RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2016-2017 IN DE GEMEENTE
Rijnwaarden
Plaats : Lobith
Gemeentenummer : 0196 Onderzoeksnummer : 292418 Datum onderzoek : 10 april 2017
VOORWOORD . . . 5
1 INLEIDING . . . 6
2 VVE IN DE GEMEENTE RIJNWAARDEN . . . 8
3 CONCLUSIES. . . 19
4 REACTIE VAN DE GEMEENTE. . . 20
INHOUDSOPGAVE
De Inspectie van het Onderwijs houdt toezicht op voor- en vroegschoolse educatie (vve). In dit kader hebben alle gemeenten die middelen ontvangen voor het onderwijsachterstandenbeleid (OAB) eind december 2016 een vragenlijst ontvangen.
Bij een steekproef van gemeenten voeren wij een nader onderzoek uit waarbij we gegevens verzamelen over het gemeentelijk beleid op het terrein van de voor- en vroegschoolse educatie (vve) ten behoeve van de jaarlijkse rapportage
"De staat van het onderwijs". De gemeente Rijnwaarden is opgenomen in deze steekproef.
Dit rapport beschrijft in hoeverre de gemeente Rijnwaarden in 2016-2017 voldoet aan de eisen ten aanzien van vve en welke ontwikkelingen de afgelopen jaren hebben plaatsgevonden.
De hoofdinspecteur primair onderwijs en speciaal onderwijs, Dr. A. Jonk
VOORWOORD
Dit rapport is het verslag van een onderzoek van de Inspectie van het Onderwijs naar het gemeentelijke beleid ten aanzien van voor- en vroegschoolse educatie (vve) in de gemeente Rijnwaarden in 2016-2017.
De aanleiding van het onderzoek is een stelselonderzoek waarbij we bij een steekproef van gemeenten gegevens verzamelen over het gemeentelijk beleid op het terrein van de voor- en vroegschoolse educatie (vve) ten behoeve van de jaarlijkse rapportage "De staat van het onderwijs".
De basis van het onderzoek is een gesprek met betrokkenen van de gemeente, de door de gemeente ingevulde vragenlijst, de toelichting daarop en de
aangeleverde relevante beleidsdocumenten. Vervolgens hebben wij de eisen met betrekking tot het vve-beleid beoordeeld en de ontwikkelingen in de afgelopen jaren in beeld gebracht.
Het onderzoek bestond uit de volgende activiteiten:
• Een gesprek met de betrokken beleidsambtenaar over het vve-beleid van de gemeente.
• Analyse van aanvullend opgevraagde informatie in relevante beleidsdocumenten van de gemeente.
• Intern overleg met het team Kinderopvang over GGD-toezicht in de gemeente.
• Beoordeling van vve-beleid van de gemeente.
Als basis voor de beoordeling gelden de beoordelingscriteria toezichtkader voor- en vroegschoolse educatie voor gemeenten, zoals die te vinden zijn op:
https://www.onderwijsinspectie.nl/onderwijssectoren/voor-en-vroegschoolse- educatie/documenten/publicaties/2013/10/17/werkinstructie-toezichtkader- voor--en-vroegschoolse-educatie-gemeenten.
INLEIDING 1
Onderzoeksopzet
Toezichtkader
Hoofdstuk 2 geeft een beeld van het vve-beleid op gemeentelijk niveau. Daar wordt ingegaan op de ontwikkeling van de gemeente sinds de bestandsopname (paragraaf 2.1) en op de door de gemeente aangeleverde vve-documenten (paragraaf 2.2). Daarna geven wij in dit hoofdstuk een oordeel over het
gemeentelijke vve-beleid (paragraaf 2.3). Hoofdstuk 3 bevat de conclusies over het vve-beleid in de gemeente Rijnwaarden. In hoofdstuk 4 wordt de gemeente uitgenodigd kort te reflecteren op onze bevindingen.
