• No results found

Constructiv TEGELZETTER SOORTEN TEGELS TEGELZETTER - MODULE 3

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Constructiv TEGELZETTER SOORTEN TEGELS TEGELZETTER - MODULE 3"

Copied!
100
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

TEGELZETTER

Constructiv

TEGELZET TER - MODULE 3 SOOR TEN TEGELS

versie 2010

(2)

Constructiv, Brussel, 2010

Deze publicatie is beschikbaar onder de licentie Creative Commons: Naamsvermelding-NietCommercieel-GelijkDelen.

Deze licentie laat toe het werk te kopiëren, distribueren, vertonen, op te voeren, en om afgeleid materiaal te maken, zolang Constructiv vermeld wordt als maker van het werk, het werk niet commercieel gebruikt wordt en afgeleide werken onder identieke voorwaarden worden verspreid.

https://creativecommons.org/licenses/by-nc-sa/4.0/deed.nl

D/2010/1698/05

Hoofdredacteur: Paul BECQUEVORT Redactieleden: Peter GOEGEBEUR Hassan BOUHMIDI Peter DE LEYE Albert DE SCHUYTER Tekeningen: Geert DE MEYER Contact

Voor opmerkingen, vragen en suggesties kun je terecht bij:

Constructiv

Koningsstraat 132 bus 1 1000 Brussel

t +32 2 209 65 65 info@constructiv.be

website : www.constructiv.be

(3)

T E G E L Z E T T E R M O D U L E 3 SOORTEN TEGELS Voorwoord

VOORWOORD

Situering

De bouwsector, een draaischijf van onze economie, heeft voortdurend te kampen met een groot aantal uitdagingen. Een van deze uitdagingen is ervoor zorgen dat de sector over opgeleide arbeidskrachten beschikt.

Om deze nood aan arbeidskrachten te lenigen, besteedt Constructiv bijzondere aandacht aan het bouwonderwijs en aan de jongeren die kiezen voor een bouwopleiding.

Ook de bij- en nascholing van volwassenen blijft een noodzaak omdat de technieken en materialen sterk wijzigen en er meer aandacht zal gegeven worden aan het veilig en duurzaam bouwen.

Daarom heeft Constructiv, samen met de beroepsorganisaties, opdracht gegeven aan redactieteams om verschillende handboeken uit te werken. Deze modulaire handboeken kunnen een aanvulling zijn aan de publicaties van het WTCB. De redactieteams kunnen worden samengesteld uit instructeurs, docenten en lesgevers. Ook beroepsverenigingen en mogelijk ook fabrikanten kunnen vakspecialisten uitvaardigen om een handboek te ontwikkelen dat overeenstemt met de huidige realiteit op de werkvloer.

de handboeken van Constructiv

De modulaire handboekenreeksen werden ontwikkeld door Constructiv en zijn partners ter ondersteuning van de lessen voor verschillende opleidingen en doelgroepen. Voor bijkomend leermateriaal en interactieve toepassingen kan u terecht op onze digitale bibliotheek www.buildingyourlearning.be

Rik Hinnens, Voorzitter

(4)

T E G E L Z E T T E R M O D U L E 3

SOORTEN TEGELS Inhoud

INHOUD

DEEL I: KERAMISCHE TEGELS

I.1. DEFINITIE

...11

I.2. UITGEBREID GAMMA

...13

I.3. FUNCTIONALITEIT EN DUURZAAMHEID

...15

I.4. GEBRUIKSVRIENDELIJKHEID

...17

I.5. SOORTEN EN TYPES

...19

I.5.1. WEL OF NIET GEEMAILLEERD...19

I.5.2. POREUS OF COMPACT LICHAAM...19

I.5.3. GEPERST, GETROKKEN, GEGOTEN ...20

I.5.4. RODE, KLARE OF WITTE PASTA ...20

I.5.5. VERSCHILLENDE VORMEN EN AFMETINGEN ...21

I.5.6. GESCHIKT VOOR VLOER, MUUR OF PLAFOND, BINNEN OF BUITEN ...21

I.6. VERSCHILLENDE CATEGORIEEN

...23

I.6.1.TWEEBRANDTEGEL (BICUISSON) ...23

I.6.2. EENBRANDTEGEL (MONOCUISSON) ...23

I.6.3. MAJOLICA ...23

I.6.4. COTTOFORTE ...23

I.6.5. FAIENCE...24

I.6.6. KLINKER ...24

I.6.7. RODE GRES ...24

I.6.8. GEBAKKEN AARDETEGELS ...25

I.6.9. ZELLIGE (OOSTERSE KERAMIEK)...25

I.6.10. PORCELLANATO (SMALTATO) ...26

I.6.11. GRES-CERAME ...26

I.7. CLASSIFICATIE VAN KERAMIEKTEGELS

...27

I.8. HET FABRICATIEPROCES VAN GEPERSTE KERAMISCHE TEGELS

...33

I.8.1. GRONDSTOFFEN DIE NODIG ZIJN VOOR HET VORMEN VAN DE “PLAAT” ...34

I.8.2. HET KLAARMAKEN VAN HET MENGSEL ...35

I.8.3. HET EMAIL EN DE EMAILLERING ...36

I.8.4. HET BAKKEN ...37

I.8.5. HET SORTEREN ...38

I.8.6. ENKELE RECENTE PRODUCTIEMETHODE’S ...38

I.9. TECHNISCHE EIGENSCHAPPEN

...39

(5)

T E G E L Z E T T E R M O D U L E 3 SOORTEN TEGELS Inhoud

DEEL II: NATUURSTEEN

DEEL III: KUNSTSTEENTEGELS

II.1.INLEIDING

...49

II.2. INDELING VAN DE NATUURSTEENSOORTEN

...53

II.2.1. STOLLINGSGESTEENTEN (MAGMATISCHE GESTEENTEN) ...54

II.2.2. AFZETTINGSGESTEENTEN (SEDIMENT) ...55

II.2.3. METAMORFE GESTEENTEN...56

II.3. GEKENDE COMMERCIELE GROEPEN

...57

II.3.1. GRANIET ...57

II.3.2. LEISTENEN...59

II.3.3. MARMER EN KALKSTEEN ...60

II.4. EIGENSCHAPPEN VAN NATUURSTEEN

...63

II.4.1. DICHTHEID (SOORTELIJKE MASSA) (KG/M³) ...63

II.4.2. POROSITEIT (VOLUME IN %) ...63

II.4.3. WATERABSORPTIE ...64

III.1. INLEIDING

...75

III.2. MARMERMOZAIEKTEGEL (GRANITO)

...77

III.3. NATUURSTEENCOMPOSIET, RESINEGEBONDEN

...79

III.4. HARSTEGELS

...81

II.4.4. DRUKSTERKTE (N/MM²) ...64

II.4.5. BUIGSTERKTE (N/MM²) ...64

II.4.6. SLIJTWEERSTAND ...65

II.4.7. VORSTBESTENDIGHEID ...65

II.4.8. SLIPWEERSTAND...65

II.5. OPPERVLAKTEBEWERKINGEN

...67

II.5.1. GEZAAGD ...67

II.5.2. GESCHUURD OF GESLEPEN ...67

II.5.3. VERZOET ...68

II.5.4. GEPOLIJST ...68

II.5.5. GEVLAMD ...68

II.5.6. GEZANDSTRAALD ...69

II.5.7. GEBOUCHARDEERD (GEHAMERD)...69

II.5.8. GEFRIJND ...69

II.5.9. OUDE FRIJNSLAG ...70

II.5.10. IJSBLOEM ...70

II.6. NATUURSTEEN ; TOEPASSINGSDOMEIN

...71

III.6. GLASTEGELS

...87

III.7. GELAMINEERDE TEGELS

...89

III.8. CEMENTTEGELS

...91

III.9. BETONTEGELS EN

BETONSTRAATSTENEN

...93

(6)

T E G E L Z E T T E R M O D U L E 3

SOORTEN TEGELS oVErZIChT hAndBoEKEn TEGELZETTEr

ModuLE 1:

GESChIEdEnIS &

GrondSToFFEn deel I Inleiding, geschiedenis Onze huidige technieken van het tegelbakken kennen een zeer lange voorgeschiedenis.

deel II Basisgrondstoffen Zand, cement, kalk, granulaten: de materialen en hun toepassingen.

deel III Lijmen, mortels, voegmortels Eigenschappen, gebruik.

deel IV hechtingsverbeteraars, voorstrijkmiddelen en hulpstoffen

Moderne hulpmiddelen, eigenschappen en toepassingen.

ModuLE 2:

oPBouw- En

AFwErKInGSSYSTEMEn deel I opbouw-

en afwerkingssystemen Kitten, siliconen, profielen, waterafvoersystemen, wapeningen, hardschuimpanelen, …

ModuLE 3:

SoorTEn TEGELS

deel I Keramische tegels Soorten, fabricatie, technische eigenschappen.

deel II natuursteen Indeling natuursteen, eigenschappen, oppervlaktebewerkingen.

deel III Kunststeentegels Marmermozaïek, cementtegels, harstegels, glas, inox, laminaattegels.

OVERZICHT HANDBOEKEN TEGELZETTER

Een kort overzicht van de inhoud van het handboek “De tegelzetter”:

(7)

T E G E L Z E T T E R M O D U L E 3 SOORTEN TEGELS oVErZIChT hAndBoEKEn TEGELZETTEr

ModuLE 4:

PBM & GErEEdSChAPPEn

deel I PBM & Gereedschappen

ModuLE 5:

PLAATSInGSMEThodEn

deel I Plaatsingsmethoden Verdeling, plaatsen van tegels, terrassen, vochtige ruimten, plinten, mozaïek, vloerverwarming, trappen, …

ModuLE 6:

ondErhoud &

PAThoLoGIE deel I onderhoud van tegels

deel II Pathologie Slechte resultaten en oorzaken.

