• No results found

Carbon Footprint Rapportage H1-2014

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Carbon Footprint Rapportage H1-2014"

Copied!
10
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Carbon Footprint Rapportage

H1-2014

Naam Paraaf Datum

Steller W.B.R. Weening November 2014

(2)

Bijlage 2 Carbon Footprint Rapportage – H1-2014

Versie: 2014

D38.Carbon Footprint Report H1-2014.doc Inhoudsopgave

1. Inleiding ... 3

2. Afbakening ... 4

2.1 Organisatiegrenzen ... 4

2.2 Korte beschrijving rapporterende organisatie ... 4

3. CO2 Footprint ... 6

3.1 Scope 1 – Directe emissies ... 7

3.2 Scope 2 – Indirecte emissies ... 9

(3)

Bijlage 2 Carbon Footprint Rapportage – H1-2014

Versie: 2014

Blad 3 van 10 21-11-2014

D38.Carbon Footprint Report H1 2014.doc

1. Inleiding

Deze inleiding geeft kort het kader weer waarbinnen de carbon footprint rapportage is opgesteld.

- Doel rapportage

Doel van de rapportage is het vaststellen van de carbon footprint van de OMCG-Holding B.V.

(hierna OMC-Group genoemd) voor het eerste half jaar van 2014. Met deze rapportage verantwoordt OMC-Group haar CO2-voetafdruk aan interne en externe partijen in het kader van het behalen van niveau 5 van de CO2-Prestatieladder. Met het opbouwen van historie wordt het effect van genomen maatregelen duidelijk en kunnen conclusies worden getrokken over de effectiviteit daarvan.

- Gekozen basisjaar en frequentie rapporteren

De gerapporteerde periode voor de bepaling van de carbon footprint is boekjaar 2011. Het boekjaar loopt van 1 januari t/m 31 december. Deze carbon footprint rapportage wordt tenminste 2 keer per jaar opgesteld. De emissie-inventaris is niet extern geverifieerd.

- Gehanteerde normen

· NEN-ISO 14064 -1: 2006

· GHG-protocol – a corporate accounting and reporting standard;

· Handboek CO2-Prestatieladder 2.2 – SKAO

· Wet- en regelgeving

- Eindverantwoordelijke rapportage

Mevr. Caroline van den Berg, Manager Implementatie - Basisgegevens startbedrijf

Naam : OMCG-Holding B.V.

Adres : De Beek 20

Postcode : 3871 MS

Plaats : Hoevelaken

Telefoon : 033-2541 111

Fax : 033-2541 110

E-mail : info@omc-group.nl

Web-pagina : http://www.omc-group.nl/

- Specifieke eindverantwoordelijkheden deelgebieden

De manager implementatie stelt periodiek deze carbon footprint rapportage op en

controleert de gegevens op juistheid, volledigheid en aantoonbaarheid. De gegevens worden door verschillende medewerkers aangeleverd.

- Geldigheidsduur rapportage

Dit rapport is alleen geldig voor het betreffende jaar van rapportage.

- Wijze van communicatie van deze rapportage

Dit rapport is onderdeel van het energiemanagementsysteem en het daaraan gekoppelde CO2-communicatieplan.

(4)

Bijlage 2 Carbon Footprint Rapportage – H1-2014

Versie: 2014

2. Afbakening

2.1 Organisatiegrenzen

Voor de beschrijving van de organisatie en de organisatiegrenzen wordt verwezen naar het Energie Management systeem, document D26.Energie Management Systeem 2014.

2.2 Korte beschrijving rapporterende organisatie

OMC-Group is een toonaangevend service management bedrijf in de Nederlandse markt op het gebied van beheer en onderhoud van straatmeubilair en objecten in de openbare ruimte.

Duurzaamheid, maatschappelijk verantwoord ondernemen en oog voor het milieu zijn de belangrijkste criteria voor nu en in de toekomst. OMC-Group is ISO 14001 en VCA*, BTR, PSO gecertificeerd en Erkend Leerbedrijf en onderscheidt zich door een sterke klant- en

servicegerichtheid en goed opgeleid en gemotiveerd personeel. Zij heeft vestigingen op de volgende locaties: Hoevelaken, Hengelo, Rotterdam, Wormerveer, Tynaarlo en Best.

(5)

Bijlage 2 Carbon Footprint Rapportage – H1-2014

Versie: 2014

Blad 5 van 10 21-11-2014

D38.Carbon Footprint Report H1 2014.doc

2.3 Operationele grenzen 2.3.1 Energieaspecten algemeen

Een energieaspect (milieuaspect) is een onderdeel van een activiteit, product of dienst van een organisatie dat direct of indirect broeikasgassen uitstoot. Het Greenhouse Gas protocol categoriseert energieaspecten in scope 1, 2 en 3 zodat deze zijn ingedeeld naar directe en indirecte bronnen en zodoende tot een meer transparante en bruikbaarder rapportage leiden.

