1
MELDINGEN VERTROUWENSINSPECTEURS IN HET ONDERWIJS
Factsheet over het schooljaar 2019-2020
2
Inleiding
Ondanks alle pogingen om ze tegen te gaan, gebeuren er nog altijd zaken in het onderwijs die schadelijk zijn voor leerlingen en medewerkers en het leren in de weg staan. Iedereen die zoiets meemaakt of er weet van heeft, kan sinds 1987 contact opnemen met de vertrouwensinspecteurs.
Ouders, leerlingen, docenten, directies en besturen, maar ook vertrouwenspersonen kunnen de vertrouwensinspecteur (VI) raadplegen wanneer zich in of rond de school problemen voordoen op het gebied van:
• seksuele intimidatie en seksueel misbruik (zedenmisdrijven)
• psychisch en fysiek geweld
• discriminatie en radicalisering
De vertrouwensinspecteurs zijn er om het verhaal aan te horen en te adviseren over de stappen die gezet kunnen worden. Waar nodig adviseert de vertrouwensinspecteur in het traject naar het indienen van een formele klacht of het doen van aangifte.
Overlegplicht besturen
In bepaalde situaties bestaat zelfs de plicht om contact op te nemen met de vertrouwensinspecteurs.
Besturen moeten meldingen van seksueel misbruik, onverwijld voorleggen aan de vertrouwensinspecteur (wettelijke overlegplicht), wanneer;
• het gaat om een mogelijk vermoeden van een misdrijf tegen de zeden;
• de dader een met taken belast persoon (bijvoorbeeld een leraar) van de school of instelling is;
• en het slachtoffer een minderjarige of wilsonbekwame leerling/student van de school of instelling is .
Als de vertrouwensinspecteur in het overleg concludeert dat er sprake is van een redelijk
vermoeden van een zedenmisdrijf1, is het bestuur verplicht hiervan direct aangifte te doen bij de politie. De vertrouwensinspecteur ziet er op toe dat dit ook daadwerkelijk gebeurt.
Natuurlijk zal de vertrouwensinspecteur ook in deze situaties het bestuur op andere terreinen adviseren, bijvoorbeeld over de communicatie.
Samenvatting
Ieder jaar rapporteert de inspectie over de aantallen meldingen bij de vertrouwensinspecteurs en de trends die er uit af te leiden zijn. In het schooljaar 2019-2020 zijn de scholen en
onderwijsinstellingen deels gesloten geweest door de coronapandemie. Een vergelijking met eerdere schooljaren is daardoor niet te maken.
Aantallen meldingen
In deze rapportage staan de aantallen meldingen en trends centraal.
In het schooljaar 2019-2020 zijn er 1351 meldingen op het meldpunt van de
vertrouwensinspecteurs binnen gekomen. In 595 gevallen ging het over psychisch geweld, in 362 van de gevallen om fysiek geweld, in 180 gevallen over seksuele intimidatie en in 92 gevallen om seksueel misbruik. Het aantal meldingen over discriminatie en radicalisering is relatief klein, respectievelijk 51 en 5 meldingen. Ook zijn er dit schooljaar 66 meldingen binnen gekomen die geen directe relatie met de aandachtgebieden van de vertrouwensinspectie hebben.
1 Door een met taken belast persoon jegens een minderjarige leerling van de school.
3 Specifieke situatie door sluitingen wegens corona
In onderstaande grafiek staan het aantal unieke meldingen per maand, hierin is het effect van de gedeeltelijke schoolsluiting zichtbaar.
Deze figuur geeft inzage in het aantal geregistreerde meldingen per maand. De
vertrouwensinspecteurs relateren meldingen die aan elkaar verwant zijn (zelfde melder/inhoud/
school-instelling) tot één dossier. De getallen in bovenstaande grafiek zijn om die reden (unieke registratie) hoger dan in de rest van deze factsheet.
In schooljaar 2019-2020 zijn de effecten van de gedeeltelijke schoolsluiting naar aanleiding van de coronapandemie in de grafiek zichtbaar vanaf maart t/m juni 2020.