(8)
(9)

S O O R T E N T E G E L S dEEL I: KErAMISChE TEGELS

dEEL I: KErAMISChE TEGELS

I.1. DEFINITIE

...11

I.2. UITGEBREID GAMMA

...13

I.3. FUNCTIONALITEIT EN DUURZAAMHEID

...15

I.4. GEBRUIKSVRIENDELIJKHEID

...17

I.5. SOORTEN EN TYPES

...19

I.5.1. WEL OF NIET GEEMAILLEERD...19

I.5.2. POREUS OF COMPACT LICHAAM...19

I.5.3. GEPERST, GETROKKEN, GEGOTEN ...20

I.5.4. RODE, KLARE OF WITTE PASTA ...20

I.5.5. VERSCHILLENDE VORMEN EN AFMETINGEN ...21

I.5.6. GESCHIKT VOOR VLOER, MUUR OF PLAFOND, BINNEN OF BUITEN ...21

I.6. VERSCHILLENDE CATEGORIEEN

...23

I.6.5. FAIENCE...24

I.6.6. KLINKER ...24

I.6.7. RODE GRES ...24

I.6.8. GEBAKKEN AARDETEGELS ...25

I.6.9. ZELLIGE (OOSTERSE KERAMIEK)...25

I.6.10. PORCELLANATO (SMALTATO) ...26

I.6.11. GRES-CERAME ...26

I.7. CLASSIFICATIE VAN KERAMIEKTEGELS

...27

I.8. HET FABRICATIEPROCES VAN GEPERSTE KERAMISCHE TEGELS

...33

I.8.1. GRONDSTOFFEN DIE NODIG ZIJN VOOR HET VORMEN VAN DE “PLAAT” ...34

I.8.2. HET KLAARMAKEN VAN HET MENGSEL ...35

I.8.3. HET EMAIL EN DE EMAILLERING ...36

I.8.4. HET BAKKEN ...37

I.8.5. HET SORTEREN ...38

I.8.6. ENKELE RECENTE PRODUCTIEMETHODE’S ...38

(10)
(11)

T E G E L Z E T T E R M O D U L E 3 SOORTEN TEGELS 1. dEFInITIE

Een keramiektegel is een plaat in keramische grondstof, die verschillende afmetingen kan hebben en relatief dun is.

Net als andere materialen uit natuurlijke keramische stof, zoals borden, tassen, sanitair, dakpannen, ... worden keramiektegels gemaakt van een pasta, samengesteld uit verschillende klei- en leemsoorten, zand en andere natuurlijke toevoegstoffen (bv. gemalen rots).

Deze geprepareerde mengelingen worden bewerkt om er een gewenste vorm aan te geven en worden vervolgens gebakken bij een hoge temperatuur (800 tot 1.350 °C).

Ze zijn onderhoudsvriendelijk, hygiënisch, sterk (bijna onbuigzaam), UV-bestendig, vuurvast,

waterwerend en zeer hard. De hardheid is het resultaat van reacties en transformaties die plaatsvinden in de massa gedurende het bakproces op hoge temperatuur. Dit zorgt voor een deels glasachtige, zeer krachtige interne samenhang met een compacte structuur, gekenmerkt door een grote breeksterkte en een hoge vervormingsweerstand. De tegels vervormen en plooien nauwelijks en breken enkel onder zware belasting of extreme schokken.

Een keramische tegel is een afwerkingmateriaal dat gebruikt wordt voor het bekleden van vloeren, wanden, plinten (randaansluiting) en zelfs plafonds. Voor een verzorgde afwerking kan je gebruik maken van

hulpstukken, zoals plinten, trapneuzen, afgeronde kanten, binnen- en buitenhoeken.

Bij de keuze van de tegels gelden twee voorwaarden:

1) Ze moeten decoratief en smaakvol gekozen zijn.

2) Ze dienen mechanisch en chemisch bestand te zijn tegen de belasting waarvoor ze zijn bestemd.

Deze twee voorwaarden gaan steeds samen; bij de keuze moet je zowel esthetisch als technisch onderlegd zijn.

1. DEFINITIE

Veldspaat

Klei Kaoline Kwartszand

(12)

T E G E L Z E T T E R M O D U L E 3

SOORTEN TEGELS 1. dEFInITIE

Doordat keramische tegels enkel uit minerale stoffen bestaan, hebben ze onmiskenbare voordelen, in het bijzonder inzake milieuvriendelijkheid. Wanneer er bij renovaties oude tegels opgebroken worden, is er helemaal geen bijzondere verwerking van het afval nodig: er is geen milieueffect.

Het is logisch dat voor keramische tegels gekozen wordt in inrichtingen met een hoge milieuwaarde (HQE - Haute Qualité Environnementale).

wat is een tegel met een eco-certificaat?

Het bestek om een Europees ecolabel te verkrijgen voor een tegel is erg nauwkeurig. De criteria kunnen in vier categorieën ingedeeld worden:

• Er wordt een beperkte hoeveelheid water en energie verbruikt bij de fabricatie.

• De reststoffen van substanties die de gezondheid en het milieu schade kunnen toebrengen, zijn tot een minimum beperkt.

• De schadelijke emissies voor de lucht en het water zijn beperkt.

• Er zijn instructies over het afvalbeheer bij het product gevoegd.

hoe herken je een product met het Europese ecolabel?

Wanneer het ecolabel van de Europese Unie aan een product toegekend is, mag de “Bloem”, het logo van het ecolabel, afgebeeld worden op de verpakking of het etiket van het product.

Keramische tegels zijn dus:

• beschikbaar in een bijna oneindig gamma aan kleuren en formaten (decortegels, oppervlaktestructuren);

• hard en mechanisch resistent (hoge buig- en breekweerstand bij belasting);

• functioneel;

• hygiënisch;

• gemakkelijk te onderhouden;

• kleurvast;

• niet ontvlambaar en vuurvertragend;

• milieuvriendelijk (duurzaam en recycleerbaar).

(13)

T E G E L Z E T T E R M O D U L E 3 SOORTEN TEGELS 2. uITGEBrEId GAMMA

Door het gebruik van onder meer pigmentmengelingen en emailprocedures kan men een oneindig kleurenpalet weergeven. Hoe uitgesproken complex de tekening of schildering ook is, ze is perfect te reproduceren op een enkele tegel of een groep van tegels die samen het decor vormen.

Tegels bestaan in verschillende vormen en afmetingen, ook wel “formaten” genoemd. Naast het vierkant en de rechthoek, vindt men allerhande modellen op de markt, zoals de provençaal, hexagoon, octagoon en afgesneden hoeken met

‘stops’.

Recentelijk werden dunwandige grootformaatkeramiektegels op de markt gebracht, die alle eigenschappen van een volkeramische tegel bezitten!

Deze superdunne platen zijn enerzijds zeer slijtvast, maar anderzijds uiterst broos, en vragen extra aandacht bij de verhandeling en de plaatsing.

2. UITGEBREID GAMMA

(14)
(15)

T E G E L Z E T T E R M O D U L E 3 SOORTEN TEGELS 3. FunCTIonALITEIT En duurZAAMhEId

Functioneel aspect

Het eindproduct moet goed te onderhouden zijn, zodat de technische en esthetische eigenschappen behouden blijven.

Tegels hebben dus een functie. Ze kunnen enerzijds geschikt zijn voor sanitaire blokken, (groot)keukens, bibliotheken, particuliere leefruimtes of zwembaden, anderzijds voor exterieur gebruik zoals bv. een terras of gevelbekleding.

duurzaamheid

Een tegelwerk ondergaat belastingen die een negatieve invloed kunnen hebben op de levensduur:

1. Mechanische belasting:

• wrijving door krassende voorwerpen: slijtage;

• overbelasting: breuk door te grote druk;

• vallende voorwerpen: beschadigingen aan het oppervlak.

2. Vochtbelasting en thermische belasting:

• buitenterras (soms enorme vocht- en temperatuurschommelingen);

• vloerverwarming (thermische schokken: scheurvorming);

• beweging van het tegelwerk door zoninfiltratie aan vensterramen (veranda).

3. Fysiochemische belasting:

• vlekvorming (poreuze tegels);

• chemische indringing van allerhande producten.

3. FUNCTIONALITEIT EN DUURZAAMHEID

(16)
(17)

T E G E L Z E T T E R M O D U L E 3 SOORTEN TEGELS 4. GEBruIKSVrIEndELIJKhEId

Wat de chemische samenstelling van geëmailleerde tegels ook is, door het bakken ontstaat een homogene structuur, die ongevoelig is voor externe invloeden. Het geëmailleerde glasachtige oppervlak is ondoordringbaar en dus hygiënisch.

Gladde tegels kunnen in combinatie met vocht of vetten erg gevaarlijk worden. Een juiste keuze, afhankelijk van waar de tegel zal toegepast worden, kan dit voorkomen.

Elektrostatische ladingen kunnen ontstaan door wrijving van voetstappen op de vloerbekleding.

Keramiektegels zijn antistatisch; ze worden vooral geplaatst in operatiekwartieren, laboratoria, chemische installaties met explosief gevaar, enz.

