• No results found

Het laatste beroep werd ontvankelijk en volledig verklaard op 12 augustus 2021.

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Het laatste beroep werd ontvankelijk en volledig verklaard op 12 augustus 2021."

Copied!
35
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Besluit

BESLUIT VAN DE DEPUTATIE VAN DE PROVINCIE ANTWERPEN Zitting van 3 februari 2022

DOSSIERGEGEVENS

Referentie omgevingsloket: 2021020704 Referentie provincie: OMBER-2021-0701

Er werd een omgevingsvergunningsaanvraag ingediend voor de uitbreiding van een winkelruimte, het aanleggen van verharding en parkeerplaatsen en

het slopen van een woning, magazijnen en bijgebouwen en het verwijderen van verharding, het uitbreiden van een bestaande handelszaak en het verder exploiteren van een tuincentrum, op een terrein gelegen te Desmedtstraat 34/Desmedtstraat 36/Desmedtstraat 38, 2322 Minderhout, met kadastrale omschrijving afdeling 2, sectie B, nrs. 329 H 0, 329 G 0, 328 X 0, 330 S 2, 330 T 2 door:

bv Laurijssen Jozef, Desmedtstraat 34-36, 2322 Minderhout.

De ingedeelde inrichting is gekend onder inrichtingsnummer 20191107-0020 en wordt geëxploiteerd door de aanvrager.

Het college van burgemeester en schepenen van Hoogstraten heeft op 10 juni 2021 een voorwaardelijke vergunning afgeleverd.

Tegen dat besluit werd een beroep ingediend bij de deputatie van de provincie Antwerpen:

 Op 15 juli 2021 door het betrokken publiek:

o Wilfried Knevels, Desmedtstraat 30, 2322 Minderhout

Vertegenwoordigd door Yannick Grauwels en Joachim Lebeer (advocaat), Potvlietlaan 4, 2600 Berchem (Antwerpen).

 Op 15 juli 2021 door het betrokken publiek:

o Jan Jacobs, Desmedtstraat 19, 2322 Minderhout

Vertegenwoordigd door Yannick Grauwels en Joachim Lebeer (advocaat), Potvlietlaan 4, 2600 Berchem (Antwerpen).

 Op 15 juli 2021 door het betrokken publiek:

o Cornelius De Bont, Desmedtstraat 32, 2322 Minderhout

Vertegenwoordigd door Yannick Grauwels en Joachim Lebeer (advocaat), Potvlietlaan 4, 2600 Berchem (Antwerpen).

Het laatste beroep werd ontvankelijk en volledig verklaard op 12 augustus 2021.

Het beroep moet worden behandeld volgens de gewone procedure met POVC.

OMSCHRIJVING VAN DE VERGUNNINGSAANVRAAG

DIENST OMGEVINGSBEROEPEN

Departement Ruimte, Erfgoed en Mobiliteit Koningin Elisabethlei 22, 2018 Antwerpen 03 240 57 33

omgevingsberoepen@provincieantwerpen.be

(2)

VERGUNNINGSAANVRAAG ZOALS INITIEEL INGEDIEND OP 10 FEBRUARI 2021 De vergunningsaanvraag omvat:

 stedenbouwkundige handelingen

 ingedeelde inrichtingen of activiteiten

 kleinhandelsactiviteiten

Omschrijving van de aanvraag voor stedenbouwkundige handelingen

De aanvraag voorziet in het slopen van een woning, het slopen van vrijstaande bijgebouwen en koterij, het slopen van de achterliggende magazijnen en het verwijderen van een gedeelte van de bestaande verhardingen. Daarnaast worden ook 4 bomen aangeduid als te rooien. De bestaande woning nr.36 blijft ongewijzigd. De bestaande winkel wordt uitgebreid.

De uitbreiding wordt voorzien achter de bestaande winkel en loopt deels door op het perceel van de te behouden woning. De bestaande klinkerverharding rechts van de winkel blijft behouden en doet dienst als brandweg. De breedte van de oorspronkelijke winkel (16 m) blijft behouden.

Op een diepte van 28,85 m wordt een uitsprong naar links voorzien waardoor een breedte van 29,27 m wordt verkregen. De totale bouwdiepte na uitbreiding bedraagt 63,85 m. De inkom naar de woning blijft behouden in de linkergevel. De inkom van de winkel wordt achteraan gesitueerd ter hoogte van de uitbreiding. Ter hoogte van deze inkom, de ruimte voor plaatsing van winkelkarren, de fietsenstalling en de pompinstallatie voor heftrucks wordt een luifel voorzien zodat deze voorzieningen overdekt zijn.

De parkeerplaatsen worden ingericht op de linker aanpalende percelen (329H en 329G).

De toegang naar de parking wordt voorzien op perceel 329 G en gebeurt via de Desmedtstraat. De parking dient verlaten te worden via het ontsluitingspunt naar de Beemden. Ter hoogte van deze uitrit wordt ook de losplaats voor vrachtwagens voorzien.

De parkeerplaatsen en de ontsluitingsinfrastructuur wordt ingericht met een klinkerverharding. Aansluitend hierop wordt een grindverharding voorzien (zowel op perceel 329G als 329 H) die zal dienst doen in functie van buitenpresentatie.

De voorzieningen worden door een groenscherm en groenzone afgescheiden van de omgeving. De breedte van de groenzone varieert van ca. 70 cm ten opzichte van de rechter perceelsgrens tot 2,70 m of breder.

Het perceel 330V2 blijft onveranderd en wordt niet verhard of bebouwd. De uitbreiding bestaat uit één bouwlaag en heeft een hoogte van 4,5 m. Aansluitend op de bestaande stockageruimte boven de bestaande winkel wordt een unit voorzien om deze stockageruimte toegankelijk te maken vanuit de uitbreiding.

Omschrijving van de aanvraag voor ingedeelde inrichtingen of activiteiten

De aanvraag betreft het verder exploiteren na verandering door wijziging en uitbreiding van een tuincentrum, voortaan omvattend:

opslag van 30 ton kolen (oppervlakte van 0,001 ha) (vermindering met 30 ton kolen en 10 ton houtpellets – 6.2.1.a);

2 verdeelslangen (uitbreiding – 6.5.1);

het houden van max. 30 reptielen (uitbreiding – 9.2.2.1);

het houden van max. 50 knaagdieren (uitbreiding – 9.7.a.1);

 een noodstroomgroep met een geïnstalleerd totaal elektrisch schijnvermogen van 150 kVA (uitbreiding – 12.1.1.1.b);

het stallen van 5 voertuigen (uitbreiding met 2 voertuigen – 15.1.1);

(3)

 airco’s, koelinstallaties en compressor met een totale geïnstalleerde drijfkracht van 20 kW (uitbreiding met 15 kW – 16.3.2.a);

 opslag van 500 l butaan, 5.000 l propaan en 500 l LPG in diverse opslagrecipiënten (vermindering met 1.100 l butaan, uitbreiding met 600 l propaan en uitbreiding met de opslag van LPG – 17.1.2.1.2);

 opslag van 22,304 ton petroleum: opslag van 12.300 kg (15.000 liter) petroleum in ondergrondse tank, opslag van 4.100 kg (5.000 liter) petroleum in bovengrondse tank, opslag van 8 x 738 kg (8 x 900 liter) petroleum in verplaatsbare recipiënten (bussen van 20/25 liter het stuk) (voorheen vergund voor 3.000 l – 17.3.2.1.2.2);

opslag van 2.000 kg bijtende stoffen (perlka) (uitbreiding – 17.3.4.1.b – 17.3.6.1.b);

 opslag van 5.000 l/kg gevaarlijke producten in kleine verpakking (17.4);

opslag van 60 ton kunstmest (uitbreiding met 20 ton - 28.1.f.1);

 opslag van 10 m³ granen, veevoeders en krachtvoeders in zakken (45.14.1.b).

Omschrijving van de aanvraag voor kleinhandelsactiviteiten

Aangezien de uitbating nooit het voorwerp is geweest van een socio-economische vergunning (wat wel het geval had moeten zijn) dient de voorliggende kleinhandelsactiviteit als te regulariseren te worden beschouwd. De aanvraag betreft dan ook:

 een nieuwe handelsvestiging, met netto handelsoppervlakte in m² voor verkoop van voeding (76,24m²) / goederen voor persoonsuitrusting (172,41m²) / planten, bloemen en goederen voor land- en tuinbouw (1.328,55m²) / andere producten (302,9m²):

totaal 1880,1m².

De aanvraag betreft de uitbating van een winkel met benodigdheden voor tuin en dier.

Aangevraagde duur en fasering

De vergunningsaanvraag werd gedaan geheel voor onbepaalde duur.

Er werd geen fasering aangevraagd.

OMSCHRIJVING VAN DE VERDUIDELIJKING VAN DE VERGUNNINGSAANVRAAG DOOR DE AANVRAGER IN BEROEP

De naar aanleiding van het beroep ingediende nota van de aanvrager van 26 oktober 2021 (zie verder).