2.3.2 Energieaspecten OMC-Group

De energieaspecten zijn ingedeeld naar scope 1, scope 2 en scope 3 conform de CO2-

Prestatieladder. De richtlijnen van Stichting Klimaatvriendelijk Aanbesteden en Ondernemen (SKAO) worden daarbij gevolgd.

(6)

Bijlage 2 Carbon Footprint Rapportage – H1-2014

Versie: 2014

3. CO2 Footprint

In dit hoofdstuk worden de uitkomsten van de CO2 footprint over de eerste helft 2014 weergegeven.

De onderstaande tabel en diagram geeft een totaaloverzicht van de CO2 footprint weer. Deze wordt in de volgende paragrafen verder behandeld.

CO2 emissies scope 1, 2 & 3 Emissie ton

CO2 Percentage

Scope 1 426 65%

Gebouwen 26 4% Brandstof 26 3,9%

Eigen wagenpark 400 61% Brandstof 400,3 60,7%

Scope 2 37 6% Energie 37 6% Electriciteit 37 5,6%

Scope 3 196 30%

Afval 164 25%

Bedrijfsafval 67 10%

Papierafval 40 6,0%

Plastic folie 0,6 0,1%

Glas 54 8,3%

Hardplastic 2 0,3%

TL-buizen 0,02 0,003%

Goederenvervoer 16 2% Brandstof 16 2,4%

Verbruik 1 0% Water 1 0,1%

Papier 1 0,1%

Privé Mobiliteit 15 2% Woon-werk auto 8 1,2%

Woon-werk OV 7 1,0%

Totaal 659 100%

Tabel: emissie-overzicht H1-2014

Figuur 1 CO2 footprint H1-2014 onderverdeeld per scope

(7)

Bijlage 2 Carbon Footprint Rapportage – H1-2014

Versie: 2014

Blad 7 van 10 21-11-2014

D38.Carbon Footprint Report H1 2014.doc

3.1 Scope 1 – Directe emissies

In onderstaande tabel zijn de directe emissies, scope 1 van het GHG-protocol, weergegeven. De scope 1 emissiebronnen gebouwen en transport zijn verantwoordelijk voor 61,5% van de totale emissie van OMC-Group.

Scope 1. Directe CO2 emissies Eenheid Verbruik Emissie ton CO2 Percentage

Gebouwen Aardgas m3 14.268 26 4%

Transport (personenauto's en lichte

bedrijfswagens) Diesel l 122.315 383 59%

Benzine l 6.047 17 2,5%

Tabel: totaal overzicht Scope 1 H1-2014

Emissiebron 1. Aardgasverbruik

- Identificatie van energieaspecten die leiden tot emissies

De kantoren en magazijnen worden verwarmd met aardgas. De verbranding van aardgas is verantwoordelijk voor 4% van de totale uitstoot van OMC-Group.

Scope 1. Aardgasverbruik H1-2014 Eenheid Verbruik Conversie factor

kg CO2 / eenheid Uitstoot tonCO2

Best/Veldhoven m3 840 1,825 1,53

Bunnik Hoevelaken m3 4.755 1,825 8,68

Noord m3 696 1,825 1,27

Oost m3 76 1,825 0,14

Rotterdam m3 1.157 1,825 2,11

Wormerveer/Amsterdam m3 6.744 1,825 12,31

Tabel: scope 1 - aardgasverbruik H1-2014

- Methode van kwantificeren

De conversiefactor voor aardgas zoals voorgeschreven door de CO2-Prestatieladder is gebruikt:

- Aardgas: 1.825 gr CO2/ Nm3 brandstof.

- Selectie en registratie gegevens

Alle locaties hebben een eigen gasmeter waardoor het verbruik nauwkeurig kan worden geregistreerd. De meetgegevens voor aardgasverbruik zijn gebaseerd op meterstanden.

- Analyse / conclusie

Aardgasverbruik heeft met 4% een relatief klein aandeel in de totale carbon footprint van OMC- Group. De verbruiksgegevens zijn gebaseerd op meterstanden waardoor de betrouwbaarheid van de gegevens hoog is. Kantoor en magazijn zijn niet gesplitst waardoor het verbruik tussen locaties niet goed te vergelijken is.

(8)

Bijlage 2 Carbon Footprint Rapportage – H1-2014

Versie: 2014

Emissiebron 2. Transport (zakelijk verkeer)

Identificatie van energieaspecten die leiden tot emissies

Het vervoer van personeel, materiaal en materieel met personenauto’s en bestelbussen heeft geleid tot een uitstoot van 400 ton CO2. Dit is 61% van de totale uitstoot van OMC-Group.