Sept Okt Nov Dec Jan Feb Maart April Mei Juni Juli Aug 2017-2018 (2606 meldingen) 201 230 279 192 199 236 264 229 198 354 166 58 2018-2019 (2603 meldingen) 203 254 271 187 274 225 241 226 234 247 176 65 2019-2020 (1897 meldingen) 185 197 256 206 213 240 114 38 114 131 125 78
0 50 100 150 200 250 300 350 400
Aantal meldingen
Maanden
Aantal unieke meldingen per schooljaar
2017-2018 (2606 meldingen) 2018-2019 (2603 meldingen) 2019-2020 (1897 meldingen)
4
Opvallende trends
• Steeds vaker gaan meldingen seksuele intimidatie en seksueel misbruik over met taken belaste personen richting minderjarige leerlingen of studenten. Zo ook in dit uitzonderlijke schooljaar.
o In circa 69 procent van het aantal meldingen seksueel misbruik (63 van de 92 meldingen) is de betrokkenen een met taken belast persoon. In 2018-2019 betrof dit de helft van het aantal meldingen en in 2017-2018 was dit circa 48 procent.
o In de categorie seksuele intimidatie is in circa 64 procent van het aantal meldingen (113 van de 180 meldingen) de beklaagde een met taken belast persoon, zoals een leerkracht of een lid van het niet-onderwijzend personeel. In schooljaar 2018-2019 was dit 54 procent en in 2017-2018 was dit circa 49 procent.
• In 62 procent van het aantal meldingen waarbij de betrokkene een met taken belast persoon betrof, heeft de vertrouwensinspectie de melder verwezen naar de zedenpolitie. In de andere gevallen is dit advies niet gegeven, omdat er in het overleg tussen het bevoegd gezag en de vertrouwensinspectie geen redelijk vermoeden van een strafbaar feit kon worden vastgesteld of omdat de melder die wettelijke verplichting niet heeft (ouders, derden etc.).
• Opvallend dit jaar is het aantal meldingen waarbij leerlingen beneden de 13 jaar zijn betrokken met name bij fysiek geweld en discriminatie. In circa 68 procent van de meldingen gaat het om deze leeftijdscategorie.
5
1 Totaal aantal meldingen bij de vertrouwensinspecteurs over de afgelopen drie schooljaren
Het totaal aantal meldingen is in schooljaar 2019-2020 lager, dit is verklaarbaar door de tijdelijke schoolsluiting naar aanleiding van de coronapandemie.
Zorgelijke ontwikkeling: een toename van het percentage waarbij de beklaagde een met taken belaste persoon is
Totaal
2017-2018 1920
2018-2019 1918
2019-2020 1351
1920 1918
1351
0 500 1000 1500 2000 2500
1.1 Totaal aantal meldingen onderwijs
2017-2018 2018-2019 2019-2020
Seksueel misbruik (SM)
SM aandeel TBP
Seksuele
intimidatie (SI) SI aandeel TBP
2017-2018 134 64 203 99
2018-2019 130 65 222 120
2019-2020 92 63 180 113
134
64
203
99 130
65
222
120 92
63
180
113
0 50 100 150 200 250
1.2 Totaal aantal meldingen seksueel geweld, aandeel TBP onderwijs
2017-2018 2018-2019 2019-2020
6
Het totaal aantal meldingen seksueel misbruik is het afgelopen schooljaar lager dan de eerdere twee schooljaren. Echter het percentage met taken belaste personen die in deze categorie meldingen als beklaagde is aangemerkt, is sterk toegenomen in het schooljaar 2019-2020 (+ circa 14 procentpunt). Het gaat vooral om meldingen die betrekking hebben op aanranding, ongewenste hinderlijke aanrakingen, ontucht met misbruik gezag en ongewenste relatie tussen leraar-leerling.
