• No results found

Bijlage bij het verslag van “het Gesprek” Beweeg- en Sportvisie 30 augustus 2017 Inleiding 5 juli j.l. heeft de gemeenteraad de Beweeg-

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Bijlage bij het verslag van “het Gesprek” Beweeg- en Sportvisie 30 augustus 2017 Inleiding 5 juli j.l. heeft de gemeenteraad de Beweeg-"

Copied!
15
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

1

Bijlage bij het verslag van “het Gesprek” Beweeg- en Sportvisie

30 augustus 2017

Inleiding

5 juli j.l. heeft de gemeenteraad de Beweeg- en sportvisie besproken tijdens het “Gesprek”.

Vanwege vele insprekers is de gemeenteraad onvoldoende in staat geweest om alle vragen te stellen en hebben de wethouders Struik en Boland onvoldoende tijd gehad om de gestelde vragen te beantwoorden. Vandaar is er een tweede “Gesprek” ingepland op 6 september. Ter voorbereiding op het tweede “Gesprek” ontvangt u hierbij reeds antwoord op de gestelde vragen (schuin gedrukte teksten), zowel van de raadsleden die aan het woord zijn geweest als de vragen van de insprekers.

Voor de duidelijkheid schetsen we hieronder nog kort het proces van visie naar uitwerking naar uitvoering waarvan het vaststellen van de visie de eerste stap is.

Het voorliggende document is de Beweeg- en sportvisie 2017-2021. Vanuit de fusie is een situatie ontstaan met veel diversiteit. Voorbeelden hiervan zijn:

- De huurtarieven welke in de ene kern worden gehanteerd wijken qua berekening af van de wijze waarop in de andere kernen de huurtarieven worden berekend;

- De beheervormen lopen sterk uiteen. In één kern is een beheerstichting, in de andere kern verricht de gemeente onderhoudstaken en in een andere kern ontvangen verenigingen een vergoeding waarbij zij de werkzaamheden moeten uitvoeren;

- In de ene kern worden buurtsportcoaches ingezet voor beweeg- en

sportstimuleringsprojecten, in een andere kernzijn nog geen buurtsportcoaches.

Tijdens de participatiebijeenkomsten hebben externe partijen aangegeven dat zij daadkracht wensen vanuit de gemeente. Er is behoefte aan duidelijkheid en richting. Hoe wenst de gemeente om te gaan met sport en bewegen binnen Gooise Meren? Met deze visie wenst het college een stip op de horizon te zetten en de ontstane diversiteit om te buigen naar eenduidigheid en transparantie.

Wanneer de principiële keuzes in de visie zijn vastgesteld wordt een Uitvoeringsnota opgesteld.

Hierin worden de doelstellingen geconcretiseerd naar maatregelen, resultaten en financiën. De titel uitvoeringsprogramma of –plan was wellicht een betere term geweest voor dit document,

aangezien het inzichtelijk maakt welke projecten de komende vier jaar opgepakt gaan worden en welke resultaten we hiermee wensen te bewerkstelligen. Aangezien we van begin af aan gesproken hebben over een uitvoeringsnota hebben we deze term gehandhaafd.

Ter verduidelijking schetsen we u een voorbeeld:

In de visie is de doelstelling opgenomen: De gemeente hanteert een transparant en eenduidig tarievenbeleid voor sportaccommodaties gebaseerd op kostprijs gerelateerde tarieven.

In de uitvoeringsnota komt dan te staan:

Maatregelen:

- Uitvoeren van kostprijs onderzoek;

- Berekening scenario’s passend bij kostprijs gerelateerde tarieven;

- Uitvoeren participatietraject betrokken (sport)verenigingen Resultaat: Tarievenbeleid sportaccommodaties Gooise Meren.

Tijdsplanning: Vaststelling kwartaal 2, 2018.

Financiën: Uitvoering door afdeling Mens en Omgeving, reguliere kosten personeel.

Het college zal de gemeenteraad uiteraard over de voortgang en uitkomsten informeren. Wanneer bij de uitvoering van de visie financiële knelpunten naar voren komen zal het college dit aan de gemeenteraad voorleggen.

(2)

2

Vragen vanuit de gemeenteraad

Algemeen

Welke koers wil dit college voeren wat betreft het sportbeleid. Laissez-faire (ook private partijen), of hands-on en sturen? (PvdA)

Deze visie, met daarin richtlijnen en doelen die aangeven hoe we als gemeente in de toekomst om willen gaan met sport en bewegen in deze gemeente, geeft aan waar we een actieve en waar een minder actieve rol wensen. De basis wens is om eenduidig en transparant beleid te gaan voeren ten aanzien van sport en bewegen. Wel moeten we ons ervan bewust zijn dat sport geen wettelijk kader kent vanuit de overheid. Met private partijen met initiatieven passend bij de uitgangspunten in deze visie gaan we graag in gesprek.

Dhr. Struik geeft zojuist aan dat het beweeg- en zwemonderwijs uit de visie zijn gehaald omdat de gesprekken met de scholen nog gaande zijn. Deze onderwerpen horen eigenlijk wel in de visie thuis.

Wat betekent dit nu? Worden ze er later weer aan toegevoegd? (CDA)

Er zal een aparte notitie worden opgesteld ten aanzien van deze onderwerpen in samenhang met de materiele en financiële gelijkstelling onderwijs. Deze notitie wordt voor het einde van 2017 aan de raad aangeboden. Zowel het gemeentelijk onderwijsbeleid als het gemeentelijk sportbeleid zijn hierbij van toepassing. De uitwerking van gemaakte keuzes kan waar relevant meegenomen worden in de uitvoeringsnota.

Mist inzicht vanuit een financiële paragraaf. Lastig om nu op de visie ja of nee te zeggen, terwijl de uitvoeringsnota nog in de maak is en we ook niet vanuit een financiële paragraaf kunnen meekijken.

(CDA)

Mis financieel overzicht. (VVD)

Jammer dat de uitvoeringsnota er niet bij zit, want je weet nu niet wat de consequenties zijn van onze keuze. De uitvoeringsnota is een bevoegdheid van het college, dus wij krijgen die niet meer te zien. Lastig dat wij nu dan een beslissing moeten maken, terwijl we de consequenties van kunnen overzien. (GL)

Het college heeft, vanwege de diversiteit die door de fusie is ontstaan en de vele belangen die spelen, de keuze gemaakt om eerst de stip op de horizon te willen zetten. Het uitgangspunt hierbij is een

eenduidige en transparante visie die helderheid geeft ten aanzien van de rol die de gemeente de komende jaren heeft voor de sport in deze gemeente. We willen voorkomen dat er een discussie wordt gevoerd over specifieke gevolgen of individuele belangen van één specifieke vereniging zonder eerst overeenstemming te hebben over het algemene beleid. Wij zijn van mening dat de visie die nu voorligt en het proces van afstemming, wat we vervolgens zullen lopen met de verenigingen, duidelijk het belang weergeeft dat de gemeente hecht aan de sportverenigingen en voldoende waarborgen biedt voor de continuïteit van de georganiseerde sport in Gooise Meren.

Zoals de visie nu is opgesteld is de verwachting dat er in de eerste 2 jaren geen extra financiering benodigd is voor het realiseren van de ambities en doelstellingen, buiten de reeds toegezegde bijdrage voor de inzet van buurtsportcoaches.

