tel. 030-2184363
1 Handboek onderscheidingen
Draagvolgorde onderscheidingen Defensie m.i.v. 1-2-2005 ... 10
Model-decoraties (Groot-Model) ... 17
Het decoratiebeleid bij Defensie ... Registratie van toekenningen ... 18
Algemeen. ... 18
Het belang van centrale registratie. ... 18
Wijze van registratie. ... 18
Bewijs van toekenning ... 19
Algemeen ... 19
Bewijs van toekenning ... 19
Machtigingen ... 19
Machtiging dragen buitenlandse onderscheidingen ... 20
Alfabetische volgorde der landen naar hun Franse benaming gevolgd door hun Nederlandse benaming ... 20
Onderscheidingen voor bijzondere verdiensten ... 23
Inleiding ... 23
Orde van de Nederlandse Leeuw ... 24
Wet instelling van de Orde van de Nederlandse Leeuw ... 24
Orde van Oranje-Nassau ... 26
Reglement op de Orde van de Nederlandse Leeuw en de Orde van Oranje-Nassau ... 28
Administratieve aanwijzingen bij voorstellen voor Koninklijke onderscheidingen in de Orde van de Nederlandse Leeuw en de Orde van Oranje-Nassau. ... 37
Ereteken voor Verdienste ... 41
Administratieve bepalingen Ereteken voor verdienste ... Nadere aanwijzingen ereteken voor verdienste ... Dapperheidsonderscheidingen ... 43
Inleiding ... 43
Militaire Willems-Orde ... 44
Eresabel ... 47
Bronzen Leeuw ... 48
Bronzen kruis ... 50
Kruis van Verdienste ... 52
Vliegerkruis ... 54
Koninklijke Vermelding bij Dagorder ... 55
Eerepenning voor menschlievend hulpbetoon... 56
Stichting Carnegie Heldenfonds ... 58
Eretekens voor deelname aan operaties onder oorlogs- of crisisomstandigheden (Veteranen 1939 – 1963) ... 60
Inleiding ... 60
Oorlogs-Herinneringskruis ... Verzetsherdenkingskruis ... 66
Symboliek van het Verzetsherdenkingskruis ... 66
Ereteken voor Orde en Vrede ... 69
Nieuw-Guinea Herinneringskruis ... 71
Mobilisatie-Oorlogskruis ... 73
Kruis voor Recht en Vrijheid ... 75
Draaginsigne Gewonden (DIG) ... 77
Buitenlandse veteranen ... 78
Nederlandse onderscheidingen aan buitenlandse veteranen ... 78
Eretekens voor deelname aan vredesoperaties (1979 – heden) en humanitaire hulpverlening (1969 – heden) .... 79
Inleiding ... 79
tel. 030-2184363
3
Herinneringsmedaille Vredesoperaties... 80
Nota van toelichting ... 82
Administratieve aanwijzing... 84
Nota van toelichting ... 85
Gespenbesluit HVO Herinneringsmedaille VN-Vredesoperaties (vervallen) ... 87
Nota van toelichting ... 89
Herinneringsmedaille Multinationale Vredesoperaties (vervallen) ... 94
Herinneringsmedaille voor Humanitaire Hulpverlening bij Rampen ... 101
Kosovo-medaille ... 104
Besluit Kosovo-medaille ... 104
Draaginsigne Gewonden (DIG) ... 106
Onderscheidingstekens voor langdurige dienst ... 108
Inleiding ... 108
Officierskruis ... 109
Noten ... 110
Trouwe Dienst Medaille Koninklijke landmacht, Koninklijke luchtmacht en Koninklijke marechaussee .... 111
Trouwe Dienst Medaille Koninklijke marine Vrijwilligersmedaille Openbare Orde en Veiligheid (vroeger genaamd: Vrijwilligersmedaille) ... 114
Marinemedaille ... 120
Landmachtmedaille ... 123
Luchtmachtmedaille ... 125
Marechausseemedaille ... 127
Koninklijke huisorden alsmede herinneringsmedailles Koninklijk Huis ... 129
Inleiding en koninklijke huisorden ... 129
Huisorde van de Gouden Leeuw van Nassau ... 130
Huisorde van Oranje ... 131
Kruis van Trouw en Verdienste van de Huisorde van Oranje ... 132
Eremedailles voor Voortvarendheid en Vernuft alsmede voor Kunst en Wetenschap ... 133
Kroonorde ... 134
Inhuldigingsmedaille 1980 ... 135
Medaille bezoek aan de Nederlandse Antillen 1980 ... 136
Huwelijksmedaille 2002 ... 137
Herinneringsmedaille Buitenlandse Bezoeken ... Onderscheidingstekens voor betoonde lichamelijke vaardigheid ... 142
Inleiding ... 142
Kruis voor Betoonde Marsvaardigheid (Vierdaagsekruis) ... 143
Vaardigheidsmedaille van de NSF ... 144
Nationale Vijfkampkruis van de NSF ... 145
Kruis van de KVNRO (TMPT-Kruis) ... 146
Onderscheidingen van de Verenigde Naties & Multinationale organisaties ... 147
Inleiding ... 147
Medailles van de Verenigde Naties ... 148
Medaille van de MFO ... 149
Medailles van de EU ... 150
Medailles van de NAVO ... 151
Medailles van de WEU ... 152
Nobelprijs voor de vrede ... 152
Het toekenningsbesluit van het Nobelprijscomité ... De toespraak van de Voorzitter van het Nobelprijscomité ... Aanvaardingsspeech van de Secretaris-Generaal van de Verenigde Naties Pérez de Cuéllar ... Overige insignes en ereblijken ... 153
Demobilisatie insignes, KM/KL/KNIL/DvS/DNI... 153
Demobilisatie-speldje KM ... 153
Demobilisatie-insigne KL ... 153
Demobilisatie-speldje KNIL ... 154
Demobilisatie-insigne D.v.S. ... 154
Demobilisatie-insigne D.N.I. ... 154
BS insigne ... 156
Diensttijdonderscheidingen ... 169
Trouwe Dienstmedaille ... 169
Onderscheidingsteken voor langdurige dienst als officier ... 169
Vrijwilligersmedaille Openbare Orde en Veiligheid ... 169
Buitenlandse onderscheidingen ... 169
Bijlage 2. Contact ... 170
Bijlage 3. Afbeeldingen van onderscheidingen ... 171 Bijlage 4. Formulieren
tel. 030-2184363
5
In het handboek onderscheidingen vindt u verwijzingen naar wetten en Koninklijke en ministeriële besluiten, toelichtingen, richtlijnen en procedures op het gebied van decoraties die voor defensie van belang zijn. Defensie in de breedste zin betekent hier niet alleen actief dienende militairen, maar ook burgers, reservisten, oud-
dienstplichtigen, veteranen, eigenlijk allen die op één of andere wijze bij de krijgsmacht betrokken zijn of waren.
Ook de afbeeldingen worden in dit handboek niet vergeten.
Onder Veel gestelde vragen hebben we voor u alvast de antwoorden op deze vragen ondergebracht. Mochten er na het bestuderen van die antwoorden toch nog onduidelijkheden blijven bestaan dan kunt u ons via het volgende e-mailadres bereiken:
onderscheidingen@mindef.nl
Via dit e-mailadres kunt u tevens voor bepaalde onderscheidingen aanmeldingsformulieren aanvragen. Ingevulde formulieren dienen te allen tijde persoonlijk te worden ondertekend. Tot slot wijs ik u erop dat aan de gegevens op deze site voor wat betreft wet- en regelgeving geen rechten kunnen worden ontleend. Voor de originele besluiten verwijs ik u naar het desbetreffende Staatsblad of de desbetreffende Staatscourant. In veel gevallen kunt u deze besluiten ook raadplegen via de website
www.overheid.nl
.Het hoofd Cluster Decoraties van het
Ministerie van Defensie
Het cluster heeft op het gebied van onderscheidingen de zorg voor actief dienenden, veteranen en post actieven, militairen zowel als burgers. En hoewel de krijgsmacht de laatste jaren flink kleiner is geworden (thans - 2014 - ca. 40.000 militairen), bevat het databestand van het cluster, ondergebracht in de verschillende registratieve systemen - vele honderdduizenden namen. Jaarlijks speelt het cluster een cruciale rol bij de toekenning van zo’n 7.000 onderscheidingen en eretekens.
Het handboek is ingedeeld naar de verschillende onderscheidingen, een hoofdstuk Veelgestelde vragen en formulieren, behorende bij diverse onderscheidingstekenen/insignes. Daarnaast is in het hoofdstuk ‘Algemeen’
informatie opgenomen over een aantal algemene onderwerpen zoals achtergronden van het decoreren, dragen, registratie, bewijs van toekenning, uitreiking en hoe om te gaan met buitenlandse onderscheidingen.
Onderscheidingen voor bijzondere verdiensten Onderscheidingen en de krijgsmacht
Onderscheidingen en eretekens vinden hun oorsprong in de krijgsmacht. Met name de Romeinen hebben hierbij een grote rol gespeeld. Ook geestelijke orden en Vorstenhuizen in Europa hebben vele onderscheidingen ingesteld, die soms nog steeds vanaf de Middeleeuwen actueel zijn. Maar ook de Republiek der Verenigde Nederlanden zag het belang van onderscheidingen en heeft verschillende onderscheidingen ingesteld. Het is daarom niet verwonderlijk dat onderscheidingen ook in Nederland, en speciaal bij onze krijgsmacht, steeds een belangrijke rol hebben gespeeld.
