensatie voor eventuele sterfte tot het tijdstip van uithangen, dienen in totaal extra mosselen te worden verzameld (± 150 exemplaren), zie B010 (5). Na de voorselectie worden op iedere locatie twee mosselmandjes uitgehangen met in elk 50 levende mosselen, zie B011 (6). Indien voor een ander project bv ‘scope for
Pagina 10 van 15
RWS INFORMATIE - | DEFINITIEF | Actieve monitoring chemische stoffen zoutwater mosselen 1989-2016 |
growth’ SFG-monsters extra mosselen nodig zijn dient hiervoor een derde mosselmandje met mosselen gebruikt te worden (70 mosselen). Deze
uithangperiode duurt 6 weken. De datum en tijd van uithangen en ophalen dient te worden geregistreerd. Tevens dient geregistreerd te worden hoeveel mosselen in deze periode zijn dood gegaan. Na de uithangperiode wordt per locatie alle 100 mosselen samengevoegd en maakt hier 1 mengmonster van voor verdere analyse op chemische contaminanten, zie B012 (7).
Opslag en transport van de monsters dient onder geconditioneerde omstandigheden plaats te vinden. Biota zijn direct na afsterven sterk onderhevig aan bederf en hiervoor dient dan ook maatregelen voor getroffen te worden.
Werkwijze tot 2017 Rijkswaterstaat:
“Direct na het ophalen van de uitgehangen mosselen moeten deze al op locatie strak verpakt worden zodat ze hun water niet kunnen verliezen en in diep gevroren toestand (maximaal -20°C) gebracht. Monster moet ingevroren worden met behulp van droogijs (vast CO2 -79°C) omdat het invriezen erg snel moet gebeuren. Het invriezen met een diepvries bij -20°C gebeurt te traag” (3).
Indien er als extra project mosselen worden gevraagd voor zogenaamde ‘scope for growth’-metingen (SFG) of metingen van ‘klepbewegingen’ dan dienen de mosselen levend aangeleverd te worden aan het laboratorium. De mosselen gekoeld
transporteren, zie B012 (7). Deze metingen worden uitgevoerd in speciale aquariumruimte van het laboratorium. Deze parameters kunnen vaak een indruk geven van de stress die de proefdieren in verontreinigde (veld)situaties ondergaan (8).
Figuur 1 constructie voor uithangen mosselen en SPS.
De korf bestaat uit twee mosselmandjes. Elk mosselmandje heeft 2 delen met 25 stuks levende mosselen. Totaal 100 levend mosselen.
Pagina 11 van 15
Meetlocaties
De mosselen worden in de nabijheid van de locatie Jacobahaven verzameld. Een deel van de mosselen wordt niet uitgehangen maar direct ingevroren voor verdere chemische analyse. De locatie fungeert daarmee als referentielocatie.
De meetlocaties voor uithangen mosselen staan gegeven in Tabel 2.
Tabel 2. Meetlocaties
Regio, Locatieomschrijving MS1 Locatiecode2 Coördinaten3 ZEELAND
Oosterschelde, Jacobahaven - JACBHVN 37.200 402.600 RD
Westerschelde, Vlissingen-boei-SSVH MS VLISSGBISSVH 28.280 381.900 RD Westerschelde, Hansweert-boei-OHMG MS HANSWBIOHMG 57.906 384.367 RD Grevelingenmeer, Bommenede-boei-GB2 MS BOMMNDBIGB2 57.533 417.077 RD Oosterschelde, Wissenkerke boei-7 MS WISSKKBI7 38.617 403.412 RD Oosterschelde, Yerseke boei-PK3 MS YERSKBIPK3 67.821 388.242 RD
NOORDZEE
Noordzee, Slijkgat-boei SG14 MS SLIJKGBISG14 003°59’19” 051°51’17” E50 NOORD-NEDERLAND
Waddenzee, Malzwin MS MALZN 122.343 556.360 RD
Waddenzee, Dantziggat MS DANTZGT 177.600 601.700 RD
1.5 Chemische analyses en biologische karakterisering
Per locatie worden alle levende mosselen bemonsterd in de lengteklasse zoals staat aangegeven in paragraaf 1.4.1. Het zachte weefsel wordt uit de schelpen gehaald waarna het aantal, gemiddelde gewicht en lengte per locatie wordt bijgehouden en gerapporteerd volgens voorschrift A1.307 (zie ook tabel 1) (9). Mosselschelpen die al open zijn of niet meer leven worden in de verdere opwerking niet meegenomen.