Op welke manier gaat worden geëvalueerd hoe de dienstverlener de gemeente ontzorgt? En of dat naar tevredenheid gebeurd. Welke criteria zijn daarvoor op gesteld? Of zijn dat lange termijn contracten? (VVD)

Deze vraag betreft het extern beleggen van taken die eventueel ook door de gemeente uitgevoerd zouden kunnen worden. Dit kan door subsidieafspraken te maken of door contracten te sluiten. In beide gevallen is sprake van prestatie afspraken die ofwel via de subsidieverantwoording ofwel via

contractbeheer worden gemonitord gedurende de looptijd. In het algemeen worden beleidskeuzes in elk

(3)

3

geval geëvalueerd als de beleidsvisie wordt geactualiseerd. Afspraken in de sfeer van beheer en onderhoud van accommodaties of coördinerende taken worden over het algemeen meerjarig gemaakt, ook ten behoeve van de continuïteit voor de gebruikers en voor het betrokken personeel.

Beweeg- en sportstimuleringsbeleid

Beweegtuinen heel interessant, kunnen wij daar als politiek meer voor betekenen? (50PLUS) Binnen het beweeg- en sportstimuleringsbeleid is de doelstelling opgenomen: De gemeente streeft naar een procentuele toename van sport-/beweegdeelname door inwoners die benoemd zijn binnen één van de specifieke doelgroepen. Hierbinnen is de begeleiding van activiteiten in de beweegtuinen mogelijk.

Binnen de gemeente zijn reeds beweegtuinen aangelegd (Ceintuurbaan en De Veste). Voor nieuwe initiatieven worden omarmd zijn wij van mening dat gekeken dient te worden naar de bestaande beweegtuinen. Wanneer we, na de evaluatie, van mening zijn dat er extra/nieuwe beweegtuinen bij dienen te komen dan zal er een investeringsbudget moeten worden aangevraagd bij de raad. Bij de ontwikkeling van het beleid ten aanzien van de openbare ruimte, met name bij de bestemming groen en recreëren, dient de doelstelling om bewegen te stimuleren en dus recreanten uit te nodigen te bewegen te worden betrokken.

Wat zijn de voordelen van JOGG? (CDA)

GGD heeft apart veel projecten, waarom is JOGG dan ook nodig? (VVD)

JOGG is een landelijk project. Vanuit het sociaal domein is op regionaal niveau afgesproken om hier bij aan te sluiten. In de Beweeg- en Sportvisie wordt niet concreet gesproken over projecten, zoals JOGG. In de uitvoeringsnota kan JOGG worden opgenomen als maatregel om de volgende doelstelling te

bewerkstelligen: “De gemeente streeft naar een procentuele toename van sport-/beweegdeelname door inwoners die benoemd zijn binnen één van de specifieke doelgroepen.” In het geval van JOGG betreft het dan de jeugd van 0 t/m 18 jaar.

Wordt veel gesproken over kwetsbare, kansarme eventueel oudere mensen. Hoeveel is dat dan in verhouding tot de rest die kan/mag bewegen? (VVD)

Waarom beperken tot de huidige doelgroepen en waarom niet breder? (GL)

Aangezien we spreken over “onder andere” bij de concretisering van de kwetsbare groepen is het aantal niet specifiek te benoemen. Het gaat erom dat we gemeentelijke budgetten willen inzetten om:

- de sportinfrastructuur zo goed mogelijk en voor alle inwoners in te richten;

- jonge mensen te stimuleren te gaan bewegen en sporten en hen in de gelegenheid willen stellen te ondervinden wat zij leuk vinden en waar zij goed in zijn (jong geleerd is oud gedaan);

- we mensen die een barrière ervaren om te gaan sporten/bewegen stimuleren en ondersteunen (denk aan mensen met een beperking, gezondheidsproblemen, financiële problemen, etc.);

- mensen die (opnieuw) aansluiting zoeken bij de samenleving te stimuleren/ondersteunen om dat via sporten/bewegen te doen (denk aan mensen die willen re-integreren in het

arbeidsproces, nieuwe Nederlanders, etc.)

Een ieder die zelf in staat is om een keuze te maken welke sport hij/zij wil gaan doen, geen barrière ervaart (fysiek, mentaal, financieel) en zonder problemen weet waar en hoe hij/zij terecht kan komen bij een sportaanbieder heeft de ondersteuning of inmenging van de gemeente hierin niet nodig buiten de algemene sportinfrastructuur uit de eerste doelstelling.

Leegstand en dat ouderen meer bewegen vond ik interessant. Vindt u dat dit een rol is voor de gemeente of dat mensen zelf met een initiatief moeten komen en dan bij die verenigingen kunnen zeggen jullie hebben hier velden kunnen wij hier niet sporten? Kunnen dit soort dingen door overleg niet worden gebeuren? En voor ouderen… dat o.a. verzorgingscentra dit kunnen regelen. (VVD) Goede benutting van de capaciteit is een wens van de gemeente en is opgenomen in een doelstelling onder het kopje Sportinfrastructuur. Stimuleren van eenzame mensen, mensen met

gezondheidsklachten bijv. overgewicht is opgenomen in een doelstelling onder het kopje Beweeg- en

(4)

4

sportstimuleringsbeleid. De rol van de sportvereniging wordt erkend en herkend onder het kopje Beweeg- en sportstimuleringsbeleid.

Wij denken dat de huidige visie dit soort initiatieven juist mogelijk maakt. De gemeente ondersteunt het tot stand komen van verbindingen tussen sectoren door netwerkbijeenkomsten te organiseren en ondersteunt de toename van sport- en beweegaanbod voor kwetsbare doelgroepen door de inzet van buurtsportcoaches. Dus zowel in de totstandkoming als in de uitvoering ondersteunt de gemeente. Er zullen wel partijen moeten zijn die een dergelijk initiatief willen initiëren en organiseren. Met deze insteek wordt aangesloten bij het Sociaal Domein beleid en de wens om integraal te kijken naar thema’s als inclusie, armoede, leefstijl en daarbij ook sport en bewegen.

Bang dat de sociale aspecten van sport onderbelicht worden. (GL)

Sport draagt bij aan de ontwikkeling van sociale vaardigheden, aan het verkrijgen en onderhouden van een sociaal netwerk en aan de fysieke en mentale gezondheid. Dit is de reden dat de gemeente actief sportbeleid voert.

In de visie staat aangegeven dat momenteel 2 fte wordt ingezet binnen het onderwijs. Hoe rijmt het beroep van BUURTsportcoach met vakleerkracht? (PvdA)

Bsc onduidelijk. Overlap met bso’s waar veel voor kinderen wordt georganiseerd? Gymleerkracht:

waarom in Naarden bsc als vakleerkracht en Bussum en Muiden niet? Dat moet in ieder geval geharmoniseerd worden. (VVD)

Het onderwerp bewegingsonderwijs wordt betrokken in de notitie betreffende de materiele en financiële gelijkstelling onderwijs. De scholen zijn betrokken bij het opstellen van deze notitie, welke voor het einde van 2017 aan de raad aangeboden.

Sportinfrastructuur

Toegankelijkheid. Bijlage 4: van publiek naar privaat. In hoeverre gaat deze richting naar privaat botsen met de gemeentelijke wens van toegankelijkheid? (PvdA)

Kan toegankelijkheid geborgd worden door de gemeente? (PvdA)

Op dit moment worden de gemeentelijke sportaccommodaties verhuurd aan vaste gebruikers en zijn daardoor niet openbaar toegankelijk. In de praktijk blijkt dat clubs kinderen uit de wijk toestaan om op de sportaccommodatie te sporten/bewegen (gedoogd). De gemeente maakt over de gemeentelijke sportaccommodaties afspraken met de beheerpartijen. Wanneer het beheer in de toekomst zou worden overgedragen aan één of meerdere private partijen kan de gemeente richtlijnen meegeven ten aanzien de toegankelijkheid van de sportaccommodaties.