Brandveiligheid

De aanwezige brandbare materialen bepalen hoe ernstig een brand is. Deze materialen kunnen de vlammen al dan niet voeden en aanwakkeren. Keramische tegels zijn geen brandgeleider en brengen ook geen vlammen over.

Een keramisch tegelwerk werkt brandvertragend voor onderliggende structuren.

4. GEBRUIKSVRIENDELIJKHEID

(18)
(19)

T E G E L Z E T T E R M O D U L E 3 SOORTEN TEGELS 5. SoorTEn En TYPES

Geëmailleerde tegels hebben een gekleurd glasachtig bovenvlak. Zowel esthetisch (kleurschakering, glans, decoratie,...) als technisch (waterdichtheid, slijtvastheid, antislip,...) geeft het email de tegel zijn typische

eigenschappen, afhankelijk van de samenstelling.

Niet-geëmailleerde tegels daarentegen hebben een homogenere structuur en een identiek patroon over de hele dikte (massa). Ze zijn doorgaans minder decoratief, maar kunnen dankzij de snelle technologische vooruitgang zeer goed natuursteen nabootsen.

5.1. WEL OF NIET GEEMAILLEERD

5. SOORTEN EN TYPES

Geëmailleerd en niet-geëmailleerd

Poreus

De support vormt het lichaam zelf van de tegel. Dit

tegellichaam kan compact zijn, als het ware verglaasd, of het kan poriën bevatten die min of meer gebonden zijn. Om de porositeit van een tegel te bepalen, volstaat het om de hoeveelheid (gewicht) water te meten die het tegellichaam kan opnemen. Dit noemt men de waterabsorptiecoëfficiënt.

Het is evident dat, hoe meer water een tegel kan opnemen, hoe poreuzer hij zal zijn. En hoe poreuzer, hoe minder compact …

5.2. MET POREUS OF COMPACT LICHAAM

(20)

T E G E L Z E T T E R M O D U L E 3

SOORTEN TEGELS 5. SoorTEn En TYPES

Persing en extrusie zijn de twee meest gangbare methodes om keramische tegels een vorm te geven.

Geperste tegels ontstaan uit een bevochtigde poedermengeling, in technische kringen “barbotine” genoemd, en worden onder hoge druk in een mal geperst tot het gewenste formaat.

Getrokken tegels daarentegen ontstaan uit een geknede grondstofpasta, die door een speciale trek- of duwbank getrokken wordt, daar een vorm krijgt en telkens op maat wordt afgesneden.

Gegoten tegels zijn niet opgenomen in de norm, maar hier kunnen we ongetwijfeld alle glasmozaïeken onder plaatsen.

Het chassis van een tegel heeft altijd een bepaalde kleur: van spierwit over geelwit en steenrood tot roodbruin.

Dit is afhankelijk van de oorsprong van de gebruikte klei. Bij ongeëmailleerde tegels is dit vanzelfsprekend belangrijk, maar sommige fabrikanten verdoezelen de originele kleur door pigmentering van de massa …

5.3. GEPERST, GETROKKEN, GEGOTEN

5.4. RODE, KLARE OF WITTE PASTA

Geperst Getrokken Gegoten

(21)

T E G E L Z E T T E R M O D U L E 3 SOORTEN TEGELS 5. SoorTEn En TYPES

Zoals reeds aangehaald, zijn de formaten erg variabel. De afmetingen lopen uiteen van mozaïeken (1 cm x 1 cm) tot grootformaten (100 cm x 100 cm en groter) en de laatste jaren tot “giants”.

Keramische tegels zijn allroundproducten. Voor elke plaats of toepassing is een keramiektegel voorhanden.

5.5. VERSCHILLENDE VORMEN EN AFMETINGEN

5.6. GESCHIKT VOOR VLOER, MUUR OF PLAFOND, BINNEN OF BUITEN

(22)
(23)

T E G E L Z E T T E R M O D U L E 3 SOORTEN TEGELS 6. VErSChILLEndE CATEGorIEEn

Deze technologie voorziet twee bakprocédés: dat van de biscuit (tegellichaam) en na afkoeling dat van de emaillaag die in de tweede fase wordt aangebracht.

De éénbrandtegel wordt in één fase, samen met de emaillering, gebakken. Naast de traditionele methodes om tegeloppervlakken van een emaillaag te voorzien, bestaan er nog twee andere veel gebruikte manieren:

• Emaillering onder druk: het tegelijkertijd persen van de tegelmassa en het email in poedervorm.

• De tweede techniek bestaat erin het email in te smelten op een witgloeiend draagvlak.

Majolicategels zijn tweebrand gebakken geëmailleerde tegels met een poreus gekleurde basis, gevormd door persing. Het email is niet transparant en de tegels nemen 15 à 25% van hun gewicht in water op. Ondanks deze hoge poreusheidsgraad hebben ze een uitstekende weerstand tegen craquelure (spinnenwebscheurtjes) van de emaillaag. (De naam is afgeleid van de vroegere Spaanse en Portugese majolicategels - zie deel I:

Geschiedenis)

Keramiektegels zijn onderverdeeld in verschillende groepen en hebben technocommerciële benamingen. Ze maken deel uit van de gebruikelijke fabricatietechnologie. Wij sommen er een tiental op:

6. VERSCHILLENDE CATEGORIEEN

6.1. TWEEBRANDTEGEL (BICUISSON)

6.2. EENBRANDTEGEL (MONOCUISSON)

6.3. MAJOLICA

6.4. COTTOFORTE

(24)

T E G E L Z E T T E R M O D U L E 3

SOORTEN TEGELS 6. VErSChILLEndE CATEGorIEEn

6.5. FAIENCE

Een klinker is een getrokken, al dan niet van een emaillaag voorziene éénbrandtegel met een betrekkelijk compact gekleurde ondergrond. De basisgrondstoffen zijn vermengd met toeslagstoffen, zoals gekleurde oxides (okers),

smeltmiddelen en chamotte (gebakken klei).

(Deze keramieksoort vindt zijn oorsprong in Faenza, Italië.) Wandtegels worden meestal in twee fasen gebakken. De witte of gekleurde biscuit is voorzien van een glazuurlaag en is weinig of niet slijtvast.

De ingrediënten voor de witte pasta’s zijn doorgaans calciumcarbonaat (CaCO3), magnesium en veldspaat.

Hierdoor kunnen hoge smelttemperaturen worden gehaald en verkrijgt men een compacte tegelconstructie.

Faiencetegels kunnen dan ook probleemloos in vochtige ruimtes worden geplaatst.

Een rode grèstegel is een ongeëmailleerde getrokken tegel in rode, redelijk compacte pasta (zie ook norm ISO 13006 of NEN 14411).

6.6. KLINKER

6.7. RODE GRES

(25)

T E G E L Z E T T E R M O D U L E 3 SOORTEN TEGELS 6. VErSChILLEndE CATEGorIEEn

6.8. GEBAKKEN AARDETEGELS

Dit zijn getrokken, niet-geëmailleerde tegels in gebakken poreuze aarde. Ze zijn beter bekend als “terra cotta”. Andere benamingen zoals “rustiek gebakken aarde”, “gebakken aarde van Toscane” en “terre cuite florentine” worden ook nog voor ditzelfde type gebruikt.

Deze tegels zijn van nature niet onderhoudsvriendelijk en vergen bijgevolg speciale behandelingen, niet alleen om het indringende vuil te beperken, maar ook om de kleur van de biscuit beter te doen uitkomen.

Bij voorbehandeling met vette producten mag men de zijkanten van de tegels niet raken, dit om onthechting van de voegspecie te vermijden. Deze onderhoudsbehandeling wordt dus pas toegepast wanneer de vloer volledig is afgewerkt.

Men kan de tegels na plaatsing behandelen met lijnolie en terpentijn (in een verhouding 1/5), of een kant-en-klaar product gebruiken dat in elke tegelhandel te verkrijgen is.

Bepaalde fabrikanten behandelen hun tegels reeds voor ze verpakt en verzonden worden.

Dit zijn artisanaal vervaardigde (handmatig geperste en op maat gekapte) geglazuurde terracottategels, van origine van Marokkaanse makelij. Hun basisafmetingen zijn 11 cm op 11 cm, maar ze kunnen tot 30 cm op 30 cm (2 cm dik!) groot zijn. Ze hebben doorgaans een rustiek karakter, maar kunnen zich ook best integreren in een modern interieur. Ze kunnen zowel op de muur als op de vloer geplaatst worden. Handgevormde vloertegels zijn dan ook op hogere temperatuur gebakken (± 1.040°C) om een voldoende grote breeksterkte te garanderen.

6.9. ZELLIGE (OOSTERSE KERAMIEK)

(26)

T E G E L Z E T T E R M O D U L E 3

SOORTEN TEGELS 6. VErSChILLEndE CATEGorIEEn

6.10. PORCELLANATO (SMALTATO)

Niet te verwarren met porcellanato, is deze tegel evenzeer een in de massa geperste tegel, maar met dit verschil dat er superieure grondstoffen met een zeer hoge smelttemperatuur, die ligt tussen 1200°C en 1400°C, worden gebruikt (zie productieproces). Het resultaat is een extreem harde, fijn verglaasde tegel met een uiterst laag waterabsorptiecoëfficiënt (minder dan 0,03%). Deze grès-cérame kan perfect natuursteen nabootsen, dankzij de

“dubbelpers” en “double charge en multicharge” technologie.

Zijn bovenlaag kan immers, net als bij bepaalde natuurstenen, verschillende oppervlaktebewerkingen ondergaan en zo bepaalde antislipstructuren verkrijgen.

