• No results found

Oekraïne bestaat alleen in Siberië. Tom Kuiper Gerrit Post

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Oekraïne bestaat alleen in Siberië. Tom Kuiper Gerrit Post"

Copied!
19
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

1

Oekraïne bestaat alleen in Siberië

Tom Kuiper Gerrit Post

(2)

In 2004 gloeide in Oekraïne de Oranjerevolutie. Links

en rechts vonden elkaar in de hoop op een nieuwe, ge-

meenschappelijke toekomst. Vijf jaar later is die hoop

nagenoeg gedoofd. Oekraïne, een land dat sinds haar

ontstaan nooit een eenheid is geweest, blijkt nog steeds het

grensland tussen West- en Oost-Europa. Tom Kuiper en

Gerrit Post trokken vijf weken langs die grens, op zoek

naar verschillen in cultuur en identiteit, aan de hand van

twee families en drie generaties. Een reportage die laveert

tussen nationalisme en pragmatisme.

(3)

4

Elke ochtend geeft Helena haar dochtertje Dasha een blauw-wit vlaggetje mee naar de kindercrèche. Elke middag komt de kleine blonde weer thuis met een ander vlaggetje, een oranje. Van juf gekregen. Het is november 2004. De vlaggetjeswisseling is de voorbode van de Oranjerevolutie die aan het einde van de maand zal losbarsten.

Helena is kapster. Haar eigen kapsel is in twee kleuren geverfd. Blond bovenop, zwart aan de zijkant dat doorloopt naar achteren. Een zebrahemdje met roze bandjes omspant haar dunne lijf. Haar vingers dragen verschillende ringen.

Een kruisje bungelt aan een gouden kettinkje.

Ze woont in Luhansk, een stad in het oosten van Oekraïne met ruim 450.000 inwoners. Ze leeft bij haar ouders in het Sjevtsjenkokwartier, want haar eigen flat wordt gerenoveerd. Flats en verpauperde speelplaatsjes met van kleur verschoten schommels vormen de wijk. Het ontwijken van kuilen in de weg en loslopende honden is hier verheven tot kunst. De weg wordt gemarkeerd door half ingegraven autobanden in verschillende kleuren. Afval zwerft tussen het onkruid in de bermen. Een zelfaangelegd bloementuintje fleurt de uitgang van Helena’s tijdelijke onderkomen wat op. Vlakbij staan bankjes waar mensen regelmatig een praatje maken met elkaar.

Zes dagen per week werkt Helena in een van de betere kapsalons van de stad. De zaak zit in een frisse witte flat vlakbij een winkelcentrum Een verademing vergeleken

met de vele vervallen en grauwe gebouwen in de stad. Aan de hoofdstraat, een brede boulevard met aan beide zijden saaie winkelpanden, staat een beeld van een heilige. Het is een van de weinige religieuze symbolen in de stad. Op het centrale plein, even verderop, staan twee rijen borden met veel foto’s van Janoekovitjs’ Partiya Regioniv (Partij van de Regio’s). De partijleider is premier in 2004. Zijn politieke tegenstander Joetsjenko, voormalig directeur van de nationale bank, is leider van het oranje Nasja Ukrajina (Ons Oekraïne). De komende verkiezingsstrijd zal gaan tussen deze twee.

De politiek boeit Helena niet. Al tien jaar doen de leiders van het land niets aan haar beroerde situatie. De rijken maakten handig gebruik van de onafhankelijkheid in 1991 om hun eigen vermogens nog wat op te krikken.

De burgers kregen salarissen af en toe in wodka uitbetaald. En de corruptie is verweven door heel de samenleving.

Begin november 2004 begint een van Helena’s klanten over de presidentsverkiezingen. De eerste ronde is net geweest. De Europagezinde Joetsjenko won met een nipte voorsprong van de Russisch gezinde premier Janoekovitsj. Maar hij heeft niet genoeg stemmen om direct president te worden, waardoor een tweede ronde nodig is. Die gaat er om spannen. Het raakt Helena. Er staat wat te gebeuren. Dat voelt ze. Ze begint het nieuws te volgen en te lezen over politiek. En zij niet alleen. De gesprekken in de kapsalon met de klanten veranderen. Geen kleding en mode meer.

“Janoekovitsj heeft gewonnen.” Een officier vertelt het nieuws in de kapsalon. Gejuich klinkt.

“Net de finale van de UEFA-cup”, zegt Helena. Maar de officier tempert de vreugde. “Joetsjenko zal uiteindelijk president worden”, voorspelt hij.

Hij krijgt gelijk want eind november bericht het journaal dat de verkiezingen gefraudeerd zijn en Joetsjenko nieuwe verkiezingen wil. Iedereen reageert geschokt. Niemand gelooft het. Ook Helena niet. Bijna iedereen met wie ze praat is immers voor Janoekovitsj?

Er staat wat te gebeuren.

Dat voelt ze.

Oost

Helena en haar dochtertje Dasha.

Zo’n duizend kilometer westwaarts ligt L’viv, aan de andere kant van het land. Grauwe flats staan hier alleen in de buitenwijken. Religieuze symbolen zijn overal. Verschillende kerkgebouwen domineren het stadsbeeld en in elke auto, huiskamer of bus hangt wel een icoon. Het centrum van de stad met circa 700.000 inwoners wemelt van barok, renaissance en Weense stijl, een vage herinnering aan een glorieus verleden. Nu brokkelen de gebouwen af, soms letterlijk. Gele marshrutka’s (kleine bussen) kleuren het stadsbeeld. Zij zijn er niet veel beter aan toe. Op de brede hoofdstraat ‘Laan van de Vrijheid’ schaken oude mannen op de middenberm. Omringd door aangenaam schaduwgevende bomen, mondt de groenstrook uit in een groot plein met het kunststukje van de stad. Het operahuis.

Oksana (22) woont met haar zus, ouders en grootmoeder in een huisje aan de rand van de stad.

Een oude tram brengt haar piepend, krakend en hobbelend naar de buitenwijk. De wandeling naar huis eindigt zoals bijna alle routes het centrum uit. Het asfalt houdt op, een zandpad vol kuilen en stenen begint. Een kakofonie van blaffende honden begeleidt haar tot ze een veelkleurige bloementuin instapt. Binnen staat de tv aan. De hele dag, want de familie volgt nauwlettend de gebeurtenissen in hoofdstad Kiev.

Alle gezinsleden zijn vurig aanhanger van Joetsjenko. Hij is voor Europa en tegen corruptie.

Be a Kozak! schreeuwt een tegeltje naast de computer, verwijzend naar de Kozakken die veel Oekraïeners beschouwen als hun culturele voorouders. De televisie laat zien hoe Kiev verandert in een strijddecor zonder fysiek geweld. Oksana is opgewonden. Ze heeft een smal bleek gezicht met jukbeenderen. Haar lange donkere haar hangt los over haar schouders. “Ik weet zeker dat er grote veranderingen gaan komen in ons land. Vandaag verdwijnt de corruptie, morgen krijgen we betere salarissen en overmorgen zijn we lid van Europa.” Ze wil er bij zijn. Ze moet er bij zijn!

Samen met pa, zus en wat vrienden stapt ze op de trein naar de hoofdstad in het midden van het land. Gratis, omdat het revolutie is.

In Kiev is het ijzig koud. Mutsen, wanten en dikke kleren moeten hen warm houden. Toch dringt de kou langzaam door de dikke kleren tot het lichaam helemaal verkleumt. Het weegt niet op tegen de overwinningsroes die heerst in de straten. Mensen delen eten uit. Overal zijn slaapplekken,

tot in de bibliotheek toe. Inwoners bieden wildvreemden een slaapplek aan. Oksana slaapt bij een oude vriend van haar vader. En waar mensen geen bed kunnen vinden, is er altijd nog plek op de camping die midden op Maidan is gebouwd, het centrale plein van Kiev. Sneeuw bedekt de koepeltentjes.

Vijf jaar geleden was Oekraïne ineens wereldnieuws. Tienduizenden mensen trokken richting hoofdstad Kiev om te protesteren tegen fraude bij de landelijke verkiezingen. Ze eisten een politiek die iets voor hen doet en geen geld in eigen zak steekt. Die Oranjerevolutie bracht de verborgen verschillen tussen het oostelijk en het westelijk deel van het land aan het licht, want over hoe het nu verder moest bleek iedereen anders te denken. Tegelijk zorgde de revolutie ervoor dat oost en west eindelijk met elkaar in contact kwamen.

Die verschillen dateren van lang geleden. Want Oekraïne is sinds de Middeleeuwen nooit één geweest. Het westen hoorde bij Midden-Europa, het oosten bij Rusland. Pas in het Sovjettijdperk worden ze samengevoegd. De communisten creëerden

een uniform geheel, maar onder de oppervlakte bleven de tegenstellingen sudderen. Na de val van de Sovjet-Unie werd het land onafhankelijk. Voor het eerst waren west en oost geheel op elkaar aangewezen. Journaliste Anna Reid citeert in

haar Borderland, a journey trough the history of Ukraine een officier die treffend de verschillende verwachtingen uitspreekt. “In het westen zei men: ‘mooi, we zijn onafhankelijk. Alles gaat veranderen!’ In het oosten zei men: ‘mooi, we zijn onafhankelijk. Alles blijft hetzelfde.’”

Het contrast in toekomstvisie is springlevend, ontdekten we tijdens onze rondreis. En het vertrouwen in de politiek is tot een dieptepunt gezakt. We bezochten twee families, beide etnisch Oekraïens. De ene in L’viv, een stad in het westen dichtbij Polen. Een bedankje in het Russisch wordt daar beantwoord met een Oekraïense belediging. De andere woont in Luhansk. Een plaats op dertig kilometer van de Russische grens, waar Russisch de voertaal is. Hoe kijken deze families terug op de Sovjettijd, de plotselinge onafhankelijkheid en de Oranjerevolutie? En hoe zien ze de toekomst van hun land? Of bestaat het echte Oekraïne alleen maar in de verbeelding?

Onder de oppervlakte bleven de tegenstellingen

sudderen.