De hoofdmoot van de geregistreerde onderscheidingen of medailles betreft de onderscheidingen voor deelname aan militaire operaties.
De inzet van Nederlandse militairen van 1815 - heden
De operaties waaraan door onze militairen wordt deelgenomen hebben in de loop der eeuwen een ander karakter gekregen. Aan de hand van de ontwikkeling van onderscheidingen wordt dat zichtbaar.
Hieronder volgen in hoofdlijnen de meest algemeen toegekende onderscheidingen aan de hand van de inzet van Nederlandse militairen binnen en buiten ons Koninkrijk:
• Onderscheidingen ingesteld naar aanleiding van het verzet en het verslaan van Napoleon
• onderscheidingen voor deelname aan de Belgische campagnes, w.o. het Metalen Kruis (1830-1832)
• de Medaille van den oorlog op Java (1825-1830)
• het Kruis voor Belangrijke Krijgsverrichtingen of Expeditiekruis, 33 gespen voor krijgsverrichtingen (1869-1942)
• de Atjeh-medaille (1873/74) en het Lombokkruis (1894)
• de medailles voor de mobilisatie van de Eerste Wereldoorlog
• de medailles voor de strijd in de Tweede Wereldoorlog het Oorlogs-Herinneringskruis met 12 gespen, het Mobilisatie-Oorlogskruis
• de onderscheidingen voor het Verzet in de Tweede Wereldoorlog, het Verzetskruis, de Verzetster Oost Azie en het Verzetsherdenkingskruis.
• het Ereteken voor Orde en Vrede, 7 gespen (1945-1951)
• het Kruis voor Recht en Vrijheid, 1 gesp (1950-1954)
• het Nieuw-Guinea Herinneringskruis, 1 gesp (1949-1963)
• de Herinneringsmedaille Rampenbrigade, sinds 1994 genaamd Herinneringsmedaille voor Humanitaire Hulpverlening bij Rampen, 7 gespen (1971-heden)
• de Herinneringsmedaille voor VN-Vredesoperaties, 1 gesp (1980-2001)
• de Herinneringsmedaille voor Multinationale Vredesoperaties, 2 gespen (1982-2001)
• de Kosovo medaille (2001-2014)
tel. 030-2184363
7
• de Herinneringsmedaille Vredesoperaties met tot nu toe 34 gespen (2001-heden).
Visueel kan dit als volgt worden uitgebeeld:
De inzet van militairen van 1815 tot 1940. Eén heel klein lijntje naar het zuiden (België), één lijntje naar de Westkust van Afrika en een hele dikke streng naar een verzamelpunt in het oosten.
De inzet van militairen van 1940 tot 1945 gedurende de Tweede Wereldoorlog: het is niet goed mogelijk alle lijnen aan te geven. Nederlanders waren te land, ter zee en in de lucht overal ter wereld aanwezig.
De inzet van militairen van 1945 tot grofweg 1970. Het wordt al meer divers en betreft al niet alleen meer ons Koninkrijk en de overzeese gebiedsdelen.
En als we ons beperken tot de laatste vier decennia, zien we dat de inzet van militairen in de periode 1970 tot heden vrijwel alle continenten bestrijkt en in hoofdzaak vredesmissies in andere landen betreft.
Grafisch ziet dit er als volgt uit
:
Nieuwe tijden brengen nieuwe accenten
Bij het beschouwen van dit overzicht valt een aantal zaken op:
• Veel onderscheidingen richten zich op specifieke acties of strijdtonelen (met een accent op voormalig Nederlands-Indië) en daarom werd de toekenning op een bepaald moment beëindigd.
• Aan veel onderscheidingen zijn gespen verbonden. (het zogenaamd Verticaal decoreren)
• Vroeger werden gespen verleend voor deelname aan militaire acties, thans is het karakter van de gesp veranderd en worden daarmee de verschillende operaties aangeduid.
• Een grotere variëteit aan inzetgebieden en
• Grotere verscheidenheid in het karakter van de operaties.
Bij dit laatste aspect kan de Koreaanse oorlog begin jaren ‘50 als voorbeeld fungeren.
Hier zien we dat Nederland zich in militaire zin opwerpt voor grotere belangen dan alleen het Nederlandse. Het is nog een uitzondering, maar tot die tijd betroffen de Nederlandse onderscheidingen alleen de inzet voor de belangen van Nederland en de Overzeese gebiedsdelen van ons Koninkrijk. Zelfs na Korea heeft het nog tot en met 1962 geduurd dat wij gewapenderhand de bevolking en het grondgebied van ons Koninkrijksdeel Nieuw- Guinea moesten beschermen.
kunnen zien:
• oorlogvoering,
• het bedwingen van opstanden en het handhaven van de orde, veiligheid en vrede in ons land en onze overzeese gebiedsdelen,
• peace-enforcing (het met geweld afdwingen van vrede)
• peace-keeping operaties, (de bufferfunctie met o.m. waarnemersmissies en andere bijzondere missies) en
• de humanitaire hulpverlening bij rampen.
De eerste twee van dit rijtje zullen wellicht niet meer zo snel voorkomen, de laatste drie (met de nadruk op peace-keeping) daarentegen wel. Ook peace-enforcing kan zeker niet worden uitgesloten. Daarvoor kent de wereld immers teveel (potentiële) brandhaarden.
Het belang van onderscheidingen in deze tijd
Wat is dan nog het belang van onderscheidingen, nu we niet meer massaal ten strijde trekken? Daarover wordt heel verschillend gedacht.
Sommigen zeggen: “Moet dat nou allemaal wel, het lijken wel kerstbomen”, of: “Tegenwoordig krijg je ze veel makkelijker dan vroeger!” Of opmerkingen als: "Wat zijn al die automatische toekenningen nou waard?"
Anderen hoor je wel eens zeggen dat “ze veel te weinig krijgen”, wijzend op de bijna traditionele Nederlandse terughoudendheid waar het gaat om het decoreren. Zoals overal zal ook hier de waarheid wel ergens in het midden liggen.
En hoewel wij niet meer in de eerste plaats actief ten strijde trekken, maar de strijd - of het opnieuw oplaaien daarvan - juist trachten te voorkomen, is er over het algemeen wel sprake van oorlogsomstandigheden en de directe gevolgen daarvan, van al dan niet tijdelijke wapenstilstanden, grote persoonlijke risico’s en gevaarvolle situaties (mijnen, lokale benden), primitieve omstandigheden en veel menselijk leed. Het handhaven of versterken van de internationale rechtsorde, de vrede en veiligheid is tegenwoordig iets waar Nederland zich onder meer militair bijzonder voor inspant. Degenen die zich daarvoor inzetten verdienen bijzondere waardering en erkenning. Het is en blijft toch het spreekwoordelijke ‘zware en vuile werk’. De noodzaak ervan wordt breed onderkend, maar niet iedereen is bereid dat op te knappen.
In de maalstroom van de maatschappelijke ontwikkelingen is de Regering zich steeds bewuster geworden van het belang van de individuele erkenning hiervan. Voor een belangrijk deel is dit thans verwoord in het Veteranenbeleid van de Regering. Er hebben de laatste jaren ook enkele reparaties op het gebied van onderscheidingen en eretekens plaatsgevonden. Heropening van de mogelijkheid van toekenning van het Mobilisatie-Oorlogskruis, verruiming van de toekenningsperiode en extra gespen bij het Ereteken voor Orde en Vrede, aanzienlijke verruiming van de toekenningsperiode voor het Nieuw-Guinea Herinneringskruis, instelling van het Draaginsigne Gewonden en het Draaginsigne Veteranen, de OVW-Insignes, enz. Hierdoor konden in de periode 1994-2004 nog eens zo'n 20.000 onderscheidingen aan veteranen worden toegekend.
De officieel erkende Nederlandse onderscheidingen voor deelname aan operaties vormen dan ook niets meer en niets minder dan een officiële blijk van erkenning en waardering van Regeringswege voor diegenen die door de overheid zijn uitgezonden en ingezet onder veelal buitengewone en moeilijke omstandigheden.
Niet alleen vormen onderscheidingen bij defensie de tastbare erkenning en waardering van regeringswege en zijn ze om die reden belangrijk als een instrument van personeelszorg. Het belang daarvan wordt met het verstrijken van de jaren steeds beter onderkend. We mogen daarbij niet vergeten dat de heden ten dage uitgezonden militairen immers de veteranen van morgen zijn.
Onderscheidingen hebben voor de ontvanger bovendien vaak een zeer persoonlijke betekenis: de inzet die wordt gewaardeerd met een onderscheiding en de omstandigheden waaronder dat plaatsvond zijn vaak van dien aard dat er alleen sprake kan zijn van symbolische vorm van erkenning. Een onderscheiding kan dit dan zeer toepasselijk en tastbaar uitdrukken.
tel. 030-2184363
9
Vooral bij herdenkingen en reünies spelen onderscheidingen een belangrijke rol omdat veteranen elkaar ook aan de knoopsgatversierselen of draagspelden herkennen. Men ziet zo in het algemeen wie nog meer veteraan is of men herkent aan de kleur van het draaglint of aan een bepaalde speld de makkers die aan dezelfde operaties hebben deelgenomen.