Per locatie wordt het mosselvlees gehomogeniseerd met een Büchi-Mixer (of een vergelijkbaar apparaat dat monsters kan homogeniseren zonder contaminatie van het monster). Van elke locatie wordt een deelmonster genomen waarin het gemiddeld asvrij drooggewicht, het percentage droge stof en het percentage gloeiverlies wordt bepaald volgens A1.088 (10). De rest van het mosselvlees wordt gevriesdroogd volgens voorschrift A1.034 (11). Het gevriesdroogde materiaal wordt vervolgens homogeen verdeeld in deelmonsters voor de verschillende analyses.
In Tabel 3 staan de componenten vermeld waarvan in de mosselen het gehalte bepaald dient te worden. Verwijzing van de overige voorschriften in de tabel:
A5.408 (12), A4.412 (13), A4.415 (14) , A5.422 (15), A5.652 (16), A3.002 (17), A3.004 (18), A3.020 (19).
1Monsterneming/meting vanaf: MS=meetschip, OE=oever, BO=boei
2Code conform DONAR: database van Rijkswaterstaat voor opslag van waterkwaliteits- en –kwantiteitsgegevens
3RD X Y: Rijks Driehoek (nulpunt Parijs) [m] E50 OL NB: Geografisch - HAYFORD ellipsoïde - ED50 [GGGMMSS]
Pagina 12 van 15
RWS INFORMATIE - | DEFINITIEF | Actieve monitoring chemische stoffen zoutwater mosselen 1989-2016 |
Tabel 3. Chemische analyses in mosselvlees; rapportagegrenzen ten opzichte van drooggewicht
Code DONAR Omschrijving CAS-RN Actuele
rapportagegrens
Aantal/
Voorschr ift Aantal mengmonsters
referentie: Blauwe mosselen 2
uitgehangen: Blauwe mosselen 8
totaal: = 10
Algemeen ACCMLTDR AANTL
Accumulatieduur (dagen ná inhangdatum4) Aantal
- -
1/24 dag 1 stuk
MM5 A1.307
GEM_GWT Gemiddeld gewicht - 0.1 g A1.307
GEM_LTE SD_LTE GEM_ADW
Gemiddelde lengte Standaarddeviatie lengte Gemiddeld asvrij drooggewicht
- - -
0.1 mm 0.1 mm 0.1 g
A1.307 A1.307 A1.307/
A1.088
%DS Droge stof NVT 0.1% A1.088
%GV Gloeiverlies (asvrij drooggewicht) NVT 0.1% A1.088
VET Vet NVT 0.005 g/kg A5.408
Metalen Ag Al As Ba Ca Cd Ce Co Cr Cs Cu Fe Ga Gd Ge Hg K La Li Mg Mn Mo Na Nd Ni Pb Pr
zilver aluminium arseen barium calcium cadmium cerium kobalt chroom cesium koper ijzer gallium gadolinium germanium kwik kalium lanthaan lithium magnesium mangaan molybdeen natrium neodymium nikkel lood
praseodymium
7440-22-4 7429-90-5 7440-38-2 7440-39-3 7440-70-2 7440-43-9 7440-45-1 7440-48-4 7440-47-3 7440-46-2 7440-50-8 7439-89-6 7440-55-3 7440-54-2 7440-56-4 7439-97-6 7440-09-7 7439-91-0 7439-93-2 7439-95-4 7439-96-5 7439-98-7 7440-23-5 7440-00-8 7440-02-0 7439-92-1 7440-10-0
0.01 mg/kg 0.5 g/kg 0.3 mg/kg 2 mg/kg 0.5 g/kg 0.2 mg/kg 0.4 mg/kg 0.3 mg/kg 0.9 mg/kg 0.07 mg/kg 0.3 mg/kg 0.25 g/kg 0.04 mg/kg 0.1 mg/kg 0.06 mg/kg 0.05 mg/kg 0.06 g/kg 0.2 mg/kg 0.2 mg/kg 0.07 g/kg 50 mg/kg 0.06 mg/kg 0.07 g/kg 0.2 mg/kg 0.5 mg/kg 2 mg/kg 0.03 mg/kg
A4.4126 A4.412 A4.412 A4.412 A4.412 A4.412 A4.412 A4.412 A4.412 A4.412 A4.412 A4.412 A4.412 A4.412 A4.412 A4.415 A4.412 A4.412 A4.412 A4.412 A4.412 A4.412 A4.412 A4.412 A4.412 A4.412 A4.412
4 Let op: de te rapporteren datum is de inhangdatum
5 Resultaat wordt geleverd door mobiel meten/bemonsteraar
6 Tot 2013 werd voorschrift A4.648 gebruikt
Pagina 13 van 15