OMSCHRIJVING VAN DE WIJZIGING/VERDUIDELIJKING VAN DE VERGUNNINGSAANVRAAG IN BEROEP

Op 19 januari 2022 diende aanvrager een wijziging/verduidelijking van zijn aanvraag in als volgt:

 4 extra autoparkeerplaatsen en allen in waterdoorlatende grasdallen;

 3 extra fietsenstalplaatsen voor bakfietsen e.d.;

 Verharding achteraan gewijzigd naar grasdallen;

 Vermelding stalplaatsen voor 5 voertuigen;

 Aanpassing zone buitenpresentatie & integratie met omliggend groen;

 Aanpassing hemelwaterverording (bufferen & te infilteren oppervlakte) en voorzien van een wadi/infiltratieveld in groene zone achteraan;

 Aanpassing benzinepomp naar pomp voor vullen van jerrycan’s en naastliggende

(4)

vloeistofdichte piste;

 Schrappen houden van reptielen;

GEKENDE HISTORIEK

RELEVANTE VERGUNNINGEN/AANVRAGEN

Stedenbouwkundige vergunningen

 1967/8313: het bouwen van een woonhuis, vergund d.d. 23/08/1967

 1969/8341: het bouwen van een legkippenstal, weigering d.d. 21/01/1969

 1973/8487: het bouwen van een voeder en kolenmagazijn, weigering d.d.

11/03/1973

 1997/101: het bouwen van een handelsruimte met woning en het slopen van een woning, vergund d.d. 23/05/1997

 1999/324: het plaatsen van verlicht uithangbord en publiciteit, vergund d.d.

13/12/1999

 2004/67: het uitbreiden van een winkelruimte, vergund d.d. 21/06/2004

 2005/186: het uitbreiden van de bestaande winkelruimte, vergund d.d. 20/06/2005

 2010/25: het aanleggen van 28 parkeerplaatsen bij een winkel, vergund d.d.

27/01/2010 - 2010/321: het bouwen van een opslagbunker voor vuurwerk, vergund d.d. 18/10/2010

 2016/19: uitbreiden en verbouwen van een winkel, het slopen van een woning en magazijnen (gedeeltelijk) en het aanleggen van parkeerplaatsen en zone voor buitenpresentatie, vergund d.d. 24/04/2016

Milieuvergunningen

 14/11/1978: vergunning afgeleverd door het college van burgemeester en schepenen voor opslag van mazout en benzine (197841)

 21/01/1991: vergunning afgeleverd door het college van burgemeester en schepenen voor het exploiteren van een inrichting (1991277)

 30/08/1993: vergunning afgeleverd door het college van burgemeester en schepenen voor veranderen van een inrichting door uitbreiding met opslag van mazout en petroleum (1993297)

 16/12/2002: vergunning afgeleverd door het college van burgemeester en schepenen voor het veranderen van een inrichting door uitbreiding met opslag gas en een verdeelslang (200299)

 28/01/2010: gedeeltelijke vergunning afgeleverd door de deputatie voor het veranderen en verder exploiteren van een tuincentrum (200938)

 09/02/2012: gedeeltelijke vergunning afgeleverd door de deputatie voor veranderen opslag feestvuurwerk (201191) Omgevingsvergunningen

 2020/08: het slopen van een woning en bijgebouwen. Het verwijderen van alle verhardingen, weigering deputatie d.d. 07/01/2021 (OMBER-2020-0672)

BESTREDEN BESLISSING VAN HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN SCHEPENEN Het college van burgemeester en schepenen heeft de omgevingsvergunning voorwaardelijk verleend.

(5)

Volgende voorwaarden (en lasten) werden opgelegd:

Stedenbouwkundige voorwaarden

1. Het college van burgemeester en schepenen dient via het omgevingsloket op de hoogte gebracht te worden van het begin van de werkzaamheden of handelingen waarvoor vergunning is verleend, tenminste acht dagen vóór de aanvatting van die werkzaamheden of handelingen.

2. De eventueel aan te leggen verharde op- of inritten uit te voeren in opbreekbare materialen (gedeelte openbaar domein).

3. De afvoer van het hemelwater afkomstig van het dak (en/of verharde oppervlakte) wordt in overeenstemming gebracht met de gewestelijke verordening op het afkoppelen van dakoppervlaktes (en/of verharde oppervlaktes).

4. De normbepalingen van hoofdstuk 3 van de gewestelijke stedenbouwkundige verordening betreffende toegankelijkheid worden nageleefd.

5. De voorwaarden vermeld in het advies van Pidpa-Riolering strikt na te leven.

6. Alvorens te starten met de sloop van de woning bij Fluvius een attest van wegname elektriciteit en aardgas op te vragen.

7. Indien de uitvoering van de sloopwerken onder het toepassingsgebied van het KB van 16 maart 2006 “betreffende de bescherming van de werknemers tegen de risico's van blootstelling aan asbest” valt, dient de aannemer voor uitvoering van de werken de ontvangstmelding asbestwerken (van het FOD Toezicht Welzijn op het Werk) en het goedgekeurde werkplan over te maken. Na uitvoering van de werken dienen zo snel mogelijk de resultaten van de luchtmetingen en de stortattesten van het asbestafval overgemaakt te worden aan het CBS. Alle afvalstoffen waarvan men zich wil ontdoen, dienen op een selectieve manier te worden afgevoerd, waarbij de belangrijkste fracties hout, puin, zand, kunststoffen en asbest zijn. In elk geval dient de bouwheer erop toe te zien dat de containerdienst een OVAM-erkenning heeft, en dat de gescheiden afvalstromen worden afgevoerd naar erkende verwerkingsinstallaties. Facturen met erkenningsnummer OVAM dienen bijgehouden te worden voor controle en toezicht door de gemeente of OVAM.

De afbraak van asbesthoudende materialen dient conform de vigerende wetgeving te gebeuren. Specifiek wordt gewezen op hoofdstuk 6.4 “Beheersing van asbest” uit titel II van het VLAREM, dat de regels voor het verwijderen van asbest bevat. Meer informatie is te vinden op www. asbestinfo.be.

8. De voorwaarden vermeld in het advies van Brandweer Zone Taxandria strikt na te leven.

9. De voorwaarden vermeld in het advies van het Agentschap Wegen en Verkeer strikt na te leven.

10. Alle eventuele aanpassingen aan het openbaar domein moeten voorafgaandelijk schriftelijk aangevraagd worden bij het stadsbestuur. Alle werken uitgevoerd op openbaar domein moeten conform advies van het stadsbestuur uitgevoerd worden. Alle eventuele kosten voor aanpassingswerken aan het openbaar domein zijn ten laste van de bouwheer.

Bijzondere voorwaarde:

a) Een kwalitatief groenscherm en groenzone dient ingericht te worden zoals voorzien op het inplantingsplan.

b) De brandweg dient te allen tijde toegankelijk te zijn en kan niet gebruikt worden als zone voor laden en lossen.

Milieuvoorwaarden

(6)

a. De algemene en sectorale milieuvoorwaarden van titel II van het VLAREM De algemene en sectorale voorwaarden staan in Vlarem II. Bij wijziging van Vlarem II wordt de exploitant steeds geacht de meest actuele versie van de van toepassing zijnde bepalingen na te leven. De integrale en geconsolideerde tekst van Vlarem II is te raadplegen op de Milieunavigator via de link https://navigator.emis.vito.be.

b. Bijzondere voorwaarde:

a) De opslag van kunstmest dient te gebeuren in afgesloten zakken die op een vloeistofdichte ondergrond geplaatst worden. De opslag dient voldoende beschermd te zijn tegen mogelijke weersinvloeden. De exploitant dient de opslagplaats voor kunstmest op een dusdanige manier te exploiteren dat er, ingeval van een incident, uitloging van de meststoffen naar bodem, grond- of oppervlaktewater vermeden wordt.

b) De opslag van steenkool gebeurt op een vloeistofdichte ondergrond en dient voldoende beschermd te zijn tegen mogelijke weersinvloeden zodat uitloging naar de bodem, grond- of oppervlaktewater maximaal vermeden wordt.

c) De terraria moeten conform art. 5.9.14.3. van Vlarem II opgesteld staan in een afgesloten ruimte die altijd vrij is van obstakels en andere hindernissen. Die afgesloten ruimte dient volledig naad- en kierdicht te zijn.

De motivering luidt (samengevat) als volgt:

De aanvraag is in overeenstemming met de gewestplanbestemming ‘woongebied’.

Met betrekking tot de onderzochte milieutechnische aspecten in voorliggende beoordeling lijkt gesteld te kunnen worden dat er geen indicaties zijn tot het verlenen van een negatief advies op voorwaarde dat de exploitant volgende verduidelijkingen aanbrengt in de aanvraag:

Het is aangewezen om volgende bijzondere voorwaarden op te leggen in de eventuele vergunning:

 De opslag van kunstmest dient te gebeuren in afgesloten zakken die op een vloeistofdichte ondergrond geplaatst worden. De opslag dient voldoende beschermd te zijn tegen mogelijke weersinvloeden. De exploitant dient de opslagplaats voor kunstmest op een dusdanige manier te exploiteren dat er, ingeval van een incident, uitloging van de meststoffen naar bodem, grond- of oppervlaktewater vermeden wordt;

 De opslag van steenkool gebeurt op een vloeistofdichte ondergrond en dient voldoende beschermd te zijn tegen mogelijke weersinvloeden zodat uitloging naar de bodem, grond- of oppervlaktewater maximaal vermeden wordt.

 De terraria moeten conform art. 5.9.14.3. van Vlarem II opgesteld staan in een afgesloten ruimte die altijd vrij is van obstakels en andere hindernissen. Die afgesloten ruimte dient volledig naad- en kierdicht te zijn.

Toetsing goede ruimtelijke ordening:

- Functionele inpasbaarheid

De aanvraag voorziet in de uitbreiding van een bestaande winkel (dierenspeciaalzaak) met woning. De bestaande woning boven de huidige winkel en woning nr. 36 blijven behouden.

De omgeving wordt gekenmerkt door een mix van functies (wonen, kantoren, handel). De uitbreiding van de winkel is functioneel inpasbaar in deze omgeving.