Tenslotte gaat er in de militaire samenleving van oudsher een stimulerende werking uit van het zichtbaar dragen van een onderscheiding. Het is een goede militaire traditie om ook te laten zien dat men zich op eervolle wijze voor Vorst en Vaderland (vroeger) of namens de Nederlandse Regering voor herstel of bevordering van de internationale rechtsorde (tegenwoordig) heeft ingezet. Men toont als het ware het goede voorbeeld dat navolging verdient. Velen zullen het niet toegeven, maar iedereen zal zijn best gaan doen om er ook zo een te verdienen. Het belang dat aan onderscheidingen wordt gehecht, valt dan ook vooral op bij degenen die hem (nog) niet hebben ontvangen.
Kritiek misschien, omdat er tegenwoordig zoveel onderscheidingen worden toegekend? Dat het maar automatismen zouden zijn?
Bedenkt u dan altijd dat we ook met zeer velen op veel verschillende plaatsen in de wereld actief zijn! En velen hebben inmiddels aan meer dan één operatie deelgenomen. En allemaal hebben ze onder dezelfde moeilijke omstandigheden gediend (het contrast met de omstandigheden thuis is vaak onvoorstelbaar groot), en allemaal hebben ze dezelfde risico's gelopen. Bovendien is van een automatische toekenning geen sprake. Ook niet bij de soms grote aantallen tegelijk. In het militaire bedrijf wordt men immers door de commandant voorgedragen. De commandant is verplicht alle uitgezonden militairen in zijn voordracht op te nemen. Daarbij geeft hij een advies of de medaille wel of niet moet worden toegekend. Een negatief advies wordt altijd gemotiveerd. Bepalend zijn, naast een bepaalde minimum diensttijd, een goed gedrag en een goede plichtsbetrachting gedurende de gehele uitzendperiode. Alleen van de diensttijdeis kan in bijzondere gevallen worden afgeweken. Het is dus bepaald niet zo dat iedere uitgezonden militair ook 'automatisch' de Nederlandse herinneringsmedaille krijgt toegekend.
Gelukkig blijkt in de praktijk wel dat het aantal afwijzingen tot een minimum beperkt blijft.
Het is een goede zaak dat waar veel mensen bijzondere inzet betonen, zij allen - ongeacht rang of positie - daarvoor ook de erkenning krijgen die ze verdienen, immers: "ere wie ere toekomt".
Het dragen van onderscheidingen
Inleiding
Voor de wijze van dragen van onderscheidingen op de militaire uniform gelden bijzondere voorschriften per krijgsmachtdeel. Een onderscheiding kan nooit los gezien worden van de oorkonde, de oorkonde is het bewijs dat de onderscheiding gedragen kan worden. Is er geen oorkonde in het bezit dan mag de onderscheiding niet gedragen worden. De officieel erkende Nederlandse onderscheidingen mogen (voor zover toegekend waarvan de oorkonde het bewijs is) uiteraard op de militaire uniform worden gedragen.
Welke onderscheidingen zijn erkend als “officiële Nederlandse onderscheiding” en in welke volgorde deze dienen te worden gedragen, wordt vastgesteld door de Kanselier der Nederlandse Orden. De minister van Defensie bepaald welke onderscheidingen mogen worden gedragen op de militaire uniform.
De nationaal erkende onderscheidingen zijn door de Kanselier voor het eerst vastgelegd in het Besluit
draagvolgorde onderscheidingen van 30 november 1999, Nr. ALG99/U1095 (Stcrt. 28-1-2000, nr. 20), laatstelijk gewijzigd bij zijn besluit van 1 september 2013. Hierin staan niet alle onderscheidingen die ook door de minister van Defensie erkend zijn om gedragen te worden op de uniform.
In de protocollaire volgorde worden altijd eerst de Nederlandse onderscheidingen gedragen, vervolgens de officieel erkende onderscheidingen van supranationale organisaties (b.v. de VN, NAVO, enz.) en daarna de officieel erkende (regerings-)onderscheidingen van vreemde landen, in de volgorde van de benaming van het land in de Franse taal.
Officieel erkende buitenlandse (regerings-)onderscheidingen (dus niet de onderscheidingen van provincies of deelstaten) mogen alleen op de militaire uniform worden gedragen, nadat daarvoor middels een verzoek, aan de Ministerie van Defensie t.a.v. Hoofd Cluster Decoraties, toestemming is verzocht en verkregen. Vier maal per jaar wordt een Ministerieel Besluit opgemaakt waarin de niet-Nederlandse onderscheidingen staan die gedragen mogen worden door individuele militairen. Pas na verkregen toestemming kan de staat van dienst met de betreffende onderscheiding worden aangevuld.
In enkele gevallen wordt deze toestemming collectief verleend: dit is onder meer het geval geweest bij de medailles van de Verenigde Naties, de Korean War Medal, de MFO-medaille, de NAVO-medaille, de (W)EU- medaille en een aantal andere buitenlandse onderscheidingen welke in groten getale zijn toegekend. In deze gevallen behoeft geen rekest te worden ingediend, doch geldt de toestemming tot dragen eerst nadat de verleende
strafbaar volgens het Wetboek van Strafrecht (Art. 435, lid 1 en 2).
Draagvolgorde onderscheidingen Defensie m.i.v. 1-9-2013
Naast het bepaalde in het Besluit draagvolgorde onderscheidingen van de Kanselier der Nederlandse Orden van 30 november 1999, / Nr. ALG99/U1095, laatstelijk gewijzigd bij zijn besluit van 1-9-2013, is bij het ministerie van defensie nog steeds het besluit van 1952 (voor de Koninklijke Landmacht) dan wel het Koninklijk Besluit uit 1957 (voor de Koninklijke Marine) van kracht, waarmee de categorieën E en F van het eerstgenoemde besluit worden ingevuld.
Samen levert dit het volgende overzicht van officieel erkende onderscheidingen op die in de genoemde draagvolgorde op militaire uniformen mogen worden gedragen.
Andere onderscheidingen dan de in het besluit van de Kanselier en in dit overzicht genoemde, mogen niet worden gedragen op militaire uniformen (dit betreft de hieronder genoemde categorie "G"), tenzij de minister van defensie op een daartoe strekkend rekest toestemming heeft verleend.
Overzicht Kanselier der Nederlandse Orden:
A 1 t/m A 7 Ridderorden en vergelijkbare onderscheidingen
B 8 t/m B 9 Huisorden
C 10 t/m C62 Overige onderscheidingen voor verdiensten en
herinneringsonderscheidingen
D 63 t/m D 66 Erkende (ridderlijke) orden
Aanvullend overzicht Ministerie van Defensie:
E 1 t/m E 14 Door de minister van defensie erkende onderscheidingen van particuliere instellingen
F 1 t/m F 8 Door de minister van defensie erkende onderscheidingen van
internationale organisaties
G Door de minister van defensie erkende onderscheidingen van
(nationale regeringen van) vreemde landen, waarvoor middels rekest machtiging tot dragen dient te worden aangevraagd.
(de tabel is te groot voor opname in deze bundel)
Besluit draagvolgorde onderscheidingen
Vastst./Wijz datum Bron Nummer Wijz. t.a.v. Inwerkingtr. datum
1-9-05 Stcrt 241 1-9-13
De Kanselier der Nederlandse Orden,
• Overwegende dat het wenselijk is het bij zijn besluit van 15 augustus 2005 vastgestelde Besluit draagvolgorde onderscheidingen te herzien;
• Gelet op de instemming van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de instemming van de minister van Defensie;
Artikel 1
tel. 030-2184363
11
Indien een persoon de hem toegekende Koninklijke of ministeriële onderscheidingen draagt, dan worden deze gedragen in de in artikel 2 aangegeven volgorde, waarbij de onderscheiding met het laagste rangnummer wordt gedragen het dichtst bij het hart.