Opbouw rapport
De gemeente Rijnwaarden heeft een digitale vragenlijst ingevuld. De digitale vragenlijst levert informatie over:
• wel of geen afspraken van de gemeente met de schoolbesturen en de houders over de doelgroepdefinitie, toeleiding, doorgaande lijn en resultaatafspraken;
• het bereik;
• de ontwikkelingen in het gemeentelijk vve-beleid;
• het aantal locaties met voorschoolse educatie en het aantal houders van deze locaties, het aantal goede locaties en het aantal risico-locaties.
De beoordeling van het gemeentelijke beleid is gebaseerd op de digitale vragenlijst, opgevraagde gemeentelijke beleidsdocumenten, eventuele aanvullende informatie en het gesprek met de gemeente (zie paragraaf 2.3).
Bij de beoordeling wordt gewerkt met een vierpuntsschaal:
1. Staat in de kinderschoenen: verbeteringen zijn dringend nodig.
Deze kwalificatie geeft aan dat echt iets verbeterd dient te worden.
2. Enigszins ontwikkeld: verbeteringen zijn nodig.
Deze kwalificatie geeft aan dat het wenselijk is dat iets verbeterd wordt.
3. Voldoende.
4. Goed ontwikkeld: een voorbeeld voor anderen.
Deze kwalificatie geeft aan dat dit aspect in orde is, en wel op een zodanige manier dat anderen hiervan kunnen leren.
De gemeente Rijnwaarden heeft sinds de vorige meting van de kwaliteit van vve (bestandsopname vve 2012) het gehele vve-beleid herzien. Het gehele vve- beleid is destijds tegen het licht gehouden en er zijn nieuwe afspraken gemaakt.
De gemeente zet sindsdien samen met de bij vve betrokken partners in op het vergroten van de kwaliteit van de aangeboden vve. Dit gebeurt vooral door het investeren in de scholing van de pedagogisch medewerkers en de leraren in de onderbouw van de (vroeg)scholen.
In de komende periode werkt de gemeente Rijnwaarden aan de totstandkoming van een nieuw vve-beleid. De aanleiding hiertoe is tweeledig. In de eerste plaats vraagt de harmonisatie van de peuterspeelzalen en de kinderopvang een nieuwe
VVE IN DE GEMEENTE RIJNWAARDEN 2
Ontwikkeling van vve in de gemeente Rijnwaarden sinds de bestandsopname
2.1
visie op samenwerking rond het jonge kind. In de tweede plaats vindt op 1 januari 2018 een herindeling plaats waarna de gemeente Rijnwaarden en de gemeente Zevenaar samen een nieuwe gemeente vormen.
Minder locaties met voorschoolse educatie
Tijdens de bestandsopname vve in 2012 waren er drie kinderdagverblijven en drie peuterspeelzalen met gesubsidieerde voorschoolse educatie. Dit aantal is gedaald. Op dit moment zijn er twee peuterspeelzalen met voorschoolse educatie, namelijk 't Pannertje en Huppelin (beide van Stichting Kinderopvang Humanitas) en één kinderdagverblijf met gesubsidieerde voorschoolse educatie, te weten ELMO-kinderopvang (ELMO-Kinderopvang).
• VVE in de gemeente Rijnwaarden. Afspraken n.a.v. het Inspectierapport 'De kwaliteit van VVE in de gemeente Rijnwaarden in 2012', Gemeente Rijnwaarden, 11-09-2013
• 'Overdrachtsformulier van voorschoolse voorziening naar basisschool', Gemeente Zevenaar en Rijnwaarden, december 2015
• Concept beleidsnotitie 'Harmonisatie Kinderopvang Peuterspeelzalen', februari 2017
• 'Kansen voor morgen'. Visiedocument Lokaal Onderwijsbeleid Rijnwaarden 2016-2018, juli 2017
• Subsidieregeling VVE Rijnwaarden 2013
• VVE verwijzingen 2016, gemeente Rijnwaarden
• Visiedocument 'De verbinding van onderwijs en jeugd in de Liemers', november 2015
• Visiedocument 'Ouderbetrokkenheid: 1+1=3' OOGO De Liemers, november 2015
• Uitnodiging bijeenkomst ouderbetrokkenheid, Marant interstudie
• ELMO-kinderopvang, Algemeen Pedagogisch Beleid
In deze paragraaf geven wij onze bevindingen over het gemeentelijke vve- beleid. Per domein is beschreven op welke punten wij het gemeentelijk beleid en de uitvoering als voldoende (‘3’) beoordelen, waar nog verbeterpunten worden gezien, zowel zonder afspraken (‘2’) als met afpraken (‘1’) en op welke punten wij de gemeente als een voorbeeld voor anderen zien (‘4’).