West

(4)

Natalia Stahur

Kateryna

Oksana Natalia

Ivan Maria

Slava Zanovij

Maria

Gennadiy Olga

Yulia Helena

(5)

8

Ze kan niet veel meenemen. Hooguit een paar kledingstukken; een jurk, wat ondergoed en dikke sokken. De andere spullen gaan allemaal in een grote houten kast, die ze begraven in de grond. “Als we straks weer naar huis mogen, graven we hem op en heb jij je spulletjes weer, Kateryna.”

Kateryna is de oma van Oksana die tijdens de Oranjerevolutie met haar familie op de trein naar Kiev stapte. Ze is tien jaar oud als haar familie hun huis moet verlaten en wordt weggevoerd uit Kryvytsi, een Oekraïens grensdorp. Ze komt terecht in de buurt van L’viv, uitgeput en onzeker.

Niemand weet precies waar ze zijn. Kateryna en haar familie krijgen een plek toegewezen in een open, drassig veld. Daar mogen ze een maand wonen. Zonder tenten, zonder iets.

Niet al haar zes broers en zussen gaan mee. Eén zus vertrekt naar Duitsland en een broer duikt onder in de bossen om als Partizaan te vechten tegen de Sovjetstrijders. Wanneer de meeste Oekraïeners weg zijn uit Kryvytsi, komt de broer van Kateryna terug in het dorp. Hij wil de herinneringen aan zijn weggevoerde familie opgraven. Maar de houten kast is weg.

Gedesillusioneerd staat hij op het punt zijn oude dorp te verlaten. Op de terugweg ziet hij tot zijn verrassing iemand met een trui van zijn vader. De man beweert hem gekregen te hebben.

Gelukkig geeft de man hem terug als de broer daarom vraagt.

In het kamp mijmert Kateryna over wat er gebeurd zou zijn als niet de Sovjets, maar de nazi’s de baas waren geworden in hun land. Want de Duitsers waren veel leuker. Ze hadden hen als helden binnengehaald in het dorp waar ze woonde. Zij zagen er goed uit; droegen nette uniformeren, gedroegen zich beleefd en deelden snoep uit. Maar die Sovjets, dat waren nare mannen.

Viezeriken met kapotte kleren.

In Kateryna’s tienerjaren krijgt haar familie toestemming van de Sovjets om zich in een dorpje vlakbij L’viv te vestigen. Er is niet veel werk. Dat maakt het leven moeilijk. Kateryna vindt uiteindelijk een baantje bij een katoenfabriek. Ook vader vindt werk, zodat de familie stapje voor stapje een nieuwe toekomst kan opbouwen.

Maar het onbegrip over de situatie blijft aan Kateryna knagen: Waarom zijn Stalins maatregelen zo drastisch? De Sovjetleider laat er geen onduidelijkheden over bestaan. Nationalistische Oekraïeners zijn een gevaar omdat zij niet volledig gaan voor een sterke Sovjetstaat. Maar ze betalen een hoge prijs voor hun gedachtegoed.

Schijnproces

De andere opa van Oksana, Ivan Stahur, weet daar over mee te praten. Hij woont ook in het westen. In Zapityv, vlakbij L’viv. Normaal heeft hij een olijk gezicht en een vriendelijke lach.

Maar als hij vertelt over zijn gedwongen verhuizing naar Siberië krijgt hij een felle blik in zijn ogen. Met handgebaren legt hij uit dat de Sovjets een duidelijk plan hadden om de Oekraïeners monddood te maken. “Je haalt gewoon de mondige , intelligente mensen eruit en die transporteer je naar een werkkamp. Weg zijn de leiders. Weg het nationalisme”

De geuren van de typisch Oekraïense gerechten holodec en borsjt vullen de kamer. Ivan drinkt er graag een glaasje wodka bij. Het huis van de familie Stahur in het dorpje Zapytiv, even buiten L’viv, is ruim en heeft verschillende vertrekken. Buiten scharrelen kippen rond. Op deze zondag is de hele familie samengekomen. Ze luisteren naar Ivan die vertelt over Siberië. “Je moet sterk zijn om in het koude land te overleven. Soms is het wel zestig graden onder nul.” Ivan werkt als chauffeur. Hij vervoert steenkool. Een andere carrière dan wat Ivan Stahur in zijn hoofd had. “Ik Een Partizaan is iemand die binnen een verzetsbewging strijdt voor een doorgaans

politiek of nationalistisch belang. Omdat zijn inspanningen vaak gericht zijn op het verwijderen van de zittende macht, wordt hij vaak vergeleken met een guerrillastrijder.

Ten tijde van de Tweede Wereldoorlog werden bijna een half miljoen in Polen woonachtige Oekraïeners gedeporteerd. Ze moesten een nieuw leven opbouwen in de Oekraïne, wat toentertijd een landstreek van de Sovjet-Unie was. Dit op basis van een verdrag tussen de Sovjet-Unie en Polen om het Oekraïense verzet te breken.

West

werkte eerst als wiskundige op de universiteit van L’viv. Daar had ik gestudeerd en kon ik nog

jaren blijven.”

De Sovjets besluiten anders. Ze pakken Ivan op als hij 21 is. “De Sovjets wisten dat ik, net als mijn vader, patriottische ideeën had. Ik had een brief geschreven aan een vriend waarin ik negatief sprak over Stalin. Die lekte uit.” Daarna is het een kwestie van wachten. Het is niet de vraag óf Ivan opgepakt wordt, maar eerder wanneer.

“Natuurlijk wilden ze me al langer oppakken vanwege mijn ideeën”, zegt Ivan. “Maar doordat ik niets verkeerd deed, hadden ze geen reden.” In mei ’47 gebeurt het toch. Een secretaris van de universiteit vraagt Ivan of hij een brief naar de bank wil brengen. De brief komt nooit aan.

Vlakbij de bank pakken twee agenten in burger Ivan op.

Nog altijd wordt hij woedend als hij denkt aan dat moment. “Alles was van tevoren opgezet. En achteraf bleek dat mijn arrestatie bedoeld was om mensen af te schrikken. Ik behoorde tot de eerste lichting. Later volgden nog heel veel Oekraïeners.” Veel kwamen eerst op het bureau van de geheime politie. Ivan bewaart slechte herinneringen aan dat gebouw. Hij wordt geslagen en uitgehoord.

Een aantal maanden wacht hij in een gevangenis vlakbij L´viv op de uitspraak van de rechtbank.

“Ook die stond al lang vast. Het was een schijnproces.” De straf luidt: acht jaar Siberië. Ivan is opgelucht dat hij eindelijk uit de gevangenis kan. Nadat hij berecht is, komt hij in een huis van bewaring waar mensen wachten op hun transport. Tot zijn verbijstering komt hij daar zijn vader tegen.

De nazi’s werden als helden binnengehaald

In de Sovjet-Unie waren privéboerderijen verboden. Boeren werkten op een grote staatsboerderij, een kolchoz. De boerderij stond jaarlijks een percentage af aan de staat. Werknemers kregen een deel van de opbrengst.

Kateryna met haar kleindochters Oksana (links) en Natalia (rechts).

(6)

“Vader zat daar omdat hij geen belasting had betaald aan de kolchoz. Hij had namelijk veel land en wilde dat niet afstaan aan de massaboerderijen”, zegt Ivan. Op dat moment wordt de deportatie van Oekraïeners steeds willekeuriger. Soms zelfs zonder reden. Ivan hoort van vrienden dat uit hun dorp zomaar honderd man zijn afgevoerd. Dat lijkt steeds vaker te gebeuren.

Het transport naar Siberië duurt lang. Ivan moet afscheid nemen van zijn vader. Die vertrekt naar het noorden van Siberië. Ivan komt in de buurt van Jakoetsk. “Dat was een pittige tijd; we leefden in een barak en moesten zwaar werk doen. Maar het landschap was heel mooi.” Na de dood van Stalin in 1953 wordt het makkelijker om te reizen. Ivan vindt zijn vrouw in Siberië.

“Ik had gehoord dat er een meisje uit mijn vroegere dorp in Jakoetsk zat. Ze was Oekraïense en ideologisch gezien uit het juiste hout gesneden. Daarom ging ik er heen en vroeg ik haar ten huwelijk.” Ivan lacht. “Dat klinkt nu heel vreemd, maar toen was het heel normaal hoor.”

In 1961 keert Ivan terug naar L’viv in Oekraïne. Samen met zijn vrouw en zoon Zanovij, die inmiddels geboren is. “Officieel was het verboden om weer naar Oekraïne te gaan. Maar de controle hierop was minder scherp dan voorheen.” Het gezin treft een chaos aan in hun oude dorp. “Vóór onze deportatie waren we een welvarende familie. We hadden land, waren relatief rijk en verkeerden in een hoog sociaal milieu. Alles moesten we weer vanaf de grond opbouwen.

Alleen ons huis stond er nog.”

Het westen van Oekraïne heeft geleden onder Stalin. Veel westerlingen waren nationalistische Oekraïeners. Ze hadden andere ideeën over hun land dan Stalin had. De Sovjetleider nam daarom allerlei maatregelen tegen de westerse Oekraïeners, zoals gedwongen deportaties naar Siberië. Zo voorkwam hij dat de nationalisten een machtig blok konden vormen tegen de Sovjet-Unie.

Uit een boekenkast haalt Ivan Stahur een boekje over de deportaties. Hij slaat de laatste bladzijde open waar een tabelletje is getekend met cijfers over de deportatie van inwoners van Zapytiv naar Siberië. Twintig procent van de bevolking verdween, blijkt uit de cijfers.

In 1947 worden bijvoorbeeld 74 mensen gedeporteerd. Daarvan zien 49 Oekraïne terug.

Ivan Stahur: “Siberië was een pittige tijd”.

De familie Stahur in Siberië. Op de eerste rij de vierde van links Ivan Stahur.

Daarnaast zijn vrouw Maria en zijn vader en moeder.

Boven: De jonge Zanovij speelt op de accordeon.