Artikel 2
De volgorde waarin onderscheidingen worden gedragen, luidt als volgt:
Rangnum mer
Benaming onderscheiding Graden/klassen/medailles A. Ridderorden en vergelijkbare onderscheidingen
1 Militaire Willems-Orde 1.1 Ridder Grootkruis (ridder der 1e klasse) 1.2 Commandeur (ridder der 2e klasse) 1.3 Ridder (ridder der 3e klasse) 1.4 Ridder (ridder der 4e klasse)
2 Kruis voor Moed en Trouw geen
3 Eresabel geen
4 Verzetskruis geen
5 Erepenning voor Menslievend Hulpbetoon in goud
6 Orde van de Nederlandse Leeuw 6.1 Ridder Grootkruis 6.2 Commandeur 6.3 Ridder
7 Orde van Oranje-Nassau 7.1 Ridder Grootkruis
7.2 Grootofficier 7.3 Commandeur 7.4 Officier 7.5 Ridder 7.6 Lid
7.7 Eremedaille, verbonden aan de Orde, in goud 7.8 Eremedaille, verbonden aan de Orde, in zilver 7.9 Eremedaille, verbonden aan de Orde, in brons B. Huisorden
8 Huisorde van de Gouden Leeuw van Nassau Ridder 9 Huisorde van Oranje
9a Huisorde van Oranje 9a.1 Grootkruis
9a.2 Groot Erekruis (Commandeur) 9a.3 Erekruis (Officier)
9b Kruis van Trouw en Verdienste van de Huisorde van Oranje
9b.1 in goud 9b.2 in zilver 9c.1 Eremedaille voor Voortvarendheid en Vernuft geen
9c.2 Eremedaille voor Kunst en Wetenschap geen
9d Kroonorde 9d.1 Grootkruis (vroeger: Groot-Erekruis)
9d.2 Groot Erekruis met plaque (vroeger:
Grootofficier)
9d.3 Groot Erekruis (vroeger: Commandeur) 9d.4 Erekruis met rozet (vroeger: Erekruis) 9d.5 Erekruis (vroeger: Ridder)
9d.6 Eremedaille in goud 9d.7 Eremedaille in zilver 9d.8 Eremedaille in brons C. Overige onderscheidingen voor verdiensten en herinneringsonderscheidingen
10 De Eervolle Vermelding geen
11 Bronzen Leeuw geen
12 Verzetsster Oost-Azië geen
13 Bronzen Kruis geen
14 Kruis van Verdienste geen
15 Vliegerkruis geen
16 Erepenning voor Menslievend hulpbetoon 16.1 in zilver 16.2 in brons
20.2 in brons 20 Medaille van het Rode Kruis (Regeringsmedaille)
21 Erkentelijkheidsmedaille 22.1 In zilver
22.2 In brons
22 Ereteken voor Verdienste 23.1. In goud
23.1. In zilver 23 Ereteken voor Belangrijke Krijgsbedrijven
(Expeditiekruis) geen
24 Lombokkruis geen
25 Oorlogsherinneringskruis geen
26 Verzetsherdenkingskruis geen
27 Ereteken voor Orde en Vrede geen
28 Nieuw-Guinea Herinneringskruis geen
29 Mobilisatie-Oorlogskruis geen
30 Kruis voor Recht en Vrijheid geen
31 Herinneringsmedaille VN-Vredesoperaties geen 32 Herinneringsmedaille Multinationale
Vredesoperaties geen
33 Herinneringsmedaille Vredesoperaties geen 34 Herinneringsmedaille voor Humanitaire
Hulpverlening bij Rampen (vroeger genaamd:
Herinneringsmedaille Rampenbrigade)
geen
35 Kosovo-medaille geen
36 Onderscheidingsteken voor Langdurige Dienst als Officier (Officiersdienstkruis) geen 37 Onderscheidingsteken voor Langdurige en Trouwe
Dienst (Trouwe Dienst Medaille) 36a. In goud 36b. In zilver 36c. In brons 38 Onderscheidingsteken voor trouwe dienst bij de
Militaire (Marine) Kustwacht voor vrijwillig dienende militairen beneden de rang van officier
37a. In goud
37b. In zilver 37c. In brons 39 Onderscheidingsteken voor trouwe en langdurige
dienst Nederlandse politie geen
40 Vrijwilligersmedaille Openbare Orde en Veiligheid (vroeger genaamd: Vrijwilligersmedaille) geen
41 Inhuldigingsmedaille 1898 geen
42 Huwelijksmedaille 1901 geen
43 Herinneringsmedaille 1926 geen
44 Herinneringsmedaille Erewacht 1933 geen
45 Huwelijksmedaille 1937 geen
46 Inhuldigingsmedaille 1948 geen
47 Herinneringsmedaille 1962 geen
48 Huwelijksmedaille 1966 geen
49 Inhuldigingsmedaille 1980 geen
tel. 030-2184363
13
50 Medaille bezoek aan de Nederlandse Antillen 1980 geen
51 Huwelijksmedaille 2002 geen
52 Inhuldigingsmedaille 2013 Geen
53 Medaille bezoek Caribische Koninkrijksdelen geen 54 Herinneringsmedaille Buitenlandse bezoeken geen 55 Herinneringspenning van de Tweede Haagse
Vredesconferentie in 1907 geen
56 Kruis voor marsvaardigheid (Vierdaagse medaille) Geen
57 Elfstedenkruis (schaatstocht) geen
58 Ereteken Meester-Scherpschutter (Koninklijke
Marine) geen
59 KNIL-onderscheidingen geen
60 Vaardigheidsmedaille KNIL geen
61 Schietprijsster geen
62 Herdenkingspenning komst Ambonezen naar Nederland (Rietkerk-penning)
geen
63 Marinemedaille geen
64 Landmachtmedaille geen
65 Marechausseemedaille geen
66 Luchtmachtmedaille geen
67 Herinneringsmedaille Vrijwillige Politie 1948-1998 geen D. Erkende (ridderlijke) orden
68 Souvereine Militaire Orde van Malta 69 Johanniter Orde in Nederland
70 Ridderlijke Duitse Orde, Balije van Utrecht
71 Orde van de Gouden Ark 66a. Commandeur
66b. Officier 66c. Ridder
In aanvulling op bovengenoemde onderscheidingen kunnen achtereenvolgens worden gedragen:
E. Onderscheidingen van Nederlandse particuliere organisaties, zoals de medaille van het Carnegie Heldenfonds, Vaardigheidsmedaille van de NSF, Nationale Vijfkamp Kruis, Kruis van Bijzondere Verdiensten van de K.N.V.
‘Onze Luchtmacht’, Herinneringsmedaille Luchtbescherming 1940-1945, Kruis van Verdienste van het
Nederlandse Rode Kruis, Medaille voor Trouwe Dienst van het Nederlandse Rode Kruis, Herinneringskruis ’39- 40’ van het Nederlandse Rode Kruis en het Herinneringskruis ’40-45’ van het Nederlandse Rode Kruis.
F. Onderscheidingen van internationale organisaties zoals de Verenigde Naties, NATO en de Europese Unie;
G. Buitenlandse onderscheidingen (in de volgorde van de graden van hoog naar laag; bij meerdere onderscheidingen in dezelfde graad wordt de alfabetische volgorde van de Franse benamingen van de desbetreffende landen aangehouden; bij meerdere onderscheidingen in eenzelfde graad van een bepaald land, wordt de in dat land gebruikelijke rangorde aangehouden).
Artikel 3
1. Dit besluit treedt in werking met ingang van heden.
2. Dit besluit zal worden geplaatst in de Staatscourant.
(derhalve geen medaille of baton) 2. Kruis van Verdienste van het Nederlandse Rode Kruis
3. Medaille van Verdienste van het Nederlandse Rode Kruis
4. Medaille voor Trouwe Dienst van het Nederlandse Rode Kruis
5. Herinneringskruis 1939-1940 van het Nederlandse Rode Kruis
6. Herinneringskruis 1940-1945 van het Nederlandse Rode Kruis
zonder gesp of
met de gesp “Indonesië 1945-1950”
7. Kruis voor betoonde marsvaardigheid van de KNBLO ook wel het Vierdaagsekruis (Nijmegen)
(het aantal malen dat aan de eisen is voldaan wordt aangegeven door een cijfer, kroontje e.d., doch dzz wordt slechts eenmalig geregistreerd) 8. Elfstedenkruis (Schaatstocht) Het aantal malen dat aan de eisen is
voldaan wordt aangegeven door een zilverkleurig cijfer op het lint 9. Vaardigheidsmedaille van de NSF drie graden:
1. in goud 2. in zilver 3. in brons
10. Nationale Vijfkamp Kruis van de NSF/NOC het aantal malen aan dat aan de eisen is voldaan wordt aangeduid met het cijfer 1, 2, 3 enz
11. Medaille van de Koninklijke Nederlandse Vereniging voor Luchtvaart
voor verdiensten t.o.v. de luchtvaart 12. Kruis van de Tweedaagse Militaire Presatietocht van
de Koninklijke Vereniging van Nederlandse Reserve- Officieren
voor het voldoen aan de vereisten van de Tweedaagse Militaire Prestatietocht (TMPT) (lint eventueel met tussen haakjes een cijfer dat aantal malen aangeeft dat aan de eisen is voldaan) 13. Prins Maurits-Medaille verleend door de Koninklijke
Nederlandse Vereniging “Ons Leger”
(alleen de medailles die zijn toegekend aan personen mogen worden gedragen) 14. Medaille voor Bijzondere Verdiensten van de
Koninklijke Nederlandse Vereniging “Onze Luchtmacht”
voor bijzondere verdiensten ten opzichte van de Koninklijke luchtmacht
15. Herinneringsmedaille Luchtbescherming 1940-1945 voor de dienst bij de Luchtbescherming
tel. 030-2184363
15
gedurende de oorlogsjaren 1940- 1945;
verklaringen betr. machtiging tot dragen werden destijds afgegeven door de burgemeester van de woonplaats
Door de Minister van Defensie erkende medailles van supranationale organisaties.
volgnr. benaming bijzonderheden
1 United Nations Service Medalmet de gesp “KOREA”
2 United Nations Medal voor uitzending als waarnemer of in vergelijkbare functie dan wel in troepenverband met een VN-vredesoperatie:
UNM1: UNTSO/UNOGIL (Palestina/Libanon)
UNM2: ONUC (Congo) UNM3: UNYOM (Yemen) UNM4: UNIPOM/UNMOGIP (India/Pakistan)
UNM5: UNDOF (Syrië/Israël) UNM6: UNIFIL (Libanon) UNM7: UNTAG (Namibië) UNM8: UNAVEM II/III (Angola) UNM9: UNPROFOR/UNPF (vm Joeg) UNM10: UNTAC (Cambodja)
UNM11: UNAMIC (Cambodja) UNM12: ONUMOZ/UNOMOZ (Mozambique)
UNM13: UNOMUR (Oeganda/Rwanda) UNM14: UNAMIR (Rwanda)
UNM15: UNMIH II: (Haïti)
UNM16: UNTAES (Oost-Slavonië) UNM17: UNMIBH/IPTF (Bosnië-Herc.) UNM18: UNFICYP (Cyprus)
Hoewel het lint voor de bovengenoemde operaties telkens anders is vastgesteld, is dit steeds verbonden aan dezelfde medaille. Er kunnen voor bepaalde missies cijfers aan het lint zijn verbonden, wegens herhaald voldoen aan de criteria.