- Mobiliteitsimpact

(7)

Het gevraagde gaat niet gepaard met een significante stijging van het aantal vervoersbewegingen. Het gevraagde voorziet in de sloop van verschillende constructies (bijgebouwen, magazijn) en de uitbreiding van de bestaande winkel. De herinrichting van het terrein gaat gepaard met een herinrichting van parkeerplaatsen en de realisatie van een ontsluitingsstructuur waarbij de toegang tot het terrein genomen wordt via de Desmedtstraat en het wegrijden via de weg Beemden gebeurt. Rechts wordt een toegang via de Desmedtstraat voorzien in functie van de brandweer. Er wordt 23 parkeerplaatsen voorzien in functie van de winkel. Onder de luifel wordt ruimte voorzien voor fietsenstalling.

De woningen zijn bereikbaar via een afzonderlijke toegang via de Desmedtstraat. Er werd een gunstig advies verkregen van het Agentschap voor Wegen en Verkeer. Het mobiliteitsprofiel van de winkel blijft onveranderd. De mobiliteitsimpact is beperkt en verandert nauwelijks ten opzichte van de bestaande toestand. Het mobiliteits- en bereikbaarheidsprofiel is op elkaar afgestemd en kan als ruimtelijk aanvaardbaar worden beschouwd. De herinrichting en uitbreiding van de site laat toe om de verkeersafwikkeling te optimaliseren.

- Schaal, ruimtegebruik en bouwdichtheid

De aanvraag voorziet in het slopen van vrijstaande bijgebouwen en koterij, het slopen van de achterliggende magazijnen, het verwijderen van een gedeelte van de bestaande verhardingen. De bestaande woning nr.36 blijft behouden. De bestaande winkel wordt uitgebreid. De uitbreiding wordt voorzien achter de bestaande winkel en loop deels door op het perceel van de te behouden woning. De bestaande klinkerverharding rechts van de winkel blijft behouden en doet dienst als brandweg. De breedte van de oorspronkelijke winkel (16 m) blijft behouden. Op een diepte van 28,85 m wordt een uitsprong naar links voorzien waardoor een breedte van 29,27 m wordt verkregen. De totale bouwdiepte na uitbreiding bedraagt 63,85 m. De voorziene uitbreiding heeft een hoogte van 4,5 m. De uitbreiding wordt voorzien in het verlengd van de bestaande winkel en bevindt zich op minstens 4 m van de rechter perceelsgrens. Het project voorziet eveneens in de herinrichting van de parkeerplaatsen en de ontsluitingsstructuur. De ligging centraal in de kern van Minderhout, binnen het winkelgebied van Minderhout en langs een belangrijke verkeersader N14 verantwoordt de verdere uitbouw van de winkel op deze locatie. Het behoud van de winkel op deze locatie is een logisch gevolg van een kernversterkend beleid.

De schaal, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid van het project is ruimtelijk aanvaardbaar.

- Visueel-vormelijke elementen

De gevel van het bestaande gebouw blijft behouden, maar wordt op enkele plaatsen opgefrist. De schuifdeur aan de straatzijde wordt gedicht door plaatsing van schrijnwerk in aluminium en aluminium bekleding. De uitbreiding wordt bekleed met grijze sandwichpanelen. De luifel wordt bekleed met zwart aluminium. Ook het schrijnwerk wordt voorzien in grijs aluminium. Het nieuw gedeelte vormt door het materiaalgebruik een contrast met de bestaande bebouwing. Door de kleurkeuze en het gebruik van dezelfde materialen bij opfrissing van het bestaande gebouw vormt het project toch één geheel. De plaatsing van een groenscherm rond de parking zorgt voor een verbetering en landschappelijke inpassing van het geheel in haar omgeving. Het gevraagde sluit aan bij de bestaande en is ruimtelijk aanvaardbaar wat betreft visueelvormelijke elementen. Het is belangrijk dat het groenscherm en de groenzones op een kwalitatieve wijze worden ingevuld.

- Cultuurhistorische aspecten

(8)

Er zijn geen cultuurhistorische aspecten van toepassing op deze locatie.

- Bodemreliëf

Het vloerniveau van het bestaande gebouw en de bestaande verharding ligt deels op meer dan 1,5m boven het niveau van de aanpalende wegen. Dit vloerniveau wordt doorgetrokken over de volledige zone waar nieuwe bebouwing voorzien wordt. Op die manier is er een gemakkelijke bereikbaarheid voor leverende vrachtwagens. Het aanpalende terrein blijft op de nulpas behouden en wordt niet opgehoogd. Er wordt geen significante impact op het bodemreliëf verwacht.

- Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid in het algemeen

Eventuele hinderaspecten (uitbatingshinder, privacy, geluidsbeheersing, zichten volgens Burgerlijk wetboek, bezonning, lichtinval, … ) ten gevolge van de aanvraag beperken zich tot een aanvaardbaar niveau in de omgeving. De aanvraag is aanvaardbaar op voorwaarde dat het advies van Brandweer Zone Taxandria en alle andere adviesinstanties strikt nageleefd wordt.

ARGUMENTATIE MET BETREKKING TOT HET BEROEP

BEROEPERS

De beroepschriften van Jan Jacobs, Cornelius De Bont en Wilfried Knevels zijn identiek en luiden (samengevat) als volgt:

De formele en materiële motiveringsplicht werd geschonden alsook het zorgvuldigheidsbeginsel.

Er zijn reeds bouwmisdrijven vastgesteld. De aanvrager kan uit een stedenbouwkundig misdrijf geen rechten putten. De aanvraag betreft bijgevolg ook een regularisatie die mee ter beoordeling dient voor te liggen.

De brandvoorschriften worden geschonden. In werkelijkheid hebben naastliggende buren een stuk van de voorziene brandweg in eigendom. Er is geen zekerheid of er een brandweg met een minimumbreedte van 4m op eigendom van de aanvrager kan gegarandeerd worden. Aanvrager bewijst niet dat er sprake is van een erfdienstbaarheid, gebruiksrecht, grondafstand, e.d.

De laad- en loszone achteraan kan niet worden toegelaten aangezien op een brandweg niet geparkeerd mag worden.

Verder zullen de voertuigbewegingen rondom rond het gebouw het woongenot van omwonenden hypothekeren.

De toetsing aan de relevante omgeving werd niet gedaan bij de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening. Men kan niet langer spreken van een kleine tuin- en dierenwinkel, de zaak is uitgegroeid tot een grote handelszaak met een uitgebreid assortiment.

In woongebied kunnen enkele nevenfuncties aan het wonen toegestaan worden voor zover zij verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. Aangezien dit niet het geval is, is het gevraagde niet functioneel inpasbaar in woongebied.

(9)

De ruimtebehoefte van de winkel is groter dan het terrein. Er zijn geen uitbreidingsmogelijkheden meer.

De aanvraag brengt grote mobiliteitshinder met zich mee. Een inschatting van de toename aan cliënteel ontbreekt in de aanvraag alsook een inschatting van de leveringen. De parkeergelegenheid is mogelijk niet voorzien op de uitbreiding van cliënteel. De bestaande winkel zorgt reeds voor verkeershinder en er zijn nu al te weinig parkeerplaatsen op drukke momenten. Parkeerplaatsen worden bovendien bezet door allerlei materialen.

De bijgebrachte mobiliteitsstudies dateren al van 2015 en 2020, deze zijn niet meer actueel.

De ontsluiting gebeurt via de Beemden, een smalle straat die onvoldoende capaciteit heeft voor het vrachtverkeer en verkeer van cliënteel. Er staat een verkeersbord aan de Desmedtstraat die een verbod oplegt voor vervoer van meer dan 3,5ton.

De schaal en bouwdichtheid is overdreven t.o.v. de omliggende bebouwing die voornamelijk bestaat uit woningen. De uitbreiding bedraagt meer dan 1000m². Alles wordt verhard, er is geen sprake van enige buffering. De groenzone die reeds beperkt is, wordt nog verkleind en is niet in verbouwing tot de grote mate aan bebouwing en verharding. De groenzone doet in werkelijkheid ook dienst als circulatiezone voor vrachtwagens.

Er worden gevaarlijke producten gestockeerd wat gevaarlijk is binnen een woonzone. Het gaat om brandbare goederen, waarbij het niet duidelijk is of deze buiten of binnen opgeslagen worden.

De hinderaspecten werden onvoldoende besproken in het vergunningsbesluit. Het aanvraagdossier bevat hieromtrent ook te weinig informatie.

De aanvraag bevindt zich niet in het winkelgebied, al wordt dit door de vergunningverlenende overheid ten onrechte beweert.

De aanvullende nota van beroepers van datum 29 oktober 2021. De aanvullende nota beroepers luidt bijkomend (samengevat) als volgt:

 Poging om een wederrechtelijke gesteldheid te bestendigen.

 Kwalificatie van voorwerp stemt niet overeen met het beoogde gebruik, zijnde een groot commercieel bedrijf uitbaten in woongebied, dat bovendien aanleiding geeft tot een onaanvaardbare hinder dan wel tot een onuitvoerbare vergunning.

 6043m² aan commerciële ruimte kan niet meer bestempeld worden als kleinhandel.

 Woongenot van beroepers komt onder druk te staan door de ontwikkeling en groei van de activiteiten van aanvrager, daarnaast vormt de opslag van grote hoeveelheden brandbare en giftige stoffen een groot gevaar voor de directe omgeving. De brandweer heet nooit een advies verleend over de technische installaties in het gebouw.