Deze tegel is met het blote oog het best herkenbaar aan de structuur (veelal granulaten of kleurschakeringen) en pigmentering die dezelfde zijn aan de bovenzijde en de onderzijde. Bij twijfel kan een dwarsdoorsnede worden genomen. De grès-cérame komt meer en meer ook geëmailleerd voor.

Deze benaming is overgewaaid van het Italiaanse noorden en afgeleid van het Italiaanse “porcellana”, dat “porselein”

betekent. De hoge densiteit (dichtheid) van dit geperst massief product deed een splitsing ontstaan van de

waterabsorptieparameter. In de ISO-norm 13006 heeft men de groep BI opgesplitst in BIa en Bib, waarbij BIa staat voor een waterabsorptie van max. 0,5%.

Een porcellanato is normaal voorzien van een dunne, als het ware ingedrongen toplaagpigmentering of emaillaag (smaltato), waarmee men met verfijnde technieken zeer speciale, al dan niet glanzende effecten kan bekomen.

Voorbeeld: natuursteeneffecten

6.11. GRES-CERAME

(27)

T E G E L Z E T T E R M O D U L E 3 SOORTEN TEGELS 7. CLASSIFICATIE VAn KErAMIEKTEGELS

De klassenindeling van keramiektegels is gebaseerd op twee parameters, namelijk 1) de manier van vormgeving: getrokken of geperst

(Gegoten glastegels en gewalste superdunwandige tegels zijn niet opgenomen in deze norm. Deze laatste zijn gecatalogeerd onder persing.)

2) de wateropname in %

De evaluatie van de eigenschappen wordt bepaald in de norm ISO 10545. Deze norm is 17-delig.

7. CLASSIFICATIE VAN KERAMIEKTEGELS

10545-1 criteria en te volgen procedures m.b.t. de monsters en de controle van een gefabriceerd lot tegels (één pers kan een lot van ongeveer 7000 m² per dag van een bepaalde soort produceren. Sommige fabrikanten beschikken over meer dan 10 persen…)

10545-2 afmetingen en vlakheidtoleranties

10545-3 waterabsorptie – porositeit – zichtbare dichtheid 10545-4 buigsterkte – belasting

10545-5 schokvastheid – inslagweerstand

10545-6 afslijtweerstand van niet-geëmailleerde tegels 10545-7 afschuring van geëmailleerde tegels

10545-8 thermische uitzetting

10545-9 weerstand tegen thermische schokken 10545-10 hygrothermische uitzetting (vocht!) 10545-11 trillingsvrijheid van geëmailleerde tegels 10545-12 vorstbestendigheid

10545-13 aantasting en inwerking van chemische producten 10545-14 bestandheid tegen vlekken

10545-15 reactie van cadmiumgeel en lood 10545-16 kleurverschillen

10545-17 wrijvingscoëfficiënt – glijweerstand

(28)

T E G E L Z E T T E R M O D U L E 3

SOORTEN TEGELS 7. CLASSIFICATIE VAn KErAMIEKTEGELS

Keramische tegels kunnen uiterst geschikt zijn voor architecturale leefruimten of specifieke lokalen, zoals wellnesscentra en laboratoria. Maar ook buiten kunnen ze nuttig zijn bij de opbouw van een gevelbekleding of (balkon)terras. Dit noemen we de esthetische eigenschap.

De belangrijkste technische eigenschappen zijn:

• de slijtagegraad;

• de mechanische weerstand (buig- en breeksterkte, ponsbelasting);

• de waterabsorptiecoëfficiënt (gelinkt aan vorst-dooicycli);

• de onderhoudsvriendelijkheid (chemische weerstand).

De vijf slijtklassen, opgenomen in de Europese norm EN 14411, hebben enkel betrekking op geglazuurde of geëmailleerde keramische tegels.

Men wijst erop dat rekening moet worden gehouden met het type schoeisel, het soort loopverkeer en de reinigingsmethodes die voor het onderhoud worden gebruikt.

Vloeren moeten tevens altijd tegen krassen beschermd worden door aan de ingang van het gebouw of de woning een deurmat te plaatsen die schurende deeltjes aan de onderkant van de schoenen zo veel mogelijk moet wegnemen.

Kort samengevat:

De voornoemde slijtklassen kan men vergelijken met de PEI-waarden (Internationale referentienorm EN-ISO 10545.7), die ook in vijf klassen zijn ingedeeld. De klasse PEI 5 moet tevens voldoen aan een vlektest conform de norm EN-ISO 10545.14.

De PEI-test meet enkel bovenvlakken van keramische tegels die voorzien zijn van een emaillaag. In het testapparaat worden proefstukken van 10 cm x 10 cm vastgemaakt op een excentrisch draaiende schijf. Al draaiende worden stalen kogeltjes, water en aluminiumpoeder via een trechter toegevoegd. Volgens het aantal omwentelingen stelt men de zichtbare mogelijke schade vast en deelt men de tegel in naargelang van het aantal omwentelingen die het proefstuk heeft doorstaan. Deze visuele beoordeling gebeurt in vergelijking met een oorspronkelijk stuk, op een afstand van 2 meter, een hoogte van 1,65 meter en bij een lichtintensiteit van 300 Lux. Op die manier wordt definitief een klasse toegekend aan de tegel.

Klasse 1 beloop van de tegels met schoeisel met zachte zolen of blootvoets, bv. slaapkamer en badkamer boven.

Klasse 2 soepele of normale zolen in normaal belopen zones van een privé-woning, bv.

woonkamer, badkamer op de benedenverdieping.

Klasse 3 normale schoenen in meer intensief belopen plaatsen, bv. privé-keuken, inkomhal en gang, buitenterras van een woning.

Klasse 4 veel belopen plaatsen zoals bedrijfskeukens, ontvangsthallen, hotels,…

Klasse 5 aanhoudend intensief voetgangersverkeer, bv. stations en luchthavens, commerciële centra, industrie.

(29)

T E G E L Z E T T E R M O D U L E 3 SOORTEN TEGELS 7. CLASSIFICATIE VAn KErAMIEKTEGELS

Tabel PEI volgens En 14411

Naast de voornoemde tests kan ook een krasproef worden gedaan. Met speciale kraspennen wordt het bovenvlak van de tegel getest op zichtbare krassen. De hardheid van de tegel wordt dan bepaald aan de hand van de uitgevoerde krastests. De maat van hardheid kan men terugvinden op de schaal van Mohs, die gaat van 1 tot 10 en waarbij 10 staat voor diamant (NBN-EN 101 Keramiektegels; Bepaling van de oppervlaktekrashardheid volgens Mohs).

Schaal van Mohs

Klasse 0 Niet aangeraden als vloertegel

Klasse 1 Voor schoeisel met soepele zolen of blootsvoets, geen schurende deeltjes bv. slaapkamers en badkamers

Klasse 2 Voor schoeisel met soepele of normale zolen, slechts zelden kleine hoeveelheden abrasieve deeltjes

bv. woonkamers

Klasse 3 Voor normaal schoeisel, vaak blootgesteld aan kleine hoeveelheden abrasieve deeltjes bv. keukens, hallen, gangen, balkons, loges en terrassen van woningen

Klasse 4 Voor normale doorgang, met abrasieve deeltjes

bv. inkomhallen, bedrijfskeukens, hotels, tentoonstellings- en verkoopsruimtes Klasse 5 Voor aanhoudend en intensief voetgangersverkeer met abrasieve deeltjes

bv. publieke zones zoals commerciële centra, hallen in luchthavens, hallen van hotels, publieke doorgangen voor voetgangers en industriële toepassingen

Mohshardheid Mineraal

1 Talk (Mg3Si4O10(OH)2)

2 Gips (CaSO4.2H2O)

3 Calciet (CaCO3)

4 Fluoriet (CaF2)

5 Apatiet (Ca5(PO4)3(OH-,Cl-,F-)) 6 Orthoklaas (KAlSi3O8)

7 Kwarts (SiO2)

(30)

T E G E L Z E T T E R M O D U L E 3

SOORTEN TEGELS 7. CLASSIFICATIE VAn KErAMIEKTEGELS

Naast de genoemde slijt- en krastests, is de Franse UPEC-norm (update: 2007) een betrekkelijk complete norm die de eigenschappen van de tegel weergeeft. Deze vier letters betekenen respectievelijk:

U (usure): slijtage, klassen U2, U2s, U3, U3s en U4, stijgend in functie van de sterkte.

P (poinçonnement): punt- of ponsbelasting, klassen 2, 3, 4 en 4s.

E (eau): wateropname, klassen 1, 2 en 3.

C (chimique): chemische resistentie, klassen C0, C1, C2 en C3.

uPEC- tabel (art. w.T.C.B.)