3 United Nations Head Quarters Medal
wordt toegekend voor bijzondere staffuncties op het hoofdkwartier van de VN te New York
4 United Nations Special Service Medal
wordt toegekend voor deelname aan bijzondere missies, welke worden aangeduid dmv een gesp;
UNSSM1 met de gesp “UNSCOM”
5 Multinational Force &
Observers Medal Multinationale Vredesoperaties in Sinaï 6 European Community
Monitor Mission Medal
Europese Waarnemersmissie in voormalig Joegoslavië
7 NATO Medal met gesp:
NATOM1: met gesp “FORMER YUGOSLAVIA”
NATOM2: met de gesp “KOSOVO”
NATOM3: met de gesp ……..
vlag van de Verenigde Naties het leven verloren. Door de aard en vorm van deze onderscheiding is deze niet opgenomen in het overzicht draagvolgorde.
Linten van de onderscheidingen van de Verenigde Naties welke onder meer zijn toegekend aan Nederlanders voor hun deelname aan de betreffende operaties.
UNSM United Nations Service Medal MET DE GESP "KOREA"; de gesp komt niet op de baton tot uitdrukking
UNM1 United Nations Medal (voor nieuwe operaties worden andere linten vastgesteld)
UNTSO (PALESTINA/LIBANON)
UNM2 ONUC (CONGO)
UNM3 UNYOM (YEMEN)
UNM4 UNIPOM/UNMOGIP (INDIA/PAKISTAN)
UNM5 UNDOF (SYRIë/ISRAëL)
UNM6 UNIFIL (LIBANON)
UNM7 UNTAG (NAMIBIë)
UNM8 UNAVEM (ANGOLA)
UNM9 UNPROFOR/UNPF (VML . JOEGOSLAVIë)
UNM10 UNTAC (CAMBODJA)
UNM11 UNAMIC (CAMBODJA)
UNM12 ONUMOZ/UNOMOZ (MOZAMBIQUE)
UNM13 UNOMUR (OEGANDA/RWANDA)
UNM14 UNAMIR (RWANDA)
UNM15 UNMIH (HAïTI)
UNM16 UNTAES (OOST-SLAVONIë )
UNM17 UNMIBH/IPTF (BOSNIë-HERCEGOWINA)
UNM18 UNFICYP (CYPRUS)
UNHQ United Nations Headquarters Service Medal (UNHQ - UN- Headquarters)
UNSSM1 United Nations Special Service Medal met gesp ter aanduiding van de
missie (UNSSM1 met gesp "UNSCOM"; de gesp komt niet op de baton
tot uitdrukking)
tel. 030-2184363
17
N.B.
De nummering van de UNM is gebaseerd op de VN-missies waaraan door Nederlanders is deelgenomen en is vooralsnog onder voorbehoud.
Linten van de officieel erkende onderscheidingen van supranationale organisaties m.u.v. de VN welke onder meer zijn toegekend aan Nederlanders voor hun deelname aan de betreffende operaties.
MFOM Multinational Force and Observers Medal (Sinaï)
ECMM1 European Community Monitor Mission Medal (Europese waarnemersmissie in vml. Joegoslavië)
NATOM1 NATO-Medal
NATOM1 met de gesp "FORMER YUGOSLAVIA" (de gesp wordt niet op de baton tot uitdrukking gebracht)
NATOM2 NATO-Medal
NATOM2 met de gesp "KOSOVO" (de gesp wordt niet op de baton tot uitdrukking gebracht)
NATOM3 NATO-Medal
NATOM3 met de gesp "……." (de gesp wordt niet op de baton tot uitdrukking gebracht)
WEUM1,2 WEU-Mission Service Medal
WEUM1: met de gesp "FORMER YUGOSLAVIA" (de gesp wordt niet op de baton tot uitdrukking gebracht)
WEUM2: met de gesp "ALBANIA" (de gesp wordt niet op de baton tot uitdrukking gebracht)
Model-decoraties (Groot-Model)
De modelversierselen van ridderorden, kruisen, medailles, enz. worden, voor zover men tot het dragen is gerechtigd (waarvan de oorkonde het bewijs is), steeds gedragen in de voorgeschreven volgorde.
Op de burgertenue worden deze in groot-model gedragen links op de borst, op okselhoogte, hangend aan het lint, zoals het bij de uitreiking wordt opgespeld. Voor dames (behalve vrouwelijke militairen in uniform) kan het versiersel hangend aan een strik van het decoratielint worden uitgevoerd, te dragen aan de linkerschouder.
Worden meerdere onderscheidingen gedragen, dan dienen deze te worden opgemaakt op een decoratiegesp, op één rij naast elkaar, in de correcte volgorde, de kruisen en medailles op gelijke hoogte. Gaat het om een zo groot aantal dat het niet mogelijk is alle onderscheidingen aansluitend naast elkaar en in hun geheel zichtbaar te rangschikken, dan worden zij zodanig gegroepeerd dat zij elkaar gedeeltelijk overlappen. Echter altijd op één rij en de eerste, hoogste onderscheiding in zijn geheel zichtbaar.
Ten aanzien van het dragen van onderscheidingen op de militaire uniform is het volgende bepaald:
1. De ridderorden, medailles, enz. worden, behoudens afwijkende bepalingen, óp het lint bevestigd, gedragen op de linkerborst, de kruisen en medailles op gelijke hoogte, aan een decoratiegesp, de bovenkant van het lint ter hoogte van de okselholte.
2. Van de ridderorden, enz. wordt het in de voorgeschreven volgorde eerstgenoemde
onderscheidingsteken, dat een militair gerechtigd is te dragen, het meest rechts, dus het verst van de linkerschouder gedragen.
3. De ridderorden, enz. mogen elkaar gedeeltelijk bedekken, doch het onder 2 bedoelde meest rechtsgedragen ereteken dient steeds geheel onbedekt te blijven.
4. Op de uniform mag slechts één rij ridderorden, enz. gedragen worden, hoe groot het aantal eretekenen, tot het dragen waartoe men is gerechtigd, ook zij. Deze rij mag niet langer zijn dan de afstand tussen de linkerschoudernaad en de uiterste rand van de linkeruniformpand groot is. Indien derhalve het aantal ridderorden, enz. te groot is om in één rij te worden gedragen, dient de drager zich tot een kleiner aantal te beperken. Dit kleinere aantal moet in elk geval de door of vanwege Hare Majesteit de Koningin
dragen van onderscheidingen op de uniform, te houden aan het vorenstaande en aan het hieromtrent bepaalde in de voorschriften tenuen van het krijgsmachtdeel waartoe men behoorde.
7. Bij herdenkingsbijeenkomsten en andere bijzondere gelegenheden waarbij dit wordt vermeld, kunnen onder meer door oud-militairen modeldecoraties op de hiervoor omschreven wijze op burgerkleding worden gedragen.
Registratie van toekenningen
Algemeen.
De registratie van toegekende onderscheidingen is in eerste instantie de verantwoordelijkheid van de verlenende instantie. Bij twijfel kan daar dan in beginsel ook navraag worden gedaan omtrent de rechtmatigheid. Om diverse redenen worden echter onderscheidingen waarbij defensie een rol speelt centraal geregistreerd in een specifiek onderscheidingenregistratiesysteem (Chapeau Web). Dit systeem wordt beheerd door het cluster Decoraties van het ministerie van defensie, die namens de minister van defensie verantwoordelijk is voor het toekennen van onderscheidingen.
Het belang van centrale registratie.
• Ter voorkoming van wildgroei van medailles op uniformen (de geüniformeerde is immers het
visitekaartje van de overheid) is het noodzakelijk om onderscheid te kunnen maken tussen enerzijds de officieel erkende onderscheidingen en eretekens die derhalve op de uniform gedragen mogen worden en voorts alle andere onderscheidingen. Alleen de officieel erkende onderscheidingen mogen worden gemuteerd op de staat van dienst. Aan de hand van de staat van dienst kunnen commandanten en P- functionarissen in één oogopslag zien welke onderscheidingen gedragen mogen worden.
• In de praktijk is voorts gebleken dat niet alle verlenende instanties even toegankelijke
registratiesystemen hanteren, waardoor navraag over toekenningen soms al na korte tijd niet meer goed mogelijk is. Door een centrale registratie bij defensie is het ook na jaren mogelijk voor de
belanghebbende en diens nagelaten betrekkingen om navraag te doen over toekenningen. Dit kan bv.
van cruciaal belang zijn voor commandanten bij de beantwoording van de vraag of een bepaalde onderscheiding op de uniform mag worden gedragen en bij de behandeling van verzoeken om vervanging van versierselen bv. in geval van vermissing.
• Aan de hand van de op de staat van dienst gemuteerde toekenningen van de officieel erkende onderscheidingen kan de onderdeelsadministrateur bepalen welke opmaakkosten mogen worden vergoed op grond van de vigerende regelgeving.
•
Tenslotte kunnen met behulp van het centrale registratiesysteem vlot vragen worden beantwoord van belanghebbenden (actief dienend, reservist, of veteraan en burgerpersoneel, alsmede voormalig personeel en externe personen aan wie namens defensie een onderscheiding is toegekend) en hun nagelaten betrekkingen.Wijze van registratie.