Het aantal meldingen seksuele intimidatie is dit schooljaar lager dan in schooljaar 2018-2019 en 2017-2018, maar het percentage waarbij met taken belaste personen betrokken zijn, is toegenomen (circa 9 procentpunt t.o.v. 2018-2019 en zelfs 16 procentpunt t.o.v. 2017- 2018). Het gaat dan met name over ongewenste hinderlijke aanrakingen,
grensoverschrijdend gedrag en ongewenst gedrag via sociale media.
Bij de meldingen discriminatie en fysiek geweld valt het aandeel van leerlingen beneden de 13 jaar op
Het aantal meldingen over psychisch geweld is lager dan voorgaande jaren. Dit kan worden verklaard door de gedeeltelijke schoolsluiting. Het percentage meldingen dat over pesten gaat, ten opzichte van het totaal aantal meldingen psychisch geweld, daalt iets, maar blijft hoog met meer dan ongeveer 49 procent. Het gaat hier vooral om bedreigingen, dreiging met fysiek geweld en ongewenst (non) verbaal gedrag/belediging.
2017-2018 2018-2019 2019-2020
SM TBP in % 48% 50% 68%
SI TBP in % 49% 54% 63%
48% 50%
68%
49% 54%
63%
0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
70%
80%
1.3 Aandeel TBP bij SM/SI in percentages totaal
SM TBP in % SI TBP in %
2017-2018 2018-2019 2019-2020
Psychisch geweld (PG) 898 890 595
PG aandeel pesten 497 465 291
Fysiek geweld (FG) 555 522 362
898 890
595
497 465
291
555 522
362
0 100 200 300 400 500 600 700 800 900 1000
1.4 Totaal aantal meldingen psychisch geweld, aandeel pesten en fysiek geweld onderwijs
Psychisch geweld (PG) PG aandeel pesten Fysiek geweld (FG)
7
Het aantal meldingen over fysiek geweld is dit schooljaar lager, eveneens te verklaren vanuit de gedeeltelijke schoolsluiting. In circa 68 procent van de meldingen gaat het over fysiek geweld tussen leerlingen beneden de 13 jaar. Dit is een fikse stijging ten opzichte van 2018- 2019 toen het aandeel van deze leeftijdsgroep nog maar een kwart van het aantal meldingen betrof.
Het aantal meldingen over discriminatie en radicalisering blijft vergelijkbaar ten opzichte van het schooljaar 2018/2019. In meer dan driekwart van de meldingen discriminatie gaat het over discriminatie op grond van afkomst. Een kwart van de meldingen betreft het
discriminatie op grond van geloof, sekse of geaardheid. Het afgelopen schooljaar zijn 5 meldingen over radicalisering binnengekomen.
Discriminatie Radicalisering Overig
2017-2018 57 4 69
2018-2019 59 6 89
2019-2020 51 5 66
57
4
69 59
6
89
51
5
66
0 10 20 30 40 50 60 70 80 90 100
1.5 Totaal aantal meldingen discriminatie, radicalisering en overig onderwijs
2017-2018 2018-2019 2019-2020
8
2 Meldingen primair onderwijs
Het totaal aantal meldingen voor de sector primair onderwijs (po) is in schooljaar 2019-2020 lager, dit is verklaarbaar door de tijdelijke schoolsluiting naar aanleiding van de coronapandemie.
Seksueel misbruik en seksuele intimidatie
Totaal
2017-2018 1115
2018-2019 1191
2019-2020 790
1115 1191
790
0 200 400 600 800 1000 1200 1400
2.1 Totaal aantal meldingen primair onderwijs (po)
2017-2018 2018-2019 2019-2020
Seksueel misbruik (SM)
SM aandeel TBP
Seksuele
intimidatie (SI) SI aandeel TBP
2017-2018 43 21 83 29
2018-2019 51 22 119 54
2019-2020 36 23 71 36
43
21
83
29 51
22
119
54 36
23
71
36
0 20 40 60 80 100 120 140
2.2. Aantal meldingen seksueel geweld po
2017-2018 2018-2019 2019-2020
9
Het aantal meldingen seksueel misbruik is ten opzichte van de vorige twee schooljaren lager. Bij deze meldingen is in ongeveer 64 procent de beklaagde een met taken belast persoon (TBP). Dit is een toename van zo’n 20 procentpunt ten opzichte van schooljaar 2018-2019. Binnen de categorie seksueel misbruik gaan de meeste meldingen over aanranding, gevolgd door ongewenste
hinderlijke aanrakingen en ontucht met een wilsonbekwame.