Enkele aanbevelingen:

• lokale binnencirculatie met een directe verbinding naar buiten: U2s P2 E1 C0

• intensief beloop: U4 P3 E3 C1

• horecakeuken: U4 P4s E3 C2

• publieke inkom (bv. ontvangsthal station): U4 P4 E3 C2

• trappen en paliers: U3s P2 E1 C0

• balkon-terrassen: U4 P3 E3 C2

Eigenschap Klassering Proeven

u

slijtage bij beloping U2, U2s, U3,

U3s, U4 PEI-sleet (NBN-EN-ISO 10545-7) CAPON-sleet (NBN-EN-ISO 10545-6)

P

ponsweerstand P2, P3, P4, P4s

Buigproef (NBN-EN-ISO 10545-4)

Rollende belasting (specifieke Franse proef voor niet-geëmailleerde keramische betegeling)

Schokweerstand (specifieke Franse proef, maar met hetzelfde principe als NBN-EN-ISO 10545-9)

E

gedrag bij water en

vocht E1, E2, E3 Alle keramische tegels worden normaliter aanzien als zich goed gedragend bij vocht en worden geklasseerd onder E3 (zie bijlage 1)

C

gedrag bij scheikundige

producten C0, C1, C2,

(C3) Bestandheid tegen vlekken, zuren en basen (NBN-EN-ISO 10545-13 en NBN-EN-ISO 10545-14)

(31)

T E G E L Z E T T E R M O D U L E 3 SOORTEN TEGELS 7. CLASSIFICATIE VAn KErAMIEKTEGELS

In België wordt de weerstand tegen chemicaliën en vlekken uitgeschreven in de norm NBN EN ISO 10545-13.

De weerstand tegen chemische producten wordt voor niet-geëmailleerde tegels uitgedrukt in drie klassen, afhankelijk van het aangebrachte product.

Voor de uitdrukking van de weerstand tegen chemische producten van geëmailleerde tegels worden drie analoge klassen gebruikt.

weerstand tegen vlekken

De methode voor het testen van de vlekweerstand van keramische tegels wordt beschreven in de norm NBN EN ISO 10545-14. Ook in deze norm worden tegels in contact gebracht met verschillende testoplossingen en nadien op een voorgeschreven manier gereinigd. De testoplossingen zijn vlekvormende pasta’s op basis van olie met een rode of groene kleurstof, producten met een chemische oxiderende reactie (jodium) en een filmvormend product. Voor geëmailleerde tegels wordt bovendien vermeld dat de vlekweerstand dient te worden nagegaan voor en na slijtproef volgens NBN EN ISO 10545-7 (PEI-proef ).

Voor de weerstand tegen vlekken zijn de klassen uit NBN EN ISO 10545-14 van toepassing. Klasse 5 staat dan voor zeer eenvoudig te reinigen tegels. Tegels van klasse 1 blijken onmogelijk te reinigen volgens de voorgeschreven methodes.

Bij zware scheikundige belastingen (bijvoorbeeld laboratoria) en risico op infiltratie zal de betegeling in een aangepaste scheikundig weerstandbiedende mortel geplaatst worden.

Opmerkingen:

• Geëmailleerde tegels zijn beter bestand tegen vlekken dan niet-geëmailleerde tegels.

• Gepolijste keramische tegels blijken in de praktijk nogal vlekgevoelig. Na het bakken van deze tegels zijn net onder het oppervlak microporiën aanwezig. Bij het polijsten wordt het laagje dat deze poriën bedekt, weggehaald en wordt de microstructuur geopend. Dit kan aanleiding geven tot moeilijk te verwijderen vlekken, aangezien vervuilende stoffen (stof, rubberdeeltjes, …) worden geabsorbeerd. De duurzaamheid van

onderhouds-

producten en zouten voor zwembaden

Zuren en basen in

lage concentratie Zuren en basen in hoge concentratie

Geen zichtbaar effect uA uLA uhA

Zichtbaar effect op de snijkanten

van het proefstuk uB uLB uhB

Zichtbaar effect op de snijkanten, de

niet-verzaagde zijde en het zichtvlak uC uLC uhC

(32)
(33)

T E G E L Z E T T E R M O D U L E 3 SOORTEN TEGELS 8. hET FABrICATIEProCES VAn GEPErSTE KErAMISChE TEGELS

Keramiektegels zijn het resultaat van een productieproces dat grotendeels gelijkloopt met dat van andere keramische producten.

Keramische tegels kunnen geëmailleerd en ongeëmailleerd zijn:

• Geëmailleerde tegels hebben een mooie bovenlaag die bestaat uit hoofdzakelijk glasachtige bestanddelen. De functie van deze laag is het verbeteren van de esthetische eigenschappen (kleur, glans, decoratie, ...). Verder heeft de laag ook technische eigenschappen zoals waterdichtheid en een zekere hardheid.

• Niet-geëmailleerde tegels daarentegen zijn homogeen en uniform over de volledige dikte.

Keramiektegels worden in twee cycli geproduceerd:

Eerste cyclus: hier wordt het ongeëmailleerde product gemaakt (de onderlaag).

Tweede cyclus: het bakken: dit kan op 2 manieren gebeuren:

• Tweebrand: (bicuisson): Deze technologie is zo genoemd omdat ze uit twee bakprocessen bestaat: het eerste om de onderlaag te versterken, het tweede om de emaillaag (en decoratie) vast te zetten.

• Eénbrand: (monocuisson): Dit is de methode die de emaillering verricht op een rauwe tegel zodat één enkele branding (bakking) volstaat voor een kwalitatief hoogwaardig eindproduct. De versterking van de basis en de stabilisatie van het email gebeuren dus tezelfdertijd.

8. HET FABRICATIEPROCES VAN GEPERSTE KERAMISCHE TEGELS

De onderlaag

(34)

T E G E L Z E T T E R M O D U L E 3

SOORTEN TEGELS 8. hET FABrICATIEProCES VAn GEPErSTE KErAMISChE TEGELS

8.1. GRONDSTOFFEN DIE NODIG ZIJN VOOR HET VORMEN VAN DE “PLAAT”

De mengeling voor het maken van een keramische tegel bestaat uit verschillende ingrediënten:

KLEI

De juiste vochtigheid van het kleimengsel is erg belangrijk.

KwArTShoudEndE GrondSToFFEn

De voornaamste grondstof is kwartszand, dat structuur geeft aan de tegel, en de krimp tijdens het drogen en bakken beperkt.

VELdSPAAT En KooLZuurhoudEndE GrondSToFFEn

Veldspaat (of porselein) is een glazig mineraal in kristallijne vorm, rijk aan calcium en magnesium. Het heeft een hoge smelttemperatuur. “Feldspaat” komt meestal uit Duitsland en Turkije.

KAoLIEn (Caoline)

Dit is van oorsprong een Chinese porseleinaarde. Huidige grote producenten zijn de VS, Oekraïne, Brazilië en het Verenigd Koninkrijk.

Veldspaat

Klei Kwartszand Kaoline

(35)

T E G E L Z E T T E R M O D U L E 3 SOORTEN TEGELS 8. hET FABrICATIEProCES VAn GEPErSTE KErAMISChE TEGELS

Men moet een homogene materie verkrijgen met een relatief fijne korrelgrootte en een aangepaste hoeveelheid vocht. Deze barbotine (brij) bevat een hoeveelheid water die vervolgens ontvocht wordt tot 4% à 7% restvocht bij persing. Bij getrokken tegels bedraagt het resterende vochtgehalte 15% à 20%. In beide gevallen zijn drie eigenschappen fundamenteel: fijnvermaald, homogeniteit en vochtigheidsgraad.

Twee technieken zijn gebruikelijk:

1. droge persing: de fijngemalen grondstof wordt bevochtigd met speciale verstuivers;

2. het waterkanaalprocédé: de verpulverde grondstof wordt door lopend water gevoerd, waarna een

drogingproces van de gietklei (brij) volgt. Hier spreekt men van getrokken tegels.

Ongeveer 80% van de gefabriceerde tegels wordt verkregen door persing. Hierbij ondergaat het mengsel een druk van 200 tot 400 kg/cm². Voor een volgeperste tegel zal de vochtigheidsgraad ongeveer 5,5% bedragen.

Sommige producten, zoals terracotta en klinkers, zijn niet gevormd door persing, maar door “trekking”. Een extrusiepers duwt de kleimassa continu vooruit door een matrijs. Achter de matrijs worden de tegels op maat gesneden.

de drogeluchtkamer

Tijdens de drogingsfase wordt het overtollige water aan de tegels onttrokken. De ongebakken tegels lopen via een automatische band door een droogtunnel waar al het overtollige vocht verdampt door aanvoer van warme lucht. Door deze snelle procedure wordt de vorming van droogkrimpscheurtjes tot een minimum beperkt.

Controle van de barbotine Fijnvermaald en homogeen

8.2. HET KLAARMAKEN VAN HET MENGSEL

(36)

T E G E L Z E T T E R M O D U L E 3

SOORTEN TEGELS 8. hET FABrICATIEProCES VAn GEPErSTE KErAMISChE TEGELS

Emailingredienten

Mengen van de bestanddelen

Emailrolplaten Kleurenreeksen

8.3. HET EMAIL EN DE EMAILLERING

Email bestaat uit een mengsel van glasspecie, porseleinaarde, silicaatzand, oxiden, kleurpigmenten en veldspaat. De

ovengebakken laag stolt bij afkoeling en vormt een soort glaslaag die op of in de tegel is gebrand.

Er zijn verschillende manieren om de emailpreparaten aan te brengen:

• gegoten door een verdelingsmond (emailgordijn) die uniforme tinten weergeeft;

• door een emailrolplaat, o.a. voor marmernabootsingen;

• door een verstuivingdiskette die aangewend kan worden voor diepte-indrukken;

• met een glazuurspuit (aangestuurd door luchtdruk), om een korrelstructuur te bekomen.

Ook droge email met kleurgranulaten kan men op de rauwe tegel gebruiken. Dit kan ook gebeuren via zeefdruk.

Op een reeds gebakken tegel kan manueel nog een extra decoratietekening aangebracht worden. De tegel dient nadien opnieuw te worden gebakken.