Lijst met de vve-documenten die de gemeente Rijnwaarden heeft aangeleverd
2.2
Het gemeentelijk vve-beleid 2.3
Wij baseren onze bevindingen op de uitkomsten van de verificatie van de digitale vragenlijst, documentenanalyse en gesprekken met een
vertegenwoordiger van de gemeente. Waar de bevindingen van de inspectie afwijken van het beeld uit de digitale vragenlijst van de gemeente wordt dit vermeld en onderbouwd.
Wij publiceren jaarlijks ook een oordeel over het toezicht dat door de gemeenten op de kinderopvang en peuterspeelzalen wordt uitgevoerd. Voor meer informatie hierover ziewww.onderwijsinspectie.nl/onderwijs/Kinderopvang.
Toelichting:
’1’ Verbeterpunten met een afspraak
Er zijn geen verbeterpunten geconstateerd. Dit betekent dat de gemeente Rijnwaarden op alle onderzochte onderdelen voldoet aan de wettelijke eisen vve.
’2’ Verbeterpunten
Op twee onderdelen zien wij mogelijkheden voor verbetering, te weten de interne kwaliteitszorg (1a7) en de resultaatafspraken (1a9).
HET GEMEENTELIJK VVE-BELEID 1 2 3 4
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
• 1A1 Definitie doelgroepkind
1A2 Bereik 1A3 Toeleiding
1A4 Ouders
1A5 Integraal vve-programma 1A6 Externe zorg
1A7 Interne kwaliteitszorg van de voor- en vroegscholen 1A8 Doorgaande lijn
1A9 Resultaten
1B Vve-coördinatie op gemeentelijk niveau
1C Systematische evaluatie en verbetering van vve op gemeentelijk niveau
DE VVE-CONDITIES 1 2 3 4
•
• 2A GGD-rapport
2B Gemeentelijk subsidiekader
1a7. Interne kwaliteitszorg voor- en vroegscholen
In de subsidieregeling staat dat de houders moeten meewerken aan het ontwikkelen, registreren, meten en leveren van informatie ten behoeve van beleid en verantwoording.
De houders leveren deze informatie aan via de jaarlijkse
subsidieverantwoording. Hierin geeft de houder onder andere aan wat het gerealiseerde bereik is en welke scholingen gevolgd zijn door de pedagogisch medewerkers. Ook stuurt de houder het pedagogisch beleidsplan naar de gemeente. Met deze verantwoording krijgt de gemeente deels zicht op de geleverde kwaliteit van de voorschoolse educatie.
De gemeente heeft nog geen aanvullende afspraken met de vve-instellingen over de wijze waarop ze hun eigen kwaliteit evalueren, verbeteren en borgen.
Hier liggen mogelijkheden voor verbetering. De gemeente kan, bijvoorbeeld in de subsidievoorwaarden, duidelijker aangeven wat ze ten aanzien van de
kwaliteitszorg van de houders verwacht. Mogelijkheden zijn de houder te vragen om jaarlijks niet alleen het pedagogisch handelen te evalueren, maar ook de educatieve kwaliteit, het aanbod, de zorg- en begeleiding en de doorgaande lijn te evalueren en hierover verantwoording af te leggen aan de gemeente.