- Methode van kwantificeren

De conversiefactoren voor diesel, benzine en LPG zoals voorgeschreven door de CO2- Prestatieladder zijn gebruikt:

- Diesel : 3.135 gr CO2/ ltr brandstof - Benzine: 2.780 gr CO2/ ltr brandstof - LPG: 1.860 gr CO2/ ltr brandstof

- Selectie en registratie gegevens

De brandstofverbruiken zijn gebaseerd op de tankfacturen van de leverancier. De gegevens zijn daardoor berouwbaar.

- Analyse / conclusie

Transport van personen, materiaal en materieel is met 61% verreweg de grootste emissiebron.

Om de carbon footprint van OMC-Group te reduceren zullen maatregelen genomen moeten worden om het transport te verduurzamen en te reduceren. Naast winst voor het milieu kunnen aanzienlijke kostenbesparingen gerealiseerd worden.

(9)

Bijlage 2 Carbon Footprint Rapportage – H1-2014

Versie: 2014

Blad 9 van 10 21-11-2014

D38.Carbon Footprint Report H1 2014.doc

3.2 Scope 2 – Indirecte emissies

In onderstaande tabel zijn de indirecte emissies, scope 2 van het GHG-protocol, weergegeven.

Scope 2. Indirecte CO2 emissies Eenheid Verbruik Emissie

ton CO2 Percentage

Gebouwen Elektriciteitverbruik kWh 80.996 37 100%

Tabel: totaal overzicht Scope 2, H1-2014

(10)

Bijlage 2 Carbon Footprint Rapportage – H1-2014

Versie: 2014

Emissiebron 5.1 Elektriciteitsverbruik kantoor en loods

- Identificatie van energieaspecten die leiden tot emissies

Elektriciteit wordt verbruikt voor de koeling en verlichting van gebouwen en het gebruik van apparatuur. In H1-2014 is in totaal 80.996 kWh verbruikt wat een uitstoot veroorzaakte van 37 ton CO2. Dit is 5,6% van de totale uitstoot van OMC -Group.

Scope 1. Elektriciteitsverbruik H1-2014 Eenheid Verbruik Conversie factor

kg CO2 / eenheid Uitstoot tonCO2

Best/Veldhoven kWh 3.106 0,455 1,41

Bunnik Hoevelaken kWh 61.396 0,455 27,94

Noord kWh 1.828 0,455 0,83

Oost kWh 1.006 0,455 0,46

Rotterdam kWh 8.489 0,455 3,86

Wormerveer/Amsterdam kWh 5.171 0,455 2,35

Tabel: scope 2 -elektriciteitverbruik H1-2014

- Methode van kwantificeren

De conversiefactoren voor elektriciteit zoals voorgeschreven door de CO2-Prestatieladder zijn gebruikt:

- Grijze stroom: 455 gr CO2/ kWh

Aangezien de groene stroom die OMC afneemt niet SMK-gecertificeerd is, zijn de berekeningen uitgevoerd met bovenstaande conversiefactor.

- Selectie en registratie gegevens

Alle locaties hebben een eigen meter waardoor het verbruik nauwkeurig wordt geregistreerd. De meter in het gebouw in Hoevelaken wordt gedeeld met anderen. Het elektriciteitsverbruik van OMC-Group is op basis van het vloeroppervlak berekend.

- Analyse / conclusie

Met 5,6% van de totale uitstoot heeft het verbruik van elektriciteit een relatief lage impact.

Wanneer alle locaties overgaan op gecertificeerde groene stroom kan een reductie naar meer dan 5% van de totale uitstoot gerealiseerd worden.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Hoewel er conversiefactoren opgenomen zijn in bijlage A van de prestatieladder voor diverse oliën, worden deze niet in onze berekeningen van de CO 2 -footprint meegenomen. Oliën

Hoewel er conversiefactoren opgenomen zijn in bijlage A van de prestatieladder voor diverse oliën, worden deze niet in onze berekeningen van de CO 2 - footprint meegenomen. Oliën

Enig verbruik van benzine voor een zitmaaier is geschat meegenomen in deze footprint. (zie

Het nieuwe Handboek CO 2 - Prestatieladder 3.0, geldig met ingang van 10 juni 2015, kan gevolgen hebben voor de eerder gebruikte emissiefactoren.. Indien herberekening

Door de structurele wijziging van de organisatorische grens in 2018, is het jaar 2017 als basisjaar aangehouden.. De argumentatie hiervan is opgenomen in

De directe (scope 1) en indirecte (scope 2) emissies zijn in de footprint gekwantificeerd.. De emissiefactoren zijn gebruikt zoals aangegeven in het SKAO Handboek CO

Binnen scope 1 wordt in 2014 reductie op de CO 2 -emissie behaald op het verbruik van brandstoffen door het wagenpark en een verminderde vraag naar aardgas

Het aantal orders wordt gebruikt omdat deze een weerspiegeling zijn van de activiteiten die MILON verricht voor klanten.. Het aantal activiteiten is tevens maatgevend voor het