Onder: Zanovij en zijn zus Nadia terug in Oekraïne.

(7)

12

Het is altijd druk op het centrale plein Rynok.

De Europese invloeden zijn overal te zien. Hier het Operahuis, gebouwd in Weense stijl.

Kerktorens sieren de skyline van L’viv.

L´viv -

Львів

Schakende mannen aan de Boulevard van de Vrijheid (Prospekt Svobody).

(8)

Lenins Manifest

Gennadiy Gorodischer, de vader van kapster Helena uit het oosten, vertrekt in 1973 vrijwillig naar Siberië. In tegenstelling tot de familie Stahur die gedwongen verhuist. Gennadiy heeft het prima naar zijn zin in het barre land, vertelt hij. Sterker nog, als hij niet terug moest voor zijn ouders, was hij er blijven wonen. Zo gek was het daar niet.

De man is klein en pezig. Als hij iets moet lezen, zet hij een grote jaren ’60 bril op. Rustig staat hij op de drukbezochtste plek van zijn huis, de rookplaats op het balkon. Hij kijkt naar kinderen die op het bankje voor de flat spelen.

Gennadiy heeft een grote zelfbeheersing. Zijn manier van wodka drinken illustreert dat. Twee glazen houdt hij in zijn hand.

Een longdrinkglas met

compot (een fruitdrank) en een klein borrelglaasje wodka. Hij kijkt naar allebei, net of hij zich even concentreert. Dan giet hij langzaam maar gelijkmatig de wodka naar binnen. Even later volgt een slok compot. Hij kent zijn grens want enkele

Geld is het probleem niet voor Gennadiy. De moeilijkheid zit hem in het vinden van de

juiste winkel.

Oost

dagen later, na het ontbijt, stopt hij ineens halverwege een glaasje vuurwater. Hij kruist zijn armen. “Genoeg.”

Tijdens de Tweede Wereldoorlog is Gennadiy’s vader officier in het Sovjetleger. Na de oorlog wordt hij gestationeerd in Riga, de hoofdstad van Letland. Daar wordt Gennadiy geboren. Voor hem is Letland zijn moederland. Daarom voelt het vreemd wanneer hij op zijn zesde ‘terug’ naar Oekraïne gaat. Hij ervaart geen groot verschil omdat beide landen bij de USSR horen. Maar de belangrijkste reden waarom hij het niet erg vindt, om terug te gaan is omdat zijn familie in Oekraïne woont.

Na een onbezorgde jeugd, de middelbare school en een baantje bij een metaalfabriek gaat Gennadiy op zijn achttiende het leger in. Na een half jaar training plaatst het leger hem in Kazachstan. Daar zit het ruimtevaartprogramma van de Sovjet-Unie. Ooit zette hij zijn handtekening onder een zwijgbelofte. Principieel als hij is houdt hij zich daar nog steeds aan. Hij vertelt niets.

De trainingsperiode vindt hij in het begin moeilijk. Eenmaal gewend, gaat het beter. Hij krijgt fysieke oefeningen maar ook politieke lessen over bijvoorbeeld Lenins manifest. Gennadiy is van jongs af opgevoed met patriottische ideeën over de USSR. Net als veel van zijn leeftijdsgenoten, wil hij graag het leger in om zijn land te dienen.

Na de oorlog komt Gennadiy terug in Oekraïne. Hij gaat werken als bouwvakker. Op meer dan honderd meter hoogte schroeft hij balken aan elkaar.

In de regio rond Luhansk is veel industrie. Omdat de arbeiders in de Sovjet-Unie in hoog aanzien staan, krijgt de regio voorrang bij de aanlevering van eten en spullen. Aan voedsel en standaard sovjetkleren en –apparatuur geen gebrek. Maar dat is eentonig en niet altijd van even goede kwaliteit. “Iedereen wil toch iets unieks”, zegt Gennadiy. En dan komt het aan op contacten.

Volgens Gennadiy zijn Poolse schoenen bijvoorbeeld het beste. Maar door de moeizame relatie met de rest van de wereld is er niet veel handelsverkeer mogelijk. Voor schoenen stapt Gennadiy dan ook op de trein naar Moskou. “Geld is het probleem niet, de moeilijkheid zit hem in het vinden van de juiste winkel.”

Min zestig

Begin jaren zeventig vertrekt Gennadiy naar Siberië. Daar valt geld te verdienen en het staat goed op je cv. Ook kun je vijf jaar eerder met pensioen, als je daar minimaal twaalf jaar werkt. Het is wel koud. Maar gelukkig staat er geen wind. Anders zou het helemaal koud aanvoelen. Met warme kleren is het goed te doen.

In de regio Yakutia is niet veel te beleven. Daarom werkt Gennadiy veel. In een diamantfabriek en in de bouw. De stad heeft één restaurant en één bioscoop. ’s Zomers is het prachtig weer, tot veertig graden boven nul. Gennadiy houdt van zwemmen in de rivier. In de spaarzame vrije tijd kijkt hij tv of leest hij boeken, liefst geschiedenis. Hij volgt de Koude Oorlog, maar maakt zich geen zorgen. Twee weldenkende grootmachten komen hier toch wel uit?

In 1975 gaat hij een half jaar met vakantie naar Oekraïne. Daar valt hem plotseling het kleine zusje van zijn beste vriend op, Olga. Ze is volwassen geworden en inmiddels afgestudeerd aan de Politechnische Universiteit als constructeur. Hij wordt verliefd en na een half jaar vertrekken ze naar Siberië. Getrouwd en in verwachting van hun eerste kind.

Het oosten had het relatief goed.

Ze raakten gewend aan het feit dat de Sovjetoverheid alles regelde en ze namen daar genoegen mee. De russificatie van Oekraïne is dan ook beter geslaagd in het oosten dan in het westen.

(9)

16

Oude stempel

In het westen beweert Zanovij een echte Oekraïener te zijn. “Omdat ik, zoals veel landgenoten, in Siberië geboren ben.” Hij is de zoon van Ivan Stahur, die gedwongen het barre land moest opzoeken. Nationalistische Oekraïners stonden boven aan de lijst bij de deportaties. Hun kinderen zijn dan ook echte Oekraïners. Juist omdat ze in Siberië zijn geboren, vindt Zanovij.

Zanovij zit aan tafel in zijn huis in de buitenwijken in L’viv. Zijn dochter Oksana stapt vanuit de bloementuin het huis binnen. Buiten blaft de hond. De geboren Siberiër oogt nonchalant.

“Het is ongelooflijk dat hij zoveel vertelt”, zegt dochter Natalia na één van onze gesprekken.

“Normaal spreekt hij bijna nooit met onbekenden. Nu spreekt hij over diepe zaken: zijn liefde voor Oekraïne, zijn motivaties, zijn ergernissen. Zelfs wij hoorden veel nieuwe dingen.”

Hij heeft maar een paar herinneringen aan het land van de Goelag. “Veel sneeuw.” Hij was vier toen zijn vader met zijn gezin per trein terugkeerde naar Oekraïne. “Ik kon mijn speelgoedpistool niet vinden, toen we onze koffers uitpakten.”

Net als vader Ivan, is Zanovij een intelligente man. Hij studeert wiskunde en haalt een rood diploma, wat in Europa gelijkstaat aan cum laude afstuderen. Hij spreekt uitmuntend Russisch en goed Pools, net als de meeste west-Oekraïeners. Zanovij’s vrouw en kinderen zorgen altijd voor het eten. Hij zit achter de computer of kijkt televisie met een glaasje cognac erbij. Een man van de oude stempel. “Küchen, kinder und kirche”, zegt hij met een knipoog. Dat is volgens hem de rol van de vrouw.

In zijn jeugd bezoekt Zanovij de basisschool in Zapativ, het dorp waar zijn ouders gingen wonen na hun terugkeer. Zijn vader geeft hem de nodige nationalistische bagage mee, zoals de Oekraïense taal. Dat gold ook voor veel van zijn vriendjes, maar met een aantal klasgenoten sprak hij Russisch. “Dat had ik in Siberië geleerd.” Zanovij ontwikkelt een passie voor boeken, films en poëzie op de universiteit. Hij koopt vooral materiaal van Oekraïense makelij. Dat vindt hij het mooiste. Ook luistert hij veel naar Slowaakse folkmuziek. Dat is nauw verwant aan het Oekraïens.

Op de universiteit in L’viv leert hij Slava kennen. Hij weet dat haar vader en moeder erg patriottisch zijn. Dat bevalt hem. Hij vindt Slava een krachtige vrouw, vooral omdat ze Oekraïens spreekt op bijeenkomsten van de Komsomol. Op een zaterdagavond trekt Zanovij de stoute schoenen aan en gaat naar de bioscoop waar Slava werkt als kaartjesverkoopster. “Ik vroeg haar: mag ik twee kaartjes?”, lacht Zanovij. “Zij antwoordde: ‘maar je bent maar in je eentje’. Nee hoor, zei ik. Als jij met me meegaat, zijn we met zijn tweeën.” Zo bekijken ze hun eerst film samen. In het Russisch, want Oekraïens is op dat moment officieel niet toegestaan.

West

Zanovij - de rechter van de onderste drie - studeert wiskunde op de Polytechnical University in L´viv.

‘Dood de Duitser’

In oost-Oekraine heeft Maria Litvinova Fiodorovna totaal geen moeite met de Russische taal. Ze is de schoonmoeder van Gennadiy, die zo kalm zijn wodka drinkt. Maria is Russin. Ze is in 1929 in de provincie Orjol in het zuidwesten van Rusland geboren. Op haar vierde verhuist ze naar Luhansk in Oekraïne, dat bij de Sovjet-Unie hoort.

Ze woont in een klein huisje net buiten Luhansk. In een blauwe ochtendjas met ankers, zeepaardjes en stuurwielen zit ze op haar bed. In de hoek staan foto’s. Van haar oudste zoon die enkele jaren geleden overleed. En van haarzelf in jonge jaren. Beeldschoon. De ouderdom is van haar gezicht af te lezen, maar haar haren zijn nog altijd keurig gekapt met een permanentje erin. Hoe kan het ook anders, ze is vroeger kapster geweest. “Net een dynastie”, grapt ze. Want ook haar dochter Olga en kleindochter Helena pakten het beroep op.