1a9. Resultaatafspraken
In de gemeente Rijnwaarden zijn in 2013 afspraken gemaakt tussen de gemeente en de schoolbesturen over de resultaten van de vroegschoolse educatie. De scholen gebruiken een leerlingvolgsysteem en toetsen om de voortgang in de ontwikkeling van de kinderen in kaart te brengen. Er zijn afspraken gemaakt met de schoolbesturen over het aanleveren van deze gegevens bij de gemeente.
De resultaatafspraak luidt:
'Het einddoel is dat 80% van de kinderen die gebruik hebben gemaakt van vve, de doelgroepkinderen, aan het eind van groep 2 in categorie C (of 3) of hoger moeten vallen van het leerlingvolgsysteem'.
Er is een resultaatafspraak gemaakt. Echter, in de praktijk wordt op dit moment aan deze resultaatafspraak geen uitvoering gegeven. Hiermee bedoelen we dat de schoolbesturen de betreffende gegevens niet zelf aanleveren en dat de gemeente hier niet om vraagt. De reden hiervoor is dat de voorscholen en de basisscholen aan het eind van dit schooljaar overstappen op een nieuw
kindvolgsysteem. Het is de bedoeling dat met de schoolbesturen vervolgens nieuwe resultaatafspraken worden gemaakt over de voortgang in de brede ontwikkeling van de kinderen.
Doordat op dit moment niet in beeld wordt gebracht wat de resultaten zijn van de vroegschoolse educatie (en niet van de voorschoolse educatie) is dit een verbeterpunt voor de gemeente.
‘3’ Voldoende 1a2. Bereik
De gemeente heeft sinds de bestandsopname ingezet op het verhogen van het bereik van de doelgroeppeuters. Elke voor- en vroegschool brengt elk half jaar in beeld hoeveel doelgroepkinderen er zijn. Het formulier dat is ontwikkeld om deze informatie aan te leveren bij de gemeente heet de doelgroepfoto.
Bij het bereik maken we een onderscheid tussen het aanbod en het gerealiseerde bereik.
Het aanbod is voldoende
Volgens de gegevens van de inspectie (afkomstig van DUO) waren er in de gemeente Rijnwaarden op 1 oktober 2009 in totaal 23 leerlingen van 4 en 5 jaar met een leerlinggewicht. Wij verwachten daarom dat er een aanbod wordt gerealiseerd voor 75% van de 4- en 5-jarigen in de gemeente. Dit zijn 17 peuters waarvoor een aanbod voorschoolse educatie moet worden gecreëerd.
De gemeente realiseerde in zowel 2015 als 2016 in totaal 35 voorschoolse plaatsen (31 op de peuterspeelzalen en 4 op het kinderdagverblijf). Hiermee is het aanbod voldoende.
De gemeente bereikt doelgroeppeuters in verschillende mate
Zoals hiervoor beschreven, heeft de gemeente in totaal 35 vve-plaatsen gerealiseerd.
De gemeente Rijnwaarden geeft in de vragenlijst aan dat er, op grond van de eigen doelgroepdefinitie, op 1 oktober 2015 in totaal 13 doelgroeppeuters waren en op 1 oktober 2016 in totaal 6. Er zijn dus meer plaatsen dan
doelgroeppeuters.
Echter, het aantal doelgroeppeuters dat daadwerkelijk gebruik maakte van een aanbod van voorschoolse educatie bedroeg op 1 oktober 2015 13 en op 1 oktober 2016 4. Het gerealiseerde bereik ligt daarmee in 2015 op 100% (13 van de 13 doelgroeppeuters worden bereikt) en is een voorbeeld voor anderen. In 2016 ligt het bereik lager, namelijk op 66% (4 van de 6 doelgroeppeuters worden bereikt). De gemeente weet welke kinderen niet hebben deelgenomen en wat de reden is voor niet-deelname. Een van de redenen is dat kinderen ook naar een ander kinderdagverblijf in de gemeente kunnen gaan dat geen
voorschoolse educatie aanbiedt. De harmonisatie biedt mogelijk
aanknopingspunten om alle doelgroeppeuters te bereiken, namelijk indien alle voorscholen dan voorschoolse educatie gaan aanbieden.