Code DONAR Omschrijving CAS-RN Actuele
rapportagegrens
Aantal/
Voorschr ift Rb
Se Sn Sr Th Ti U V Y Zn
rubidium selenium tin strontium thorium titanium uranium vanadium yttrium zink
7440-17-7 7782-49-2 7440-31-5 7440-24-6 7440-29-1 7440-32-6 7440-61-1 7440-62-2 7440-65-5 7440-66-6
0.3 mg/kg 0.3 mg/kg 0.4 mg/kg 3 mg/kg 0.03 mg/kg 3 mg/kg 0.03 mg/kg 0.2 mg/kg 0.07 mg/kg 4 mg/kg
A4.412 A4.412 A4.412 A4.412 A4.412 A4.412 A4.412 A4.412 A4.412 A4.412 Polychloorbifenylen (PCB's)
PCB18 PCB28 PCB31 PCB44 PCB49 PCB52 PCB101 PCB105 PCB118 PCB138 PCB153 PCB170 PCB180 PCB187
2,2',5-trichloorbifenyl 2,4,4'-trichloorbifenyl 2,4',5-trichloorbifenyl 2,2',3,5'-tetrachloorbifenyl 2,2',4,5'-tetrachloorbifenyl 2,2',5,5'-tetrachloorbifenyl 2,2',4,5,5'-pentachloorbifenyl 2,2',3,4,5,5'-hexachloorbifenyl 2,3',4,4',5-pentachloorbifenyl 2,2',3,4,4',5'-hexachloorbifenyl 2,2',4,4',5,5'-hexachloorbifenyl 2,2',3,3',4,4',5-heptachloorbifenyl 2,2',3,4,4',5,5'-heptachloorbifenyl 2,2',3,4',5,5',6-heptachloorbifenyl
37680-65-2 7012-37-5 16606-02-3 41464-39-5 41464-40-8 35693-99-3 37680-73-2 32598-14-4 31508-00-6 35065-28-2 35065-27-1 35065-30-6 35065-29-3 52663-68-0
0.5 ug/kg 0.5 ug/kg 0.5 ug/kg 0.5 ug/kg 0.5 ug/kg 0.5 ug/kg 1 ug/kg 0.5 ug/kg 0.5 ug/kg 0.5 ug/kg 0.5 ug/kg 0.5 ug/kg 0.5 ug/kg 0.5 ug/kg
A5.422 A5.422 A5.422 A5.422 A5.422 A5.422 A5.422 A5.422 A5.422 A5.422 A5.422 A5.422 A5.422 A5.422 Organochloorbestrijdingsmiddelen (OCB's)
HCB hexachloorbenzeen 118-74-1 0.5 µg/kg A5.422
HxClbtDen hexachloorbutadieen 87-68-3 0.1 µg/kg A5.422
Organotinverbindingen
DC4ySn dibutyltin (als kation) 1002-53-5 3 µg/kg A5.652
TC4ySn tributyltin (als kation) 688-73-3 1 µg/kg A5.652
TFySn trifenyltin (als kation) 668-34-8 3 µg/kg A5.652
MC4ySn monobutyltin (als kation) 78763-54-9 3 µg/kg A5.652
MFySn monofenyltin (als kation) 2406-68-0 3 µg/kg A5.652
Radiochemische parameters
ALFA Alfa activiteit NVT 1 Bq/kg A3.002
BETA Beta activiteit NVT 1 Bq/kg A3.004
Ra226 K40 Ag110m Am241 Be7 Bi214 Co58 Co60
Radium 226 kalium 40 zilver 110m americium 241 beryllium 7 bismuth 214 kobalt 58 kobalt 60
13982-63-3 13966-00-2 378784-24-8 86954-36-1 13966-02-4 14733-03-0 13981-38-9 10198-40-0
1 Bq/kg 1 Bq/kg 1 Bq/kg 1 Bq/kg 1 Bq/kg 1 Bq/kg 1 Bq/kg 1 Bq/kg
A3.020 A3.020 A3.020 A3.020 A3.020 A3.020 A3.020 A3.020 A3.020
Pagina 14 van 15
RWS INFORMATIE - | DEFINITIEF | Actieve monitoring chemische stoffen zoutwater mosselen 1989-2016 |
Cs134 Cs137 I131 In111 Lu177 Mn54 Ru103 Ru106 Tl201 Tl208 Zn65 Pb210
cesium 134 cesium 137 jood 131 indium 111 Lutetium 177 mangaan 54 ruthenium 103 ruthenium 106 thallium 201 thallium 208 zink 65 lood 210
13967-70-9 10045-97-3 24267-56-9 15750-15-9 14265-75-9 13966-31-9 13968-53-1 13967-48-1
14913-50-9 13982-39-3 14255-04-0
1 Bq/kg 1 Bq/kg 1 Bq/kg 1 Bq/kg 1 Bq/kg 1 Bq/kg 1 Bq/kg 1 Bq/kg 1 Bq/kg 1 Bq/kg 1 Bq/kg 1 Bq/kg
A3.020 A3.020 A3.020 A3.020 A3.020 A3.020 A3.020 A3.020 A3.020 A3.020 A3.020 A3.020 A3.020 A3.020
Pagina 15 van 15
Bibliografie
1. Weijden van der, M.H. Functionele eisen monitoring MWTL chemie 2016, zoete en zoute Rijkswateren (werkversie). sl : RWS, 2015.