Het aantal meldingen seksuele intimidatie is eveneens lager dan de voorliggende schooljaren. Maar ook hier is in meer dan de helft van de meldingen een met taken belaste persoon aangemerkt als beklaagde. Dit percentage is hoger dan in de twee eerdere schooljaren. Binnen de categorie seksuele intimidatie gaan de meeste meldingen over ongewenste hinderlijke aanrakingen, gevolgd door andere vormen van grensoverschrijdend gedrag. Het gaat hier ook over grensoverschrijdend (seksueel) gedrag tussen (jonge) kinderen onderling in of rond de school.
Andere vormen van geweld
Het aantal meldingen psychisch geweld is lager dan vorig schooljaar. Meer dan de helft van de meldingen betreft een vorm van pesten, dit blijft onverminderd hoog. Gevolgd door dreiging (met geweld) en ongewenst (non) verbaal gedrag.
2017-2018 2018-2019 2019-2020
SM TBP in % 49% 43% 64%
SI TBP in % 35% 45% 51%
49%
43%
64%
35%
45%
51%
0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
70%
2.3 Aandeel TBP bij SM/SI in percentages po
SM TBP in % SI TBP in %
2017-2018 2018-2019 2019-2020
Psychisch geweld (PG) 898 890 383
PG aandeel pesten 497 465 209
Fysiek geweld (FG) 375 358 246
898 890
383
497 465
209
375 358
246
0 100 200 300 400 500 600 700 800 900 1000
2.4 Aantal meldingen psychisch geweld, aandeel pesten en fysiek geweld po
Psychisch geweld (PG) PG aandeel pesten Fysiek geweld (FG)
10
Het aantal meldingen fysiek geweld is lager dan de eerdere twee schooljaren. Evenals vorig jaar gaan binnen deze categorie de meeste meldingen over (ernstige) vormen van mishandeling, zoals vechtpartijen al dan niet met letsel tot gevolg. Vaak gaat er een periode van pesten vooraf aan het fysiek geweld.
Tot slot valt het op dat het aantal meldingen discriminatie in het primair onderwijs lager is dan de eerdere twee schooljaren. Net als in voorgaande schooljaren gaan deze meldingen over
discriminatie op grond van afkomst.
Discriminatie Radicalisering Overig
2017-2018 33 1 30
2018-2019 30 2 50
2019-2020 25 1 28
33
1
30 30
2
50
25
1
28
0 10 20 30 40 50 60
2.5 Aantal meldingen discriminatie, radicalisering en overig po
2017-2018 2018-2019 2019-2020
11
3 Meldingen voortgezet onderwijs
Het totaal aantal meldingen voor de sector voortgezet onderwijs (vo) is in schooljaar 2019-2020 lager, dit is verklaarbaar door de gedeeltelijke schoolsluiting naar aanleiding van de
coronapandemie.
Totaal
2017-2018 563
2018-2019 534
2019-2020 405
563 534
405
0 100 200 300 400 500 600
3.1 Totaal aantal meldingen voortgezet onderwijs (vo)
2017-2018 2018-2019 2019-2020
12
Seksueel misbruik en seksuele intimidatie
Het aantal meldingen seksueel misbruik is voor de sector voortgezet onderwijs lager in vergelijking met schooljaar 2018-2019 en 2017-2018. Maar het percentage met taken belaste personen (TBP), zoals leerkrachten en/of onderwijsondersteunend personeel, die in deze meldingen als beklaagden worden aangemerkt, is toegenomen met 8 procentpunt ten opzichte van 2018-2019 en ligt nu rond de 69 procent. In vergelijking met schooljaar 2017-2018 is dit een toename van zelfs 24
procentpunt. Bij seksueel misbruik gaan ongeveer een op de vijf meldingen over een ongewenste relatie tussen leraar en leerling, gevolgd door aanranding en gemeenschap met een jongere onder de 16 jaar.