Is er een onderbouwing voor de keuze om kostprijs gerelateerd te gaan? (VVD)

Kostprijsgerelateerde tariefsysteem. Eenduidig en transparant, dit systeem laat de meeste

flexibiliteit toe staat. Bijlage 7: tarief ‘vast’ percentage--> staat tussen haakjes. Betekent dat het een vast percentage is of ook dat het ‘vaste’ percentage kan verschillen? (D66)

Proces noemen voor de exploitatie en tarieven. (PvdA)

Regels vanuit de EU en landelijke overheid dwingen gemeenten om steeds meer inzichtelijk te maken wat gemeentelijke accommodaties kosten en wat de gebruiker hier dan aan mee betaalt. In het kader van de Wet Markt en Overheid staat de druk ook op het inzichtelijk maken van de kosten voor

sportaccommodaties. Bij het vaststellen van een nieuw tarievenbeleid voor sportaccommodaties wil de gemeente eenduidig en transparant beleid. Dit om aan de gebruikers en burgers te kunnen uitleggen wat de richtlijnen zijn en hoe de berekening tot stand is gekomen.

Het proces:

- Kostprijs berekenen per sportaccommodatie (kapitaallasten, exploitatiekosten, materiaalkosten, personeelskosten, etc.).

(5)

5

- Berekenen welk percentage nu door de gebruiker wordt betaald d.m.v. huur. Na het berekenen van de kostprijzen van alle sportaccommodaties zal inzichtelijk worden dat de ene vereniging procentueel meer bijdraagt aan zijn accommodatie dan de andere vereniging.

- Controle en afstemming van de cijfers door en met de betrokken sportverenigingen.

- Berekenen van enkele scenario’s ten aanzien van het percentage dat de gemeente wenst te gaan invoeren. Er is dus niet een landelijk vaststaand percentage, de gemeente kan hier zelf een scenario in kiezen. T.z.t. zullen we u hier uitgebreid over informeren.

- Opstellen tarievenbeleid sportaccommodaties.

In de Uitvoeringsnota wordt dit als 1 van de eerste uitwerkingspunten opgenomen. Het streven is om uiterlijk in Q2 de resultaten van het onderzoek op te leveren.

Waarom duurzaamheid zo vaag en mager? (D66)

Omdat er separaat beleid wordt ontwikkeld door de gemeente op het gebied van duurzaamheid. Dit zal dan ook gaan gelden voor alle sportaccommodaties. Bij het aanpassen of renoveren van

accommodaties worden de mogelijkheden om de duurzaamheid te verbeteren altijd meegenomen en betrokken in de voorstellen aan de raad.

Wat is uw visie op de 2 zwembaden in Gooise Meren? (D66)

Zoals opgenomen is in de begroting 2017; “de gemeente kijkt in welke mate er efficiencyvoordelen te behalen zijn door de samenvoeging van Sportfondsen Naarden en Sportfondsen Bussum”. Dit wordt reeds met Sportfondsen Naarden, Bussum en Nederland uitgezocht. De uitkomsten van dit onderzoek worden betrokken bij de visie rondom het gewenste toekomstige zwembaden-aanbod in Gooise Meren.

De uitgangspunten vanuit de sport- en beweegvisie zullen mede het afwegingskader vormen voor de raad voor dit onderwerp.

Wie is er verantwoordelijk voor ongevallen op het veld? Als er iets gebeurt. Dus als burgers gebruik gaan maken van de velden. Is dat de vereniging of de gemeente? (Van Wees)

Aansprakelijkheid is in principe een privaatrechtelijke kwestie en het kan per casus verschillen wie aansprakelijk is; de eigenaar, gebruiker, veroorzaker of slachtoffer. Over het algemeen is dit een kwestie van afstemming tussen de betrokken verzekeringsmaatschappijen.

De gemeente Gooise Meren faciliteert haar verenigingen met een algemene verzekering voor iedereen die vrijwilligerswerk doet binnen de gemeente. Zie https://gooisemeren.nl/klacht-bezwaar-en-

beroep/aansprakelijkheid-bij-schade/

Muiden gaat verdubbelen, dus ledenaantallen ook. I.p.v. een uitvoeringsnota maar meteen overgaan tot uitvoering (en aanleg 4 hockeyvelden??). (Vlaanderen)

De visie geeft duidelijke richtlijnen ten aanzien van capaciteit, kwaliteit en spreiding. Vanzelfsprekend is er aandacht voor het benodigde voorzieningenniveau in Muiden door de ontwikkeling van de

Krijgsman, op alle gebieden dus ook sport. Dit in afstemming met bestaande instellingen en verenigingen.

(6)

6

Vragen BFC

Vraag 1

Kwetsbaarheid door inzet van vrijwilligers. Wij menen een duidelijke verschuiving te ontwaren van gemeentelijke verantwoordelijkheden naar de diverse sportverenigingen op het gebied van

ontwikkelen van sport- en beweegaanbod. Wij zien dat vooral veel wordt verwacht van betrokken en vitale sportorganisaties. BFC kan en wil zo’n rol vervullen. Graag brengen wij onder de aandacht dat het ontwikkelen van sport- en beweegaanbod investering vergt. BFC heeft bijvoorbeeld drie full- time medewerkers in dienst. Verder drijft BFC op onbetaald vrijwilligerswerk. Deze vrijwilligers spelen ons inziens een grote rol bij het ontwikkelen en vervolgens het uitvoeren van dit nieuwe sportaanbod. Op basis van ervaring, willen wij u attenderen dat de afhankelijkheid van vrijwilligers een grote kwetsbaarheid oplevert voor het succesvol opleveren van nieuw sport- en beweegaanbod via sportverenigingen. In de nota op pagina 18 onderkent u veranderingstrend op gebied van vrijwilligerswerk en stelt u concreet de vraag hoe sportclubs hiermee omgaan. Kunt u concreet ingaan op de vraag hoe u het aanbod van vrijwilligers denkt te vergroten en te verduurzamen en ook hoe de gemeente de sportclubs daarbij mogelijk gaat helpen?

Antwoord 1

In de Beweeg -en sportvisie erkent de gemeente de belangrijke rol die de verenigingen spelen in het opvoeden van kinderen, binden van inwoners en meegeven van normen en waarden. Tijdens het participatietraject is gebleken dat verenigingen zich geholpen voelen als de gemeente een rol pakt in het delen van kennis en verspreiden van informatie. In de visie is dan ook het organiseren van

netwerkbijeenkomsten en kennisdelingsbijeenkomsten als doelstelling opgenomen. De buurtsportcoach gaat hier dan uitvoering aan geven. Deze functionaris heeft naast het organiseren van beweegaanbod in de buurt, ook het bieden van verenigingsondersteuning als taak.

Vraag 2

Nieuw kostprijs gerelateerd tarief. De Beweeg- en Sportvisie spreekt duidelijk uit (pagina 24) om tot een eenduidig en transparant tarievenbeleid te komen. De gemeente maakt daarbij de keuze voor een kostprijs gerelateerd tarief. Vervolgens valt ons op dat bij het vaststellen van het nieuwe tarief ook gekeken wordt naar de bijdrage van de gemeente en dat gemeente mogelijkheid heeft om sturing te geven aan de tarieven door te kijken naar spankracht van de gebruiker. Deze bijstelling geeft heel veel ruimte om toch af te wijken van het na te streven eenduidige en transparante tarievenbeleid. Kunt u bevestigen dat streven blijft dat bijvoorbeeld twee

voetbalverenigingen met ieder vier kunstgrasvelden hetzelfde tarief gaan betalen? Als vervolgvraag hoe voorkomt de gemeente dat er toch verschillen ontstaan die via contributies op de leden wordt afgewenteld?