• Voor defensiepersoneel vindt de registratie van alle door of namens defensie toegekende
onderscheidingen centraal plaats bij het Ministerie van Defensie in Chapeau Web door het Cluster Decoraties met uitzondering van de erkende Nederlandse onderscheidingen voor sportieve prestaties.
Deze laatste onderscheidingen worden geregistreerd door zorg van de eigen personeelsdienst.
• Ook aan defensiepersoneel toegekende andere, officieel erkende Nederlandse of buitenlandse
onderscheidingen worden hier centraal geregistreerd. Mits deze mutaties ook beschikbaar zijn gesteld.
tel. 030-2184363
19
• Aan militairen toegekende onderscheidingen van vreemde landen worden pas geregistreerd nadat de toekenning is geautoriseerd. De belanghebbende dient een hiertoe een verzoek in bij het cluster Decoraties van het ministerie van defensie.
• Onderscheidingen verleend bij Koninklijk besluit worden daarnaast geregistreerd bij de Kanselarij der Nederlandse Orden.
Bewijs van toekenning
Algemeen
Onderscheidingen vormen van oudsher een door de ontvanger bijzonder gewaardeerd tastbaar bewijs van erkenning voor bijzondere verdienste of prestaties.
Een onderscheiding wordt daarom persoonlijk toegekend, gaat vergezeld van een op naam gesteld bewijs van toekenning en is derhalve niet overdraagbaar aan derden.
Om die reden kunnen onderscheidingen die in de handel zijn gekocht of die door schenking zijn verkregen in formele zin niet meer dan verzamelaarswaarde hebben, hoewel in sommige gevallen de emotionele band met de schenker een grote gevoelswaarde kan hebben.
Bewijs van toekenning
Als bewijs van toekenning wordt bij de officieel erkende Nederlandse militaire onderscheidingen altijd een op naam gestelde oorkonde of certificaat verstrekt. Dit geldt in de regel ook voor de overige officieel erkende onderscheidingen.
(Militaire) onderscheidingen welke zijn verkregen zonder het daarbij behorende, op naam gestelde certificaat, kunnen derhalve niet als officieel toegekend worden beschouwd en mogen niet worden gedragen.
In enkele gevallen, waarin geen certificaat of oorkonde is of wordt verstrekt, is de toekenning altijd geschied bij een (verzamel-)besluit van de verlenende instantie. In een dergelijk geval is het betreffende besluit het bewijs van toekenning.
Machtigingen
In het verleden werden veelvuldig machtigingen verleend of uniformbatons verstrekt alvorens een officieel bericht van de Minister van Defensie (of van Oorlog cq Marine) werd ontvangen.
Dit impliceert reeds dat in die gevallen nog geen sprake is van een toekenning.
Dit kan gelden voor de volgende drie onderscheidingen:
• het Oorlogs-Herinneringskruis in de periode ca. 1944-1950 (machtigingen)
• het Mobilisatie-Oorlogskruis in de periode ca. 1948-1951(machtigingen)
• het Ereteken voor Orde en Vrede (uniformbatons)
In het geval van het Oorlogs-Herinneringskruis werden in eerste instantie machtigingen door commandanten verstrekt, o.a. omdat bij de instelling van dit kruis de oorlog nog niet afgelopen was en van een optimale uitvoering en verificatie nog geen sprake kon zijn. Indien deze machtigingen niet aan het Ministerie van Defensie zijn gezonden ter toetsing (o.a. justitieel oorlogsverleden) is er geen sprake van een toekenning. Met ingang van 1-1-1968 is dit ook niet meer mogelijk door de afsluiting van het Oorlogs-Herinneringskruis.
In deze gevallen kan thans nog wel het Mobilisatie-Oorlogskruis worden toegekend mits men aan de criteria voldoet.
Ook is het mogelijk dat de onderscheiding wel is toegekend, maar niet kon worden bezorgd in verband met onbekendheid met het adres. Of dit het geval is, is na te trekken middels de hiervan opgemaakte lijsten die beschikbaar zijn bij het Cluster Decoraties van het Ministerie van Defensie.
Bij de machtigingen die in de periode 1948-1951 werden verstrekt voor het Mobilisatie-Oorlogskruis ligt de situatie anders. Deze werden afgegeven door het Nationaal Comité Mobilisatie-Oorlogskruis nà afronding van de gehele toetsingsprocedure.
Voorwaarde voor verstrekking van het versiersel - nadat de machtiging was verleend - was nog de betaling van F 2,75. (De oorzaak hiervan was de benarde positie van ‘s Rijks Schatkist. Illustratief is dat een tijd lang zelfs de versierselen van de Koninklijke onderscheidingen niet van Rijkswege werden verstrekt).
In die tijd werden hierbij overigens evenmin oorkonden verstrekt. Heden is deze betalingsvoorwaarde niet meer relevant.
Oude machtigingen van het Mobilisatie-Oorlogskruis leiden nu tot verstrekking van het versiersel indien dit nog niet eerder is gebeurd.
Degenen voor wie dit van toepassing is kunnen zich schriftelijk melden bij het Ministerie van Defensie, Cluster Decoraties, Postbus 90004, 3509 AA te Utrecht, eventueel onder overlegging van een kopie van de machtiging.
Machtiging dragen buitenlandse onderscheidingen
Voor het dragen van onderscheidingen op de militaire uniform gelden bijzondere voorschriften. De officieel erkende Nederlandse onderscheidingen mogen (voor zover toegekend) uiteraard op de militaire uniform worden gedragen.
Hiervoor is een protocollaire draagvolgorde vastgesteld.
In de protocollaire volgorde worden eerst de Nederlandse onderscheidingen gedragen, vervolgens de officieel erkende onderscheidingen van supranationale organisaties (b.v. de VN) en daarna de officieel erkende
(regerings-)onderscheidingen van vreemde landen, in de alfabetische volgorde van de benaming van het land in de Franse taal.
Officieel erkende buitenlandse (regerings-)onderscheidingen mogen alleen op de militaire uniform worden gedragen, nadat daarvoor middels een daartoe strekkend, aan de Minister van Defensie t.a.v. Hoofd Cluster Decoraties gericht verzoek toestemming is verzocht en verkregen. De minister van Defensie kan deze toestemming verlenen aan militairen van de krijgsmacht.
Oud-militairen die gerechtigd zijn bij bepaalde gelegenheden de militaire uniform te dragen, dienen zich daarbij te houden aan de voorschriften voor tenuen en dienen zich derhalve ook ten aanzien van het dragen van
onderscheidingen te houden aan de militaire voorschriften zoals hiervoor genoemd.
Voor buitenlandse onderscheidingen voor sportieve prestaties zal geen toestemming tot dragen op de uniform worden verleend.
In enkele gevallen wordt een machtiging tot dragen op de uniform collectief verleend: dit is onder meer het geval geweest bij de UN-Medals, de UN-Service-Medal, de Korean War Medal, de MFO-Medal, de NATO-Medal, de WEU-Medal en een aantal andere buitenlandse onderscheidingen welke in groten getale zijn of worden
toegekend. In deze gevallen behoeft geen rekest te worden ingediend, doch geldt de toestemming tot dragen eerst nadat de verleende onderscheiding door de commandant van de betrokken eenheid is aangemeld bij het Cluster Decoraties van het Ministerie van Defensie, alwaar een en ander geregistreerd wordt.
Voor het dragen van toegekende onderscheidingen op het burgertenue is geen bijzondere toestemming vereist.