Als gevolg van de krimp in de gemeente neemt het aantal doelgroeppeuters, volgens de eigen doelgroepdefinitie, af. Als de aantallen inderdaad beperkt blijven, zou de gemeente zich kunnen herbezinnen op de doelgroepdefinitie in de gemeente. Mogelijk zijn er nog meer peuters met een risico op een
achterstand die nu niet bereikt worden.
1a4. Ouderbeleid
Na de bestandsopname heeft de gemeente ingezet op het versterken van het ouderbeleid. Er zijn drie doelen geformuleerd:
1. ondersteunen van ouders bij de opvoeding en ontwikkeling van het kind;
2. participatie van ouders bij activiteiten in en om de voorziening / school;
3. ouders zijn adequaat geïnformeerd over vve en de ontwikkeling van het kind.
Om deze drie doelen te bereiken heeft de gemeente met de partners in de gemeente verschillende afspraken gemaakt. Voorbeelden hiervan zijn:
• de gemeente en het consultatiebureau verstrekken informatie over vve aan ouders;
• de pedagogisch medewerkers van de voorscholen betrekken ouders actief bij de vve-activiteiten en informeren de ouders over de ontwikkeling van hun kind;
• de partners ontwikkelen samen een aanpak voor informele ouderparticipatie.
Het tweede punt staat opgenomen in de subsidieregeling vve. Het derde punt wordt opgepakt door de vve-coördinatoren. De vve-coördinator op elke voor- en vroegschool heeft als taak het ouderbeleidsplan te schrijven en te zorgen voor de uitvoering daarvan.
De gemeente en de partners hebben het formuleren van een ouderbeleidsplan en het afstemmen van het aanbod en de activiteiten op de kenmerken van de populatie gedelegeerd naar de locaties. Daarnaast faciliteert de gemeente bijeenkomsten over het thema ouderbetrokkenheid waarbij pedagogisch medewerkers en leraren worden gestimuleerd om van elkaar te leren.
1a6. Externe zorg
Binnen het samenwerkingsverband 'De Liemers' is een samenwerkingsagenda zorg en jeugd opgesteld. Voor de leeftijd 0-6 jaar zijn er drie speerpunten:
1. Kinderen kennen als ze naar school gaan.
2. Samenwerking consultatiebureau, peuterzaal, kinderopvang, onderbouw onderwijs.
3. Doorgaande inhoudelijke lijnen voor - en vroegschools.
De gemeente geeft aan dat er goede contacten zijn met het sociaal team en dat de lijntjes kort zijn. In het sociaal team hebben onder andere jeugdartsen, jeugdconsulenten en de jeugdbescherming zitting. Elke week is er een spreekuur van het sociaal team op elke voorschool en/of school (al dan niet in een
integraal kindcentrum) in de gemeente. In elk van de vijf kernen in de
gemeente is dit het geval. Zo ontstaat een toegankelijk systeem en maakt het contacten tussen de hulpverleners, de ouders, de voorscholen en de scholen eenvoudiger. Er zijn geen wachtlijsten.
1c. Systematische evaluatie en verbetering vve op gemeentelijk niveau
De gemeente Rijnwaarden evalueert jaarlijks het eigen vve-beleid waar het de wettelijke eisen betreft. Dit betekent dat de gemeente elk jaar de
doelgroepdefinitie, het bereik, de toeleiding, de doorgaande lijn, de warme overdracht en de resultaten evalueert. Andere onderdelen van het vve-
beleid staan onder andere op de agenda van het LEA-overleg, maar worden niet structureel geëvalueerd. De uitkomsten resulteren bovendien niet jaarlijks in een rapportage. Dit is een punt van aandacht. Tegelijkertijd zien we dat de gemeente het vve-beleid bijstelt en de locaties faciliteert om de kwaliteit van de pedagogisch medewerkers te verbeteren. Bij beide ontwikkelingen betrekt de gemeente ook externe deskundigheid.