Dat ze kapster is geweest, noemt ze een van de grote voordelen van de Sovjet Unie. Door de cursussen kon ze zich tijdens haar werk omscholen. Iedereen had recht op werk en de mogelijkheden van omscholing. Als je hard werkte, had je een goed salaris en goede carrièremogelijkheden.

“Dat is vandaag wel anders”, klaagt ze. Nu word je alleen geholpen als je geld hebt. Anders krijg je geen medicijnen, geen toegang tot een opleiding en luistert niemand naar je klachten.

Tijdens de Tweede Wereldoorlog gaan haar vader en broer richting het front. Beiden komen om.

“Jongens werd gewoon een geweer in de handen geduwd met de opdracht ‘dood de Duitser’.

Daarom stierven er zoveel tegen de goed getrainde Duitsers.” Met angst als grootste herinnering aan de oorlog blijft Maria alleen over met haar zieke moeder. Ze gaat werken op de fabriek van de Oktoberrevolutie om geld te verdienen. Studeren zit er niet in.

In die tijd ontmoet ze haar man. Ook hij vraagt haar mee naar de film. Ze trouwt als ze 19 is. Samen bouwen ze een huis met behulp van een staatslening. Daar woont ze nog steeds.

Ze verdienen samen zo’n 700 roebel, een gemiddeld salaris en genoeg om het nodige eten en voldoende kleren te kopen. Ze krijgen twee kinderen.

Pas vanaf 1968 wordt het leven makkelijker. De lening is terugbetaald.

Haar man is inmiddels lasser en zij heeft de afgelopen tien jaar een goede reputatie als kapster opgebouwd.

Vanaf nu gaan ze elk jaar op vakantie.

Naar Hongarije, Bulgarije maar meestal in eigen land naar de Zwarte Zee. Verder weg is niet mogelijk omdat alleen bevriende landen van de Sovjet Unie een optie zijn.

Toch heeft het leven in de Sovjet- Unie een keerzijde, vindt Maria. Ze krijgt al jong ingeprent dat ze haar mond moet houden. Waarom dat is,

blijkt als haar oom tegen vrienden vertelt dat hij het niet eens is met de manier waarop hij betaald krijgt op de Kolchoz. Een van hen moet die opmerking hebben doorgespeeld, want een paar dagen later wordt Maria’s oom opgepakt. “Die hebben we nooit meer teruggezien.”

Een tweede nadeel is dat de kerk verboden is. Voor Maria is geloof erg belangrijk. “Al mijn kinderen heb ik opgevoed als christenen.” Elk mens vraagt God om hulp in moeilijke tijden, denkt ze. Haar man heeft dat van dichtbij

ervaren. In de oorlog lag hij in een loopgraaf.

Hij bad tot God om hulp. De man links ging dood, de rechter raakte gewond. Zelf had hij niets. Maria gaat ondanks het verbod op de

kerk dan ook gewoon door met bidden. “De staat wil het geloof ruïneren, maar ze vernietigt alleen de gebouwen. Harten en zielen raken gewond, maar mensen blijven geloven.”

Oost

“Jongens werd gewoon een geweer in de handen geduwd met de opdracht

‘dood de Duitser’.”

Maria Fiodorovna en haar inmiddels overleden echtgenoot.

(10)

Oekraïne is een orthodox-christelijk land. Het land kent vier kerken.

De orthodoxe kerk onder de patriarch van Moskou, de orthodoxe kerk onder patriarch van Kiev, de autosephale kerk die na de eerste wereldoorlog werd opgericht. Als laatste is er de Griek-katholieke kerk, ook wel Oekraïens-katholiek genoemd. Zij valt officieel onder de paus in Rome maar gebruikt de orthodoxe riten en gebruiken. Daarnaast zijn er kleine gemeenschappen van baptisten en gereformeerden. Zowel de Oekraiens-Katholieke kerk als de autocephale kerk zijn nationalistisch.

Twee vrouwen krabben het kaarsvet van de standaard. De meeste mensen in Oekraine zijn Orthodox.

(11)

20

De Komsomol was een communistische jongerenorganisatie. Op haar hoogtepunt in de jaren ’70 waren tientallen miljoenen jongeren lid.

De organisatie wilde jongeren tot goede Sovjetburgers vormen. Leden die uit de beweging gezet werden, konden hun carrière wel vergeten.

West

Oost

“Gorbatsjov schilderde ons een prachtig schilderij van een

gelukkig leven voor.”

Illegale doopdienst

In het westen is religie wezenlijk onderdeel van het stadsbeeld. Iconen van heiligen hangen in elk huis en in elke auto. Zelfs op de Hoverla, de hoogste berg in het zuidwesten van het land, staat een kruis. Hij is hoger dan de drietand, het officiële symbool van Oekraine, dat ernaast staat. Voor Slava, de dochter van Kateryna uit het westen, betekent het geloof inmiddels veel. Dat is te zien in haar huis. Overal hangen iconen op prominente plekken. Haar echtgenoot Zanovij, en haar dochters Oksana en Natalia gaan twee keer per zondag naar de Grieks-katholieke kerk. Hoewel de meeste Oekraïeners zich christelijk noemen, is een bezoekje aan de kerk niet een kwestie van

‘dat doen we elke week’. De meesten houden het bij de feestdagen.

Net als haar moeder Kateryna is Slava een rustige vrouw. Ze luistert liever dan dat ze praat. Ze heeft donker haar tot op haar schouders en een serieuze blik in haar ogen. Af en toe loopt ze naar de keuken, om samen met haar dochters wat eten en drinken te halen.

Vroeger kon het Slava niet veel schelen. Ze groeide op zonder zich af te vragen hoe het was om een kerk te bezoeken. Niemand ging, omdat het verboden was.

Als ik zou gaan, werd ik uit de Komsomol gezet.

Alleen oude vrouwtjes zoals haar oma gingen. “Die

hadden niets meer te verliezen.” Doop- en trouwdiensten werden in het geheim gehouden. “Ook ik ben ergens in een flat gedoopt door een priester.”

Prachtig schilderij

Ondanks de vrijheid verlangen veel mensen in het Oosten terug naar de Sovjet-Unie. Tijdens de treinreis van Kiev naar Luhansk, zegt onze coupégenoot in zijn hart een Sovjetburger te zijn.

Veelgehoorde kreet in Luhansk: ‘What are you doing in the most boring place in the world?’ Veel jongeren vermaken zichzelf op straat.

Ook Maria Litvinova Fiodorovna verlangt terug naar het communistische imperium. “Je moest oppassen met wat je zei. Toch voelde ik me vrijer dan nu”, zegt ze in haar blauwe duster met zeefiguren. “Wat is het voordeel van vrijheid als niemand naar je luistert?”

De ellende begon volgens haar met de Perestrojka, de hervormingspolitiek van Gorbatsjov (zie kader). Mensen mochten ineens zeggen wat ze wilden. Maar dat heeft uiteindelijk nergens toe geleid. Ze vindt het land vandaag een grote chaos. Als ze klachten heeft, weet ze niet waar ze naar toe moet gaan. Nee, tijdens de Sovjet-Unie was het makkelijker. Toen kwam de overheid tenminste nog op voor haar rechten. Ze wist wat ze moest doen, dat ze een toekomst had en dat haar kinderen goed terecht zouden komen.

In de laatste periode van de Sovjet-Unie, in de jaren tachtig, werden grote veranderingen aangekondigd. “Gorbatsjov schilderde ons een prachtig schilderij van een gelukkig leven voor.

Maar zijn beloftes gingen in rook op.” Maria noemt de kinderopvang. Te oud en nodig aan een opknapbeurt toe. Alles werd weggehaald. Maar in plaats van het beloofde nieuwe meubilair en speelgoed, kwam er niets. Maria zucht. Niemand wist hoe het kapitalisme moest worden opgebouwd. Dat is volgens haar de reden waarom de kinderopvang leeg bleef. Er stond niemand op die zei: ´zo gaan we het doen´. Het moest van privé-initiatieven komen, en die bleven uit.

De instorting

Haar dochter Olga vindt de scheuring van de Sovjet-Unie ook verschrikkelijk. De vrouw van Gennadiy kan maar lastig wennen aan het feit dat Oekraïne en Rusland geen eenheid meer zijn.

De Perestrojka (herstructurering) resulteerde in een implosie van het communistische wereldrijk. Michail Gorbatsjov nam in 1985 het partijleiderschap over en bracht een golf van veranderingen op gang. Hij wilde het vastgeroeste communistische systeem herstructureren door meer openheid (Glasnost). Daardoor maakte hij krachten los die hij niet meer onder controle had. Het bracht geen hervorming van het sovjetstelsel, maar leidde ertoe dat de Sovjet-Unie en de meeste van haar satellietstaten zachtjes ten onder gingen.

Gennadiy. Kalm als altijd.

(12)

Luhans’k

Луганськ -

Een park in het centrum van Luhansk.

De relatief jonge Sint Alexander van de Neva Kathedraal. In 2003 geopend door de toenmalige president van het land Leonid Koetsjma.

De blauwe vlaggen en sjaaltjes zijn bedrukt met het logo van Viktor

(13)

24

Gennadiy geeft toe dat het communisme niet meer te houden was. “Het systeem kon zich niet meer ontwikkelen, daarom moest er iets anders komen. Maar de mensen waren nog niet klaar voor het kapitalisme” Het alternatief dat Gorbatsjov beloofde, bleef uit. Het goede leven kwam niet. Vooral de machteloosheid stak Gennadiy. Hij kon niets doen terwijl hij goed besefte dat hij een moeilijke tijd inging.

Na de instorting van het Sovjetrijk kan de bevolking van Oekraïne bij een referendum tussen twee opties kiezen. Oekraïne helemaal onafhankelijk, of verder als een onafhankelijk land binnen de Sovjet-Unie. Gennadiy kiest het laatste, maar had liever gezien dat de superstaat niet was ontploft. “We waren zo groot, nu zijn we verdeeld in een paar kleine zwakke naties.”