 Gelijkaardig project in de gemeente Kapellen (voor een tweede maal) negatief geadviseerd.

 Het bedrijf is het woongebied ontgroeid en is niet functioneel inpasbaar in woongebied.

 Sprake van significante hinderlijke mobiliteitsimpact en onvoldoende parkeergelegenheid om de eigen parkeerbehoefte op te vangen.

 Hoeveelheid groen te beperkt (grasdals niet voldoende als groenzone). Kwalitatief groenscherm en groenscherm dient ingericht te worden zoals voorzien op het inplantingsplan.

 Conclusie: project niet functioneel inpasbaar, schaal en bouwdichtheid sluiten niet aan bij de bebouwing in de onmiddellijke omgeving, sprake van ernstige mobiliteitshinder en nefaste impact op veiligheid in het algemeen.

AANVRAGER

(10)

De naar aanleiding van het beroep ingediende nota van de aanvrager van 26 oktober 2021 luidt (samengevat) als volgt:

 Vergunde of vergund geachte karakter kan niet betwist worden. Er wordt verwezen naar een deputatiebeslissing (milieuvergunning) van 28/01/2010, waarin de PSA dit expliciet zou bevestigen. De veranda aan de woning wordt reeds 40 jaar gedoogd en heeft niets met de aanvraag te maken.

 Er is geen circulatie van vrachtwagens rondom rond het gebouw. Vrachtwagens lossen niet achteraan. De weg rechts naast het gebouw is een brandweg. De draaicirkels zijn voor de brandweer. Er is een laad- en loszone aan de Beemden.

 De brandweg heeft een voldoende breedte van minstens 4m.

 Dat dit eigendom is van de aanvrager wordt aangetoond met een opmetingsplan van de landmeter. De afsluiting tussen nr. 32 en de aanvraag werd reeds lang geleden in onderling akkoord geplaatst. Vergunning wordt verleend onder voorbehoud van burgerlijke rechten.

 In de omgeving komen nog handelsfuncties voor (binnen 400m ronde de aanvraag).

 De kleinschalige tuin- en dierzaak is historisch gegroeid binnen het kernweefsel en vormt een kern-ondersteunende functie wat dergelijke kernen versterkt en leefbaar houdt. Door shopping dichter bij de mensen te brengen wordt een verweving met de woonomgeving gerealiseerd.

 De mobiliteitsstudie toont aan dat er zich geen significante verhoging van de verkeersdrukte zal voordoen.

 Op het hoekperceel wordt de interne verkeersafwikkeling gesitueerd aan de linkerzijde van het perceel dat paalt aan de gemeenteweg ‘Beemden’. Dit behelst een verbetering ten opzichte van de bestaande toestand en hierdoor zal geen overlast naar de omgeving toe ontstaan.

 Er worden tal van groenzones voorzien.

 Kleinhandelsactiviteiten moeten vermeden worden uit bedrijventerreinen.

 De wenselijkheid van de kleinhandel op deze plaats in het woongebied wordt onderbouwd en er wordt tot de conclusie gekomen dat het projectgebied volgens het gewestplan en de visie van de gemeente juist gesitueerd is.

 Voor de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening wordt verwezen naar de beoordeling van het CBS. Deze motivering is uitgebreid.

 Uit de mobiliteitstoets blijkt dat er geen overdreven verkeershinder zal ontstaan. De bijkomende verkeersgeneratie is beperkt.

 Het Agentschap Wegen en Verkeer bracht een gunstig advies uit aangaande de ontsluiting.

 Laden en lossen is wel degelijk toegestaan in de straat Beemden.

 In de omgeving komen meergezinswoningen voor met een vergelijkbare gevelbreedte.

 Er wordt voldaan aan Vlarem II. Er werd een gunstig advies verleend door IOK.

 De hinderaspecten blijven beperkt tot een aanvaardbaar niveau zoals geoordeeld in het bestreden besluit.

De aanvullende nota van de aanvrager van 17 januari 2022 n.a.v. het advies POVC luidt (samengevat) als volgt:

Verdeelslangen:

(11)

De verdeelslangen worden niet gebruik voor het vullen van voertuigen, maar voor het vullen van jerrycans. Er wordt geoordeeld dat de verdeelslangen zonder voorwerp verklaard moeten worden. De aanvrager volgt deze stelling. De respectievelijke rubriek wordt uit de rubriekenlijst geschrapt en van het milieuplan gehaald.

Noodstroomgroep:

De installaties onder rubriek 12 en 31 die dienen als noodstroomgroep werden reeds voor 50% in rekening gebracht. Dit wordt verduidelijkt in de aangepaste rubriekenlijst.

Rubriek 15.14.1:

Er wordt opgemerkt dat deze rubriek meldingsplichtig is i.p.v. vergunningsplichtig: de aanvrager volgt deze stelling en past de rubriekenlijst aan.

Terraria:

De aanvrager wenst het houden van reptielen te schrappen binnen de aanvraag. Rubriek 9.2.2.1 wordt zodoende weggelaten uit de rubriekenlijst.

Stallen van voertuigen:

De 5 voertuigen betreffen 1 heftruck, 1 vrachtwagen, 1 aanhangwagen en 2 transpaletten.

De ingetekende zones bieden voldoende plaats voor het stallen van deze voertuigen en worden in detail ingetekend op het aangepaste milieuplan. De zones voor het stallen van deze voertuigen bevinden zich hierbij niet in de parkeerzone voor personenwagens, noch in de in- en uitrijzone voor de personenwagens. De rubriekenlijst wordt aangepast.

De stalplaats voor de eigen vrachtwagen en de losplaats voor een externe vrachtwagen is voorzien op de verharding naast de uitrit. Overige zones voor stallen van bovenvermelde voertuigen bevinden zich in de verharding voorbij de buitenbocht van de brandweg achteraan. De zone voor buitenpresentatie werd ingeperkt in functie van het vrijwaren van de stalplaats en de losplaats voor de vrachtwagen, in dit opzicht werd het oppervlak bestemd voor het publiek aangepast binnen de toelichtingsnota kleinhandel en het inrichtingsplan kleinhandel.

Airco’s, koelinstallaties en compressor:

De buitenunits van de airco’s worden op het dak voorzien (strategisch gezien zo ver mogelijk van de omliggende percelen). Dit betreffen volledig nieuwe installaties waarbij een minimale geluidsproductie zal gegenereerd worden. De units zullen onderworpen worden aan de binnen VLAREM opgelegde periodieke onderhoudsplicht om te garanderen dat deze steeds optimaal werken. De diepvriezers staan indoor opgesteld en zijn van die beperkte omvang dat ze ook bij een particulier zijn thuis gebruikt worden (zeer laag vermogen). De effecten naar geluid toe zijn hierbij uitgesloten. De compressor is indoor in het gebouw opgesteld. Ook hier worden geen effecten verwacht.

Opslagruimte gassen:

De rubriek wordt verduidelijkt qua verpakking. Er werden duidelijke zones ingetekend op het milieuplan wat betreft de opslag van petroleum en gasflessen. De opslagplaats wordt conform VLAREM ingericht zodat een veilige opslag van de lege en gevulde gasflessen verzekerd wordt. De gasflessen worden hierbij opgeslagen in een gascontainer, duidelijk

(12)

onderscheid zal gemaakt worden tussen lege en gevulde recipiënten (eigen stockeringszone), de afstandsregels zullen gerespecteerd worden,… .

Handelsvestigingsbeleid:

Er worden bijna geen grootstukgoederen verkocht. De aanvrager brengt een fotoreportage bij waaruit moet blijken dat het gros met de hand te verplaatsen is. Er worden zaken tentoon gesteld zoals houten hokjes en BBQ-toestellen, maar die worden niet op deze manier verkocht, maar als bouwkits. Dit vormt maar een fractie van het aanbod.

Elk kleinhandelsbedrijf zal de dag van vandaag zijn stock aanvullen via een vrachtwagen.

Dit betreft de meest duurzame manier met de minste effecten naar de omgeving toe. Het gaat hier bovendien over leveringen die slechts een paar keer per week zullen plaatsvinden waarbij de vrachtwagen bovendien op de eigen site gestald wordt tijdens het lossen. Hier kan geen enkele hinder aan toegeschreven worden naar de omgeving toe. De personenwagens zullen in de toekomst volledig gebufferd worden op de eigen site.

De aangevraagde vergunning streeft duidelijk dan ook een verbetering na van de huidige locatie. Naar stalplaatsen worden er geen problemen verwacht naar de woonkern toe, in tegendeel zal er enkel maar verbetering plaatsvinden.

De 70% waarvan sprake heeft betrekking op categorie 3 ‘verkoop van land- en tuinbouw’.

Hieronder moeten die zaken onder opgenomen worden waaronder honden- en kattenbenodigdheden i.f.v. het welzijn (voeding, slaapvoorziening, verzorgingsproducten,…). Deze attributen horen niet thuis in een winkel gevestigd binnen landbouwgebied maar wél waar het bedrijf momenteel gevestigd is, namelijk in woongebied.

De meerderheid aan goederen kan ook zonder personenwagen gekocht worden. De site is gelegen in het stedelijk gebied, omringd door een woonkern, wat de bereikbaarheid net wel toegankelijk maakt. Klanten kunnen met de auto, de fiets of de bus naar de winkel komen. Bovendien zullen er voldoende parkeerplaatsen voorzien worden (maakt deel uit van het voorwerp van de aanvraag, zie bouwkundig gedeelte van de aanvraag).

Personenauto’s kunnen aan de winkel parkeren. Klanten kunnen ook met de bus komen.