Antwoord 2

Eenduidigheid en transparantie zijn de uitgangspunten. Wij kunnen bevestigen dat het streven is om gelijke tarieven te hanteren voor gelijke sportaccommodaties. Door ook het proces ten aanzien van het berekenen van de nieuwe tarieven transparant te maken kunt u zelf meekijken. U bent de grootste belanghebbende. Wij hopen dan ook in goed overleg met u te komen tot nieuw tarievenbeleid voor de sportaccommodaties. Mochten afwijkingen nodig zijn zullen hiervoor relevante argumenten nodig zijn, welke transparant worden gedeeld.

Vraag 3

Traject van inzet van sportbuurtcoaches. De gemeente wil de doelen van het beweeg- en sportstimulering verwezenlijken door de inzet van sportbuurtcoaches. Uit gesprekken tijdens de talentenmarkt van MVO Gooise Meren maken wij op dat het werkgeverschap voor deze

buurtsportcoaches is verleend aan Sportfondsen B.V. In de verdere uitwerking van de ambities van

(7)

7

BFC in lijn met de ambities van uw visie is de ondersteuning van buurtsportcoaches onontbeerlijk.

Wij begrijpen dat vooralsnog de huidige combinatiefunctionarissen nog niet in het nieuwe

werkgebied als buurtsportcoaches aan de slag kunnen. Kunt u traject schetsen van daadwerkelijke inzet van buurtsportcoaches?

Antwoord 3

Het klopt dat het werkgeverschap van de buurtsportcoaches sinds 1 juli 2017 belegd is bij Sportfondsen Bussum B.V.. Het tweede half jaar van 2017 wordt genomen om te gaan kwartiermaken in Bussum en om de (succesvolle) huidige projecten voort te zetten. Aan de gemeenteraad is het voorstel gedaan om een budget toe te kennen voor de uitbreiding van het buurtsportcoachwerk. De gemeenteraad is bij de behandeling van de perspectiefnota 2018 akkoord gegaan met de verhoging van het budget ten behoeve van de inzet van 5,5 fte, groeiend naar circa 12 fte in Gooise Meren. Vanaf 1 januari 2018 zal gewerkt worden aan deze uitbreiding.

Vraag 4

Gemis aan duidelijkheid over beweegonderwijs. U heeft bewust gekozen de thema’s

zwemonderwijs en beweegonderwijs (pagina 4) niet in de visie op te nemen. Wij respecteren uw keuze maar willen benadrukken dat loskoppeling van een visie op het beweegonderwijs ook risico’s met zich meebrengen. BFC stelt haar gehuurde accommodatie graag beschikbaar voor

schoolgymnastiek en sportdagen. Onzekerheid over deze onderwerpen maakt een gesprek met de gemeente over nieuwe tarieven lastiger. Herkent u deze risico’s en op welke manier wilt u dat wij daarmee omgaan?

Antwoord 4

De gemeente streeft ernaar voor het einde van 2017 duidelijkheid te kunnen verschaffen over de onderwerpen beweeg- en zwemonderwijs. Deze worden opgenomen in de notitie betreffende materiële en financiële gelijkstelling onderwijs. De scholen zijn betrokken bij het opstellen van deze notitie. Het nieuwe tarievenbeleid voor sportaccommodaties zal pas daarna worden vastgesteld. Procesmatig volgen deze onderwerpen elkaar op.

Vraag 5

Houdbaarheid van fiscale voordelen. http://sportengemeenten.nl/dossiers/sportbesluit/

In bijlage 6 met een toelichting op diverse exploitatievorm wordt melding gemaakt dat het gelegenheid geven van sportbeoefening, mits niet winstgevend, vrijgesteld zal worden van BTW.

Wat is de verwachte ingangsdatum? Er wordt eveneens gesproken over het compenseren van geleden BTW schade. Wanneer kan hierover een concreet voorstel worden verwacht? Verder is er mondeling toegelicht op de informatieavond in april 2017 dat gemeente voornemens is om de fiscale voordelen die via stichting wordt behaald vervolgens via die stichting worden afgeroomd naar de gemeente. In de voorliggende visie is hierover niets terug te vinden. Is dit nog een mogelijke maatregel die leeft? Zo ja op welke manier kunnen wij kennis nemen van de uitwerking van de maatregel?

Antwoord 5

Het Sportbesluit is bestaande regelgeving vanuit het Rijk. De eigenaar van de accommodatie dient na te gaan of de exploitatievorm voldoet aan het Sportbesluit. In de Uitvoeringsnota wordt opgenomen in welke periode de gemeente uitvoering gaat/kan gaan geven aan de doelstelling om op alle

gemeentelijke sportaccommodaties het Sportbesluit toe te passen. Eventuele consequenties worden ook in dat traject meegenomen. Het college heeft bij het opstellen van de visie aangegeven dat er geen bezuinigingstaakstelling is.

(8)

8 Vraag 6

Hulp gevraagd bij communicatie aan leden over nieuwe tarievenbeleid. In een van de

presentaties valt te lezen dat het nieuwe tarievenbeleid in 2018 wordt ingevoerd. Op dit moment is ons onbekend welke gevolgen nieuwe tarieven voor ons hebben. Bij nadelige gevolgen zullen hoogstwaarschijnlijk de leden een contributieverhoging tegemoet kunnen zien nadat ook een uiteindelijk overgangsmaatregel van 5 jaar is uitgewerkt. Deze uitwerking is niet terug te vinden in de gepresenteerde visie. Kunt u bevestigen dat beide onderdeel zijn van het nieuwe tarievenbeleid?

Welke ondersteuning kan bijvoorbeeld het bestuur van BFC verwachten van de gemeente bij de uitleg van het nieuwe tarievenbeleid aan haar leden?

Antwoord 6

Conform de toezegging op pagina 28/29 zal de gemeente ondersteuning aanbieden bij de communicatie richting de achterban van de sportverenigingen.

Vooralsnog is nog niet bekend of een overgangsregeling nodig is. Eerst dient gedegen onderzoek te worden gedaan en dient een advies te worden opgesteld ten aanzien van de nieuwe tarieven. Pas dan kan worden vastgesteld of een overgangsregeling zinvol en/of noodzakelijk is voor één of meerdere verenigingen. De gemeente heeft de intentie om het onderzoek ten aanzien van de tarieven zo transparant mogelijk uit te voeren en in samenspraak met de sportverenigingen. De gemeente heeft nadrukkelijk niet de intentie om verenigingen te verrassen met een bizarre tariefsverhogingen op korte termijn. Mocht het onderzoek resulteren in een uitzonderlijke tariefsverhoging voor één of meerdere verenigingen dan is de gemeente uiteraard bereid een overgangsperiode te overwegen.

(9)

9

Vragen gymnastiek- en turnvereniging Keizer Otto KO

Deze bijdrage komt van de oudste sportvereniging van Naarden, met een ledental van ca. 600.

Inderdaad de gymnastiek- en turnvereniging Keizer Otto, de vereniging die inmiddels 117 jaar bestaat.