De verschillende kleurnuances worden in de fabriek bepaald door de “tintmeester”. Met een spectrummeter worden de reeksen kleuren opgesteld die het eindproduct bepalen.

(37)

T E G E L Z E T T E R M O D U L E 3 SOORTEN TEGELS 8. hET FABrICATIEProCES VAn GEPErSTE KErAMISChE TEGELS

Net als alle keramische materialen krijgen keramiektegels na hun bakproces mechanische en chemische eigenschappen in functie van hun voorbestemd gebruik. Het bakken gebeurt door middel van een transportband in continue rollenovens (tunnel).

De tegels worden eerst voorverwarmd en daarna al “lopend”

op een temperatuur gebracht die kan variëren tussen 900 en 1.300 °C.

Bij meer dan 1.100 °C begint de klei te verglazen (fijn

verglaasde tegels): de krimpende deeltjes verbinden zich met elkaar en vormen zo een hard, onporeus materiaal.

Bij deze hoge temperatuur wordt een smeltfase op gang gezet die alle partikels samensmelt en na afkoeling een sterke mechanische structuur oplevert. De geleidelijke afkoeling van de tegels op het einde van het bakproces zorgt ervoor dat ze de oven onbeschadigd kunnen verlaten.

Tegeloven

De tegels verlaten de oven

8.4. HET BAKKEN

(38)

T E G E L Z E T T E R M O D U L E 3

SOORTEN TEGELS 8. hET FABrICATIEProCES VAn GEPErSTE KErAMISChE TEGELS

Breekproef Verpakken Klaar voor transport

8.5. HET SORTEREN

Bij het verlaten van de oven zijn de tegels “af”, met uitzondering van de eventueel nadien bijkomende

bewerkingen zoals het polijsten van fijn verglaasde grès cérame, het rectificeren, de versnijding voor plinten, en dergelijke meer.

Voor ze verpakt en gestockeerd worden, moeten de tegels een nauwkeurige sortering ondergaan.

We doen een onderverdeling in drie stappen:

1. verwijderen van defecte tegels;

2. eerstekeustegels scheiden van de andere keuzen;

3. hergroeperen van de tegels naar calibrage (gelijke afmetingen) en volgens de nuance (kleurtonaliteit).

Het controleren op keuze gebeurt met het blote oog bij speciale verlichting of via een computergestuurd controlesysteem. Het uiteindelijke sorteren (lezen), kalibreren, palettiseren en stockeren daarentegen gebeurt volledig automatisch.

Dank zij de “double charge” en “multicharge” persmethode kan natuursteen zo goed geïmiteerd worden dat men het verschil onmogelijk met het blote oog kan zien. Na de eerste persing volgt een tweede persing, die de structuur van de tegel opnieuw bewerkt onder druk. Deze tweede persing bevordert de maatvastheid van de grote formaten.

8.6. ENKELE RECENTE PRODUCTIEMETHODES

(39)

T E G E L Z E T T E R M O D U L E 3 SOORTEN TEGELS 9. TEChnISChE EIGEnSChAPPEn

De levensduur en bedrijfszekerheid van tegels is afhankelijk van een reeks technische eigenschappen:

regulariteit

Onder “regulariteit” verstaan we onder andere de overdreven convexe (bolronde) of concave (holle) vorm van de tegel, eventuele dikteverschillen, verticale rechtheid van de boorden, haaksheid van alle zijden, diagonale maatvastheid, zijdelingse krommingen, vlakheidverschil van de vierde hoek in vergelijking met de drie andere hoeken (opkrulling of afzakking van één of meerdere hoeken), onregelmatig oppervlak (aspect) en zichtbare fouten: gebroken hoekjes, kraakjes, onharmonische kleurschakeringen, barstjes, ontglazing, emailfouten, puntjes, vlekken, decoratiefouten, blaren, schilfervorming, krasjes, craquelage,…

Craquelage

Dit is een occasioneel verschijnsel dat eigen is aan geglazuurde keramische materialen. Onregelmatige haarscheurtjes manifesteren zich in de emaillaag door dilatatiespanningen in het tegelwerk (slecht evenwicht tussen de krimp- en trekspanning van de emaillaag en het tegellichaam (onderlaag)). Desalniettemin kan de fabrikant dit spinnenwebeffect opzettelijk in de emaillering aanbrengen om de (faience-)tegel een antiek uitzicht te geven.

Het is in de praktijk handig een onderscheid te kunnen maken tussen de nominale afmetingen, de fabrieksafmetingen en de werkelijke afmeting van een serie tegels die in een verpakking zijn gesorteerd.

Tegels die de oven verlaten, krimpen, de ene al wat meer dan de andere. Bijgevolg worden de tegels gesorteerd volgens kalibernummer.

Nominale afmeting: bv. 40 cm x 40 cm: alle tegels in de verpakking benaderen dit formaat.

Fabrieksafmetingen: De tegels worden gesorteerd volgens hun afmetingen. De fabrikant moet alle tegels

9. TECHNISCHE EIGENSCHAPPEN

(40)

T E G E L Z E T T E R M O D U L E 3

SOORTEN TEGELS 9. TEChnISChE EIGEnSChAPPEn

Inwendige structuur

Deze eigenschap gaat gepaard met de poriënstructuur van de tegel. De hoeveelheid water die een tegel kan opnemen, hangt bijgevolg af van de open of gesloten porositeit (bv. fijn verglaasde grès-cérame).

Buig- en breekbestendigheid

Buigsterkte komt overeen met de maximale druk die een proefstuk kan ondergaan vooraleer het breekt. De breeksterkte zelf is afhankelijk van het formaat van de tegel.

Het is evident dat een geplaatste tegel tientallen malen sterker is (afhankelijk van de hechtingoverdracht) dan een staal dat op een testbank wordt gecontroleerd.

Schokvrij

De meeste keramische tegels zijn niet schokvrij. Een vallend voorwerp kan de tegels gemakkelijk beschadigen, zelfs al zijn ze geplaatst.

Deze slagweerstand wordt beschreven in de norm ISO 10545.5 naar de restitutiecoëfficiënt (intervalmeting van de terugstoot van een vallende metalen bol). Deze coëfficiënt is groter naarmate de slagvastheid van de tegel hoger is.

Mechanische eigenschappen

1) Slijtvastheid is de weerstand die een tegel biedt aan af- of uitslijting van zijn bovenvlak, veroorzaakt door bewegende personen of objecten: betreden van een plaats met vuile schoenen, verplaatsen van meubilair, rollend verkeer, ...

Water, modder, sneeuw, zand en andere (chemische en organische) stoffen kunnen nadelig zijn voor de duurzaamheid van een tegelwerk. Slijtageverschijnselen kunnen we algemeen in twee soorten opdelen:

• wegname van topmaterie ten gevolge van toenemend beloop of agressieve agentia (bv. haar in kapperszaken);

• aantasting van de esthetische eigenschap van het oppervlak, met name verdwijning van de glans op gepolijste tegels, verkleuring, ...

Buigsterktemeter

(41)

T E G E L Z E T T E R M O D U L E 3 SOORTEN TEGELS 9. TEChnISChE EIGEnSChAPPEn

Uitslijting veroorzaakt immers microscheurtjes die vuil opnemen en een functionele invloed zullen hebben op het onderhoud. Deze beschadiging stoort niet alleen het esthetische uitzicht van de tegel, maar veroorzaakt een structurele verzwakking. Een moeilijk onderhoud gaat meestal gepaard met hygiënische stoornissen!

2) Transportbelasting is onderverdeeld in twee categorieën, namelijk “weerstand licht transport” en “weerstand zwaar transport”. Op die basis worden controles op de belasting van rollend materieel uitgevoerd. De boorden van de tegels hebben het meest te verduren en men zal zich hierop concentreren.

hygrothermische eigenschappen

Terrastegels dienen vorstvrij te zijn. Naast goede

hygrothermische eigenschappen is ook de plaatsing van terrastegels van zeer groot belang.

De transformatie in ijs veroorzaakt uitzetting. De tegel is hierdoor onderworpen aan een hoge mechanische belasting die scheurtjes, barstjes en zelfs ontkoppeling van de tegels tot gevolg kan hebben: conchoïdale vormen (schelpvorming), d.w.z. afschilfering van de toplaag.

De vorstbestendigheid van een materiaal wordt bepaald door drie parameters:

1) het aantal poriën;

2) de vorm en de afmetingen van de poriën;

3) de capillariteit (onderlinge verbinding).

Er is een duidelijk verband tussen de bevriezingsweerstand en de waterabsorptie. Hoe kleiner de wateropname, des te beter de weerstand tegen bevriezing. Een vorst-dooicyclitest bepaalt de vorstbestendigheid van de tegel.

Seizoensveranderingen hebben een invloed op tegels (veranda, terrassen). De tegels passen zich aan aan de

(42)

T E G E L Z E T T E R M O D U L E 3

SOORTEN TEGELS 9. TEChnISChE EIGEnSChAPPEn

Chemische bestandheid

Hiermee bedoelt men de weerstand tegen vlekafgevende stoffen of chemisch agressieve producten die in contact kunnen komen met het bovenvlak van de tegel. Onder weerstand van chemicaliën verstaan we de capaciteit van de toplaag van de tegelbiscuit om weerstand te bieden aan agressie van huishoudelijke producten, chloor, zuren, vetten en solventen, zonder dat het uitzicht van de tegel verandert.