2. LOPW. [Online] [Citaat van: 01 08 2017.] http://vpr.intranet.rws.nl.
3. Weijden M.H. van der, Roos M. MWTL Meetplan 2016, Monitoring
Waterstaatkundige Toestand des Lands, Milieumeetnet Rijkswateren chemie en biologie. sl : RWS, 2015.
4. Weijden M.H. van der, Houben-Michalkova A. Monitoring chemische stoffen in mariene schelpdieren 2015 (concept). sl : RWS, 2015.
5. Groenewoud, H v/h (MT-TNO) en Akkerman, I (DGW). Biota - Voorschrift voor het samenstellen van mosselmonsters voor gebruik in het Actief Biologisch Monitoring Programma B010; RWS 1991. sl : RWS, 1991.
6. Groenewoud v/h (MT-TNO), H en Akkerman (DGW), I. Biota - Voorschrift voor het uithangen van mosselmonsters uit het Actief Biologisch Monitoring Programma (ABM) B011. sl : RWS, 1991.
7. —. Biota - Voorschrift voor het ophalen van mosselmonsters uit het Actief Biologisch Monitoring Programma (ABM) B012. sl : RWS, 1991.
8. TNO. Marien-biologisch onderzoek. 1987.
9. A1.307. Biota - Voorschrift voor het verkrijgen van homogenaten afkomstig van mosselen; intern kwaliteitsdocument RWS.
10. A1.088. Biota, sediment en zwevend stof - Bepaling van het droogrest en het gloeiverlies in gewichtsprocenten; intern kwaliteitsdocument RWS.
11. A1.034. Het vriesdrogen en homogeniseren van sediment en organismen t.b.v.
de analyse van anorganische en organische microverontreinigingen; intern kwaliteitsdocument RWS.
12. A5.408. Mosselen - De bepaling van het gehalte extraheerbaar vet; intern kwaliteitsdocument RWS.
13. A4.412. Sediment, zwevend stof en biota - Analyse van 56 elementen met ICP- MS na ontsluiting met salpeterzuur; intern kwaliteitsdocument RWS.
14. A4.415. Oppervlaktewater, zeewater, afvalwater en biota - Bepaling kwik met CV-ID-ICP-MS, intern kwaliteitsdocument RWS.
15. A5.422. Mosselen - Voorschrift voor de bepaling van enkele PCBs, HCB en HCBd m.b.v. gas chromatografie en massa detectie met elektron ionisatie (GC-MS- EI); intern kwaliteitsdocument RWS.
16. A5.652. Mosselen - Bepaling van de gehaltes aan butyl- en fenyltinverbindingen m.b.v. gas chromatografie en massadetectie met elektron ionisatie (GC-MS-EI);
intern kwaliteitsdocument RWS.
17. A3.002. Sediment en biota - Massieke totaal-alfa activiteitsconcentratie; intern kwaliteitsdocument RWS.
18. A3.004. Sediment en biota - Bepaling van massieke totaal-beta activiteitsconcentratie; intern kwaliteitsdocument RWS.
19. A3.020. Bepaling van gammastraling uitzendende nucliden; intern kwaliteitsdocument RWS.
20. Weijden M.H. van der, Houben-Michalkova A. Actieve monitoring chemische stoffen zoetwatermosselen 2015. sl : RWS, 2015.