Gennadiy’s dochter Yulia is de dissident binnen de familie. Ze wil juist wel onafhankelijkheid.

Ze woont met haar man en twee kinderen vlakbij haar oma Maria in het dorpje vlak buiten Luhansk. Haar tuin staat vol bloemen en groenten en tussen de huizen staat een kippenren. Elke ochtend staat ze om half vijf op om de dieren te verzorgen. Ze is net zo slank als haar zus, heeft donkerblond haar en een sterke eigen mening.

Yulia is geboren in Siberië en leeft op als haar ouders terugkeren naar Oekraïne. Ze is thuis!

Daar probeert ze aan allerlei activiteiten deel te nemen. Draagt gedichten voor op school, gaat naar patriottische bijeenkomsten en doet mee aan militaire wedstrijdjes waar schoolkinderen kunnen tonen wat ze in hun mars hebben. In eerste instantie vindt ze het maar onzin om Oekraïens te leren. Maar haar moeder zegt

dat als je in een land woont, ook de taal moet spreken. Later zal ze er blij om zijn.

Ze is vijftien als de Sovjet-Unie instort. Haar vader vertelt haar dat ze het recht heeft om te stemmen. Hij laat zijn dochter vrij in haar keuze, al is hij het niet met haar eens. “Het is als een keuze voor een echtgenoot, die moet ze ook zelf maken.” Yulia ziet de rijkdom van Oekraïne.

Zeker na Siberië, lijkt Oekraïne een paradijs. Vruchtbare grond, goede natuurlijke hulpbronnen.

Ze zullen het vast rooien, dus stemt ze voor totale onafhankelijkheid.

Ze loopt al een paar dagen door het huis met een beroerd gezicht. Haar mondhoeken hangen naar beneden en haar ogen zijn de vitaliteit kwijt. Een plotselinge wisseling in haar bloeddruk, verklaart Gennadiy. Toch staat het echtpaar erop dat de gasten in hun bed blijven slapen en zij op de bank in de huiskamer.

In die huiskamer staat de hele dag de televisie aan. Bij het ontbijt wordt een moord opgelost en bij de lunch ontstaat een nieuwe liefdesaffaire. Op het balkon rookt Olga dikke sigaretten voor ze weer haar bed induikt. Het rookwaar is voor de helft gevuld met tabak. De andere helft knijpt ze dicht. Ze vertelt dat het traditie in haar familie is om de gasten goed vol te stoppen als ze voor het eerst op bezoek zijn.

Dat is te zien. Veriniki, aardappels, salades, pannenkoeken. De tafel is elke keer weer gevuld met heerlijke gerechten.

Het onbekende aan het einde van de Sovjettijd beangstigt Gennadiy. Zijn hele leven heeft hij in de Sovjet-Unie gewoond. Blijft dat behouden?

Dat blijkt niet zo te zijn. In 1991 stort de Sovjet-Unie in en wordt Oekraïne onafhankelijk. Olga verlangt nog steeds terug. Na haar thuiskomst uit Siberië haalde ze haar kappersdiploma. Ze oefent al sinds haar jeugd op vriendinnen, maar kan nu officieel aan de slag. Voor haar verlangen naar de USSR, noemt dezelfde argumenten als haar moeder. “Toen kon ik elk jaar naar zee, waren er genoeg kleren en eten. Nu is alles duur. De water- en elektriciteitsprijzen zijn hoog.” Weer komt het begrip vrijheid om de hoek kijken. “Onder het Sovjetregime kon ik in de gevangenis komen voor een politieke grap. Nu mogen we de grappen maken, maar is het leven slecht.”

Maar wie is schuldig aan de instorting van hun rijk? Volgens Olga is er niet een schuldige aan te wijzen. Volgens Gennadiy is Gorbatsjov de grote boosdoener. “Wat Hitler in zes jaar niet lukte, deed Gorbatsjov in vier jaar, zonder één schot te lossen.”

“Wat Hitler in zes jaar niet lukte, deed Gorbatsjov in vier jaar, zonder één schot

te lossen.”

Gennadiy had liever gezien dat de superstaat

niet was ontploft

Achteraf twijfelt ze wel eens. Wie weet was het toch beter gegaan als we nog onder het Sovjetregime zouden leven. “Ik besefte niet hoe belangrijk stabiliteit is.”

Een droom komt uit

In het westen wordt de onafhankelijkheid anders beleefd. Natalia is de jongste dochter van Zanovij en Slava. Als de Rada (Oekraïens parlement) praat over de onafhankelijkheid, zit papa Zanovij aan de buis gekluisterd. Natalia legt haar poppen voor even aan de kant en vraagt haar vader wat er aan de hand is. Vader antwoordt: ‘die mensen zijn aan het bepalen of we straks Russisch moeten spreken.’ Natalia wordt bang. Het zal toch niet zo zijn dat ze haar Oekraïens niet meer mag spreken?

Zanovij is voor de onafhankelijkheid lid geworden van een beweging die de Oekraïense taal en cultuur promoot. Hij organiseert onder meer een levende ketting van 300.000 man tussen L´viv en Kiev, in de winter van 1990. Een historische gebeurtenis. Vanwege de jarenlange Sovjetoverheersing zijn Oekraïeners normaal gesproken niet zo politiek actief. Nu protesteert de bevolking uit zichzelf tegen het wankelende Sovjetbeleid.

De onafhankelijkheid is het resultaat van duizend jaar strijd. In 882 ontstond het Grootvorstendom Kiev, de bakermat van Oekraine en Rusland. Sinds de teloorgang van dat rijk is er gestreden voor een onafhankelijk Oekraine. De Mongolen, de Byzantijnen, het Habsburgse rijk, en later de Russen. Iedereen wilde gezag uitoefenen over het gebied. Vooral de Russen hebben hun stempel gedrukt op Oekraïne.

Een wandelingetje in de Oekraïense hoofdstad illustreert dat. Er zijn veel kloosters en kerken, zoals de elfde-eeuwse St. Sofiakathedraal en het Holenklooster. De meesten hebben een Russisch uiterlijk. Daarom worden ze beschouwd als de oudste Russisch-orthodoxe heiligdommen in de wereld. Kiev is voor de Oost-Slavische volken uit Rusland, Wit-Rusland en Oekraïne een belangrijke bedevaartsplek geworden.

Als Slava en Zanovij bijna tien jaar samen zijn, gebeurt waar zij en hun volksgenoten al zo lang van dromen. De Sovjetrepubliek geeft de geest en Oekraïne wordt onafhankelijk. Op 1 december 1991 stemt liefst 90 procent van de Oekraïeners bij het referendum vóór een eigen staat.

Vaak discussieert Zanovij met zijn vader Ivan over de invloed van de Russen. “Hoewel de Russen lange tijd hebben gezegd dat Oekraïne ‘bij ons’ hoort, is het eigenlijk andersom. Rusland komt voort uit Oekraïne. Het begon allemaal in het Grootvorstendom Kiev. Wij hebben de Oost-Slavische cultuur, Rusland is een mengelmoes van culturen: Tartaren, Slavische en Fins- Oegrisch”, zegt Zanovij. Het huidige Rusland heeft in zijn optiek zojuist leren lopen en werd meteen een wereldmacht toen het op eigen benen kon staan. “Maar men moet in Moskou niet vergeten dat de wortels van hun rijk duizend kilometer naar het zuidwesten liggen. Volgens hem is met de onafhankelijkheid Kiev een gelijke broeder van Moskou geworden.

Hoogste inflatiecijfer

Toch brengt die gelijke broeder niet zoveel welvaart als de Oekraïeners hopen. De nieuwe economie moet zichzelf nog ontwikkelen. Eind 1993 heeft Oekraïne het hoogste inflatiecijfer van alle niet-oorlogvoerende landen in de wereld. Winkels zijn leeg, lonen worden niet uitbetaald en de meeste fabrieken sluiten de deuren. De slechte situatie leidt tot massale stakingen, vooral bij de mijnen in het oosten. Deze monden uiteindelijk uit in nieuwe verkiezingen.

De euforie na de onafhankelijkheid slaat ook bij Slava al snel om in pessimisme. “De jaren na de onafhankelijkheid waren de moeilijkste uit mijn leven. Ik had twee dochters te voeden, maar er lagen amper producten in de winkel.” De economieën van de Sovjetlanden waren nauw met elkaar verbonden. Onderdelen die in Oekraïne nodig waren, werden in Kazachstan gemaakt. Die orders vielen weg. De industrie moest plotsklaps een nieuwe afzetmarkt zoeken. Europa kende Oekraïne nog niet. Fabrieken sloten en er was steeds minder werk.

In 1994 wordt Leonid Koetsjma de tweede president van het land. Hij verslaat Leonid Kravtsjoek, die zich vanaf de onafhankelijkheid president mocht noemen.

West

(14)

Volgens Slava had het westelijke deel van Oekraïne het extra zwaar. Vooral de periode onder de tweede president Koetsjma, die oorspronkelijk uit het oosten van het land komt, was armoedig.

“Het leek wel alsof de regering een strategie uitstippelde om westelijke Oekraïne arm te maken”, zegt Slava. In de economie van het oosten werd volgens haar veel meer geïnvesteerd. “Dat was bedoeld om de mensen stil te krijgen, om ze andere zorgen te geven. Als mensen arm zijn, is eten hun eerste zorg. Dan protesteren ze niet tegen het corrupte beleid van de regering.”

Tienduizenden Oekraïeners uit het westen trekken naar het buitenland. Slava niet. Haar man Zanovij wil het land niet verlaten. Hij kan zíjn moederland niet aan haar lot overlaten. Bovendien moet Slava voor moeder Kateryna zorgen.

Gelukkig heeft de familie Stahur een eigen tuintje waar ze groente en fruit verbouwen. Daardoor hebben ze een gevarieerder aanbod dan vele anderen. Slava: “Halverwege de jaren ’90 waren alleen basisdingen verkrijgbaar. Brood, boter en vlees. Maar daarvoor moest je erg lang in de rij staan. Een uur wachten voor een brood of vlees was geen uitzondering.”