Het aantal meldingen seksuele intimidatie is nagenoeg gelijk gebleven in vergelijking met
schooljaar 2018-2019 en is gezien het bijzondere schooljaar opvallend te noemen. Het percentage met taken belaste personen die als beklaagde is aangemerkt stijgt dit schooljaar wederom fors tot 74 procent: dit is een toename van 11 procentpunt ten opzichte van 2018-2019 en zelfs 24 procentpunt ten opzichte van 2017-2018. Bij de categorie seksuele intimidatie gaan de meeste meldingen over grensoverschrijdend gedrag, gevolgd door ongewenst gedrag via sociale media en hinderlijke aanrakingen.
Seksueel misbruik (SM)
SM aandeel TBP
Seksuele
intimidatie (SI) SI aandeel TBP
2017-2018 60 27 86 50
2018-2019 59 36 82 52
2019-2020 39 27 81 60
60
27
86
59 50
36
82
52 39
27
81
60
0 10 2030 40 5060 70 80 10090
3.2 Aantal meldingen seksueel geweld een aandeel TBP vo
2017-2018 2018-2019 2019-2020
2017-2018 2018-2019 2019-2020
SM TBP in % 45% 61% 69%
SI TBP in % 58% 63% 74%
45%
61%
69%
58% 63%
74%
0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
70%
80%
3.3 Aandeel TBP SM/SI in percentages vo
SM TBP in % SI TBP in %
13
Andere vormen van geweld
Het aantal meldingen psychisch geweld is lager dan de twee voorgaande leerjaren. Ook is het aandeel van meldingen rond pesten enigszins gedaald naar 40 procent, dit was in 2018-2019 nog 53 procent. Na pesten wordt relatief vaak een melding geregistreerd over leerlingen die dreiging (met geweld) ervaren alsook beledigingen ervaren.
Het aantal meldingen binnen de categorie fysiek geweld is ook lager. In deze categorie gaan de meeste meldingen over (soms ernstige) mishandeling. Gevolgd door dreiging met fysiek geweld en over meldingen waar een leerling letsel door schuld heeft opgelopen.
Het aantal meldingen discriminatie is nagenoeg gelijk gebleven, wat opvallend is gezien de
gedeeltelijke schoolsluiting. Net als voorgaande jaren gaan de meeste meldingen over discriminatie op grond van afkomst.
2017-2018 2018-2019 2019-2020
Psychisch geweld (PG) 266 231 154
PG aandeel pesten 133 123 62
Fysiek geweld (FG) 108 110 84
266
231
133 123 154
62
108 110
84
0 50 100 150 200 250 300
3.4 Aantal meldingen psychisch geweld, aandeel pesten en fysiek geweld vo
Psychisch geweld (PG) PG aandeel pesten Fysiek geweld (FG)
Discriminatie Radicalisering Overig
2017-2018 17 2 24
2018-2019 19 4 29
2019-2020 18 1 28
17
2
24 19
4
29
18
1
28
0 5 10 15 20 25 30 35
3.5 Aantal meldingen discriminatie, radicalisering en overig vo
2017-2018 2018-2019 2019-2020
14
4 Meldingen (voortgezet) speciaal onderwijs
Het totaal aantal meldingen voor de sector (voortgezet) speciaal onderwijs (v)so) is afgenomen.
Dit is mogelijk verklaarbaar door de gedeeltelijke schoolsluiting naar aanleiding van de coronapandemie.