Alfabetische volgorde der landen naar hun Franse benaming gevolgd door hun Nederlandse benaming
Frans Nederlands Frans Nederlands
Afghanistan Afghanistan Laos Laos
Afrique du Sud Zuid-Afrika Lesotho Lesotho
Albanie Albanië Lettonie Letland
Algérie Algerije Liban Libanon
Allemagne Duitsland Liberia Liberia
Angola Angola Libye Libië
Arabie Saoudite Saudi-Arabië Lituanie Litouwen
Argentine Argentinië Luxembourg Luxemburg
Arménie Armenië Macédoine Macedonië
Australie Australië Madagascar Madagaskar
Autriche Oostenrijk Malaisie Maleisië
Azerbaïdjan Azerbeidzjan Malawi Malawi
tel. 030-2184363
21
Bahreïn Bahrein Maldives Maldiven
Bangladesh Bangladesh Mali Mali
Barbade (La) Barbados Malte Malta
Belgique België Maroc Marokko
Bénin Benin Maurice Mauritius
Bhoutan Bhutan Mauritanie Mauritanië
Biélorussie Wit-Rusland Mexique Mexico
Bolivie Bolivia Moldavie Moldavië
Bosnie-Herzégovine Bosnië en
Herzegovina Monaco Monaco
Botswana Botswana Mongolie Mongolië
Brésil Brazilië Mozambique Mozambique
Brunei Brunei Myanmar (Birmanie) Myanmar (Birma)
Bulgarie Bulgarije Namibie Namibië
Burkina Faso Burkina Faso Népal Nepal
Burundi Burundi Nicaragua Nicaragua
Cambodge Cambodja Niger Niger
Cameroun Kameroen Nigeria Nigeria
Canada Canada Norvège Noorwegen
Cap-Vert Kaapverdië Nouvelle-Zélande Nieuw-Zeeland
Chili Chili Oman Oman
Chine China Ouganda Uganda
Chypre Cyprus Ouzbékistan Oezbekistan
Colombie Colombia Pakistan Pakistan
Congo Congo Panama Panama
Corée-du-Nord Noord-Korea Papouasie-Nouvelle- Guinée
Papoea-Nieuw-Guinea
Corée-du-Sud Zuid-Korea Paraguay Paraguay
Costa Rica Costa Rica Pays-Bas Nederland
Côte-d’Ivoire Ivoorkust Pérou Peru
Croatie Kroatië Philippines Filipijnen
Cuba Cuba Pologne Polen
Danemark Denemarken Portugal Portugal
Djibouti Djibouti Qatar Qatar
Égypte Egypte République
Centrafricaine
Centraal-Afrikaanse Republiek
El Salvador El Salvador République
Dominicaine Dominicaanse Republiek Émirats Arabes Unis Verenigde Arabische
Emiraten
République Tchèque Tsjechië
Équateur Ecuador Roumanie Roemenië
Érythrée Eritrea Royaume-Uni Verenigd Koninkrijk
Espagne Spanje Russie Rusland
Estonie Estland Rwanda Rwanda
États-Unis d’AmériqueVerenigde Staten van Amerika
Sénégal Senegal
Éthiopie Ethiopië Seychelles Seychellen
Fidji Fiji-eilanden Sierra Leone Sierra Leone
Guinée Guinee Surinam Suriname Guinée-Équatoriale Equatoriaal-Guinea Swaziland Swaziland
Guyana Guyana Syrie Syrië
Haïti Haïti Tadjikistan Tadjzikistan
Honduras Honduras Taiwan Taiwan
Hongrie Hongarije Tanzanie Tanzania
Inde India Tchad Tsjaad
Indonésie Indonesië Thaïlande Thailand
Irak Irak Togo Togo
Iran Iran Tonga Tonga
Irlande Ierland Trinité-et-Tobago Trinidad en Tobago
Islande IJsland Tunisie Tunesië
Israël Israël Turkménistan Turkmenistan
Italie Italië Turquie Turkije
Jamaïque Jamaica Ukraine Oekraïne
Japon Japan Uruguay Uruguay
Jordanie Jordanië Venezuela Venezuela
Kazakhstan Kazachstan Viêtnam Vietnam
Kenya Kenia Yémen Jemen
Kirghizistan Kirgizië Zambie Zambia
Koweït Koeweit
tel. 030-2184363
23
Onderscheidingen voor bijzondere verdiensten
Inleiding
In deze rubriek vindt u alles over onderscheidingen voor bijzondere verdiensten die in het algemeen voor defensie van toepassing kunnen zijn.
Er wordt hierbij onderscheid gemaakt tussen bijzondere verdiensten
• jegens de samenleving (Orde van de Nederlandse Leeuw en Orde van Oranje-Nassau)
• jegens de krijgsmacht (Ereteken voor Verdienste van de Minister van Defensie) Het begrip "samenleving" is een breder begrip dan "krijgsmacht".
Steeds zal moeten worden bezien of de bijzondere verdiensten van een persoon voornamelijk specifiek voor of binnen de krijgsmacht van groot belang zijn, of dat zij ook een bredere uitstraling, een bijzonder belang hebben naar de samenleving (nationaal of internationaal) in bredere zin.
In beide gevallen kan er sprake zijn van uitsluitend activiteiten in de hoofdfunctie, vaak zal er in zekere mate tevens sprake zijn van bijzondere verdiensten buiten defensie.
Hoe dan ook, altijd moet worden aangetoond wat de te decoreren persoon meer heeft gedaan dan normaliter van iemand in een dergelijke positie mocht worden verwacht.
Voor een juiste beeldvorming en voor het opstellen van een optimale motivering, is het van groot belang om de respectievelijke criteria, toelichtingen en administratieve aanwijzingen na te lezen.
Orde van de Nederlandse Leeuw
Wet instelling van de Orde van de Nederlandse Leeuw
Vastst./Wijz datum Bron Nummer Inwerkingtr. datum
29-09-1815 Stb. 47 19-10-1815
10-02-1910 Stb. 56
24-05-1956 Stb. 289
15-04-1994 Stb. 350
10-10-1996 Stb. 520
Artikel 1
1. Er wordt ingesteld een Orde, strekkende ter vererende onderscheiding van Onze onderdanen die bewijzen geven van beproefde vaderlandsliefde, bijzondere ijver en trouw in het volbrengen hunner burgerplichten of buitengewone bekwaamheid in wetenschap en kunsten.
2. Deze Orde zal in bijzondere gevallen ook aan vreemdelingen kunnen worden gegeven.
Artikel 2
Deze Orde zal de naam dragen van Orde van de Nederlandse Leeuw.
Artikel 3
1. Wij verklaren Ons te zijn Grootmeester dezer Orde.
2. Het Grootmeesterschap van dezelver zal onafscheidelijk aan de Kroon der Nederlanden verbonden zijn.
Artikel 4
1. De Orde van de Nederlandse Leeuw zal bestaan uit drie graden.
2. De Ridders van de eerste graad dragen de naam van Grootkruisen, die van de tweede graad dragen de naam van Commandeurs, die van de derde graad dragen enkel de naam van Ridders.
Artikel 5 (vervallen) Artikel 6
Alle benoemingen bij de Orde geschieden door de Grootmeester.
Artikel 7
1. Het versiersel der Orde zal bestaan in een wit geëmailleerd kruis met een gouden W tusschen elk der armen van hetzelve, hebbende aan de ene zijde in het midden een blaauw geëmailleerd rond, waarop in gouden letteren geschreven zijn de woorden Virtus Nobilitat en aan de tegenzijde de Leeuw zoals hij in het wapen van het Rijk voorkomt, alles gedekt met een gouden koninklijke kroon.
2. Het lint zal zijn van Nassaus blaauw met twee smalle oranje streepen.
Artikelen 8 tot en met 10 (vervallen)
Artikel 11
tel. 030-2184363
25
Tot goedmaking van de onkosten der Orde zal jaarlijks een som op de begroting der staatsbehoeften worden gebracht.
Artikel 12
1. Degene aan wie een onderscheiding in deze Orde is verleend, is, indien hij ingevolge rechterlijke vordering rechtens van zijn vrijheid is beroofd, onbevoegd de tekenen van deze onderscheiding te dragen.
2. Een onderscheiding in deze Orde vervalt, indien degene aan wie de onderscheiding is verleend, onherroepelijk is veroordeeld tot een gevangenisstraf van ten minste een jaar.
Artikel 13
Er is een kanselier van de Orde van de Nederlandse Leeuw.
Artikel 14
1. Bij algemene maatregel van bestuur wordt een reglement op deze Orde vastgesteld, waarin nadere regels worden gesteld met betrekking tot het verlenen van een onderscheiding in deze Orde en de bij de onderscheiding behorende tekenen.
2. Een krachtens het eerste lid vastgestelde algemene maatregel van bestuur treedt niet eerder in werking dan twee maanden na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin hij is geplaatst. Van de plaatsing wordt onverwijld mededeling gedaan aan de beide kamers der Staten-Generaal.
Orde van Oranje-Nassau
Vastst./Wijz datum Bron Nummer Inwerkingtr. datum
04-04-1892 Stb. 55 15-04-1892
10-02-1910 Stb. 56
21-03-1923 Stb. 105
15-04-1994 Stb. 350
10-10-1996 Stb. 520
Artikel 1
Er wordt een Orde ingesteld, strekkende tot vererende onderscheiding van Onze onderdanen of vreemdelingen, die zich jegens Ons en de staat of jegens de maatschappij op bijzondere wijze hebben verdienstelijk gemaakt.
Artikel 2
Deze Orde draagt den naam van "de Orde van Oranje-Nassau".
Artikel 3
Het Grootmeesterschap van deze Orde is onafscheidelijk aan de Kroon der Nederlanden verbonden.
Artikel 4Fout! De hyperlinkverwijzing is ongeldig.
Deze Orde bestaat uit zes graden.
Artikel 5
Alle benoemingen in deze Orde geschieden bij koninklijk besluit.
Artikel 6
De Ridders van de eerste graad van deze Orde dragen de naam van Ridder Grootkruis.
De Ridders van de tweede graad van deze Orde dragen de naam van Grootofficier.
De Ridders van de derde graad van deze Orde dragen de naam van Commandeur.
De Ridders van de vierde graad van deze Orde dragen de naam van Officier.
De Ridders van de vijfde graad van deze Orde dragen de naam van Ridder.
De Ridders van de zesde graad van deze Orde dragen de naam van Lid.
Artikel 7
1. Het versiersel dezer Orde bestaat in een kruis met acht geparelde punten en een doorlopende laurierkrans tussen de armen en gedekt met een koninklijke kroon, alles van goud voor de eerste vier graden en van zilver voor de vijfde graad; de armen van het kruis zijn wit geëmailleerd met blauw geëmailleerd hart; in het midden van het kruis bevindt zich een blauw geëmailleerd rond schild, omgeven door een wit geëmailleerde rand, beide met goud omlijst, aan de ene zijde op het ronde schild de Leeuw, zoals hij in het wapen van het Rijk voorkomt, en op de rand in gouden letters de woorden "Je maintiendrai", en aan de tegenzijde op het ronde schild een met een gouden koninklijke kroon gedekte gouden W en op de rand in gouden letters de woorden "God zij met Ons".
