In deze dienst nemen we afscheid van ds. Jaap Jonk vanwege zijn emeritaat. Tevens wordt in deze dienst de
tijdelijke sacramentsbevoegdheid van mw. Swenne Bijzet bekrachtigd.
Voorganger | ds. Jaap Jonk
Muziek | Stefan Potman
Lector | Francis Jonk
Ouderling van dienst | Rita Greben
Orgelspel
Woord van welkom door de ouderling van dienst Aansteken van de kaarsen | we gaan staan
Samenzang | Lied 601: ‘licht dat ons aanstoot in de morgen’
1. Licht dat ons aanstoot in de morgen, voortijdig licht waarin wij staan koud, één voor één, en ongeborgen, licht overdek mij, vuur mij aan.
Dat ik niet uitval, dat wij allen zo zwaar en droevig als wij zijn niet uit elkaars genade vallen en doelloos en onvindbaar zijn.
2. Licht, van mijn stad de stedehouder, aanhoudend licht dat overwint.
Vaderlijk licht, steevaste schouder, draag mij, ik ben jouw kijkend kind.
Licht, kind in mij, kijk uit mijn ogen of ergens al de wereld daagt waar mensen waardig leven mogen en elk zijn naam in vrede draagt.
3. Alles zal zwichten en verwaaien wat op het licht niet is geijkt.
Taal zal alleen verwoesting zaaien en van ons doen geen daad beklijft.
Veelstemmig licht, om aan te horen zolang ons hart nog slagen geeft.
Liefste der mensen, eerstgeboren, licht, laatste woord van Hem die leeft.
Begroeting | we gaan zitten Gebed om ontferming
Loflied | Lied 216: ‘Dit is een morgen, als ooit de eerste’
1. Dit is een morgen als ooit de eerste, zingende vogels geven hem door.
Dank voor het zingen, dank voor de morgen,
beide ontspringen nieuw aan het woord.
2. Dauw op de aarde, zonlicht van boven, vochtige gaarde, geurig als toen.
Dank voor gewassen, grassen en bomen, al wie hier wandelt, ziet: het is goed.
3. Dag van mijn leven, licht voor mijn ogen, licht dat ooit speelde waar Eden lag.
Dank elke morgen Gods nieuwe schepping, dank opgetogen Gods nieuwe dag.
Bekrachtiging van de sacramentsbevoegdheid | Swenne Bijzet Inleiding
Vragen aan Swenne
Vraag aan de gemeente | we gaan staan
Nu de bevoegdheden van Swenne als ouderling-kerkelijk werker, als pastor bekrachtigd wordt aan jullie de vraag:
Beloven jullie haar met liefde en respect in je midden te blijven ontvangen?
Wil je ook met haar in wel en wee meeleven, haar dragen in je gebeden en met haar meebouwen aan een kerk die in de wereld een teken van hoop, vertrouwen, recht en vrede behoort te zijn?
Wat is daarop je antwoord?
Gemeente: “Ja, van harte!”
Zegen
We zingen Swenne staande toe
Zingenderwijs 130, tekst Jaap Jonk | (mel. “Halleluja, eeuwig dank en ere”)
1. Trouwe God wij bidden om uw zegen zegen voor het werk dat wacht.
Laat uw mensen voorgaan op uw wegen als u dat van ons verwacht.
Sterk, beziel haar, geef haar inspiratie.
Leid haar, laat haar werken door uw gratie.
Help haar met haar grote taak mee te werken aan uw zaak.
2. Trouwe God wij bidden om uw wijsheid om de moed en om uw Geest.
Laat haar zien dat U haar steeds nabij zijt, in de moeite allermeest.
Geef volharding, inzicht, motivatie, wek bij haar een pure fascinatie voor uw mensen en uw kerk, sterk haar God bij al het werk.
we gaan zitten
Als gebed bij de opening van de Schrift zingen we:
Zingenderwijs 11, tekst Jaap Jonk | melodie: ‘De dag door uwe gunst ontvangen’
1. O God nu wij hier samenkomen op deze dag in deze kerk,
laat nu uw Geest hier binnenstromen, God, open ons hart en maak ons sterk.
3. Laat hier en nu en straks en morgen Uw Geest ons leiden tot de daad.
Zodat uw woord ervoor zal zorgen dat U uw wereld nooit verlaat.
2. Opdat de woorden die wij horen, opdat de taal die wij verstaan, veel dieper gaat dan onze oren en in ons hart zal binnengaan
4. Want door uw woord en geest en zegen | zijn wij gemeente in uw Naam, wijs dus aan ons de goede wegen door woord en geest in Jezus’ naam.
Schriftlezing | Psalm 139 Voor de koorleider. Van David. Een
psalm.
HEER, U kent mij, U doorgrondt mij,
2
U weet het als ik zit of sta, U doorziet van verre mijn gedachten.