Procedure

Allereerst een opmerking over de procedure. In de aanbiedingsbrief bij de nota is geschreven dat de nota in overleg tot stand is gekomen. Bij 'in overleg' komen de gesprekspartners gezamenlijk tot een conclusie, dus daaruit volgt dat er overeenstemming is. Wij denken dat dit met betrekking tot het voorliggende nota niet helemaal waar is. Zeker er is overlegd, er is ingesproken, waarvoor bij ons veel waardering bestaat, echter wij betwisten dat de nota in overleg tot stand is gekomen

Vragen m.b.t. het onderwerp ‘sportaccommodatie’

In de concept nota wordt t.a.v. de sportaccommodaties een driedeling gemaakt (zie 4.2 blz. 24) waarin gesteld wordt dat de gemeente geen bemoeienissen heeft met accommodaties waarvan zij geen eigenaar zijn. Met andere woorden als de commercie sportaccommodaties aanbiedt hoeft die zich niet te houden aan de in deze beleidsnota opgestelde uitgangspunten voor gemeentelijke sportaccommodaties. Moeten niet alle sportaccommodaties aan een en dezelfde regelgeving voldoen?

Regelgeving bijvoorbeeld ten aanzien van veiligheid, bestemmingsplannen en bouwvoorschriften e.d.

geldt voor alle sportaccommodaties en organisaties. Sport kent in Nederland geen wettelijk kader. Dus daar waar de gemeente het beleidskader ten aanzien van bewegen en sporten kleur geeft heeft zij geen mogelijkheid tot afdwingen. In de nota wordt de toelichting gegeven “De gemeente heeft geen

bemoeienis met deze accommodaties ten aanzien van investeringen, onderhoud, beheer en dergelijke.”

Alleen daar waar de gemeente, bijv. vanwege een eigendomssituatie of financiële bijdrage, betrokken is kan zij hieromtrent richtlijnen of regels meegeven in een overeenkomst. Uiteraard neemt de gemeente haar eigen beleidskader in ogenschouw als met een commerciële sportaanbieder of over een niet- gemeentelijke sportaccommodatie wordt gesproken.

Bij het bepalen van over- c.q. ondercapaciteit van sportaccommodatie worden de niet-

gemeentelijke sportaccommodaties meegenomen. Stel er is overcapaciteit, dan ligt het voor de hand dat de gemeentelijke capaciteit wordt teruggebracht (over de commerciële capaciteit is immers geen gemeentelijke zeggenschap) , waardoor gebruikers afhankelijk worden van niet

gemeentelijke accommodaties, doorgaans commercieel geëxploiteerd. Vanuit de sportverenigingen gezien is dat een onwenselijke situatie. Deelt u deze mening?

De gemeente berekent per (gemeentelijke) sportaccommodatie de over- of ondercapaciteit. Er is geen sprake van een platte optelsom. Zoals in de nota is aangegeven zijn aspecten als capaciteit, kwaliteit, functionaliteit en spreiding met elkaar verbonden. Deze aspecten hebben dan ook allemaal invloed op een eventueel gesprek over over- of ondercapaciteit. Samenwerking met marktpartijen wordt hierin meegewogen.

In de concept nota (blz. 24) wordt gesteld; ‘bij een tekort/overschot aan ‘gelijke’

sportaccommodaties kan de gemeente, na uitvoerig overleg met de betrokken verenigingen, gezamenlijk gebruik van één accommodatie door meerdere verenigingen afdwingen.

Dit beleid staat haaks op het beleid van een vereniging, immers hierdoor kan een vereniging gedwongen worden haar sportactiviteiten (verder) te verspreiden over de gemeente.

Toelichting hierop; Verenigingen met een eigen clubhuis/kantine zijn sterker c.q. hebben meer binding met hun leden dan verenigingen zonder eigen clubhuis/kantine.

Ook Gymnastiek- en Turnvereniging wenst, juist in die nieuwe grotere gemeente Gooise Meren, over één centrale accommodatie te kunnen beschikken, waarin al onze activiteiten (denk daarbij

(10)

10

niet alleen aan het beoefenen van onze sport, maar ook de bindingsactiviteiten, onze cursussen voor kader- en juryleden en onze bestuurs- en algemene ledenvergaderingen, etc.) kunnen worden ondergebracht (zie ook onze 1e vraag onder 3.). In dit verband willen wij nog eens benadrukken, dat een sportvereniging meer is dan een organisatie die en x aantal m2 sportaccommodatie huurt, waarop hun leden een uurtjes sporten en weer huiswaarts keren.

Dit streven (centreren van activiteiten op een locatie met een eigen clubhuis) treffen wij dus ook aan bij andere verenigingen en staat haaks op het in de conceptnota geformuleerde beleid.

Is het mogelijk dat u alsnog deze nota uitbreidt met een beleidsuitgangspunt, dat het mogelijk wordt dat sportaanbieders, indien zij dat wensen, de gelegenheid krijgen om al hun activiteiten te centreren op één locatie. Dus dat:

- versnippering van huur wordt tegengegaan;

- zoveel mogelijk één vereniging per accommodatie met mogelijkheid van een eigen clubhuis/kantine.

Ten aanzien van (binnen)sportaccommodaties herkent de gemeente de wens van G&T Keizer Otto. Van oudsher delen binnensportverenigingen een accommodatie en, indien aanwezig, een kantine. Dit komt ook omdat de meeste binnensportaccommodaties gymzalen zijn die primair zijn bedoeld voor

bewegingsonderwijs, waar de gemeente een wettelijke zorgplicht voor heeft. Het voedingsgebied en de vraag van de scholen is dus leidend. Buiten de roosteruren van de scholen worden de gymzalen

verhuurd aan (sport)verenigingen en andere sportaanbieders waarbij wordt gestreefd naar een goede bezettingsgraad . De meeste verenigingen kunnen niet de hele bezetting van een zaal buiten schooltijd afdekken. Sommige verenigingen zullen behoefte hebben aan een centrale locatie met een eigen clubhuis, een andere vereniging kan de voorkeur hebben voor spreiding van lessen over de verschillende kernen. De gemeente voert daarom geen specifiek beleid op centraal of decentraal huisvesten maar kiest voor een efficiënte bezettingsgraad waarbij de behoefte van de betrokken verenigingen zoveel mogelijk wordt meegenomen. Over het algemeen is de accommodatiebehoefte vanuit het onderwijs iets hoger dan de vraag vanuit de sportbeoefening waardoor er ruimte is om met de behoefte van

sportverenigingen rekening te houden . In sommige gevallen is een clubhuis/kantine gekoppeld aan een binnensportaccommodatie. De gemeente is bereid om met de exploitant(en) van de

binnensportaccommodaties een onderzoek uit te voeren naar de bezettingsgraden, de gewenste capaciteit en de verdeling. Deze actie zal worden meegenomen in de uitvoeringsnota.

Het uitgangspunt dat de tarieven in het vervolg slechts moeten worden gebaseerd op kostprijs wordt door ons niet onderschreven. Vind u ook niet dat de factor ‘betaalbaarheid van die tarieven’ hierbij in alle gevallen (dus niet alleen bij het zwembad) moet worden betrokken?