In 1996 krijgt onafhankelijk Oekraïne een eigen grondwet. De wet is geschreven in het Oekraïens. President Koetsjma volgt in de avonduren een cursus om hem te kunnen lezen. De wet schrijft tegenwoordig voor dat minimaal 75 procent van de uitzendingen in het Oekraïens moeten zijn. In de praktijk komt dat niet voor. Russische programma’s trekken meer kijkers.

Toch volgt Koetsjma, de tweede president van het land, in de avonduren een cursus Oekraïens. Alleen zo kan hij voldoen aan de eis dat Oekraïense politici in het openbaar uitsluitend Oekraïens spreken. Vooral in de beginjaren is de Oekraïnisering fanatiek. De eerste grondwet, die in 1996 die van de Sovjet-Unie verving, verscheen in de kranten uitsluitend in het Oekraïens.

Het westen is nationalistischer dan het oosten. Men vindt het belangrijk dat in heel Oekraïne de Oekraïense taal gesproken wordt en de eeuwenoude tradities in stand worden gehouden.

Drie generaties: Olga, Yulia en Nastya.

Loon in wodka

In het oosten houden ze van de Sovjet-Unie, maar ook daar brengt de onafhankelijkheid geen vooruitgang. Eerder achteruitgang. Er is van alles in de winkel te krijgen, maar niemand heeft geld om het te kopen.

Voor Gennadiy valt het doek in 1992. Hij werkt op dat moment bij een fabriek die diesellocomotieven maakt. Internationaal goed bekend, want ze leveren aan bedrijven in de hele wereld. In India, Mongolië, Duitsland en Cuba. Maar ook in zijn fabriek stoppen de orders en als er geen werk meer is, besluit hij over te stappen naar een garage waar hij als lasser aan het werk kan.

Zijn dochter Yulia wil een jaar later naar de universiteit. “Ik wilde eigenlijk gewoon kapper worden maar mijn moeder zei dat dat altijd nog kon. Ik moest eerst maar gaan studeren.”

Gelukkig heeft haar middelbare school een contract met de universiteit. Ze heeft hoge cijfers waardoor ze automatisch wordt aangenomen. “Anders zou dat niet gelukt zijn.” De corruptie neemt toe. “Alleen met geld of vrienden kwam je nog binnen.”

Ze begint het verschil met haar jeugd te merken. Toen was er geen tekort aan make-up en spijkerbroeken. Nu ontbreekt geld om in nieuwe kleren naar school te gaan.

Tijdens haar studie trouwt ze en raakt zwanger van een dochter. Volgens Yulia is de moeilijkste tijd van 1994 tot 1998. “Soms hadden we niet eens geld om brood te kopen.”

Moeder Olga verdient wat bij door thuis mensen te knippen. Tegelijkertijd past ze op haar pasgeboren kleindochter zodat Yulia zich volledig op haar studie kan richten.

Ze knipt in de hal, naast het toilet met een houten schuifdeurtje. Er hangt een grote spiegel.

Een stoel uit de keuken, een blauw schort, een setje scharen en een tondeuse; de knipbeurt kan beginnen. Tijdens haar werk praat Olga honderduit met haar donkerharige klant. Af en toe klinkt een schaterlach, waarna Olga een beetje voorover buigt en een hand voor haar mond brengt.

Oost

(15)

28

Alsof ze zich schaamt. Kappersgeuren van de föhn, haarlak en gel vullen de kamer. Gennadiy zit met een stoïcijnse blik op de bank. Hij is het gewend.

In 1994 vertrekt Yulia’s vader Gennadiy weer naar Siberië. Daar is genoeg werk te doen en het wordt nog goed betaald ook. Hij werkt als lasser in ploegendienst. Twee maanden werken, twee maanden vrij.

Vier jaar later krijgt Yulia een baan als docent.

Ook haar man vindt een baan als wodkaverkoper aan supermarkten. Vanaf dan gaat het langzaam beter. De eerste jaren krijgt Yulia haar salaris soms uitbetaald in wodka. Die moet ze dan zelf maar zien te ruilen voor andere producten.

Het land klimt eind jaren negentig langzaam uit het dal. Fabrieken starten weer.

Tussen twee vuren

Na de onafhankelijkheid begint de identiteitskwestie in het westen een rol te spelen. Kravtsjoek durft geen maatregelen te nemen, omdat hij tussen twee vuren zit: de Russen en de Oekraïeners. De

ene beslissing zou nadelige gevolgen hebben voor het ene kamp, en andersom. “Wij snapten er helemaal niets van”, zegt Zanovij. “Oekraïne was nu onafhankelijk. Dan is het toch logisch dat we met zijn allen Oekraïens gaat praten?”

“Als je in je paspoort hebt staan dat je Oekraïener bent, moet je je inzetten voor het land. Dat betekent je inspannen voor een betere economie en betere leefomstandigheden.” Zanovij merkt hoe groot de invloed van de Russen nog steeds is. Gefrustreerde Moskali (Russen die tijdens de Sovjettijd gedwongen naar Oekraïne kwamen) werken graag tegen, volgens Zanovij. “Ze zoeken aansluiting bij Rusland en stemmen tegen alle pro-Oekraïense initiatieven.”

“Plannen om de Oekraïense taal te doen herleven, worden de kop ingedrukt”, aldus Zanovij.

“Door Russische politici en andere lieden die daar kennelijk belang bij hebben. Zelfs in het westen van Oekraïne is die tendens tot vandaag merkbaar.”

De wet schrijft tegenwoordig voor dat er minimaal 75 procent van de uitzendingen in het Oekraïens moeten zijn. Dat wordt nooit gehaald. Volgens Zanovij doen de omroepen dat bewust.

“Als ze in het Russisch uitzenden, trekken ze simpelweg meer publiek.”

Dat ziet hij terug in de literatuur. “Er is een groot aantal Russische tijdschriften en literatuur op de markt. De beste literatuur wordt niet in het Oekraïens vertaald en dat is geen goede zaak”, zegt Zanovij. “Maar het is geen vreemde ontwikkeling als je kijkt hoe slecht de vertalers betaald krijgen. De meeste vertalers in het Oekraïens zijn vrijwilligers, terwijl de vertalers in het Russisch fors verdienen.” Zo houdt de Russificatie in de taal zichzelf in stand. Want welke vertaler wil werken voor niets?

West

Oekraïense boeken

Dochter Natalia koopt met opzet boeken in het Oekraïens. Zelfs als ze veel duurder zijn dan Russische boeken. De slechte beschikbaarheid van Oekraïense boeken is een vorm van indirecte politiek, volgens de oudste dochter van Zanovij. “Er moet een wet komen waarin de Oekraïense literatuur gesubsidieerd wordt. Maar die komt er waarschijnlijk niet, omdat nationalistische politici in de minderheid zijn in het parlement. Daarom lukt het ze niet een dergelijke wet erdoor te drukken.”

Naast haar hobby boeken lezen, gaat Natalia vaak de natuur in. Eens in de zoveel tijd bezoekt Natalia de hoogste berg van het land, de Hora Hoverla. Samen met haar verloofde en hun vriendengroep vertrekken ze ’s avonds laat met de trein naar Ivano-Frankivsk om vervolgens over te stappen op het boemeltreintje naar de Karpaten. Ze klimmen twee uur naar de top, rusten uit en zingen volksliedjes. In het Oekraïens. Soms in canon, soms solo. Ze zingen met hun ogen dicht. Genietend van elk woord, elke klank. Alsof het heilige teksten zijn. Natalia glundert.

Ze houdt van haar moedertaal. De afgestudeerd wiskundige is een slanke brunette die, net als haar vader, duidelijk haar mening klaar heeft. Ze vond de verhalen fantastisch die haar vader vertelde over de helden van Oekraïne; de Kozakken en de vrijheidsstrijders. “Hij zong vaak liedjes met ons over Oekraïne. Wat dat betreft ben ik erg nationalistisch opgevoed.” Natalia’s familie bezoekt regelmatig bijeenkomsten waarbij traditionele Oekraïense kleding gedragen wordt.

Tijdens haar studie komt Natalia voor het eerst in aanraking met andersdenkenden. Daar gaat ze normaal mee om. “Het was niet zo dat ik een hekel aan Russen had. Pa leerde ons niet dat Russen schurken zijn. Hij zei altijd: niet het individu is slecht, maar het politieke systeem is de boosdoener. Ook opa Stahur kwam op Siberië veel in aanraking met Russen die hem hielpen

met dagelijkse bezigheden. Die heeft hij altijd beschouwd als goede mensen.”

Natalia ziet een duidelijke tweedeling. “Je hebt Russen en Moskali. Russen wonen in Rusland en vormen geen gevaar voor ons Oekraïeners.

Maar Moskali zijn hier tijdens de Sovjettijd naar toe gekomen. Dat was het beleid.” Zij kregen hoge posities in het sociale leven en voelden zich superieur aan de Oekraïeners. Nu zijn we onafhankelijk maar wonen de Moskali nog steeds in Oekraïne. “Tot op de dag van vandaag doen ze niets anders dan zich verzetten tegen elke Oekraïense invloed. Rotte appels zijn het. Er is geen land met hen te bezeilen. Ze passen zich niet aan. Dat veroorzaakt woede en irritatie bij ons.”

‘Spasiba’

Een dienblad gevuld met aardappeltjes, borsjt en veriniki staat voor de neus van de caissière in L’viv. Sinds een tijdje is in de stad in het westen een restaurant met een groot lopend buffet waar allerlei Oekraïense gerechten te krijgen zijn. “51 Hrivna”, aldus de caissière. Het meisje rekent af en krijgt wat kleingeld terug. “Spasiba”, zegt ze

(16)

vriendelijk. De caissière geeft het meisje een dodelijke blik en bijt haar wat toe in het Oekraïens.