3
Ga ik op weg of rust ik uit, U merkt het op, met al mijn wegen bent U vertrouwd.
4
Geen woord ligt op mijn tong of U, HEER, kent het ten volle.
5
U omsluit mij, van achter en van voren, U legt uw hand op mij.
6
Wonderlijk zoals U mij kent, het gaat mijn begrip te boven.
7
Hoe zou ik aan uw aandacht ontsnappen, hoe aan uw blikken ontkomen?
8
Klom ik op naar de hemel – U tref ik daar aan, lag ik neer in het dodenrijk – U bent daar.
9
Al verhief ik mij op de vleugels van de dageraad, al ging ik wonen voorbij de verste zee,
10
ook daar zou uw hand mij leiden, zou uw rechterhand mij vasthouden.
11
Al zei ik: ‘Laat het duister mij opslokken, het licht om mij heen veranderen in nacht,’
12
ook dan zou het duister voor U niet donker zijn – de nacht zou oplichten als de dag, het duister helder zijn als het licht.
13
U was het die mijn nieren vormde, die mij weefde in de buik van mijn moeder.
14
Ik loof U om het ontzaglijke wonder van mijn bestaan, wonderbaarlijk is wat U gemaakt hebt. Ik weet het, tot in het diepst van mijn ziel.
15
Toen ik in het verborgene gemaakt
werd, kunstig geweven in de schoot van
de aarde, was mijn wezen voor U geen
geheim.
16
Uw ogen zagen mijn vormeloos begin, alles werd in uw boekrol opgetekend, aan de dagen van mijn bestaan ontbrak er niet één.
17
Hoe rijk zijn uw gedachten, God, hoe eindeloos in aantal,
18
ontelbaar veel, meer dan er zand is bij de zee. Ontwaak ik, dan nog ben ik bij U.
19
God, breng toch de goddelozen om, – weg uit mijn ogen, jullie die bloed vergieten –
20
ze spreken kwaadaardig over U, uw vijanden misbruiken uw naam.
21
Zou ik niet haten wie U haten, HEER, niet verachten wie tegen U opstaan?
22
Ik haat hen, zo fel als ik haten kan, ze zijn ook mijn vijand geworden.
23
Doorgrond mij, God, en ken mijn hart, peil mij, weet wat mij kwelt,
24
zie of ik geen verkeerde weg ga, en leid mij op de weg die eeuwig is.
Samenzang | Lied 823: 1 en 4 ‘ Gij hebt o Vader van het leven’
Gij hebt, o Vader van het leven, de aarde aan de mens gegeven, het land, de zee is zijn domein.
Gij hebt hem aan het woord doen komen om tussen werkelijkheid en dromen getuige van uw Geest te zijn.
Door een geheimenis omsloten, door alle dingen uitgestoten, gaat hij op alle dingen in.
Alleen uw woord geeft aan zijn falen, zijn rustloos zoeken en verdwalen een onuitsprekelijke zin.
Overdenking
Muzikaal intermezzo | ‘Imagine’ van John Lennon
Dank- en voorbeden | Als “Onze Vader” zingen we lied 1006
Onze Vader in de hemel, U staat zorgzaam om ons heen.
Geef dat alle mensen weten:
zoals U is er maar één.
Doe ons telkens weer geloven in een wereld zonder pijn, in uw rijk dat eens zal komen en dat soms te zien kan zijn.
Help ons samen goed te leven en te doen wat U graag wilt.
Geef ons elke dag te eten tot de honger is gestild.
En vergeef ons wat we fout doen,
net als wij niet blijven staan bij de fouten van een ander, maar weer samen verder gaan.
Help ons om te zien wat goed is en wat slecht is, boos of naar.
Geef dat wij het juiste kiezen, dat we goed zijn voor elkaar.
Onze Vader, wij geloven, dat U onze wereld leidt.
Met uw licht helpt U ons verder.
Hier en nu en straks. Altijd.
Amen. Amen.
Inzameling van de gaven 1. Diaconie
2. Kerk
Slotlied | Lied 416: ‘Ga met God’ | we gaan staan
1. Ga met God en Hij zal met je zijn, jou nabij op al je wegen
met zijn raad en troost en zegen.
Ga met God en Hij zal met je zijn.
3. Ga met God en Hij zal met je zijn:
in zijn liefde je bewaren, in de dood je leven sparen.
Ga met God en Hij zal met je zijn.
2. Ga met God en Hij zal met je zijn:
bij gevaar, in bange tijden, over jou zijn vleugels spreiden.
Ga met God en Hij zal met je zijn.
4. Ga met God en Hij zal met je zijn tot wij weer elkaar ontmoeten, in zijn naam elkaar begroeten.
Ga met God en Hij zal met je zijn.