Zoals in de nota staat aangegeven wenst de gemeente uit te gaan van een kostprijs gerelateerd tarief, niet van een kostprijsdekkend tarief. Juist door de te kiezen voor een kostprijs gerelateerd tarief kan de gemeente nog bijsturen ten aanzien van de tarieven, hierbij kan zij rekening houden met de

betaalbaarheid. Een kostprijs gerelateerd tarief maakt eerst inzichtelijk hoeveel de accommodatie werkelijk kost, hierbij wordt rekening gehouden met alle benodigde kosten (beheer, onderhoud, investeringen, etc). Vervolgens wordt gekeken hoeveel de verenigingen in de huidige situatie

procentueel bijdragen. Naar aanleiding daarvan wordt een advies opgesteld hoeveel de verenigingen in de toekomst procentueel moeten bijdragen. Het is geen vaststaand feit dat verenigingen hierbij meer moeten gaan bijdragen. Bij andere gemeenten is gebleken dat het voor enkele verenigingen positief en voor andere negatief uit pakt. Het zorgt in elk geval voor een eenduidige en transparante vorm van berekenen. Welke goed uit te leggen is aan de verenigingen en de burger en aansluit op wet- en regelgeving die de gemeente dwingt om inzichtelijk te maken wat gemeentelijke accommodaties de overheid kosten.

In bijlage 2 Blz. 5 wordt gemeld dat de drie gymzalen in Muiden/Muiderberg met afmeting 12 x 21 x 5 m gedateerd en te klein zijn. Als deze stelling juist is, dan zou dit ook moeten gelden voor de Naardense en Bussumse gymzalen. Is het uitgangspunt van Muiden/Muiderberg nu ook van

(11)

11

toepassing op de andere kerngemeenten, dus dat ook daar gestreefd wordt naar vergroting c.q.

vervanging door grotere gymzalen (van minstens 14 x 26 x 7 m) ?

Daar waar sprake is van renovatie of nieuwbouw worden de laatste normen van NOC*NSF gehanteerd conform de derde doelstelling onder het kopje “Kwantiteit, spreiding en kwaliteit” op pagina 24 van de Beweeg- en sportvisie. We leggen ons niet vast aan afmetingen, maar hanteren de geldende normen wanneer sprake is van renovatie of nieuwbouw.

Wat node gemist wordt in de concept nota is een overzicht van vraag en aanbod naar

sportaccommodaties van de sportaanbieders (w.o. verenigingen). De concept nota geeft geen inzicht in de wachtlijsten die meerdere sportverenigingen kennen en de oplossing die hiervoor zou kunnen worden geboden. Deelt u de mening dat de concept nota moet worden uitgebreid met een inventarisatie van de wensen t.a.v. de sportaccommodaties van de sportverenigingen?

Conform eerder antwoord: De gemeente is bereid om met de exploitant(en) van de

binnensportaccommodaties een onderzoek uit te voeren naar de bezettingsgraden, de gewenste capaciteit en de verdeling. Deze actie zal worden meegenomen in de uitvoeringsnota.

Financiële vraag

Wij missen een gedegen financiële paragraaf. Er werd tijdens de inspraakavonden gesuggereerd dat het budget voor sport- en bewegen zou worden verruimd. Hierover vinden wij niets in deze nota terug.

Voorstel: de nota uit te breiden met de financiële consequenties van het voorgenomen beleid.

De bestaande financiële middelen blijven beschikbaar. Bij de behandeling van de perspectiefnota 2018 is de gemeenteraad akkoord gegaan met een uitbreiding van de financiële middelen voor beweeg- en sportstimulering van € 180.000,- in 2018 en € 260.000,- in 2019 en verder.

De financiële uitwerking van de beweeg- en sportvisie wordt opgenomen in de uitvoeringsnota. Het is van belang eerst te weten welke principiële keuzes de gemeente maakt om deze te kunnen vertalen in een vierjarig uitvoeringsprogramma en bijbehorende financiële raming. De standaard afspraken met de gemeenteraad zijn uiteraard van kracht. M.a.w. wanneer meer middelen nodig blijken zal de

gemeenteraad hierover vroegtijdig om akkoord worden gevraagd. Het uitgangspunt is om binnen de huidige budgetten te blijven.

Harmonisatieregeling

Is er nu wel of geen harmonisatieregeling c.q. overgangsregeling?

In de concept nota wordt duidelijk gesteld dat dit er niet is, in de 1e inspreekronde gaf de plaatsvervangend wethouder aan, dast wel sprake zal zijn van een overgangsregeling.

Wat is het verschil c.q. de inhoud van die regeling?

Kunnen wij in die regeling dan ook een overgangsregeling voor de harmonisatie van de tarieven van de sportaccommodaties terugvinden?

Vooralsnog is nog niet bekend of een overgangsregeling nodig is. In de vraag wordt gesuggereerd dat de nieuwe tarieven aanleiding geven tot een overgangsregeling. Hierop wil het college niet vooruit lopen.

Eerst dient gedegen onderzoek te worden gedaan en dient een advies te worden opgesteld ten aanzien van de nieuwe tarieven. Pas dan kan worden vastgesteld of een overgangsregeling zinvol en/of

noodzakelijk is voor één of meerdere verenigingen. De gemeente heeft de intentie om het onderzoek ten aanzien van de tarieven zo transparant mogelijk uit te voeren en in samenspraak met de

sportverenigingen. De gemeente heeft nadrukkelijk niet de intentie om verenigingen te verrassen met een bizarre tariefsverhogingen op korte termijn. Mocht het onderzoek resulteren in een uitzonderlijke tariefsverhoging voor één of meerdere verenigingen dan is de gemeente uiteraard bereid een

overgangsperiode te overwegen.

Onze verdere vragen hebben wij ingedeeld naar de verschillende spelers op het terrein van sport en bewegen.

(12)

12 Het onderwijs

Over het onderwijs is in deze nota gemeld dat voor het onderwijs een afzonderlijke nota wordt opgesteld en dat het dus logisch is dat deze ‘speler’ ontbreekt. Dit gebrek wordt door ons als een groot gemis gezien vanwege de raakvlakken tussen onderwijs en sport (denk aan schoolgymnastiek, zwemonderwijs). Ook wordt in deze nota niet duidelijk op welke wijze het nieuwe beleidsmiddel de BUURTSPORTCOACHES met deze sectoren wordt verbonden. Kan hierover alsnog duidelijkheid worden geboden (er wordt gefluisterd dat buurtsportcoaches worden ingezet als

vakleerkrachten op de basisscholen…..).

De onderwerpen schoolgymnastiek en zwemonderwijs worden inderdaad op een ander moment besproken in samenhang met de materiële en financiële gelijkstelling van scholen. De gemeenteraad ontvangt hierover een separaat voorstel. Deze onderwerpen hebben ons inzien geen invloed op de doelstellingen welke zijn opgenomen in de beweeg- en sportvisie. In bijlage 8 is een kleine voorschot genomen op de uitvoeringsnota. Hierin staat aangegeven op welke doelstellingen de gemeente buurtsportcoaches wenst in te zetten. Een uitgebreide uitwerking hiervan wordt opgenomen in de uitvoeringsnota.

Op dit moment wordt 2 fte buurtsportcoaches ingezet als vakleerkracht op de Naardense basisscholen.

De gemeente is in gesprek met de scholen in Gooise Meren over de bestaande regelingen vanuit de

“voormalige” gemeenten en hoe hier in de toekomst mee om te gaan.

De doelgroep

Dit is dus ‘de beweger/de sporter’ dus de groep waar wij het als sportvereniging allemaal voor doen.

Deze groep komt in deze beleidsnota o.i. er bekaaid van af. Wij willen dit toelichten:

In bijlage 5 - verslag participatiebijeenkomsten – (onderwerp doelgroep) – was in de 2e inspraakronde niemand van de aanwezigen het eens met de uitspraak ‘alleen mensen uit kwetsbare groepen moeten vanuit gemeentelijk sportbeleid gestimuleerd worden’. De vraag was toen om ook voor andere groepen beleid te maken, hieraan is dus geen gevolg gegeven.