Het meisje loopt verschrikt verder. Met een rood hoofd vertaalt ze de woorden van de caissière:

‘Spasiba in your ass. Hallo, dit is Oekraïne, geen Rusland. Als we bedanken zeggen we hier dyakuyu!’

Natalia kent de onwil van veel west-Oekraïeners om Russisch te spreken. Ze doet het zelf wel. “Maar alleen als het nodig is, zoals op de universiteit.” Natuurlijk ergert ze zich aan docenten die Russisch spreken. Ook de Russisch sprekende politici zijn haar een doorn in het oog. “Als je voor de overheid werkt, moet je Oekraïens praten.”

Nationalisme zit in haar bloed, geeft ze toe. Het allerbelangrijkste zijn echter haar familie en haar geloof. Ze tekent een driehoek waarin ze ‘persoonlijk’, ‘familie’ en ‘nationaliteit’ op elke hoek zet. Vervolgens tekent ze om de driehoek een cirkel. “Dat is het geloof”, zegt ze. “God is de grote cirkel om mijn waardendriehoek.” Toch bepaalt het nationalisme voor haar veel. “De vrienden die ik hebt, de taal die ik spreek en de kerk die ik bezoek.”

Bang voor oorlog

Helena staat in het oosten in haar kapperszaak te knippen. Het is november 2004. Haar dochtertje zit in de crèche en zal zo met een oranje vlaggetje thuiskomen.

Ze is gek op haar dochter. “Met haar beleef ik mijn tweede jeugd.” De twee zijn verzot op avontuur en als Helena vrij is, gaan ze vaak naar het 1-meipark. Dat is een dierentuin met kleine attracties. Ze voeren de dieren omdat volgens Helena de overheid daar geen geld voor geeft. En ze stappen rustig de wildst draaiende attracties in. “Andere kinderen huilen of zijn bang, Dasha zit met een glimlach te genieten.”

Tijdens de Oranjerevolutie bezorgt het moederschap haar angstgevoelens. “Hier was de angst voor een burgeroorlog groot. Daar is elke moeder bang voor.” Ze heeft een dubbel gevoel bij Janoekovitsj. Aan de ene kant vindt ze het jammer dat hij niet heeft opgeroepen tot tegenprotest

in Kiev. “Een kik, en ik was gegaan.” Aan de andere kant is ze hem dankbaar dat hij het niet tot het uiterste is gegaan en zo een oorlog heeft voorkomen. “Iedereen weet uit verhalen van ouders en grootouders wat dat inhoudt.”

Eigenlijk begrijpt ze het nog steeds niet. Bijna iedereen was tegen de Oranjeoppositie. “Het is niet goed dat zij het gelijk aan hun kant kregen door te schreeuwen en te vechten.” De acties van Joetsjenko zorgden er volgens haar voor dat oost en west nog meer tegenover elkaar kwamen staan. Historisch is dat al zo, maar de Oranjerevolutie heeft nog meer vijandschap gecreëerd.

Helena stemde voor Janoekovitsj omdat hij als premier goede dingen deed voor Oekraïne. “Hij betaalde pensioenen, hogere salarissen, meer leraren, meer arbeidsplaatsen en hij deed meer voor de mijnindustrie.”

Helena’s oudere zus Yulia staat op het punt om te bevallen als de Oranjerevolutie begint. Ze is zwanger van haar tweede kindje. Dit keer zal het een jongetje zijn, Yaroslav. Net als Helena is ze normaal niet zo geïnteresseerd in politiek. Maar nu kijkt ze de hele dag tv, ze kan toch niets anders doen. Ze staat redelijk alleen in haar keuze voor Timoschenko, die in het kamp van Joetsjenko zit. Timoschenko voerde de wettelijke loonstijgingen van 7 procent in het onderwijs ook daadwerkelijk door. Eerst zou maar de helft uitgekeerd worden.

Olga’s kleindochter houdt een vlaggetje in haar hand. Het is oranje en er staat een hoefijzer met een uitroepteken op. Ze kreeg hem in Kiev waar ze naar toe ging tijdens schoolexcursie. Olga moet er nog steeds niets van hebben. “Leugens en loze beloften”, is Olga’s bondige samenvatting van Joetsjenko.

Hoge prijzen, lage salarissen, mensen boven de veertig kunnen geen werk vinden en er komen geen nieuwe banen. Dat is volgens Olga de schuld van Joetsjenko. Of de economische crisis hieraan ook geen schuld heeft? “Er sloten al fabrieken ruim voor de economische crisis.

Misschien kan je alle neergang niet helemaal aan Joetsjenko toeschrijven, maar hij doet er in ieder geval niets aan.”

Russisch sprekende politici zijn haar een

doorn in het oog.

Oost

(17)

32

Oranje Revolutie

De Oranjerevolutie in 2004 was een vreedzaam protest van een deel van de Oekraïense bevolking. De revolutie brak in november van dat jaar uit, nadat Viktor Janoekovitsj de verkiezingen won. De pro-Russische winnaar was vooral geliefd in het oosten. De pro-Westerse Viktor Joesjenko beschuldigde zijn opponent van fraude. De Oranjeaanhang trok de straat op om te demonstreren. Het Hooggerechtshof van Oekraïne bevestigde de fraude na een aantal dagen van hevige protesten. Nieuwe verkiezingen werden uitgeschreven die Joesjenko eind december met een ruime meerderheid won.

De Oranjerevolutie. Tienduizenden Oekraïeners reisden naar Kiev om hun ongenoegen te laten blijken over de gefraudeerde verkiezingen.

Revolutieleider Viktor Joetsjenko spreekt zijn aanhangers toe.

Fantastisch humeur

Ook bij Natalia in het westen wakkert de Oranjerevolutie de politiek interesse aan. “Met vlaggen, tassen met eten en een fantastisch humeur gingen we naar Kiev”, blikt ze terug. “Het zouden fantastische dagen worden. Iedereen was opgetogen, alles kon en er hing iets groots in de lucht.”

Natalia genoot volop van de dingen die ze zag. Toch buigt ze het gesprek over de revolutie liever snel een andere kant op. “Het heeft allemaal niets opgeleverd, dus is het niets meer dan een mooie herinnering.” Zelfs de gesprekken met haar vrienden zijn verstomd.

Smeltende stereotyperingen

“Ik ben diep teleurgesteld”, zo vat Oksana, de zus van Natalia, haar gevoelens over de revolutie samen. “Het was een leuke happening, niet meer dan dat. Eigenlijk had de impact van die revolutie weinig om het lijf. Natuurlijk is er wel een kleine groep die heeft geprofiteerd van Joetsjenko’s maatregelen.” Daarmee doelt ze op gezinnen met kinderen die meer geld kregen. Ook als student kreeg zij meer geld te besteden. Haar studiefinanciering ging omhoog van 50 naar 700 Hrivna (van vijf naar 70 euro). Maar volgens Oksana was ze per saldo niet veel voordeliger af. “De prijzen stegen namelijk evenredig. In 2003 was 20 Hrivna nog genoeg voor een luxe diner, maar vandaag koop je voor hetzelfde geld slechts een kop koffie. Een redelijke maaltijd begint vanaf 50 Hrivna tegenwoordig.”

Voor Oksana, de oudste dochter van Zanovij en Slava, zijn de ontmoetingen een eye-opener. “Ze stonden erg open voor onze verhalen, ook zij wilden veranderingen zien in het land. Dat had ik niet verwacht. Mensen uit het oosten waren in mijn ogen toch anders. Ik dacht dat ze niet open zouden staan voor veranderingen. Dat bleek onzin. Mijn stereotyperingen smolten als sneeuw voor de zon.

Oksana, afgestudeerd als technisch ontwerpster, is minder radicaal in haar denkbeelden dan haar vader en zusje. Ze heeft lang donker haar en is erg slank. Meestal draagt ze een halflange rok met een hemdje. Vorig jaar studeerde ze af. Daarom komt ze weinig meer toe aan dat wat ze zo leuk vindt: werken met tieners in de kerk. Ook met hen discussieerde ze over nationalisme en corruptie.

Die kerk is een omgebouwde fabriek, vlakbij haar huis. Negen jaar oud, blijkt uit de gedenksteen in de kerk. Drie grote kroonluchters hangen aan het plafond en zo’n vierhonderd lege stoeltjes wachten tot de volgende dienst. Overal hangen iconen. Buiten de kerkzaal zijn verschillende kleine ruimtes waaronder een souvenirshop. Daar worden kaarsjes en boeken verkocht. Buiten hangen vijf klokken.

Door de revolutie beseft Oksana beter waarom de meeste mensen in het oosten geen Oekraïens willen spreken. “Ze zijn niet erg gemotiveerd om Oekraïens te leren. Maar wat wil je ook?

Ze hebben de taal helemaal niet nodig. Bijna iedereen spreekt er Russisch. Als ik in het oosten zou wonen, zou ik dan ook niet willen.” Oksana vindt het, in tegenstelling tot haar vader Zanovij, helemaal niet zo belangrijk dat alle Oekraïners één taal spreken. “Pa zegt dat we binnen dertig jaar allemaal Oekraïens spreken in het land. Maar het is voor mij geen issue. Dat we

goed met elkaar omgaan en hetzelfde geloof delen, is voor mij veel belangrijker.”

Het enige wat Oksana vreemd vindt, is dat jongeren uit oost-Oekraïne zich volgens haar zo weinig bezighouden met een eventueel lidmaatschap van de EU. “Laat ze maar eens gaan reizen naar het buitenland, dan weet ik zeker dat ze er naar verlangen.” Waar haar vader en zus duidelijk voor Oekraïense eenheid zijn, laat Oksana het koud. “Maar ik begrijp de oost-Oekraïners ook wel”, zegt ze. “Die hebben gewoon meer met Rusland. Misschien moeten we in dit land gewoon

Door de revolutie kwam een aantal positieve initiatieven op gang. Een voorbeeld is het uitwisselingsproject tussen de kerk van de familie Stahur in L’viv en een kerk in Donetsk, in het oosten van het land. De gemeenten ontmoetten elkaar in Kiev, tijdens de Oranjerevolutie. Het project ‘Christmas Together’ ontstond. Kinderen uit het oosten vierden kerst in het westen. Daar vieren ze nog steeds kerst op de traditionele manier.