2a. De gemeente heeft geregeld dat de GGD de basiskwaliteit van de voorscholen beoordeelt
De gemeente heeft geregeld dat alle voorscholen jaarlijks door de GGD
beoordeeld worden. Het betreft hier de basisvoorwaarden voorschoolse educatie.
De gemeente heeft geen aanvullende eisen gesteld.
2b. Er is een gemeentelijk vve-subsidiekader
De gemeente Rijnwaarden beschikt over een subsidieregeling vve. Hierin staan de subsidiabele activiteiten en de aanvullende verplichtingen.
‘4’ Voorbeeld voor anderen
Wij beoordelen vijf onderdelen als voorbeeld voor anderen.
1a1. Doelgroepdefinitie
De gemeente Rijnwaarden heeft in de beleidsnotitie vve de gemeentelijke doelgroepdefinitie vastgelegd. De doelgroep voor voorschoolse educatie bestaat uit die kinderen tussen de twee en zes jaar waarbij:
a. daadwerkelijke (risico's op) achterstanden zijn gemeten in de omgevingsanalyse door het consultatiebureau;
b. sociaal-emotionele factoren aanwezig zijn die het risico op een achterstand vergroten;
c. vve de best passende interventie is.
Daarnaast geeft de gemeente de voorschoolse voorzieningen de mogelijkheid om peuters aan te melden voor voorschoolse educatie (via het
consultatiebureau). Hiermee houdt de gemeente rekening met de werkelijke achterstand van peuters, zodat zij ook in aanmerking kunnen komen voor voorschoolse educatie. Impliciet is deze mogelijkheid opgenomen in de subsidieregeling. Daar staat dat het signaleren en toeleiden van doelgroeppeuters een subsidiabele activiteit is. De gemeente zou deze mogelijkheid ook kunnen toevoegen aan de doelgroepdefinitie.
1a3. Toeleiding
In de gemeente Rijnwaarden zijn afspraken gemaakt met het consultatiebureau over de toeleiding naar voorschoolse educatie. Alle peuters brengen een bezoek aan het consultatiebureau en waar nodig geeft het consultatiebureau een vve- indicatie af. Daarbij maakt het consultatiebureau gebruik van de
'omgevingsanalyse'. De ouders en de peuter krijgen een verwijzing naar de peuterspeelzaal. Indien de verwijzing niet wordt opgepakt, neem het
consultatiebureau contact op met de ouders. Heeft dit niet het gewenste
resultaat, dan volgt er een gesprek van het consultatiebureau met de ouders en het sociaal team. Tevens vinden er huisbezoeken plaats. Op deze manier probeert men ouders te motiveren hun kind aan te melden voor voorschoolse educatie. Dit proces is beschreven in het document 'Verwijzing en
terugkoppeling van consultatiebureau naar voorschoolse voorziening'.
Voor de registratie en het volgen van de doelgroepkinderen maken de voorscholen gebruik van gezamenlijk opgestelde formulieren:
• Verwijsformulier naar peuterspeelzaal en/of kinderdagverblijf;
• Antwoordformulier ten behoeve van consultatiebureau;
• Aanmeldformulier vve-groep en;
• Overdrachtsformulier vve-groep en handelingsbijlage voor overdracht.
De gemeente heeft zicht op het non-bereik. Het consultatiebureau brengt dit in kaart. Jaarlijks evalueert en verfijnt de vve-werkgroep de werkwijze rond de toeleiding (in het overleg van de Lokale Educatieve Agenda).
1a5. Integraal vve-programma
De gemeente Rijnwaarden schrijft in de subsidieregeling voor dat een voorschool een landelijk erkend vve-programma dient te gebruiken uit de databank Effectieve Jeugdinterventies. Tevens is aangegeven dat
ondersteunende vve-activiteiten, zoals observatie en screening, signalering en toeleiding van doelgroepkinderen en een volgsysteem subsidiabele activiteiten zijn.