Seksueel misbruik en seksuele intimidatie
Totaal
2017-2018 140
2018-2019 124
2019-2020 92
140
124
92
0 20 40 60 80 100 120 140 160
4.1 Aantal meldingen (voortgezet) speciaal onderwijs (v)so
2017-2018 2018-2019 2019-2020
Seksueel misbruik (SM)
SM aandeel TBP
Seksuele
intimidatie (SI) SI aandeel TBP
2017-2018 18 6 13 5
2018-2019 14 3 11 7
2019-2020 10 8 8 4
18
6
13
5 14
3
11
7 10
8 8
4 0
24 6 8 1012 14 1618 20
4.2 Aantal meldingen seksueel geweld, aandeel TBP (v)so
2017-2018 2018-2019 2019-2020
15
Bij seksueel misbruik is het aantal meldingen voor de sector (voortgezet) speciaal onderwijs lager.
Echter het aantal met taken belaste personen (TBP) die als beklaagde is aangemerkt in deze dossiers is fors toegenomen en daarmee zeer hoog (80 procent). In de categorie seksueel misbruik gaan de meeste meldingen, bijna één op de twee, over ongewenste hinderlijke aanrakingen, gevolgd door aanranding.
Het aantal meldingen seksuele intimidatie is lager. Het percentage meldingen waarbij de beklaagde een met taken belast persoon is, neemt eveneens iets af naar 50 procent (circa -5 procentpunt t.o.v. 2018-2019), maar is nog steeds hoger dan in schooljaar 2017-2018. Dat is een
tegengestelde beweging ten opzichte van de categorie seksueel misbruik. Bij de categorie seksuele intimidatie gaan de meeste meldingen over grensoverschrijdend gedrag, gevolgd door ongewenste hinderlijke aanrakingen en aanranding.
Andere vormen van geweld
Het aantal meldingen psychisch geweld is lager. Daarbinnen is pesten koploper, een derde van het aantal meldingen psychisch geweld betreft een vorm van pesten. Na pesten worden relatief vaak meldingen geregistreerd over leerlingen die dreiging ervaren. Vervolgens de meldingen over leerlingen die zich verlaten en genegeerd voelen. Ten aanzien van de subcategorie ‘verlaten en
2017-2018 2018-2019 2019-2020
SM TBP in % 33% 21% 80%
SI TBP in % 38% 64% 50%
33%
21%
80%
38%
64%
50%
0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
70%
80%
90%
4.3 Aandeel TBP SM/SI in percentages (v)so
SM TBP in % SI TBP in %
2017-2018 2018-2019 2019-2020
Psychisch geweld (PG) 40 47 36
PG aandeel pesten 23 17 12
Fysiek geweld (FG) 57 47 28
40
47
36 23
17 12
57
47
28
0 10 20 30 40 50 60
4.4 aantal meldingen psychisch geweld, aandeel pesten en fysiek geweld (v)so
Psychisch geweld (PG) PG aandeel pesten Fysiek geweld (FG)
16
negeren’ gaat het vaak over meldingen van leerlingen en ouders die zich niet gezien en gehoord voelen in hun klacht of melding door de school.
Het aantal meldingen fysiek geweld is lager. De meeste meldingen gaan over bijvoorbeeld geduw tussen leerlingen. Vervolgens zijn er relatief veel meldingen over (soms ernstige) mishandeling en dreiging of dreiging met fysiek geweld.
Het aantal meldingen discriminatie is zeer beperkt: afgelopen schooljaar 2 en het jaar ervoor 1. De meldingen gaan over discriminatie op grond van afkomst.
Discriminatie Radicalisering Overig
2017-2018 1 1 10
2018-2019 1 0 4
2019-2020 1 1 7
1 1
10
1 0
4
1 1
7
0 2 4 6 8 10 12
4.5 Aantal meldingen discriminatie, radicalisering en overig (v)so
2017-2018 2018-2019 2019-2020
17
5 Meldingen middelbaar beroepsonderwijs
Over het middelbaar beroepsonderwijs (mbo) zijn dit schooljaar nagenoeg evenveel meldingen als in schooljaar 2018-2019 binnengekomen. Dit is opvallend, gezien de schoolsluiting door de coronapandemie die ook voor deze sector geldt.
