• No results found

OPDRACHT MODELTEKENEN KLAS 4

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "OPDRACHT MODELTEKENEN KLAS 4"

Copied!
6
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

1

OPDRACHTEN HAVO 4 – BIJLAGE 2

- Model opdracht Pagina 1

- Evaluatie model opdracht Pagina 4 - Theorie opdracht vaasschildering Pagina 5

OPDRACHT MODELTEKENEN 2.0 2017 KLAS 4

De opdracht waar jullie de komende tijd aan gaan werken is een vervolg opdracht op de modelteken opdracht. Het is de bedoeling dat de gemaakte modeltekeningen nu in een zelfbedachte wereld geplaatst worden. Deze werelden bedenken jullie zelf en het is belangrijk dat je nadenkt over hoe en waar je je model gaat neerzetten.

Hoe ga je te werk?

Het is de bedoeling dat je het model in een wereld gaat plaatsen die je zelf hebt bedacht. De materialen die je hiervoor mag gebruiken zijn verf en/of papier. Als je wil mag je het model opnieuw schilderen en de wereld

eromheen zelf met de hand schilderen. Wat je ook kan doen is juist het model kopiëren en door middel van kranten en tijdschrift knipsels een wereld eromheen maken. Je mag ook een combinatie van de twee maken, dus over knipsels heen verven of andersom.

De plek of situatie waar je model zich in bevind moet passen bij de originele houding van het model. Je mag de houding hier en daar wat aanpassen, maar laat duidelijk zien hoe het model origineel stond. Kies daarnaast niet een te voor de hand liggende plek, laat je fantasie spreken. Kijk naar je model tekeningen en als je vast zit, schrijf een paar ideeën op wat je model zou kunnen doen op dit moment.

OPDRACHTEN

Opdracht 1.1

Maak drie schetsen/tekeningen van de ideeën die je zelf hebt bedacht voor de wereld waar je model in komt te staan. Kijk goed naar de voorbeelden die hieronder staan, ze kunnen helpen met inspiratie!

Opdracht 1.2

Verzamel zo veel mogelijk kranten, tijdschriften, plaatjes en gekleurd papier. Zorg dat je genoeg hebt om een start te maken aan het werk.

Opdracht 2

Werk je idee uit op een A3 formaat. Kijk goed terug naar de eisen voordat je begint (ze staan hieronder) en naar de voorbeelden. Begin met het model en werk zo langzamerhand de wereld uit (vergeet niet het model staat centraal).

Opdracht 3

Zorg dat opdracht 1 tot en met 2 helemaal af zijn, werk hier en daar nog bij en zorg dat het netjes bij elkaar

ingeleverd kan worden. Het proces is heel belangrijk, dus zorg dat je alles gedaan hebt, maar ook dat ik duidelijk kan zien wat je idee was aan de hand van het proces tot aan het eindwerk. Dit alles lever je in aan het einde voor een punt.

EISEN

1. Het werk maak je op een nieuw A3 vel, deze moet geheel gevuld worden. Er mogen geen witte plekken te zien zijn, tenzij je daarvoor een goede reden hebt.

2. Je moet minimaal twee van je getekende modellen gebruiken in je werk. Dit mogen er meer zijn (zelf getekend of een foto), maar je eigen geschilderde modellen staan centraal.

3. Het model moet reageren met zijn of haar achtergrond. Ze mogen niet los staan, maar model en wereld vormen een geheel.

4. Er mogen geen te grote stukken geknipte foto’s gebruikt worden. Als voorbeeld, wil je een strand maken, mag er geen foto zijn ter grote van tweederde van het A3 die de achtergrond vormt. Je moet juist creatief zijn met hoe dit strand gaat vormgeven met de knipsels en verf.

(2)

2

5. Wanneer je alleen verf gebruikt, mag je net zoals bij de modelschilderopdracht geen lijnen zetten, werk vanuit de verf en vlakken.

6. Let op de compositie, oftwel hoe de achtergrond en model op elkaar zijn afgesteld. Vergeet niet, schaduwen en of het klopt qua perspectief.

VOORBEELDEN ter inspiratie

- Creatief omgaan met de stukken papier die je hebt. Let op kleur, afbeelding en hoe het papier valt.

- Kies een niet voor de hand liggende plek. Kijk hoe je model staat en bedenk dan in wat voor plek of situatie hij of zij zou kunnen staan. Kies niet de meest voor de hand liggende plek, het mag ook een fictieve situatie zijn.

(3)

3

- laat de verf die je gebruikt onderdeel zijn van je werk.

