• No results found

pdf bestandPeriodieke onderzoeksplicht (1.35 MB)

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "pdf bestandPeriodieke onderzoeksplicht (1.35 MB)"

Copied!
12
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Periodieke

onderzoeksplicht

Hoe weet u of uw onderneming een

periodieke onder-

zoeksplicht heeft?

(2)

Preventie van bodemverontreiniging is enorm belangrijk.

Bodemverontreiniging kan de mens, het milieu en onze watervoorraden ernstig schaden. Bovendien lopen de kosten van bodemsanering soms hoog op. Hoe eerder een verontreiniging wordt ontdekt, hoe eerder men ze kan aanpakken en de kosten kan beperken.

Eén van de manieren om de bodemkwaliteit te onderzoeken is het uitvoeren van een oriënterend bodemonderzoek. Dit eerste, verkennend bodemonderzoek moet volgens de bodemwetgeving uitgevoerd worden door de exploitant indien hij een risico-inrichting uitbaat. Risico-inrichtingen zijn fabrieken, werkplaatsen, op- slagplaatsen, machines, installaties, toestellen en handelingen die een verhoogd risico op bodemverontreiniging kunnen inhouden. Afhankelijk van de soort risico- inrichting moet er frequenter gecontroleerd worden of er geen bodemverontreini- ging is ontstaan. Naast deze periodieke onderzoeksplicht, geldt er ook zo’n onder- zoeksplicht bij de sluiting of faillissement van de risico-inrichting of bij overdracht van de risicogrond.

Bent u zelfstandige of exploitant van een bedrijf?

Voert u activiteiten uit die de bodem kunnen vervuilen? Dan kan het zijn dat u voor een bepaalde datum en vervolgens periodiek een oriënterend bodemonderzoek moet laten uitvoeren. Op deze manier wordt de kwaliteit van de bodem regelmatig gecontroleerd en kunt u tijdig ingrijpen vooraleer een verontreiniging heel groot wordt.

Hoe weet u of uw onderneming een periodieke onderzoeksplicht heeft?

Of en wanneer u een periodiek onderzoek moet uitvoeren is afhankelijk van de soort risico-inrichting die wordt uitgebaat en wanneer deze ac-

tiviteiten zijn opgestart. Aan de hand van de Vlarem-rubrieken die van toepassing zijn in de milieuvergunning van uw bedrijf komt u deze

informatie te weten.

(3)

Wijziging bodemwetgeving - 1 juni 2008

Sinds 1 juni 2008 is het nieuwe Bodemdecreet van kracht en het bijhorend uitvoeringsbesluit van de Vlaamse Regering, het VLAREBO. De periodieke onderzoeksplicht is dan ook aanzienlijk gewijzigd: de periodiciteit van vijf jaar (Vlarebo-categorie C) werd afgeschaft en heel wat rubrieken

zijn van categorie veranderd, wat meestal een versoepeling betekent.

Exploitanten die ondanks de verplichtingen uit het vroegere Bodemsa- neringsdecreet van 1995 nog geen periodiek onderzoek hebben laten uitvoeren, kregen nog tot 1 juni 2010 de tijd om zich hiermee in regel

te stellen.

Is uw exploitatie opgestart na 31 mei 2008

dan valt u onder de bepalingen van het huidige bodemdecreet (2006). In de milieuvergunning van uw onderneming vindt u één

of meer Vlarem-rubrieken. Die vergelijkt u met de Vlarem- indelingslijst (bijlage I van het Vlarem) kolom 8. Hier vindt u

terug of de inrichting mogelijk bodemverontreiniging veroorzaakt: deze risico-inrichtingen kregen een Vlarebo-

categorie A, B of O.

Is uw exploitatie opgestart vóór 1 juni 2008

dan moet u eerst controleren of u de verplichtingen van het Bodemsaneringsdecreet van 1995 nakwam. De Vlarem-rubrie- ken uit de milieuvergunning van uw onderneming vergelijkt u met de rubrieken van de Vlarebolijst (versie 1995-2008). De inrichtingen met een verhoogd risico op bodemverontreiniging werden ingedeeld in categorieën met de letters A, B, C of O.