Maar ze vieren 9-mei niet. De dag waarop de overwinning van de Tweede Wereldoorlog wordt herdacht. Dus gaan kinderen uit L’viv richten het Oosten om dat te vieren.

“Pa zegt dat we in dertig jaar hier allemaal

Oekraïens spreken.”

West

(18)

eens wat pragmatischer zijn. Laten we ons neerleggen bij de verschillen in toekomstvisie. Het oosten wil bij Rusland horen, het westen bij de EU. Nou, dan is het toch veel gemakkelijker om de boel op te splitsen?”

En nu verder?

Vijf jaar later kijkt Oekraïne aan tegen nieuwe presidentsverkiezingen die in januari 2010 plaatsvinden.

In Luhansk viert Gennadiy zijn verjaardag. De hele familie zit aan tafel. Gennadiy en Olga, hun dochters Yulia en Helena en de kleinkinderen. Alleen oma Maria ontbreekt. Olga en Helena hebben hun best gedaan in de keuken. Kip en aardappelen uit de oven, salades, rauwe vis en natuurlijk wodka die Gennadiy nog altijd even rustig achterover slaat. Op de tv, die ook nu aanstaat, wordt een nieuwe moord opgelost en regelmatig verdwijnen gezinsleden richting het balkon om een sigaretje op te steken.

Olga en Gennadiy gaan zeker stemmen. Dat is hun plicht, vinden ze. Maar op wie? Olga weet het niet. In ieder geval niet meer op Joetsjenko of Janoekovitsj.

De twee zijn hun vertrouwen in de politiek kwijt. Misschien, mijmert Gennadiy, is het maar beter als er iemand zou opstaan met wat dictatoriale trekjes. Iemand die duidelijk aangeeft in welke richting we gaan. Nu zijn ze in de Rada (Oekraïense parlement) alleen maar aan het vechten. Vaak letterlijk.

“Iedereen lacht hen uit.” Eén groot circus, noemt Gennadiy het. “Hadden we Poetin maar, dat is tenminste een sterke leider”, zucht Olga.

Zij blijft terugverlangen naar de USSR. “Een grote staat is beter dan al dat geruzie.” Haar man is pragmatischer. Als hij moet kiezen tussen een sterk Oekraïne of een sterke Sovjet-Unie, gaat hij gaat toch voor het eerste. “We zijn nou eenmaal onafhankelijk, dus daar moeten we het beste van maken.” Daarbij vindt hij dat het land zichzelf eerst moet ontwikkelen. “We hebben veel natuurlijke hulpbronnen en de industrie moet weer op het niveau van de Sovjet-Unie komen.”

Daarna kunnen ze gaan kijken of ze misschien bij de EU kunnen. Voor hem blijft bovenaan staan dat ze goede vrienden met Rusland moeten blijven. “We zijn afhankelijk van hen en een vriendelijke buurman is belangrijk.”

Yulia zit ontspannen aan het eind van de tafel. Het meningsverschil over wel of niet oranje is bijgelegd. Nadat ze geen geld kreeg voor haar jongste zoontje die in 2004 werd geboren, kalfde haar geloof in Timosjenko langzaam af. De ‘normale’ politieke desinteresse heeft weer bezit van haar genomen. “Degene die het meeste geld heeft, wordt toch president.” Ook vanochtend is ze om half vijf opgestaan om de kippen te voeren en de groenten te verzorgen. Sinds het begin van eind vorige eeuw is haar situatie langzaam verbeterd. Yulia en haar man kochten een auto, een tv en een koelkast. Dit jaar zijn ze zelfs op vakantie op het schiereiland De Krim geweest, in het zuidoosten van Oekraïne.

Het verschil tussen oost en west Oekraïne ziet ze niet. Ze deed ooit mee met een uitwisselingsproject.

Haar opa wilde haar eerst niet laten gaan. “In het westen mogen ze jou niet.” Ze ging toch, en vond het fantastisch. Ze zou nog verschillende keren teruggaan. Ze gelooft dat zowel oost en west een beter land willen. “Daar ligt de eenheid.” Het verschil tussen oost en west wordt door de overheid uitvergroot, vindt ze.

Lange adem

In het westen rijden Zanovij en Slava van hun ouders terug naar L’viv. Zanovij zit bedachtzaam achter het stuur van zijn blauwe volkswagen Jetta. Slava zit er stil naast. Buiten liggen de glooiende groene uitgestrekte velden van Oekraïne waar Zanovij zoveel van houdt. Hij windt zich nog steeds op over Russisch sprekende politici, nationale tv-zenders die in het Russisch uitzenden en boeken die niet in zijn moedertaal beschikbaar zijn.

Zanovij beseft dat het een zaak van de lange adem is. “De Oranjerevolutie was een moment waarop de Oekraïense bevolking het verziekte systeem een halt toeriep. Maar om het tij volledig te keren, moet je doorzetten. Er is een nieuwe beweging nodig.” Hij denkt dat mensen te gemakkelijk hebben gedacht dat Joetsjenko de klus wel zou klaren. Dat is niet gebeurd. Joetsjenko

“Hadden we Poetin maar, dat is tenminste een

sterke leider”

Oost

West

heeft gefaald. “Hij deed zijn best, maar had geen idee wat onze dromen zijn.” Het land wordt bestuurd door clans. “We zijn oligarchisch in plaats van democratisch.” Wat betreft aansluiting bij de Europese Unie, kan het hem niet snel genoeg gaan. “Alleen zo kan de democratische weg bewandeld worden en kan Oekraïne een gezond land worden.”

In huize Stahur dwaalt Natalia’s blik die dag voor de zoveelste keer naar de grote bos bloemen die in de huiskamer staat. Haar verloofde bracht de bos gisteren, toen hij officieel haar hand kwam vragen. Haar bruiloft zal geen typisch Oekraïens gebeuren worden. “We willen niet allerlei vage kennissen uitnodigen, maar alleen mensen met wie we het goed kunnen vinden.”

Haar verwachtingen van de verlangde veranderingen in het land zijn uit elkaar gespat. Anderhalf jaar lang volgde ze nog de politiek, daarna haakte ze af. “Joetsjenko is geen sterke leider. Mooi dat hij alles op een democratische manier wil doen, maar dat werkt niet. Hij moet eerst maar eens een aantal ferme beslissingen nemen.” Ze vergelijkt de president met een waterval. “Hij maakt de stenen glad, maar hij ruimt ze niet op.”

Toch ziet ze toekomst. “We zijn één natie”, zegt Natalia. “Misschien zijn we lang verdeeld geweest, maar nu we samen zijn moeten we ons best doen om te werken aan eenheid.” De reden dat de tweestrijd nog niet is opgelost is duidelijk. “We zijn een jong land. We staan nog maar net op eigen benen.” De 22-jarige benadrukt: “We moeten als natie eerst goed weten wie we zijn en waar we naar toe willen.”

Oksana zit op een bankje bij de speeltuin van de kerk. Kinderen spelen op de toestellen die er net een paar maand staan. Eigenlijk houdt het politieke leven haar niet meer zo bezig. Ooit zal het wel goed komen, denkt ze. Oekraïne komt wel bij de Europese Unie. “Roemenie en Bulgarije is het ook gelukt, en daar was de situatie niet veel beter.”

Duizend kilometer naar het oosten kruipt een nieuwe klant op de kappersstoel van Helena. Ze wast zijn haar en begint zorgvuldig zijn kapsel te herscheppen. Via de spiegel knoopt ze een gesprekje aan. Die gaan inmiddels weer over kleding en mode.

Het oosten is pragmatisch. ‘Als we maar een goed leven hebben’ is het motto. Of dat nu onder Oekraïense vlag gebeurt, onder Russische, of onder de vlag van de Sovjet-Unie is voor hen minder belangrijk.

Over de huidige situatie in het land is Helena niet positief. Ze is er van overtuigd dat president Joetsjenko niet op zijn plaats zit. “Hij onderneemt geen actie. Ik beschouw dat als een misdaad tegen de bevolking.” Helena vraagt zich af wat voor land ze nalaat aan haar dochter Dasha. Want zonder geld of de juiste connecties bereik je nog steeds niets in Oekraïne. “Geen hoger onderwijs, geen medische hulp, niets.” Er moet dus iets drastisch veranderen, maar volgens Helena zijn er geen ontwikkelingen omdat het land verdeeld is. “Als een been rechts gaat en de ander links, hoe kunnen we dan in een richting lopen?”

Oost

(19)

36

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Integendeel, alleen onafhankelijke actie van de arbeidersklasse, door de Oekraïense arbei- dersklasse met oproepen aan de Russische ar- beidersklasse en zelfs soldaten om zich tegen

Totaal geen sancties, ik vind het dat de enige schuldige die hier voor verantwoordelijk voor. zijn is

Naast overeenkomsten waarin een vaste prijs wordt overeengekomen bestaan er natuurlijk ook overeenkomsten waarin juist geen vaste prijs is overeengekomen.

Blijf bij hen, als hun alles wordt ontnomen, Heer, laat de mens, uw schepping niet

* INSTITUUT VOOR KINDERGENEESKUNDE, VERLOSKUNDE EN GYNAECOLOGIE VAN DE NATIONALE ACADEMIE VOOR MEDISCHE WETENSCHAPPEN VAN OEKRAÏNE... PRENATALE

Het College van B&W bedankt Erwin Janssen voor zijn inzet en constructieve bijdrage aan alle activiteiten voor met name Vredepeel en heeft daarom de Bronzen

Lager onderwijs jaar 5 10-11 jaar Lager secundair onderwijs jaar 1 (totaal jaar 5) Lager onderwijs jaar 6 11-12 jaar Lager secundair onderwijs jaar 2 (totaal jaar 6)

Wat mij betreft moeten we een hele harde grens trekken in deze zaal, niet alleen door de heer Baudet tegen te spreken, maar ook als het gaat om het delen van allerlei