(4)

4

(5)

5

EVALUATIE MODEL OPDRACHT

1. Wat voor wereld heb je afgebeeld, beschrijf de wereld en enkele belangrijke details?

2. Waarom heb je voor deze wereld gekozen?

3. Welke kleuren heb je gebruikt in je werk en waarom?

4. Welke compositie heb je gebruikt (maak hierbij een compositie schetsje) en beschrijf deze?

5. Denk je dat je de sfeer die je wilde maken in het beeld hebt weten te krijgen?

6. Wat ging er goed en wat ging er minder goed?

7. Als je het opnieuw zou mogen doen, zou je iets veranderen en wat dan?

8. Wat voor cijfer geef je jezelf en waarom?

(6)

6

THEORIE OPDRACHT GRIEKSE VAASSCHILDERING HAVO 4

Tijdens de theorie lessen hebben jullie gehoord over hoe de Grieken vaasschilderingen maakte en wat voor voorstellingen ze hierop zetten.

Nu is het de bedoeling dat jullie zelf een soort van vaasschildering ontwerp gaan maken op papier. Je kiest een mythe die je aanspreek, dit kan er een zijn van je eigen keuze, maar de twee standaard mythes die je kan kiezen zijn Hercules en Icarus.

Het is de bedoeling dat jullie met vetkrijt en met inkt deze voorstelling gaan maken. Dit doen we als volgt;

- Je maakt eerst een laag vetkrijt op een teken vel van een A4. Je kiest welke kleur, of welke kleuren. Zoals jullie nog weten is het gebruikelijk dat de vaas rood en zwart is, maar je mag hierbij ook een andere kleur kiezen.

- Zodra de laag dik genoeg is, ga je met een penseel en een pot oost Indische inkt over de laag krijt heen. Deze zwarte laag moet dekkend zijn. Deze laag moet eerst goed drogen.

- Zodra het droog is, kun je met bijvoorbeeld een kras pennetje delen uitkrassen. De laag krijt komt dan naar voren en zo kun je dus een voorstelling krassen.

OPDRACHT 1

In magister zal ik twee linkjes zetten naar verschillende bronnen met de verhalen van deze twee mythes. Lees deze goed en kies een moment uit wat je wil verbeelden.

OPDRACHT 2

Maak een schets van je idee, wat je wil verbeelden. Lever deze ook in aan het einde van de periode.

OPDRACHT 3

Aan de hand van de schets kras je uit je tekening de voorstelling.

Denk aan de volgende dingen:

- Het verhaal moet duidelijk zijn, welke figuren staan erop, wat doen ze?

- Het moet een geheel zijn, dit doe je door bijvoorbeeld het gebruik van versieringen aan de zijkanten. Dit kunnen abstracte patronen zijn.

- Denk aan wat moet gekleurd zijn en wat moet zwart. Zijn het rood-figurige vazen of zijn het zwart-figurige vazen?

Veel succes

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Om inzicht te krijgen in de sterke en minder sterke punten van de gemeentelijke prestaties heeft I&O Research in opdracht van de BUCH-gemeenten voor de gemeenten Bergen,

Ondernemers in Bergen geven gemiddeld het laagste cijfer voor de veiligheid (6,9), ondernemers in Heiloo beoordelen de veiligheid het hoogst (7,6), maar de verschillen tussen

uiteindelijk gaat het er overal om de vraag hoe we kinderen, jongeren, volwassenen en gezinnen zo goed mogelijk kunnen ondersteunen zodat ze zoveel mogelijk zelf weer vooruit

• Achterhaalt op tijd juiste (ontbrekende) gegevens bij bijvoorbeeld controllers WE/SU, afdeling facturering, onderhoudsploegen, hiervoor is kennis van de organisatie binnen

Heer, hoor mijn gebed Ik wend mij tot U En kniel voor U neer Zegen mij, oh Heer. En Heer, ik ben het niet waard Dat U tot

En hoewel we er in de peilingen goed voor staan; weten we ook: tot het laatste moment zijn er nog mensen die we kunnen overhalen om op het CDA te stemmen... We kunnen

Als GGDrU spannen we ons in, samen met gemeenten en andere partners, om voor alle inwoners kansen op goede omstandigheden te creëren, voor een zo gezond mogelijk leven, thuis, in

Daarnaast gaan wij graag met maatschappelijke organisaties en gemeente een ontwikkeling in hoe wij, als gezamenlijke partners in Stichtse Vecht, organisatie- overstijgend samen