Hierbij dient er slechts 30 meter gewandeld te worden vanuit de dichtstbijzijnde bushalte.

De omgeving is zone 50 (bebouwde kom) waardoor fietsers beschermd worden tegen snel rijdend verkeer.

Binnen de visie van het Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan is het projectgebied gelegen bij het perifeer handelscentrum van Hoogstraten. Met andere woorden is kleinhandel in deze zone van het woongebied wenselijk en wordt er gestreefd naar een toename van de concentratiegraad aan kleinhandel. Het project draagt dan ook bij aan de verdere ontwikkeling van het perifeer handelscentrum. Er kan geconcludeerd worden dat het projectgebied volgens het gewestplan en de visie van de gemeente juist gesitueerd is. De aanvraag schikt zich dan ook naar de basisdoelstellingen van de Vlaamse Regering inzake detailhandel en kan dan ook beschouwd worden als een duurzame vestiging. De projectsite ligt gecentreerd in het woongebied van de deelgemeente Minderhout, langsheen een gewestweg (N14) en vlakbij de bushalte Minderhout Hemelstraat met vrijliggende fietspaden. Net mede dankzij de goede bereikbaarheid van de vestiging te voet, met de fiets en het openbaar vervoer wordt het gebruik van personenwagens ingeperkt. De gunstige ligging in dit woongebied stimuleert net wél een duurzamere mobiliteit.

Daarenboven wanneer de personenwagen toch gebruikt wordt zal deze net dankzij de

(13)

uitermate gunstige ligging de af te leggen afstand beperken tot het uiterste minimum gezien de strategische ligging in het perifeer handelscentrum van Minderhout. Het is dan ook allesbehalve juist te stellen dat hier geen duurzame mobiliteit bewerkstelligd wordt.

Mobiliteitstoets:

Deze toets is opgemaakt door een erkend en onafhankelijk MER-deskundige en conform het wettelijk kader vooropgesteld in het richtlijnenhandboek.

Zoals gesteld binnen de mobiliteitstoets komen er in de huidige situatie gemiddeld per werkdag ca. 75 klanten naar het tuincentrum. Op zaterdag loopt dit aantal uit tot ca. 140 klanten, uitzonderlijk tot 200 klanten. Wat het aantal klanten betreft, wordt naar de toekomst gemikt op een toename van gemiddeld 25%. Dit betekent tijdens een werkdag ca. 90 klanten, op zaterdag ca. 175 met uitzonderingen tot 250 klanten. Hiervan zal 80%

met de personenwagen toekomen. De weg Beemden betreft een lokale weg type 3.

Dergelijk weg heeft een theoretische capaciteit van 1.000 pae/u per rijrichting. In het extreme geval (worst-case) van 200-250 klanten op zaterdag (ca. 25-32 klanten per uur) waarvan 80% met de personenwagen komen betreft dit een verzadigingsgraad (= de verhouding tussen de intensiteit (in pae/u) en de capaciteit op een bepaald wegvak) van 2 tot 2,5%. Dit is te beschouwen als niet aanzienlijk. Er dient benadrukt te worden dat dit zeer sporadisch kan voorkomen. Daarenboven wordt slechts 50 meter van de Beemden bereden (vlak langs de N8 gelegen). De bezettingsgraad betreft dan ook maar een fractie van de volledige weg.

Er worden, in tegenstelling tot wat binnen het advies beweerd wordt, net wél voldoende parkeerplaatsen voorzien in de gewenste situatie. Ook bij heel drukke momenten. Er wordt aangehaald dat Laurijssen Jozef streeft naar een verbetering van de parkeerorganisatie via deze aanvraag. Op dit ogenblik beschikt het terrein amper over parkeerplaatsen. Er zijn in totaal 25 parkeerplaatsen voorzien voor publiek, dus 4 extra (zie aangepast inplantingsplan). Er zijn 33 fietsenstalplaatsen voorzien, waarvan 3 voor bakfietsen (zie aangepast inplantingsplan).

Hemelwaterverordening:

Het hemelwater werd herbekeken i.f.v. de aanpassingen van de verharde oppervlaktes, waar meer aan waterdoorlatende verharding wordt geopteerd. De Gewestelijke verordening inzake hemelwater is van toepassing en legt een infiltratievoorziening op van minstens 78,8 m² en een buffervoorziening van 47,750 m³ voor de som van 1910m² voor dakoppervlakte (1007m²) & verhardingen (963m²) minus 60m² voor de bestaande regenwaterput. We voorzien een nieuwe hemelwaterput met daarachter een natuurlijk infiltratieveld met noodoverloop naar bestaande bufferput (zie aangepast inplantingsplan).

Waar mogelijk op de parkeerplaatsen & noodzakelijk verharde weg voor de brandweer, is de nieuwe verharding zo veel mogelijk waterdoorlatend en infiltreert deze op natuurlijke wijze op eigen terrein in de bodem (zie aangepast inplantingsplan).

Schaal, ruimtegebruik, bouwdichtheid, visueel-vormelijk: aanvaardbaar

Aan straatzijde heeft de winkel een woningprofiel dat vergelijkbaar is met andere laagbouwwoningen. Achteraan wordt de 45°-afstandsregel aangehouden. De bestaande groenzone wordt behouden, een nieuwe wordt aangelegd.

(14)

Aan de Desmedtstraat 44 werd een gelijkaardige situatie gecreëerd met diepere bebouwing doordat vlakbij deze woning achteraan nog een groot gebouw werd ingeplant.

De parking wordt afgezoomd met brede groene zones. Deze groenaanleg zou kleiner zijn indien een meergezinswoning wordt opgericht. De voorziene parking vormt een visuele verruiming van de gewestweg en maakt het kruispunt overzichtelijker en veiliger. Rondom rond worden groenzones voorzien.

De zone achteraan en rechts is enkel bestemd voor de brandweer. Aan de brandweg wordt rechts achteraan een bijkomende groenbuffer voorzien, zodanig dat de brandweerweg benut kan blijven.

Het groenscherm aan Beemden 58 wordt meer dan 4m breed wat voor voldoende buffering zorgt. Deze woning is eigendom van aanvrager. De zone voor buitenpresentatie wordt ingeperkt. De ontsluiting naar Beemden is reeds vergund op 25 april 2016. De zones voor buitenprestaties worden omgeven door een ruime groenzone met groenscherm. Door de uitbreiding van de bestaande winkel wordt voldoende plaats bekomen om de meeste goederen inpandig te plaatsen. De buitenpresentatie zal op een ordelijke wijze gebeuren en de zone tegen de openbare weg is omgeven door een afdoende ruime groenzone met groenscherm.

Mobiliteit: aanvaardbaar:

In het advies van de POVC wordt ten onrechte beweerd dat in de mobiliteitstoets zou worden bevestigd dat bij grote drukte (200-250 klanten per dag – ca. 25-32 klanten per uur) er niet voldoende parkeerplaatsen zouden zijn. In de mobiliteitstoets wordt gesteld dat de bestaande parking onvoldoende zou zijn, doch dat er 63 mensen gedurende één uur gebruik kunnen maken van de nieuwe parkeerplaatsen en in het extreme geval van 200- 250 klanten per dag (ca 25-32 klanten per uur) het voorziene aantal parkeerplaatsen bijgevolg voldoende zal zijn. In de toets staat uitdrukkelijk dat zelfs in het extreme geval van 200-250 klanten per dag het voorziene aantal parkeerplaatsen voldoende is. Er worden om tegemoet te komen nog 4 extra parkeerplaatsen voorzien zodat er 25 parkeerplaatsen beschikbaar zijn.

Het Agentschap Wegen en Verkeer bracht een voorwaardelijk gunstig advies uit en legt uitdrukkelijk op dat de toegang via de Desmedtstraat uitsluitend dient gebruikt te worden als inrit en al het uitrijdend verkeer dient te gebeuren langs de gemeenteweg (Beemden).

Er kan vanuit de zijstraat (Beemden) vlot aangetakt worden naar de gewestweg. Ten onrechte wordt in het advies van de POVC gesteld dat de uitrit naar de Beemden ook als toegang zou benut worden voor vrachtwagens, wat niet het geval is. In de mobiliteitstoets wordt onderschreven dat het wegrijden via de uitrit op de Beemden als een veilige oplossing kan worden omschreven, dat het kruispunt N14 – Beemden zeer overzichtelijk is en er op het gebied van verkeersveiligheid geen problemen worden verwacht. Het college komt terecht tot het besluit dat het loskoppelen van inrijden (via Desmedtstraat) en uitrijden (via de Beemden) bijdraagt tot een optimale verkeersafwikkeling.

Hinder omwonenden: aanvaardbaar

Er wordt een groene buffer achteraan voorzien ter hoogte van de brandweg zodat er een groen buffer ter hoogte van deze buur wordt voorzien. Er komt een bredere buffer aan de woning Beemden 58. De zones voor buitenpresentatie wordt omgeven door een groenzone,

(15)

de presentie zal op ordentelijke wijze gebeuren. De meeste goederen worden inpandig voorzien.

Artikel 64 OVD:

De wijzigingen komen tegemoet aan bemerkingen in het advies van de provinciale omgevingsvergunningscommissie. De wijzigingen doen geen afbreuk aan de bescherming van de mens of het milieu of de goede ruimtelijke ordening en brengen kennelijk geen schending van de rechten van derden met zich mee. Er is zodoende geen openbaar onderzoek nodig.

ADVIEZEN1

College van burgemeester en schepenen

Tijdens de beroepsprocedure: voorwaardelijk gunstig advies ontvangen op 7 september 2021.