De gemeente, houders van de voorscholen en de schoolbesturen hebben recent afgesproken dat ze allemaal met hetzelfde kindvolgsysteem gaan werken. De pedagogisch medewerkers en de leraren van de onderbouw krijgen de hiervoor noodzakelijke scholing. Tevens is erin voorzien dat zij enkele gezamenlijke scholingsmomenten hebben, om onderlinge uitwisseling en kennisdeling te bevorderen.
1a8. Doorgaande lijn
In de gemeente Rijnwaarden gebruiken de voor- en vroegscholen bij de
overdracht een formulier. Naast de kindgegevens bevat dit formulier informatie over de sociaal-emotionele ontwikkeling, de taal-spraakontwikkeling, de motorische ontwikkeling, stimulerende en belemmerende factoren. Tevens is een toelichting ontwikkeld voor de pedagogisch medewerkers van de
voorschoolse voorzieningen met onder andere tips voor gesprekken met
ouders. Bovendien is er een protocol opgesteld voor een zorgvuldige overdracht van de gegevens in het kader van de Wet Persoonsregistratie.
In de subsidieregeling staat dat de voorscholen verplicht zijn om
doelgroepkinderen warm over te dragen. Dit houdt in dat de overdracht naar een andere groep of naar de basisschool plaatsvindt via een gesprek met de huidige pedagogisch medewerker, de nieuwe pedagogisch medewerker of de basisschool en de ouders van het kind. Als er zorgen zijn over een kind, vindt er overleg plaats tussen de betrokken partijen.
In 2016 zijn op alle voor- en vroegscholen vve-contactpersonen aangesteld. Zij hebben als taak om de overdracht goed te laten verlopen, deze te monitoren en de voortgang te bewaken. Deze persoon is tevens het aanspreekpunt voor ouders.
Om de doorgaande lijn van de voor- naar de vroegscholen te versterken, volgen de pedagogisch medewerkers en de leraren waar mogelijk in de eerste plaats gezamenlijke cursussen waarin het pedagogisch en educatief handelen centraal staat. Een voorbeeld hiervan is de gezamenlijke training van het
kindvolgsysteem. Ten tweede maakt de overleggroep vve afspraken over de afstemming van het aanbod van voor- en vroegscholen. Ten derde volgen zij samen een traject om de ouderbetrokkenheid te versterken.
1b. Vve-coördinatie op gemeentelijk niveau
Binnen de gemeente Rijnwaarden zijn verschillende overleggen rond het jonge kind. Voorbeelden zijn de overleggroep vve, het overleg over de implementatie van het opleidingstraject, de LEA Rijnwaarden en het sociaal team
netwerkoverleg. In de overleggroep vve participeren de schoolbesturen, de houders, de Jeugdgezondheidszorg, de bibliotheek en de gemeente. Daarnaast vindt elke drie maanden overleg plaats met de vve-coördinatoren en het
samenwerkingsverband. Ook vindt periodiek overleg plaats tussen de jeugdarts, de jeugdverpleegkundigen en het sociaal team. De gemeente coördineert de totstandkoming van het vve-beleid in samenwerking met bovengenoemde partners. Tevens investeert de gemeente in een continue kwaliteitsverbetering van voorschoolse educatie binnen de gemeente en de doorgaande lijn met de vroegschoolse educatie. Dit is een voorbeeld voor anderen.
De inspectie heeft op het niveau van de gemeente de kwaliteit van de voor- en vroegschoolse educatie in de gemeente Rijnwaarden beoordeeld.
De oordelen zijn gebaseerd op de antwoorden op de vragenlijst. De antwoorden van de gemeente zijn geverifieerd in gesprekken en aan de hand van separaat beschikbaar gestelde beleidsdocumenten.