Uit proeven en tests ontstaan ook klassen. Deze zijn ingedeeld als volgt:

• klasse AA: geen zichtbaar effect;

• klasse A: lichte zichtbaarheid van aantasting;

• klasse B: duidelijk verschil aan het tegeloppervlak;

• klasse C: gedeeltelijk verlies van het originele bovenvlak;

• klasse D: volledige verdwijning van de bovenkant van de tegel.

Chemische substanties, agressieve zuren of alkalische bestanddelen kunnen steeds aanwezig zijn in melkproducten, vetstoffen, detergenten, ...

Men onderscheidt twee beschadigingsmechanismen:

1. De aantasting van het keramische oppervlak als gevolg van een chemische reactie tussen het agressieve bestanddeel en bepaalde elementen die het bovenvlak zelf vormen. In principe is keramisch verdicht materiaal niet vatbaar voor agressieve substanties (inert).

2. De absorptie van actieve bestanddelen met indringing tot gevolg bemoeilijkt het schoonmaken van de tegel. De chemische resistentie zal anders zijn bij niet-geëmailleerde tegels dan bij geglazuurde oppervlakten.

Logischerwijze kan gesteld worden dat, hoe compacter het bovenvlak van de tegels is, hoe kleiner de kans op vastzetting of indringing zal zijn.

Veiligheid

Hier denken we onmiddellijk aan de slipweerstand van de tegels. Een zeer betrouwbare maatstaf om de antislipwaarde van een materiaal te bepalen is ongetwijfeld de antisliptest, opgenomen in de Duitse norm DIN51130, met name de R-waarden (Rutsch-waarden).

Kort samengevat bestaat de antisliptest erin een proefpersoon op een hellend vlak te plaatsen met speciaal behandeld schoeisel. De R-waarde, die eigenlijk een hellingsgraad voorstelt, is de waarde waarbij de persoon begint uit te glijden. Hoe groter de wrijvingscoëfficiënt, des te kleiner het risico op uitglijden.

De temperatuur en de vochtigheidsomstandigheden spelen hier een belangrijke rol. Een glijmiddel tussen de schoenzool en de tegel (bv. olie) zal de wrijvingscoëfficiënt gevoelig doen dalen en het risico op een valpartij meteen doen stijgen.

(43)

T E G E L Z E T T E R M O D U L E 3 SOORTEN TEGELS 9. TEChnISChE EIGEnSChAPPEn

Hoe ruwer het oppervlak is, hoe hoger ook de R-waarde zal zjin. Een evident nadeel van tegels met een duidelijk reliëf is dat ze moeilijker te onderhouden zijn dan tegels met een effen vlak, omdat het vuil zich gemakkelijker in de oneffenheden kan vastzetten.

De R- tabel ziet er als volgt uit:

Voor blootvoets belopen vloeren wordt de slipweerstand uitgedrukt in A, B of C, waarbij C staat voor de grootste hoek.

De antislipwaarden zijn onderverdeeld in drie categorieën:

- categorie 1: vloerbekledingen in natte ruimtes die blootsvoets betreden worden (zie hierboven).

Voorbeeld: in natte kleedruimtes van een zwembad zal men tegels met minimum R-waarde 11 aanbevelen, met daarbovenop een V-waarde 4 (verdringingswaarde: zie verder).

- categorie 2: betegeling in openbare gebouwen.

Voorbeeld: een inkomhal van een bibliotheek zal bij voorkeur betegeld worden met een massieve tegel met R-waarde 10.

r13 helling > 35°

r12 helling > 27° en ≤ 35°

r11 helling > 19° en ≤ 27°

r10 helling > 10° en ≤ 19°

r9 helling > 3° en ≤ 10°

groep A hellingen ≥ 12°

(bv. droge kleedkamervloeren)

groep B hellingen ≥ 18°

(bv. douches en plonsbadvloeren)

groep C hellingen ≥ 24°

(bv. brede watertrappen en doorloopvoetbaden)

(44)

T E G E L Z E T T E R M O D U L E 3

SOORTEN TEGELS 9. TEChnISChE EIGEnSChAPPEn

De antislipclassificaties kunnen in bepaalde specifieke gevallen of bij industriële toepassingen gekoppeld worden aan de verdringingswaarde V (Verdrängung) van de tegelstructuur. Deze eigenschap is immers ook opgenomen in de ISO 10545-17.

Nokken, die verschillende vormen en afmetingen kunnen hebben, bevinden zich in het oppervlak om het overtollige vocht dat op de tegels valt als het ware weg te voeren. Dit wordt ook het waterverdringingsvermogen genoemd.

Een bananenschil die op de grond is achtergelaten, zal in de structuur van de tegels dringen wanneer iemand erop trapt. Zo wordt het risico op uitglijden verminderd. Daarom is een tabel opgesteld met de verschillende V-waarden, uitgedrukt in cm³/dm².

V- tabel

Symbool: V4 min. volume verdringingsruimte: 4 cm³/dm² V6 min. volume verdringingsruimte: 6 cm³/dm² V8 min. volume verdringingsruimte: 8 cm³/dm² V10 min. volume verdringingsruimte: 10 cm³/dm²

Voor meer informatie:

Belgische norm: www.nbn.be

BENOR-certificatie & ATG: www.benoratg.org WTCB: www.wtcb.be

(45)
(46)
(47)

S O O R T E N T E G E L S dEEL II: nATuurSTEEn

dEEL II. nATuurSTEEn

II.1.INLEIDING

...49

II.2. INDELING VAN

DE NATUURSTEENSOORTEN

...53 II.2.1. STOLLINGSGESTEENTEN

(MAGMATISCHE GESTEENTEN) ...54 II.2.2. AFZETTINGSGESTEENTEN (SEDIMENT) ...55 II.2.3. METAMORFE GESTEENTEN...56

II.3. GEKENDE COMMERCIELE

GROEPEN

...57 II.3.1. GRANIET ...57 II.3.2. LEISTENEN...59 II.3.3. MARMER EN KALKSTEEN ...60

II.4. EIGENSCHAPPEN VAN

NATUURSTEEN

...63 II.4.1. DICHTHEID (SOORTELIJKE MASSA) (KG/M³) ...63 II.4.2. POROSITEIT (VOLUME IN %) ...63 II.4.3. WATERABSORPTIE ...64

II.4.4. DRUKSTERKTE (N/MM²) ...64 II.4.5. BUIGSTERKTE (N/MM²) ...64 II.4.6. SLIJTWEERSTAND ...65 II.4.7. VORSTBESTENDIGHEID ...65 II.4.8. SLIPWEERSTAND...65

II.5. OPPERVLAKTEBEWERKINGEN

...67 II.5.1. GEZAAGD ...67 II.5.2. GESCHUURD OF GESLEPEN ...67 II.5.3. VERZOET ...68 II.5.4. GEPOLIJST ...68 II.5.5. GEVLAMD ...68 II.5.6. GEZANDSTRAALD ...69 II.5.7. GEBOUCHARDEERD (GEHAMERD)...69 II.5.8. GEFRIJND ...69 II.5.9. OUDE FRIJNSLAG ...70 II.5.10. IJSBLOEM ...70

II.6. NATUURSTEEN ;

TOEPASSINGSDOMEIN

...71

(48)
(49)

T E G E L Z E T T E R M O D U L E 3 SOORTEN TEGELS 1. InLEIdInG

Met natuursteen bedoelen we stenen die we in de natuur aantreffen en die niet op kunstmatige manier door de mens geproduceerd zijn. Natuursteen is een verzamelnaam voor duizenden verschillende soorten stenen, die onderling erg verschillend kunnen zijn qua vorm, structuur en hardheid.

Ze werden over een periode van miljoenen jaren gevormd in of aan het aardoppervlak door scheikundige en

geologische processen. Hun uitzicht en eigenschappen worden bepaald door de manier waarop ze gevormd werden (door rivieren, door lagen in de zeebodem, door vulkanen, gebergtevorming,...).

Elke natuursteen is uniek, want geen enkele plaats op de aarde ondergaat dezelfde geologische processen. Geen enkele natuursteen heeft dezelfde samenstelling. Dit geeft natuursteen zijn unieke karakter.

Cap Blanc Nez, Noord-Frankrijk en Dover, Verenigd Koninkrijk:

de witte krijtrotsen zijn een mooi voorbeeld van een afzettingsgesteente, ontstaan in de zee door kalkresten van miljoenen koralen en schelpdiertjes die op de zeebodem een hechte massa krijtrots vormen (uit de periode van het Krijt, 90 tot 100 miljoen jaar geleden).

1. INLEIDING

Natuursteengroeve (Soignies)

Vulkanisme: de oorsprong van o.a. basalt, graniet en porfier.

(50)

T E G E L Z E T T E R M O D U L E 3

SOORTEN TEGELS 1. InLEIdInG

Alvorens een indeling te maken, is het nuttig stil te staan bij de geschiedenis van het ontginnen en gebruiken van natuursteen.

De mens heeft sinds de verre prehistorie steeds getracht zich te behelpen met materialen die hij vond in zijn directe omgeving. Ter plaatse gevonden hout, stenen en dierlijke resten (beenderen) konden, door de onuitputtelijke

vindingrijkheid van de mens, dienst doen als bouwmateriaal, gereedschap, wapen of hulpmiddel in het dagelijkse leven.

De prehistorische mens was goed in staat op het terrein grondstoffen te herkennen die een bepaalde hardheid hadden, goed splijtbaar en bewerkbaar waren en dus erg nuttig konden zijn als snijgereedschap.