Het advies luidt (samengevat) als volgt:

 Bevestiging standpunt bestreden beslissing Gemeentelijke omgevingsambtenaar

Verslag eerste aanleg (3 juni 2021): voorwaardelijk gunstig.

Het verslag luidt (samengevat) als volgt: zie bestreden beslissing.

Vlaamse overheid, departement omgeving, afdeling GOP ruimtelijke ordening (AGOP-ro)

Tijdens de beroepsprocedure: geen advies ontvangen op 4 oktober 2021.

Vlaamse overheid, departement omgeving, afdeling GOP milieu (AGOP-m)

Tijdens de beroepsprocedure: geen advies ontvangen op 4 oktober 2021.

Vlaamse milieumaatschappij, watertoets (VMM AOW)

Tijdens eerste aanleg: geen advies ontvangen op 4 maart 2021. Niet bevoegd.

Agentschap wegen en verkeer (AWV)

Tijdens eerste aanleg: voorwaardelijk gunstig advies ontvangen op 3 maart 2021.

Het advies luidt (samengevat) als volgt:

 Voorwaarden:

o De nieuwe toegang links op het perceel die gebruikt wordt voor klanten en bevoorrading is maximum 7 meter breed. Deze toegang mag uitsluitend

1 De wijze waarop wordt omgegaan met de adviezen van de adviesinstanties, het adviserend schepencollege en

(16)

gebruikt worden als inrit. Al het uitrijdend verkeer dient te gebeuren via de uitrit langs de gemeenteweg (Beemden). Op het eigen terrein dient de nodige signalisatie geplaatst te worden die deze circulatie duidelijk maakt voor de gebruikers.

o Het perceel dient, behoudens de toegangen, afgesloten te worden op de perceelsgrens met een niet overrijdbare afsluiting conform artikel 3 van de algemene voorwaarden in bijlage van dit advies.

 Volgende werken zijn in dit advies niet inbegrepen en dienen het voorwerp uit te maken van een afzonderlijke aanvraag:

o Het oprichten van reclameconstructies, uithangborden...

o Alle werken op het openbaar domein voor bijvoorbeeld de aanleg van een oprit, de aansluiting van de riolering, de inbuizing van grachten langs de gewestweg, ....

o Alle tijdelijke ingebruiknames en wijzigingen van het openbaar domein (bvb:

werfbezetting zoals stellingen, containers, opslag van materialen, tijdelijke werftoegang,...)

o De aansluiting van een afwatering aan de gracht langs gewestweg.

Tijdens de beroepsprocedure: voorwaardelijk gunstig advies ontvangen op 18 augustus 2021.

Het advies luidt (samengevat) als volgt:

 Zie advies eerste aanleg

Agentschap innoveren en ondernemen (AIO)

Tijdens de beroepsprocedure: geen advies ontvangen op 12 oktober 2021.

Veiligheidscommissie All-round Semi-cellular Trunking Radio communication system with Integrated Dispatchings (ASTRID)

Tijdens de beroepsprocedure: voorwaardelijk gunstig advies ontvangen op 17 augustus 2021.

Het advies luidt (samengevat) als volgt:

 Er dient indoordekking aanwezig te zijn.

Brandweer

Tijdens eerste aanleg: voorwaardelijk gunstig advies ontvangen op 2 april 2021.

Pidpa riolering

Tijdens eerste aanleg: voorwaardelijk gunstig advies ontvangen op 17 maart 2021.

Het advies luidt (samengevat) als volgt:

 Een septische put is verplicht. Deze staat niet op de plannen vermeld.

 Het hemelwater dient afgekoppeld te worden van de DWA.

POVC

(17)

advies beroepsprocedure: ongunstig OPENBAAR ONDERZOEK2

In eerste aanleg is een openbaar onderzoek georganiseerd. Tijdens het openbaar onderzoek werden 3 bezwaarschriften ontvangen. De bezwaren luiden (samengevat) als volgt:

 Aanvrager kan geen rechten putten uit bouwovertredingen

 Aanvraag is niet functioneel inpasbaar

 Niet aanvaardbaar in woonomgeving

 Impact mobiliteit

 Ontsluitingscapaciteit overschreden

 Laad- en loszone nefast voor gebruik brandweg

 Te grootschalig

 Te grote oppervlakte verharding

 Opslag gevaarlijke producten: brengt veiligheid in gedrang

 Vrees voor schending brandvoorschriften

 Voertuigbewegingen in een tuinzone

 Hinder onvoldoende onderzocht

 Dossier is onnauwkeurig en onvolledig HOREN VAN DE PARTIJEN

Volgende personen werden tijdens de zitting van de POVC gehoord:

 namens beroeper: Joachim Lebeer

 namens aanvrager: Laurijssen Kim, Ria Hens, Vincent Speybrouck

Verslag van het horen

Beroeper

 accent te leggen op feit dat soortgelijk project door commissie in Kapellen ongunstig werd beoordeeld

 andere handelszaken in omgeving van veel kleinere omvang in opp.

 project niet functioneel inpasbaar  te grote opp. in woonzone

 cijfers m.b.t. mobiliteit dateren van 2015  allerminst actueel

 veiligheid  brandbare en giftige stoffen van grote omvang

 advies brandweer geen betrekking op technische installaties  bij eventuele vergunning bijkomend advies brandweer op te vragen

 voorwaarden op te leggen m.b.t. groenzones Aanvrager

2 Om te voldoen aan de haar opgelegde motiveringsplicht, is de deputatie, wanneer zij uitspraak doet over een beroep, er niet toe gehouden alle standpunten, opmerkingen en bezwaren die tijdens de voorafgaande administratieve procedure werden geformuleerd, te beantwoorden. Het volstaat aan te geven welke redenen haar beslissing verantwoorden. De wijze waarop omgegaan werd met de standpunten, opmerkingen en bezwaren

(18)

 geen nieuw project  optimalisatie van bestaande kleinhandelsbedrijf Tuin en Dier, aanwezig vanaf 1973

 afgekeurd dossier Kapellen  geen vergelijking met voorliggende aanvraag, gaat over groter dossier inzake autobedrijf

 verwijzing naar vergunning Hoogstraten

 op geen enkele wijze negatieve elementen aangebracht door beroeper

 beslissing Hoogstraten zeer uitgebreid gemotiveerd en wordt bijgetreden

 volledige optimalisatie van in- en afrijden terrein

 parking volledig met groen omringd

 m.b.t. brand  niet duidelijk wat wordt bedoeld door beroeper

 brandweg voorzien rondom pand, wel degelijk 4m breedte

 plan waarbij actuele toestand volledig wordt geoptimaliseerd en waarbij bestaande woning wordt geïntegreerd

 tuinbouwbedrijf dat inpasbaar is in omgeving

 gelegen langs gewestweg  zeer geschikt om deze activiteit toe te laten

 ook stedenbouwkundige geen problemen  verwijzing naar eerdere verleende vergunningen

 gelegen in landelijke omgeving  veel mensen die een tuin en/of dieren hebben

 geen problemen m.b.t. bestemming

 mobiliteitsstudie toegevoegd

 geen recentere telling gevonden inzake mobiliteit maar geen wijzigingen gebeurd in omgeving zodat naar deze telling kan blijven verwezen worden

 momenteel nog niet de bedoeling om terraria te voorzien in aanvraag -> eventueel eruit halen of voldoen aan VLAREM

 zullen verduidelijking bij brengen van circulatie e.d. op het terrein

 uitrit zal niet worden voorzien voor inrijden m.b.t. laden en lossen

De voorzitter benadrukt dat het geïntegreerde advies van de POVC dient te worden afgewacht, met daarin een allesomvattende beoordeling van de aanvraag.

BEOORDELINGSKADER

De vergunningsaanvraag werd in haar totaliteit onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met het decreet van 25 april 2014 betreffende de Omgevingsvergunning (OVD), het decreet houdende Algemene Bepalingen inzake Milieubeleid (DABM), de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO), het decreet Integraal Handelsvestigingsbeleid (DIHB), het decreet Natuurbehoud, en hun uitvoeringsbesluiten3.

PROCEDURELE BEOORDELING

GEMOTIVEERD VERZOEK TOT TERMIJNVERLENGING

De aanvrager diende op 26 november 2021 een verzoek tot termijnverlenging in met volgende motivering: bijkomend te antwoorden op advies POVC, negatieve argumenten te weerleggen en eventueel een aangepast plan in te dienen.

De deputatie besliste op 2 december 2021 om het verzoek te aanvaarden.

3 De omgevingsvergunning heeft een zakelijk karakter. De vergunningsaanvraag wordt beoordeeld onder voorbehoud van de burgerlijke rechten die betrekking hebben op het onroerend goed, en houdt derhalve geen enkele beslissing in omtrent het bestaan en de draagwijdte van deze rechten. Krachtens art. 144 van de Grondwet behoren geschillen over burgerlijke rechten, zoals het hebben van bouwrecht, erfdienstbaarheden, …, tot de uitsluitende bevoegdheid van de burgerlijke rechtbanken.

(19)

Overeenkomstig artikel 66§2/1 van het Omgevingsvergunningsdecreet wordt de beslissingstermijn op gemotiveerd verzoek van de vergunningsaanvrager eenmalig met zestig dagen verlengd.

WIJZIGINGEN AAN DE VERGUNNINGSAANVRAAG IN BEROEP

De aanvrager wijzigde zijn vergunningsaanvraag in beroep zonder dat een nieuw openbaar onderzoek vereist is.