Hierbij het verzoek om aan de eerder gestelde vraag, om ook voor andere doelgroepen beleid te formuleren; te beginnen met de senioren.

Wij herkennen ons niet in de uitspraak “niemand van de aanwezige …”. De verslaglegging van deze bijeenkomsten is opgenomen in bijlage 5. Er is gediscussieerd over de benaming van de doelgroepen en de afbakening. Vanuit de diverse bijeenkomsten is geconcludeerd dat de gemeente zich vooral moet richten op het stimuleren van:

- jeugdigen (t/m 18 jaar)

- inwoners die vanwege een barriere amper/niet bewegen/sporten - inwoners die aansluiting zoeken binnen de maatschappij/samenleving.

De gedachte hierachter is uitgebreid beschreven op pagina 19 t/m 21 in de Beweeg- en sportvisie. Bij de afbakening staat ook duidelijk verwoord “onder andere”, dit betekent dat het initiatiefnemers vrij staat om initiatieven voor andere doelgroepen te bedenken. Met een goede argumentatie is de gemeente bereid om deze mee te nemen in de beoordeling.

In de discussies kwam de vraag naar voren of een oudere (is dat dan iemand boven de 50, 55, 60 of 65?), die zelf in staat is om te kiezen welke sport hij/zij wil beoefenen, daar voldoende financiële middelen voor heeft en fysiek en mentaal voldoende mogelijkheden heeft, door de gemeente gestimuleerd dient te worden. Conclusie in deze discussie was dat het niet ging om de titel “oudere” of de leeftijd die we eraan wilden hangen, maar om de problematiek die zich voor kan doen bij ouderen, maar tevens aanwezig kan zijn bij andere doelgroepen bijvoorbeeld eenzaamheid. Door de huidige formulering kan een eenzame oudere gestimuleerd worden, maar ook een eenzame inwoner van 45 jaar. Wij zijn van mening dat deze formulering dus meer recht doet aan hetgeen we willen bereiken.

(13)

13 De ‘aanbieders van sport en bewegen’.

Allereerst even een tussenopmerking die ons steekt. In bijlage 2 van de inventarisatie van de sportaanbieders worden twee verenigingen op één hoop gegooid. Gymnastiek- en turnvereniging Keizer Otto is een geheel andere vereniging dan de volleybalvereniging Keizer Otto tri volley. Beide verenigingen hebben weliswaar Keizer Otto in de naam staan, maar dat is dan ook de enige

overeenkomst. Dat deze fout in deze nota wordt gemaakt zegt o.i. iets over de aandacht die aan de aanbieders van sport in deze nota is gegeven. Dat is, net als bij het vorige onderwerp o.i.

onvoldoende!

Deze stelling baseren wij ook op het volgende. Onze vereniging, dat is dus de gymnastiek- en turnvereniging! maakt gebruik van verschillende accommodaties in meerdere deelkernen van de gemeente Gooise Meren. Zo maken wij gebruik in Naarden van de Lunet, de Zwaaier, de Kroon en een lokaal in de Tweemaster en in Bussum van de Huizerweg, de Bremstraat en de locatie in de Dr.

Schaepman. Onze activiteiten zijn dus zeer versnipperd, hetgeen wij niet willen maar daartoe zijn gedwongen enerzijds vanwege de schaalvergroting van de gemeente, waardoor ook het werkgebied van onze vereniging is vergroot anderzijds door gebrek aan adequate accommodatie. Deze

ontwikkeling en de gevolgen daarvan worden in deze nota gemist. Kan dit worden aangevuld?

Onder de naam Keizer Otto worden in bijlage 2 zowel tri-volleybal als de Gymnastiek en Turnvereniging genoemd. Veelal ook apart van elkaar. De gemeente is zich er goed van bewust dat dit twee gescheiden sportverenigingen zijn.

Conform eerder antwoord: De gemeente is bereid om met de exploitant(en) van de

binnensportaccommodaties een onderzoek uit te voeren naar de bezettingsgraden, de gewenste capaciteit en de verdeling. Deze actie zal worden meegenomen in de uitvoeringsnota. Specifieke consequenties voor sportverenigingen horen ons inzien niet in een visiedocument.

Binnen de aanbieders van sport en bewegen zijn de sportverenigingen de belangrijkste spelers, zij zijn immers het sociale cement van de samenleving! Tijdens de 3e inspraakronde was 84% van de aanwezigen het niet eens met de stelling ‘dat sportaanbieders in voldoende mate worden ondersteund vanuit de gemeente’. O.i. zullen de voorgestelde beleidsmaatregelen uit deze concept nota, daarin helaas geen verandering brengen.

Kan er uitwerking worden gegeven aan de wens om de aan te stellen buurtsportcoaches in te zetten (wij citeren de nota) om sportverenigingen meer in hun kracht te zetten, zodat deze verenigingen beter in staat zijn om bij te dragen aan hun maatschappelijke ambities en doelen, dus dat zij werkzaamheden, daar waar nodig, voor de verenigingen mogen gaan verrichten?

In bijlage 1 van dit document is een nadere toelichting op deze vraag opgenomen.

In paragraaf 4.1 van de beweeg- en sportvisie staat:

- De gemeente streeft naar een procentuele toename van sport-/beweegdeelname door inwoners die benoemd zijn binnen één van de specifieke doelgroepen. Dit doet de gemeente door:

- Sportverenigingen/aanbieders, …, middels kennis/expertise te ondersteunen om sport- en beweegaanbod aan te bieden aan specifieke doelgroepen.

- De gemeente streeft naar meer organisatorisch, financieel en bestuurlijk gezonde verenigingen.

Hieraan wordt invulling gegeven door:

- Sportverenigingen middels kennis/expertise te ondersteunen met betrekking tot organisatorische, financiële en/of bestuurlijke onderwerpen/knelpunten.

- De gemeente streeft naar meer kennisoverdracht en kennisdeling van en tussen sportvereniging en sportbestuurders. Dit doet zij door:

- 2 maal per jaar kennisbijeenkomsten te organiseren voor lokale sportbestuurders en/of vrijwilligers in de sport.

Bovenstaande maatregelen zijn allen bedoeld ter ondersteuning van de verenigingen en zijn nieuw ofwel een uitbreiding van huidige inzet. Zoals uit bijlage 8 kan worden afgeleid worden voor de uitvoering van bovenstaande doelstellingen buurtsportcoaches ingezet. Een verder uitwerking hiervan volgt in de Uitvoeringsnota.

(14)

14

Bij ons is bekend dat de gemeente de buurtsportcoaches wenst onder te brengen bij één van de commerciële aanbieders van sportaccommodaties. In onze ogen is dat, zeker vanuit de zeer verschillende functies die een aanbieder van een sportaccommodatie ten opzichte van een buurtsportcoach heeft, niet een voor de hand liggende keuze.

Als u de voorgaande vraag met nee beantwoord kan worden dan heeft dit ons inziens gevolgen voor de organisatorische plaats van de buurtsportcoaches in het werkveld, vindt u niet?

Op voorgaande vraag is bevestigend geantwoord en we zijn van mening dat we reeds voldoende doelstellingen hebben geformuleerd die invulling geven aan de vraag om meer

verenigingsondersteuning. Het college heeft reeds een wel overwogen keuze gemaakt ten aanzien van het werkgeverschap van de buurtsportcoaches. Wij zijn het dan ook oneens met uw stelling.