(4)

Valt uw risico-inrichting onder categorie A of B?

Dan moet u een periodiek bodemonderzoek laten uitvoeren. Behoren uw risico- inrichtingen tot verschillende categorieën maar zijn ze gelegen op hetzelfde kadas- traal perceel? Dan gelden de regels voor de categorie met de hoogste frequentie.

In de tabel regeling Bodemdecreet 2006 kunt u nagaan wanneer een eerste oriën- terend bodemonderzoek moet worden ingediend. Vervolgens moet om de 10 jaar (B-categorie) of om de 20 jaar (A-categorie) een periodiek onderzoek worden uit- gevoerd.

In de tabel regeling Bodemsaneringsdecreet 1995 kunt u nagaan wanneer een eer- ste oriënterend bodemonderzoek moest worden ingediend. De opgelegde data en de frequentie zijn afhankelijk van de categorie A, B of C en van de startdatum van de exploitatie.

Indien u vóór 1 juni 2008 een bodemonderzoek moest indienen, kreeg u nog tot 1 juni 2010 om u hiermee in regel te stellen.

Moest u pas een eerste onderzoek indienen na 1 juni 2008, dan gelden nu enkel de bepalingen van het huidige Bodemdecreet (2006). De Vlarem-rubrieken vergelijkt u dan met de huidige Vlarem-indelingslijst (bijlage I van het Vlarem) kolom 8. Valt uw risico-inrichting onder categorie A of B? In de tabel regeling Bodemdecreet 2006 kunt u nagaan wanneer een eerste periodiek oriënterend bodemonderzoek moet worden ingediend.

Is uw exploitatie opgestart voor 1 juni 2008, contro-

leer dan of u aan de verplichtingen van het bodem-

saneringsdecreet van 1995 voldoet.

(5)

Wordt enkel de categorie O vermeld?

Dan heeft u geen periodieke onderzoekplicht. U voert wel een oriënterend bodem- onderzoek uit bij overdracht van de grond, bij sluiting van de risico-inrichting, bij onteigening van de grond of bij vereffening en faillissement.

Er is reeds een oriënterend bodemonderzoek uitgevoerd?

De datum van het vorig decretaal orïënterend bodemonderzoek geldt als startpunt ter bepaling van de volgende periodieke plicht (+ 10 of 20 jaar).

Werden in het verleden risico-inrichtingen uitgebaat die nu niet meer aanwezig zijn? En liet u voor de stopzetting of sluiting al een oriënterend bodemonderzoek uitvoeren? Dan moet u die inrichting in het periodiek bodemonderzoek niet meer laten onderzoeken.

(6)
(7)

De indieningstermijn is overschreden?

Breng ons zo snel mogelijk op de hoogte van de voorziene termijn voor het alsnog indienen van het bodemonderzoek en de door u gekozen bodemsaneringsdeskun- dige. U vult hiervoor het onderdeel ‘periodieke onderzoeksplicht’ van het bijge- voegde invulformulier in.

Bezorg ons het formulier per mail via inventarisatie@ovam.be en vermeld ‘inven- tarisatie’, of stuur een ondertekende print van het formulier naar de OVAM via de post of per fax. U vindt de contactgegevens bovenaan het formulier.

De datum van dit orïënterend bodemonderzoek geldt verder als startpunt ter bepa- ling van de volgende periodieke plicht (+ 10 of 20 jaar, volgens Vlarebo-categorie A of B conform de huidige Vlarem-indelingslijst (bijlage I van het Vlarem) kolom 8.

Dan is er nog steeds sprake van een onderzoeksplicht in kader van sluiting. De OVAM verzoekt u dan alsnog zo snel mogelijk dit oriënterend bodemonderzoek in te dienen.

Zijn de risico-inrichtingen inmiddels volledig stopgezet?

De OVAM kan via het handhavindsdecreet streng

optreden voor wie in gebreke blijft.