In beroep kunnen wijzigingen aan de vergunningsaanvraag worden aangebracht. Het openbaar onderzoek over de gewijzigde vergunningsaanvraag is niet vereist omdat aan de volgende voorwaarden is voldaan:

1° de wijzigingen doen geen afbreuk aan de bescherming van de mens of het milieu of de goede ruimtelijke ordening

2° de wijzigingen komen tegemoet aan de adviezen of aan de standpunten, opmerkingen en bezwaren die tijdens het openbaar onderzoek zijn ingediend

3° de wijzigingen brengen kennelijk geen schending van de rechten van derden met zich mee

De voorziene aanpassingen zijn beperkt van aard en dienen om tegemoet te komen aan opmerkingen gemaakt in het advies POVC. Het voorzien van extra groenbuffer, bijkomende parkeergelegenheid voor auto’s en bakfietsen, het inperken van de tentoonstellingszone en voorzien van een wadi in de groenzone, brengen de rechten van derden niet in het gedrang.

De wijzigingen leiden niet tot een termijnverlenging, want er moet geen openbaar onderzoek georganiseerd worden. Er dienen ook geen adviezen opnieuw ingewonnen te worden.

Onderstaande beoordeling houdt rekening met de wijzigingen aan de vergunningsaanvraag.

BEOORDELING VAN DE OMSCHRIJVING VAN DE AANVRAAG

OPMERKINGEN/HERFORMULERING INGEDEELDE INRICHTING OF ACTIVITEIT De aanvraag betreft het verder exploiteren (vroegtijdig omwille van grote investering) na verandering door wijziging en uitbreiding van een tuincentrum, voortaan omvattend:

opslag van 30 ton kolen (oppervlakte van 0,001 ha) (vermindering met 30 ton kolen en 10 ton houtpellets – 6.2.1.a);

2 verdeelslangen (uitbreiding – 6.5.1);

het houden van max. 30 reptielen (uitbreiding – 9.2.2.1);

het houden van max. 50 knaagdieren (uitbreiding – 9.7.a.1);

 een noodstroomgroep met een geïnstalleerd totaal elektrisch schijnvermogen van 150 kVA (uitbreiding – 12.1.1.1.b);

het stallen van 5 voertuigen (uitbreiding met 2 voertuigen – 15.1.1);

 airco’s, koelinstallaties en compressor met een totale geïnstalleerde drijfkracht van 20 kW (uitbreiding met 15 kW – 16.3.2.a);

(20)

opslag van 500 l butaan, 5.000 l propaan en 500 l LPG in diverse opslagrecipiënten (vermindering met 1.100 l butaan, uitbreiding met 600 l propaan en uitbreiding met de opslag van LPG – 17.1.2.1.2);

 opslag van 22,304 ton petroleum in een ondergrondse dubbelwandige houder van 15.000 l, een bovengrondse dubbelwandige houder van 5.000 l, in ? van 8 x 900 l OF 20 x 360 l en 2.000 kg in verplaatsbare recipiënten (voorheen vergund voor 3.000 l – 17.3.2.1.2.2);

opslag van 2.000 kg bijtende stoffen (perlka) (uitbreiding – 17.3.4.1.b – 17.3.6.1.b);

 opslag van 5.000 l/kg gevaarlijke producten in kleine verpakking (17.4);

opslag van 60 ton kunstmest (uitbreiding met 20 ton - 28.1.f.1);

opslag van 10 m³ granen, veevoeders en krachtvoeders in zakken (45.14.1.a);

Voor de gevraagde verdeelslangen wordt verwezen naar de beschrijving van rubriek 6.5 cfr. de rubriekenlijst:

brandstofverdeelinstallaties voor motorvoertuigen, namelijk installaties voor het vullen van brandstoftanks van motorvoertuigen met vloeibare koolwaterstoffen, bestemd voor de voeding van de erop geïnstalleerde motor(en)

De verdeelslangen worden niet gebruikt voor het vullen van voertuigen maar voor het vullen van jerrycans. De verdeelslangen dienen dan ook zonder voorwerp verklaard te worden.

Installaties onder rubriek 12 en 31 die dienen als noodstroomgroep dienen voor slechts 50% mee in inrekening te worden gebracht indien deze minder dan 500 bedrijfsuren per kalenderjaar in werking zijn. Het is niet duidelijk of deze 50% reeds in rekening werd gebracht voor de aangevraagde noodstroomgroep. Aan de aanvrager wordt verzocht om dit te verduidelijken.

Opgemerkt wordt dat de opslag onder rubriek 45.14.1.a een opslag betreft vanaf 2 m³ tot en met 10 m³. Daar de aanvrager de opslag van max. 10 m³ vraagt is rubriek 15.14.1.a van toepassing i.p.v. 15.14.1.b. De gevraagde rubriek betreft dan meldingsplichtig i.p.v.

vergunningsplichtig.

De aanvrager dient de opslagwijze van de gevaarlijke gassen te verduidelijken. Ook voor de opslag van petroleum is het niet duidelijk of er 8 vaten (?) zijn van 900 l of 20 van 360 l. (zie eerder aanduiding in vet).

De aanvrager doet in graad van beroep de nodige aanpassingen of brengt de nodige verduidelijkingen bij waarmee tegemoet gekomen wordt aan voormelde opmerkingen:

De rubriekenlijst dient als volgt aangepast te worden:

De aanvraag betreft het verder exploiteren na verandering door wijziging en uitbreiding van een tuincentrum, voortaan omvattend:

opslag van 30 ton kolen (oppervlakte van 0,001 ha) (vermindering met 30 ton kolen en 10 ton houtpellets – 6.2.1.a);

2 verdeelslangen (uitbreiding – 6.5.1);

het houden van max. 30 reptielen (uitbreiding – 9.2.2.1);

het houden van max. 50 knaagdieren (uitbreiding – 9.7.a.1);

 een noodstroomgroep met een geïnstalleerd totaal elektrisch schijnvermogen van 150 kVA ((uitbreiding – 12.1.1.1.b);

(21)

het stallen van 5 voertuigen (uitbreiding met 2 voertuigen – 15.1.1);

 airco’s, koelinstallaties en compressor met een totale geïnstalleerde drijfkracht van 20 kW (uitbreiding met 15 kW – 16.3.2.a);

opslag van 500 l butaan, 5.000 l propaan en 500 l LPG in diverse

opslagrecipiënten (vermindering met 1.100 l butaan, uitbreiding met 600 l propaan en uitbreiding met de opslag van LPG – 17.1.2.1.2);

 opslag van 22,304 ton petroleum in een ondergrondse dubbelwandige houder van 15.000 l, een bovengrondse dubbelwandige houder van 5.000 l, in ? van 8 x 900 l OF 20 x 360 l en 7.200 l in verplaatsbare recipiënten (voorheen vergund voor 3.000 l – 17.3.2.1.2.2);

opslag van 2.000 kg bijtende stoffen (perlka) (uitbreiding – 17.3.4.1.b – 17.3.6.1.b);

 opslag van 5.000 l/kg gevaarlijke producten in kleine verpakking (17.4);

opslag van 60 ton kunstmest (uitbreiding met 20 ton - 28.1.f.1);

opslag van 10 m³ granen, veevoeders en krachtvoeders in zakken (45.14.1.a);

De aanvrager geeft aan dat de installaties onder rubriek 12 en 31 werden aangevraagd voor het gereduceerde vermogen van 50%. Deze opmerking vervalt.

De opmerking aangaande de opslag van petroleum vervalt.

OPMERKING KLEINHANDELSACTIVITEITEN

Hoewel de aanvrager oppervlaktes invult bij ‘bestaande toestand’ op het omgevingsloket en de kleinhandelsactiviteit op deze locatie reeds sinds 1973 aanwezig is, is er toch sprake van een nieuwe kleinhandelsactiviteit en geen uitbreiding van een bestaande. Immers heeft deze handelszaak nog nooit een socio-economische vergunning aangevraagd/verkregen, al is deze kleinhandelsactiviteit gedurende de daaropvolgende jaren verschillende malen toegenomen (wat af te leiden valt uit de verschillende stedenbouwkundige aanvragen). Op het ogenblik dat een socio-economische vergunning had moeten gevraagd worden, is dat in de geschiedenis van deze vestiging nooit gebeurd.

Het gevraagde wordt dan ook beschouwd als een nieuwe kleinhandelsactiviteit. In de toelichtingsnota ‘kleinhandel’ van de aanvrager wordt dit ook door de exploitant bevestigd.

De aanvrager stelt zelf dat hij zich met huidige procedure ook wat betreft het detailhandelsaspect zich in regel wenst te stellen.

INHOUDELIJKE BEOORDELING

STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN

Het project wordt getoetst aan de geldende stedenbouwkundige voorschriften en verkavelingsvoorschriften.

Het project is gelegen binnen de contouren van het provinciaal RUP Afbakeningslijn kleinstedelijk gebied Hoogstraten van 14 mei 2007.

Dit RUP legt geen specifieke voorschriften op voor voorliggende aanvraag.

Het project is in overeenstemming met de voorschriften van het gewestplan.

(22)

Het project is volgens het gewestplan 16: Turnhout, goedgekeurd op 30 september 1977, gelegen in woongebied.

Volgende voorschriften zijn van toepassing:

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven.

Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.

De aanvraag betreft de uitbreiding en verbouwing van een bestaande zaak in dieren (reptielen en knaagdieren) en dier- en tuingerelateerde zaken. Een dergelijke handelszaak is in principe inpasbaar in het woonweefsel.

Het project is in overeenstemming met de voorschriften van de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid.