2. Voor militairen worden, in stede van den laurierkrans, aan het versiersel aangebracht twee zilveren zwaarden met gouden gevest, schuin gekruist achter het ronde schild.
tel. 030-2184363
27
3. Het lint is oranje tusschen twee strepen van Nassaus blauw, de kleuren gescheiden door eene smalle witte streep.
Artikel 8 en 9 (vervallen) Artikel 10
Tot goedmaking der onkosten der Orde wordt jaarlijks een som op de staatsbegrooting gebracht.
Artikel 11
1. Degene aan wie een onderscheiding in deze Orde is verleend, is indien hij ingevolge rechterlijke veroordeling rechtens van zijn vrijheid is beroofd, onbevoegd de tekenen van deze onderscheiding te dragen.
2. Een onderscheiding in deze Orde vervalt, indien degene aan wie de onderscheiding is verleend, onherroepelijk is veroordeeld tot een gevangenisstraf van ten minste een jaar.
Artikel 12
De Kanselier van de Orde van de Nederlandse Leeuw is tevens Kanselier dezer Orde.
Atikel 13
1. Bij algemene maatregel van bestuur wordt een reglement op deze Orde vastgesteld, waarin nadere regels worden gesteld met betrekking tot het verlenen van een onderscheiding in deze Orde en de bij de onderscheding behorende tekenen.
2. Een krachtens het eerste lid vastgestelde algemene maatregel van bestuur treedt niet eerder in werking dan twee maanden na datum van uitgifte van het Staatsblad waarin hij is geplaatst. Van de plaatsing wordt onverwijld mededeling gedaan aan de beide kamers der Staten-Generaal.
Hoofdstuk I Verleningscriteria Artikel 1
1. De Orde van de Nederlandse Leeuw strekt tot onderscheiding van personen wegens bijzondere verdiensten van zeer exceptionele aard jegens de samenleving.
2. Van verdiensten als bedoeld in het eerste lid is sprake, indien:
a. iemand een verantwoordelijkheid heeft gedragen of een bekwaamheid heeft getoond die aanmerkelijk groter is dan de samenleving van hem mocht verwachten;
b. iemand op uitstekende wijze werkzaamheden heeft verricht waarbij de samenleving in zeer belangrijke mate is gebaat, en in het bijzonder indien de maatschappelijke waardering daarvoor niet op andere wijze tot uitdrukking is gekomen of
c. iemand alleen of samen met anderen, al dan niet in opdracht, een zeer uitzonderlijke prestatie heeft verricht.
Artikel 2
1. De Orde van Oranje-Nassau strekt tot onderscheiding van personen wegens bijzondere verdiensten jegens de samenleving.
2. Van verdiensten als bedoeld in het eerste lid is sprake, indien:
a. iemand zich geruime tijd ten bate van de samenleving heeft ingespannen of anderen heeft gestimuleerd;
b. iemand een of meer opvallende prestaties heeft geleverd of werkzaamheden heeft verricht die voor de samenleving een bijzondere waarde hebben.
3. Bij de vaststelling van de bijzondere verdiensten, bedoeld in het tweede lid, kan in aanmerking worden genomen dat iemand geruime tijd werkzaamheden heeft verricht op een wijze die betrokkene onderscheidt van anderen en die getuigt van een karaktervolle en voorbeeldige plichtsvervulling.
Hoofdstuk II Onderscheidingstekens
Paragraaf 1. De onderscheidingstekens van de Orde van de Nederlandse Leeuw Artikel 3
In de artikelen 4 en 5 worden onder versiersel en lint verstaan het versiersel en het lint, zoals omschreven in artikel 7 van de wet van 29 september 1815, houdende instelling van de Orde van de Nederlandse Leeuw (Stb.
1994, 352).
Artikel 4
De uit te reiken onderscheidingstekens zijn voor de onderscheiden graden van:
a. Ridder Grootkruis:
1. het versiersel waarvan het kruis een diameter heeft van 60 millimeter, hangende aan het lint, opgemaakt in de vorm van een sjerp, die wordt gedragen van de rechterschouder naar de linker heup.
Het lint voor mannen is 101 millimeter en voor vrouwen 68 millimeter breed;
2. de ster, bestaande uit het versiersel zonder kroon met een diameter van 73 millimeter, bevestigd op een achtpuntige, uit achtenveertig stralen bestaande, licht bolvormige gouden ster met een diameter van 85 millimeter. De stralen van de ster zijn om en om geschubd en alle aan de uiteinden geknopt. De ster wordt direct boven het middel gedragen op de linkerzijde van de kleding. De ster en het onder 1 bedoelde onderscheidingsteken worden uitsluitend tezamen gedragen;
3. het draagteken, zijnde het in rozetvorm opgemaakte lint waarachter een balk van goudgalon is bevestigd. Het geheel is bevestigd op een strik. Het draagteken wordt gedragen in plaats van de onder 1 en 2 genoemde onderscheidingstekens.
b. Commandeur:
1. het versiersel waarvan het kruis een diameter heeft van 60 millimeter, hangende aan het lint, dat door
tel. 030-2184363
29
mannen om de hals en door vrouwen opgemaakt in de vorm van een strik op borsthoogte op de linkerzijde van de kleding wordt gedragen. Het lint is voor mannen 55 millimeter en voor vrouwen 37 millimeter breed;
2. de ster, bestaande uit het versiersel waarvan het kruis een diameter heeft van 79 millimeter, dat direct boven het middel wordt gedragen op de linkerzijde van de kleding. De ster en het onder 1 bedoelde onderscheidingsteken worden uitsluitend tezamen gedragen;
3. het draagteken, zijnde het in rozetvorm opgemaakte lint, waarachter een balk van zilvergalon is bevestigd. Het geheel is bevestigd op een strik. Het draagteken wordt gedragen in plaats van de onder 1 en 2 genoemde onderscheidingstekens.
c. Ridder:
1. het versiersel waarvan het kruis een diameter heeft van 46 millimeter, hangende aan het lint, dat op borsthoogte wordt gedragen op de linkerzijde van de kleding. Het lint voor mannen is 37 millimeter breed. Het lint voor vrouwen is 27 millimeter breed en is opgemaakt in de vorm van een strik;
2. het draagteken, opgemaakt in de vorm van een strik. Het wordt gedragen in plaats van het onder 1 genoemde onderscheidingsteken.
Artikel 5
1. De in artikel 4 genoemde versierselen met lint kunnen in een verkleinde vorm worden gedragen in plaats van de in artikel 4 genoemde onderscheidingstekens.
2. Leden van de Orde die een uniform dragen kunnen het draagteken in de vorm van een bâton van 27 bij 11 millimeter dragen. Indien de graad van Ridder Grootkruis of Commandeur is verleend, wordt op de bâton een rozet met daarachter een balk als bedoeld in artikel 4, respectievelijk onderdeel a, onder 3, en onderdeel b, onder 3, bevestigd.
Paragraaf 2. De onderscheidingstekens van de Orde van Oranje-Nassau Artikel 6
In de artikelen 7 en 8 worden onder versiersel en lint verstaan het versiersel en het lint, zoals omschreven in artikel 7 van de wet van 4 april 1892, houdende instelling van de Orde van Oranje-Nassau (Stb. 1994, 351).
Artikel 7
De uit te reiken onderscheidingstekens zijn voor de onderscheiden graden van:
a. Ridder Grootkruis:
1. het versiersel waarvan het kruis een diameter heeft van 60 millimeter, hangende aan het lint, opgemaakt in de vorm van een sjerp, die wordt gedragen van de rechterschouder naar de linkerheup.
Het lint voor mannen is 101 millimeter breed en voor vrouwen 68 millimeter breed;
2. de ster bestaande uit een blauw geëmailleerd rond schild, omgeven door een wit geëmailleerde rand, beide met goud omlijst met een diameter van 48 millimeter, bevestigd op een achtpuntige, uit
achtenveertig stralen bestaande zilveren ster met een diameter van 85 millimeter. Op het schild staan afgebeeld de Leeuw en het omschrift, zoals omschreven in artikel 7, eerste lid, van de wet. Op de witte rand is aan de onderzijde een laurierkrans aangebracht. Voor militairen bevinden zich achter het schild twee schuin gekruiste zwaarden, zoals omschreven in artikel 7, tweede lid, van de wet. De ster wordt direct boven het middel gedragen op de linkerzijde van de kleding. De ster en het onder 1 bedoelde onderscheidingsteken worden uitsluitend tezamen gedragen;
3. het draagteken, zijnde het in rozetvorm opgemaakte lint waarachter een balk van goudgalon is bevestigd. Het geheel is bevestigd op een strik. Het draagteken wordt gedragen in plaats van de onder 1 en 2 genoemde onderscheidingstekens.
b. Grootofficier:
1. het versiersel waarvan het kruis een diameter heeft van 60 millimeter, hangende aan het lint, dat door mannen om de hals en door vrouwen opgemaakt in de vorm van een strik op borsthoogte op de
linkerzijde van de kleding wordt gedragen. Het lint voor mannen is 55 millimeter en voor vrouwen 37 millimeter breed;
2. de ster, bestaande uit het schild, zoals omschreven in onderdeel a, onder 2, bevestigd op een vierpuntige, uit achtenveertig stralen bestaande zilveren ster met een diameter van 85 millimeter. De ster wordt direct boven het middel gedragen op de linkerzijde van de kleding. De ster en het onder 1 bedoelde onderscheidingsteken worden uitsluitend tezamen gedragen;
3. het draagteken, zijnde het in rozetvorm opgemaakte lint, waarachter een balk van goudgalon aan de