Vooral obsidiaan en vuursteen (of silex) werden in de prehistorie vaak gebruikt. Silex vindt men meestal als klompen tussen een kalkgesteente. De krijtrotsen in de buurt van Calais (kaap Gris Nez) bevatten veel silexknollen.

Gedurende duizenden jaren was deze steen voor de mens een gegeerd gereedschap. Meestal vindt men deze steen in lagen kalksteen. De kalksteen die miljoenen jaren terug gevormd werd door kalkafzettingen van zeediertjes, bevatte ook graafgangen van allerlei zeediertjes en kreeften. Nadien gingen deze graafgangen zich opvullen (noemt men ook wel concreties) met o.a. silex (of siliciumdioxide: SiO2, het hoofdbestanddeel van glas) om miljoenen jaren later als silexknol of vuursteen te worden ontgonnen door de

prehistorische mens. De oudste en grootste vuursteenmijnen van Europa bevinden zich trouwens in België; in Spiennes, vlakbij Mons, en behoren tot het Unesco werelderfgoed.

(http://www.minesdespiennes.org/)

Silexstenen, bewerkt door middel van afklieven met andere stenen, leveren erg scherpe voorwerpen op, die dienst kunnen doen als mes, bijl of steekwapen. Het afslaan van de steen om een scherpe vorm te krijgen, noemt men ook wel de Levalloisafslag.

Vuursteen, bewerkt tot speerpunten

Primitieve constructie van gestapelde stenen

Vuursteen

bron: Eeuwige steen Gemeentekrediet

(51)

T E G E L Z E T T E R M O D U L E 3 SOORTEN TEGELS 1. InLEIdInG

In deze beschavingen werd natuursteen louter gebruikt als gereedschap: als wapen of als hulpmiddel in het dagelijkse leven. Recentere beschavingen beginnen natuursteen echter op grote schaal uit de bodem te ontginnen en toe te passen als belangrijk bouwmateriaal. De bekendste zijn natuurlijk de Grieken, Romeinen, Egyptenaren en vele oude beschavingen uit het verre Oosten.

Het ontginnen en bewerken van natuursteen kwam in onze contreien slechts langzaam op gang. Toen de Romeinse en Griekse beschavingen in volle bloei waren en natuursteen daar een gegeerd bouwmateriaal was, was natuursteen in onze streken nog eerder uitzonderlijk.

Tot zeer recent werd meestal de ter plaatse gevonden natuursteen gebruikt als bouwsteen. Het vervoer bleef beperkt tot enkele honderden kilometers.

Palmyra, 2000 jaar oude verlaten steengroeve

bron: Eeuwige steen Gemeentekrediet

Pont du Gard, Romeins aquaduct in kalk- steen

(52)

T E G E L Z E T T E R M O D U L E 3

SOORTEN TEGELS 1. InLEIdInG

Vooral de kathedralenbouw in de middeleeuwen deed de ontginning van natuursteen enorm toenemen.

Waar geen natuursteen voorhanden was, kon men zich behelpen met uit klei gebakken steen, een techniek die vanaf de 12de eeuw gekend was. Vanaf dan werden de meeste gewone huizen uit baksteen gemetseld. Enkel voor de belangrijke openbare gebouwen werd nog natuursteen toegepast.

Vandaag de dag worden baksteen en natuursteen vlot door elkaar gebruikt. Het is pas de laatste honderd jaar dat ook overzeese stenen in allerlei kleuren en vormen ons bereiken, dankzij de vooruitgang in het wegvervoer en de scheepvaart.

Kasteelruïne in natuursteen (Cévennes) Plaatsen van een boog

(Atelier de restauration de Leon)

bron: Atelier de restauration de Leon

(53)

T E G E L Z E T T E R M O D U L E 3 SOORTEN TEGELS 2. IndELInG VAn dE nATuurSTEEnSoorTEn

Zoals reeds gezegd in de inleiding, is het de aarde zelf die in haar ontwikkelingsproces de vele soorten natuursteen gevormd heeft.

Aanvankelijk was de aarde een gloeiende vloeibare steenmassa, maar ze koelde langzaam af. Dit ging gepaard met vulkaanuitbarstingen die tot vandaag voortduren. Dit geologische proces van miljoenen jaren afkoeling heeft ons een onuitputtelijke bron aan STOLLINGSGESTEENTEN opgeleverd.

Wanneer water bepaalde mineralen losweekt en elders weer doet neerslaan, via rivieren en zeeën, wanneer mechanische verwering de bergen opnieuw egaliseert en dikke lagen puin afzet of wanneer kalkdiertjes op de zeebodem afsterven en hun skelet dikke lagen kalksteen oplevert, spreken we van AFZETTINGSGESTEENTEN.

Wanneer de gevormde stollingsgesteenten en afzettingsgesteenten miljoenen jaren later onder invloed van temperatuur en druk opnieuw langzaam veranderen van structuur en vorm (metamorfose), spreken we van METAMORFE GESTEENTEN.

Deze drie groepen van gesteenten zijn onderling verbonden door de gesteentencyclus. Een stollingsgesteente kan bijvoorbeeld rechtsreeks overgaan in een metamorf gesteente door verhoogde druk en temperatuur (bij gebergtevorming), zonder eerst een afzettingsgesteente te vormen (zie figuur “Gesteentencyclus”).

2. INDELING VAN DE NATUURSTEENSOORTEN

Ia) STOLLINGSGESTEENTE:

uitvloeiingsgesteente: basalt, pufsteen, puimsteen, …

II) AFZETTINGSGESTEENTE:

kalksteen, travertin, zandsteen, blauwe hardsteen, ...

Ib) STOLLINGSGESTEENTE:

halfdiep ganggesteente:

porfier, dioriet, …

Ic) STOLLINGSGESTEENTE:

dieptegesteente: graniet, …

III) METAMORF GESTEENTE:

marmer, kwartsiet, schist, gneiss, …

(54)

T E G E L Z E T T E R M O D U L E 3

SOORTEN TEGELS 2. IndELInG VAn dE nATuurSTEEnSoorTEn

Deze zijn ontstaan door uitharding van vloeibare steen (magma). We onderscheiden drie groepen:

Uitvloeiinggesteenten: magma komt vanuit het binnenste van de aardkorst naar boven, koelt af en begint te stollen, bv. basalt.

Dieptegesteenten zijn geleidelijk afgekoeld onder grote, constante druk diep in de aarde.

Bv. graniet, gabbro.

Ganggesteenten zijn verhard in breuken of spleten (bv. porfier).

2.1. STOLLINGSGESTEENTEN (MAGMATISCHE GESTEENTEN)

Basaltzuilen

Graniet: Labrador Bleu

bron: Brachot-Hermant nv

Porfierbestrating (kasseien)

Groevebasalt

bron: Beltrami

Graniet: Labrador Vert

bron: Brachot-Hermant nv

(55)

T E G E L Z E T T E R M O D U L E 3 SOORTEN TEGELS 2. IndELInG VAn dE nATuurSTEEnSoorTEn

Deze gesteenten worden gevormd door afzetting of bezinking van afbraakmaterialen die afkomstig zijn van andere gesteenten die door water werden meegevoerd en elders werden afgezet, of die in de zee werden neergeslagen (sedimenten), bv. kalksteen, zandsteen, travertin.

2.2. AFZETTINGSGESTEENTEN (SEDIMENT)

Kathedraal in kalksteen Pammukale: travertijnbronnen (CaCO3; calci- um-carbonaat, afgezet door kalkrijk water)

(56)

T E G E L Z E T T E R M O D U L E 3

SOORTEN TEGELS 2. IndELInG VAn dE nATuurSTEEnSoorTEn

Reeds gevormde gesteenten ondergaan een metamorfose en veranderen van structuur onder invloed van temperatuur en druk.

GRANIET (stollingsgesteente) wordt omgezet in GNEIS

ZANDSTEEN (afzettingsgesteente) kan zich omvormen tot KWARTSIET

KALKSTEEN (afzettingsgesteente) transformeert zich en wordt MARMER

2.3. METAMORFE GESTEENTEN

bron: Brachot-Hermant nv

ijzerzandsteen Hageland

Pietra serena

bron: Beltrami

Kalksteen Crema Bramos

bron: Brachot-Hermant

Alta kwartsiet

bron: Beltrami

Marmer Carrara C

bron: Brachot-Hermant

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Controleert en corrigeert indien nodig de verticaliteit, de hellingsgraad en de vlakheid Soorten tegels, hun eigenschappen (kaliber, kleurtoon, tint, nominale afmetingen,

Voor het professioneel snijden van alle soorten keramische tegels, ideaal voor porcellanato en volkeramische

De vergelijking tussen de vragenlijst van het Erasmus en de Universiteit Twente zal meer zeggen over de hoofdvraag: Geven de notaties bij wiskunde op het vwo aanleiding tot

Nu we deze twee tegels gekleurd hebben, is het even afgelopen met de keu- zevrijheid: er blijft voor tegel 3 maar één kleur

Voor het professioneel snijden van alle soorten keramische tegels, ideaal voor porcellanato en volkeramische

Omdat er voor dit spel meer dan twee e-tegels nodig zijn om het leuk te maken en om meer kinderen mee te kunnen laten doen, wordt dit spel niet verder

Met de keuze van de brander bepalen we het juiste type brander waarmee we een ketel kunnen uitrusten in functie van zijn eigen- schappen en zijn werking.. Hiervoor mogen we

- Kennis van verschillende gereedschappen, toebehoren en hulpmiddelen voor de plaatsing (te gebruiken soorten truwelen, profielen, ondersteuning, …). - Kennis van