Dit besluit is van toepassing bij handelingen waarbij de totale publiek toegankelijke oppervlakte groter is dan 400m², op alle nieuw te bouwen, te herbouwen, te verbouwen of uit te breiden publiek toegankelijke delen van een of meerdere constructies.

De winkel heeft een afmeting groter dan 400m².

De aanvraag voldoet aan alle bepalingen van de verordening (niveauverschil 2cm ter hoogte van inkomdeur, voldoende brede inkom, voldoende parkeerplaatsen voor rolstoelgebruikers, aangepast sanitair).

Het project is met de in graad van beroep bijgebrachte planaanpassingen in overeenstemming met de voorschriften van de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwater.

Op de aangepaste plannen wordt een hemelwaterput voorzien van 10.000 liter met overloop naar een wadi met een oppervlakte van ongeveer 80m² en een volume van 35m³.

Dit zou moeten volstaan voor een totaal aan verhardingen van 1910m² (dakoppervlaktes nieuwe daken – 1007m² -en verharding terrein via straatkolken – 963m²). De noodoverloop van de wadi geschiedt via een bestaande bufferput van 15.000 liter richting straatriolering. De bestaande, te behouden gebouwdelen blijven gekoppeld op de bestaande hemelwaterput van 20.000 liter. De wadi kan voorzien worden boven het grondwaterpeil.

VLAREM

De aangevraagde ingedeelde inrichtingen of activiteiten zijn in overeenstemming met het Vlaams reglement betreffende de milieuvergunning (VLAREM).

Volgende inrichtingen betreffen 3de klasse inrichtingen:

(23)

het houden van max. 50 knaagdieren (uitbreiding – 9.7.a.1);

 een noodstroomgroep met een geïnstalleerd totaal elektrisch schijnvermogen van 150 kVA (uitbreiding – 12.1.1.1.b);

het stallen van 5 voertuigen (uitbreiding met 2 voertuigen – 15.1.1);

 airco’s, koelinstallaties en compressor met een totale geïnstalleerde drijfkracht van 20 kW (uitbreiding met 15 kW – 16.3.2.a);

opslag van 2.000 kg bijtende stoffen (perlka) (uitbreiding – 17.3.4.1.b – 17.3.6.1.b);

 opslag van 5.000 l/kg gevaarlijke producten in kleine verpakking (17.4);

opslag van 60 ton kunstmest (uitbreiding met 20 ton - 28.1.f.1);

opslag van 10 m³ granen, veevoeders en krachtvoeders in zakken (45.14.1.a);

In het dossier wordt duidelijk aangegeven dat voor de knaagdieren en de reptielen geen gevaarlijke dieren worden gehouden. Al deze dieren zullen thuishoren op de positieve lijst voor zoogdieren (hamsters, cavia’s, konijnen) en de positieve lijst voor reptielen

Er zullen 5 voertuigen worden gestald. Dit betreft 1 heftruck, een vrachtwagen, aanhangwagen en 2 transpaletten. De locatie waar deze voertuigen gestald kunnen werden werd bijkomend aangegeven op het inplantingsplan. Uit deze aanduiding blijkt dat deze op een dermate manier kunnen geparkeerd worden dat de draaicirkels op de site gevrijwaard blijven.

De airco’s, koelinstallaties en compressor hebben een beperkte drijfkracht. Gelet op de ligging temidden van woongebied dient toch enige voorzichtigheid aan de dag gelegd worden. De aanvrager geeft bijkomend aan dat de buitenunits van de airco’s op het dak worden voorzien en dit op een zo ver mogelijke locatie van de omliggende percelen. Het zullen nieuwe installaties betreffen waarbij een minimale geluidsproductie zal gegenereerd worden.

De exploitatie dient te voldoen aan de geldende geluidsnormeringen.

De exploitant dient er bovendien op attent gemaakt te worden dat de koelvloeistoffen dienen gekozen te worden in overeenstemming met de Europese verordening rond F- gassen.

Uit de MSDS-fiche van Perlka blijkt dat de aangevraagde rubrieken correct zijn. De opslag wordt gehouden binnen de winkelruimte op een voldoende ruime afstand van de perceelsgrenzen en t.o.v. de overige gevaarlijke gassen/stoffen/producten.

De opslag van minerale meststoffen opgenomen in subrubriek 28.1.f van de indelingslijst is verboden in de waterwingebieden en binnen de beschermingszones types I en II. Er wordt voldaan aan de verbodsbepaling m.b.t. de ligging van de inrichting. De kunstmest zal deels in de winkel worden opgeslagen en deels in open lucht en dit in afgesloten zakken.

Risico m.b.t. stofexplosie dient met dergelijke kleine hoeveelheden niet verwacht te worden.

De door het CBS voorgestelde voorwaarde kan onderschreven worden:

“de opslag van kunstmest dient te gebeuren in afgesloten zakken die op een vloeistofdichte ondergrond geplaatst worden. De opslag dient voldoende beschermd te zijn tegen

mogelijke weersinvloeden. De exploitant dient de opslagplaats voor kunstmest op een dusdanige manier te exploiteren dat er, ingeval van een incident, uitloging van de meststoffen naar bodem, grond- of oppervlaktewater vermeden wordt.”

(24)

De opslag van granen, veevoeders en krachtvoeders situeert zich binnen in de winkel. Er is dus geen contact mogelijk tussen hemelwater en de voormelde opslag. Gelet op de aard van de opslag wordt er geen sapverlies verwacht.

Volgende inrichtingen betreffen 2de klasse inrichtingen:

opslag van 30 ton kolen (oppervlakte van 0,001 ha) (vermindering met 30 ton kolen en 10 ton houtpellets – 6.2.1.a);

 opslag van 500 l butaan, 5.000 l propaan en 500 l LPG in diverse opslagrecipiënten (vermindering met 1.100 l butaan, uitbreiding met 600 l propaan en uitbreiding met de opslag van LPG – 17.1.2.1.2);

 opslag van 22,304 ton petroleum in een ondergrondse dubbelwandige houder van 15.000 l, een bovengrondse dubbelwandige houder van 5.000 l, in ? van 8 x 900 l OF 20 x 360 l en 2.000 kg in verplaatsbare recipiënten (voorheen vergund voor 3.000 l – 17.3.2.1.2.2);

De kolen, gassen en petroleum worden buiten opgeslagen. De kolen en gassen worden gescheiden door de opslag van kunstmest. De onderlinge opslag wordt op voldoende afstand voorzien zodat ruim voldaan wordt aan de vereiste onderlinge scheidingsafstand van 5m.

De kolen worden opgeslagen in afzonderlijke plastic zakken met omheen een beschermende folie ter voorkoming van uitloging.

De vermelde gassen worden gezamenlijk opgeslagen, deze behoren echter alle 3 tot dezelfde groep (groep 1).

De aanvrager geeft aan dat de opslagplaats voor de gassen conform Vlarem ingericht zal worden zodat een veilige opslag voor de lege en gevulde gasflessen verzekerd kan worden.

De gasflessen worden hierbij opgeslagen in een gascontainer waar duidelijk onderscheid gemaakt zal worden tussen lege en gevulde recipiënten. De afstandsregels kunnen gerespecteerd worden.

De winkel kan echter bekeken worden als een lokaal met open vuurverbod.

De inrichting omvat diverse opslagmethodes voor de opslag van petroleum. Bij de vaste houders worden 2 verdeelslangen voorzien onder een luifel. Het betreft geen verdeelslang voor het vullen van auto’s maar voor het vullen van jerrycans van klanten. Het vullen zal enkel door de exploitant of een vertegenwoordig worden uitgevoerd.

Er kan de vraag gesteld worden waarom voor deze activiteit 2 verdeelslangen benodigd zijn en of er niet over gedimensioneerd wordt (20.000 l voor vullen van jerrycans?), dit betreft echter een opportuniteitskwestie. Bovendien zijn de verdeelslangen zonder voorwerp.

Er wordt een morsbak voorzien onder de vulleiding. De afwatering wordt zo voorzien dat een eventueel lek van de tankplaats naar 1 punt afstroomt dat vervolgens opgenomen kan worden via de op de site aanwezige korrels.

De vaste houders zijn op voldoende afstand gelegen ten opzichte van de limieten van het eigendom.

De opslag van de petroleumflessen lijkt te interfereren met de draaicirkel van een vrachtwagen. Dit lijkt echter opgelost te kunnen worden met een minimale verplaatsing

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Op basis van een extrapolatie naar aantal medewerkers en studenten worden er naar schatting door alle onderwijsinstellingen 2.826 TB aan data centraal opgeslagen (tabel 11)..

Dankzij groene stroom worden zij steeds klimaatneutraler en zijn ze bijgevolg belangrijk voor de toekomst.. 100

Gemeente hebben een zorgplicht in het openbaar gebied en moeten maatregelen treffen om structureel nadelige gevolgen van de grondwaterstand voor de aan de grond gegeven bestemming

Op basis van de Multi Criteria Analyse kan geconcludeerd worden dat de beste locatie voor de uitbreiding van de productiecapaciteit het huren van de loods in Lochem is

 Voor het vergelijken van toxische effecten van 2 of meer stoffen moet de dosis responsie van het toxische effect van elke stof bepaald worden..  Potentie verwijst naar

[r]

Voor de bedrijven die niet vallen onder het Brzo en waar toch specifieke risico’s gelden in verband met opslag of gebruik van gevaarlijke stoffen zijn in het

Deze documenten zijn opgesteld door de Groupe d’Études Sécurité et Transport (GEST) binnen Euro Chlor. De documenten behandelen risicoaspecten van de productie, het gebruik,