Conclusies gemeentelijk vve-beleid
De gemeente Rijnwaarden heeft samen met de houders van de kinderopvang en peuterspeelzalen, de schoolbesturen en het consultatiebureau sinds 2012 veel stappen gezet om het vve-beleid te versterken. Uit de oordelen blijkt dat de gemeente nu volledig voldoet aan de wettelijke eisen en dat er een beperkt aantal verbeterpunten is. Ook zijn er meerdere voldoende oordelen en
voorbeelden voor anderen. De voorgenomen harmonisatie van peuterspeelzalen en kinderdagverblijven kan opnieuw zorgen voor een verdere versteviging van het vve-beleid in de gemeente. Dat geldt ook voor de gemeentelijke herindeling met de gemeente Zevenaar per 1 januari 2018.
Verbeterpunten
• 1a7. Interne kwaliteitszorg voor- en vroegscholen
• 1a9. Resultaatafspraken Voldoende oordelen
• 1a2. Bereik
• 1a4. Ouderbeleid
• 1a6. Externe zorg
• 1c. Systematische evaluatie en verbetering van vve op gemeentelijk niveau
• 2a. De gemeente heeft geregeld dat de GGD de basiskwaliteit van de voorscholen beoordeelt
• 2b. Er is een gemeentelijk vve-subsidiekader Voorbeelden voor anderen
• 1a1. Doelgroepdefinitie
• 1a3. Toeleiding
• 1a5. Integraal vve-programma
• 1a8. Doorgaande lijn
• 1b. Vve-coördinatie op gemeentelijk niveau
CONCLUSIES
3
Dit rapport beschrijft de oordelen van de inspectie over de kwaliteit van de voor- en vroegschoolse educatie in gemeente Rijnwaarden.
Daarnaast hebben wij de gemeente gevraagd haar eigen kwaliteit te beoordelen en dat samen met de oordelen van de inspectie te vertalen naar de
ontwikkelingsrichting van het vve-beleid. Hieronder geeft de gemeente haar reactie:
Algemene reactie gemeente
Gemeente Rijnwaarden herkent zich in dit rapport. Rijnwaarden investeert stevig in de kwaliteit van de voor- en vroegschoolse educatie in de gemeente en ziet de opbrengsten hiervan goed terug in dit rapport.
Naar aanleiding van de aangegeven verbeterpunten, geven wij hieronder onze reactie.
Verbeterpunt Interne kwaliteitszorg voor- en vroegscholen Reactie gemeente
We zijn op dit moment bezig met de harmonisatie van de kinderdagopvang- en peuterspeelzalen. We zullen als gevolg van deze harmonisatie nieuwe afspraken maken met de voor- en vroegscholen. Hierbij zal afspraken over de manier waarop de vve instellingen hun eigen kwaliteit evalueren, meegenomen worden (in beleidsregels en subsidiebeschikkingen).
Verbeterpunt Resultaatafspraken Reactie gemeente
De gemeente, kinderdagopvang- en peuterspeelzaalorganisaties hebben ervoor gekozen om een nieuw leerlingvolgsysteem te hanteren in zowel de voor- en vroegschool, namelijk het instrument Kijk. De resultaatafspraak die een paar jaar terug gemaakt is, is daarmee komen te vervallen, aangezien hierbij uitgegaan wordt van een ander leerlingvolgsysteem. De pedagogisch
medewerkers en docenten volgen momenteel een training om dit instrument te kunnen toepassen. Dit instrument is een werkwijze waarmee professionals in scholen en de kinderopvang:
• de ontwikkeling van kinderen van 0 t/m 8 jaar in kaart brengen,
• een daarop afgestemd aanbod ontwerpen,
• en monitoren wat het effect daarvan is op de ontwikkeling van de kinderen.
REACTIE VAN DE GEMEENTE
4
Op deze manier wordt in beeld gebracht wat de resultaten zijn van de inzet van voor- en vroegschoolse educatie. De resultaten van de voor- en vroegschoolse educatie kunnen met behulp van het systeem Kijk met name op individueel kindniveau worden gemeten.