(8)

Regeling decreet 2006: data indienen periodiek oriënterend bodemonderzoek (OBO)

Start exploitatie Categorie B Categorie A 1ste OBO uitvoeren :

Voor 29.10.1995 (*) voor 31.12.2011 voor 31.12.2013 (*of voor 01.06.2010) (*of voor 01.06.2010) Tussen 29.10.1995 en 01.06.2008 (*) voor 31.12.2015 voor 31.12.2017 (*of voor 01.06.2010) (*of voor 01.06.2010) Na 01.06.2008 Geen OBO uitgevoerd binnen 6 jaar na aanvang binnen 12 jaar na

minder dan 10 jaar voor exploitatie aanvang exploitatie

aanvang exploitatie

OBO uitgevoerd minder binnen 10 jaar na binnen 20 jaar na dan 10 jaar voor aanvang aanvang exploitatie aanvang exploitatie exploitatie

volgend periodiek OBO :

+ 10 jaar + 20 jaar

(*) Is uw bedrijf opgestart vóór 1 juni 2008 dan moet u eerst controleren of u de verplich- tingen van het Bodemsaneringsdecreet van 1995 nakwam! Indien u vóór 1 juni 2008 een bodemonderzoek moest indienen kreeg u nog tot 1 juni 2010 om u hiermee in regel te stellen.

(9)

Regeling decreet 1995: data indienen periodiek oriënterend bodemonderzoek (OBO)

Start exploitatie Categorie C Categorie B Categorie A 1ste OBO uitvoeren :

Voor 29.10.1995 voor 31.12.1999 voor 31.12.2001 voor 31.12.2003 Na 28.10.1995 Geen OBO uitgevoerd binnen 8 jaar na binnen 10 jaar na

minder dan 5 jaar voor aanvang exploitatie aanvang exploitatie aanvang exploitatie

binnen 5 jaar

OBO uitgevoerd minder na aanvang binnen 10 jaar na binnen 20 jaar na dan 5 jaar voor exploitatie aanvang exploitatie aanvang exploitatie aanvang exploitatie

volgend periodiek OBO :

+ 5 jaar + 10 jaar + 20 jaar

(10)

Wie moet u contacteren voor een periodiek oriënterend bodemonderzoek?

Oriënterende bodemonderzoeken moeten worden opgesteld door bodem- saneringsdeskundigen. Zowel type 1 als type 2-deskundigen kunnen deze onderzoeken opstellen. Een lijst met erkende bodemsaneringsdeskundigen, zijn terug te vinden op de website: www.ovam.be/deskundigen.

Voor bijkomende informatie kunt u terecht op onze website www.ovam.be/periodiekeplicht, telefonisch via onze infolijn op het

nummer 015/284.137 of via inventarisatie@ovam.be.

Ook alle relevante documenten, zoals de huidige Vlarem-indelingslijst (bijlage I van het Vlarem) kolom 8 of Vlarebo-lijst (versie 1995-2008), zijn

terug te vinden op www.ovam.be/periodiekeplicht in de rubriek publi- caties.

(11)
(12)

Voor meer

informatie:

www.ovam.be/periodiekeplicht inventarisatie@ovam.be

T

015 284 137 Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij

Stationsstraat 110 B-2800 Mechelen

V.U.: Danny W

ille, OV AM, Stationsstraat 110, 2800 Mechelen _ D/2012/5024/47

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Het echte probleem is dat Kranenburgh na afschrijving van de inrichting en de inventaris van Hoflaan 26 niet meer in staat is te herinvesteren in een nieuwe inrichting en

Tijdens deze vorming wordt verwezen naar hun ervaringen inzake sociale vaardigheden die ze opgedaan hebben tijdens het

[r]

[r]

― Als in het deel oriënterend bodemonderzoek eenduidig bewezen is dat een bepaalde verontreiniging tot stand gekomen is door onderstroming, moet voor deze kern geen

Dit geldt overigens niet alleen voor calorische waarde, maar ook voor andere parameters.. Meting en registratie vallen echter buiten het bereik van

(4) classificatie volgens beoordelingskader van dit type rapport en het huidige toetsingskader (5) overschrijdingsfactor van de bodemsaneringsnorm conform het huidig

Voor alle kunstwerken geldt dat de mobilisatie vooral de organisatie betreft en veel minder de specifieke aspecten per kunstwerk. Mobilisatie wordt daarom per organisatie getoetst