Aanbieder van ‘sportaccommodaties’

In bijlage 2 wordt gesproken over sportaccommodaties en hun gebruikers. De in die bijlage

opgenomen inventarisatie vermeldt niet de eigenaren noch de aanbieders van die accommodaties (behalve dan de aanbieder; sportfondsen BV).

Dus ook stichting Keizer Otto (dus niet de gymnastiek- & Turnvereniging noch de

volleybalvereniging!) ontbreekt als een aanbieder van sportaccommodatie (De Kroon). Dit geldt voor meer accommodaties. Zo ontbreken ook de scholen als aanbieder van sportaccommodaties alsmede ontbreekt het gebruik van de scholen van andermans sportaccommodaties.

Hierdoor ontbreekt een juist en volledig overzicht van de sportaccommodaties. Een beleidsnota dient juist in- en overzicht te bieden.

Als u deze menig deelt, kan deze concept nota op dit onderdeel worden aangevuld?

Na de fusie van de drie voormalige gemeenten is gestart met het opstellen van een overzicht waarin tevens alle eigendomssituaties zijn opgenomen. Dit overzicht is echter niet van invloed op de

voorliggende visie en doelstellingen en is aan verandering onderhevig. Wij zien geen meerwaarde in het toevoegen van het totaaloverzicht voor besluitvorming van de voorliggende visie.

Onze mening is dat in deze concept nota beleid ten aanzien van de aanbieders van sportaccommodaties volledig ontbreekt.

Wat zijn de voornemens op dit terrein?

Krijgen de sportaanbieders en de aanbieders van accommodaties gelegenheid daarover alsnog mee te praten?

Wanneer hiermee eigenaren van accommodaties bedoeld worden die niet gemeentelijk eigendom zijn en niet door gemeente gefinancierd worden dan geldt het volgende: Voor deze accommodaties geldt dat zij moeten voldoen aan regelgeving bijvoorbeeld ten aanzien van veiligheid, bestemmingsplannen en bouwvoorschriften e.d..

De Gemeente c.q. de ambtenarij

Even een terugblik. In de oude situatie had onze vereniging (G&TV Keizer Otto) een warm en productief contact met de ambtenaren en wethouder van de gemeente Naarden. Natuurlijk hebben wij begrip voor de ingrijpende reorganisatie van de ambtenarij, echter betreuren dat alle bestaande contacten volledig verloren zijn gegaan.

Wij vinden in deze beleidsnota geen voornemens waaruit we mogen concluderen dat de contacten tussen de sportvereniging(-en) en ‘de gemeente’ in de toekomst worden verbeterd.

Als u deze mening deelt mogen wij dan aanvullende beleid verwachten waardoor die situatie wordt verbeterd?

De inzet van ambtelijk personeel behoort ons inzien niet in een visiedocument. Vanuit de gemeente zijn we ons bewust van de roerige tijd en het verloop van personeel bij de ingangsdatum van de fusie. Het bestaande personeel doet haar uiterste best om nieuwe relaties op te bouwen en zal daar komende jaren uiteraard mee door gaan.

(15)

15

Tenslotte een vraag over het vervolgtraject. Als het beleid voor ‘sport en bewegen’ is vastgesteld dan volgen er uitwerkingsnota’s.

Op welke wijze wordt het werkveld betrokken bij het opstellen van die uitwerkingsnota’s?

Is het instellen van een Raad van de sport, waarin de sportverenigingen zitting nemen en betrokken worden bij de vervolgstappen, een optie?

Op pagina 28 onder het kopje “Samenwerking en partners” staat aangegeven hoe de gemeente staat tegenover een sportraad.

De Uitvoeringsnota wordt ambtelijk opgesteld en zal tussentijds met het werkveld worden besproken (conform de toezegging op pagina 28, een na laatste alinea). Conform de presentaties van maart en april zal de uitvoeringsnota in de periode augustus t/m oktober worden opgesteld.

Bijlage 1

Een ontwikkeling binnen sportverenigingen is dat bestuursorganen daarvan zeer slecht zijn te bemensen. Hiervoor zijn de volgende oorzaken aan te dragen (niet uitputtend):

1. Toenemende regeldruk.

Verenigingen worden bijv. door de fiscus steeds meer behandeld als ondernemingen (denk aan regelgeving op het gebied van wet ketenaansprakelijkheid, loonbelasting, sociale lasten, BTW en vennootschapsbelasting). Het is geen simpel klusje om

bestuurder te zijn van een sportvereniging. Je wordt geacht een bedrijf(-je) te runnen.

2. Mensen willen wellicht nog wel besturen meer zeker niet meer worden belast met het uitvoerende werk zoals ledenadministratie, financiële administratie, loonadministratie e.d.

3. Mensen willen zich nog wel inzetten voor een sportvereniging maar zeker niet voor de langere termijn. Kortstondige inzet is nog wel te organiseren.

Hoe is de uittocht van bestuursleden tegen te houden c.q. de werving van nieuw kader veilig te stellen?

Optie is het professionaliseren van de aansturing/administraties van verenigingen, echter daar is binnen de verenigingen geen geld voor, dit werk is immers tot op heden liefdewerk/oud papier. Als dit werk alsnog zou worden betaald dan levert dit grote tekorten op de exploitatie op.

De contributie verhogen is een optie als alle verenigingen dat zouden doen, niet een enkeling, die prijst zich dan uit de markt.

Is op het terrein van bedrijfsvoering een samenwerking tot stand te brengen tussen verenigingen, onderwijsinstellingen waardoor kosten zouden kunnen worden gedrukt?

De gemeente ziet deze trend ook en zet extra verenigingsondersteuning in om verenigingen te ondersteunen op organisatorisch, financieel en/of bestuurlijk vlak. Daarnaast is een doelstelling opgenomen ten aanzien van kennisbijeenkomsten. Daar kunnen thema’s worden besproken waarmee meerdere verenigingen worstelen. En er worden netwerkbijeenkomsten georganiseerd waar verbinding en samenwerking centraal zal staan.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Speciaal aan de orde komt de eigen situatie van de regio met veel specifieke problematiek, waardoor niet alle kinderen krijgen, waar ze eigenlijk recht op hebben (laaggeletterdheid,

Dit heeft te maken met het beleid rond freelance werken in organisaties. De stelling is dat een freelance leerkracht werkt volgens een vast rooster en daardoor zijn werk niet

Het is van belang om in deze analyse niet alleen de bewoners en het werkgebied in ogenschouw te nemen, maar er moet ook gekeken worden naar het gemeentebeleid en andere

Hierdoor is deze mogelijkheid waarschijnlijk alleen toepasbaar in die situaties waarbij de wijze waarop de verantwoordelijkheden worden gerealiseerd overduidelijk is of van

 Stimuleren: De gemeente wil stimuleren dat (sport)aanbieders, die zich bewust zijn van hun maatschappelijke rol, meer sport-/beweegaanbod gaan aanbieden aan inwoners die zelf

Indien gekozen wordt voor het langer open houden van beide baden dan kan ook voor de langere termijn gekeken worden naar andere mogelijkheden voor de exploitatie van het zwembad

Akkoord te gaan met de Beweeg- en sportvisie 2017-2021 en de daarin opgenomen ambities en doelen, waarbij de oplegger deel uit maakt van deze visie.. de oplegger een

Tijdens uw opname in het ziekenhuis zijn er ook mogelijkheden om actiever te bewegen of te oefenen:.. Looproutes op