Seksueel misbruik en seksuele intimidatie
Totaal
2017-2018 84
2018-2019 59
2019-2020 56
84
59 56
0 10 20 30 40 50 60 70 80 90
5.1 Totaal aantal meldingen middelbaar beroepsonderwijs (mbo)
2017-2018 2018-2019 2019-2020
Seksueel misbruik (SM)
SM aandeel TBP
Seksuele
intimidatie (SI) SI aandeel TBP
2017-2018 10 7 15 12
2018-2019 5 3 9 7
2019-2020 7 5 17 10
10
7
15
12
5
3
9
7 7
5
17
10
02 46 108 1214 1618
5.2 Meldingen seksueel geweld, aandeel TBP mbo
2017-2018 2018-2019 2019-2020
18
Bij seksueel misbruik in het middelbaar beroepsonderwijs is het aantal meldingen hoger dan het schooljaar 2017-2018 als we kijken naar het aantal meldingen per maand. Ook het aantal met taken belaste personen (TBP) die in deze meldingen als beklaagde wordt aangemerkt is toegenomen (circa + 11 procentpunt t.o.v. 2018-2019) tot 71 procent. In deze categorie zijn verschillende type meldingen ontvangen. De meest opvallende subcategorieën zijn aanranding en ontucht met misbruik gezag.
Het aantal meldingen in de categorie seksuele intimidatie is eveneens hoger dan de
voorliggende schooljaren, wat opvallend is gezien de gedeeltelijke schoolsluiting. Het aantal met taken belaste personen die als beklaagden van seksuele intimidatie worden aangemerkt is procentueel lager ten opzichte van schooljaar 2018-2019 (59 procent), maar als we naar de absolute cijfers kijken is het aantal hoger in vergelijking met de twee voorgaande schooljaren. Bij seksuele intimidatie zijn de meeste meldingen geregistreerd in de subcategorie ongewenst gedrag via sociale media en aanranding.
Andere vormen van geweld
Het aantal meldingen psychisch geweld is lager dan het aantal geregistreerde meldingen in het vorige schooljaar. Het aandeel van de meldingen over pesten is in tegenstelling tot de twee voorgaande schooljaren toegenomen tot 38 procentpunt van het totaal aantal meldingen psychisch geweld. Na pesten worden er relatief vaak meldingen van studenten geregistreerd die dreiging (met fysiek geweld) ervaren.
2017-2018 2018-2019 2019-2020
SM TBP in % 70% 60% 71%
SI TBP in % 80% 78% 59%
70%
60%
71%
80% 78%
59%
0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
70%
80%
90%
5.3 Aandeel TBP SM/SI in percentages mbo
SM TBP in % SI TBP in %
2017-2018 2018-2019 2019-2020
Psychisch geweld (PG) 36 26 21
PG aandeel pesten 12 7 8
Fysiek geweld (FG) 14 7 4
36
26
21 12
7 8
14
7 4
0 5 10 15 20 25 30 35 40
5.4 Aantal meldingen psychisch geweld, aandeel pesten en fysiek geweld mbo
Psychisch geweld (PG) PG aandeel pesten Fysiek geweld (FG)
19
Ook bij de categorie fysiek geweld is het aantal meldingen lager. In deze categorie gaan de meldingen over (soms ernstige) mishandeling, letsel door schuld, maar ook dreiging met een wapen.
Discriminatie Radicalisering Overig
2017-2018 5 0 4
2018-2019 7 0 5
2019-2020 2 2 3
5
0
4 7
0
5
2 2
3
0 1 2 3 4 5 6 7 8
5.5 Aantal meldingen discriminatie, radicalisering en overig mbo
2017-2018 2018-2019 2019-2020
20
6 Meldingen hoger onderwijs
De vertrouwensinspecteurs ontvangen ook meldingen uit de sector hoger onderwijs (ho). Het gaat in verhouding tot de andere sectoren om een gering aantal meldingen vanwege de
meerderjarigheid van de studenten. Om deze reden is het niet mogelijk om een goede duiding te geven over het aantal meldingen. De vermindering van het aantal meldingen is mogelijk
verklaarbaar uit de gedeeltelijke schoolsluiting als gevolg van de coronapandemie.
Totaal
2017-2018 18
2018-2019 10
2019-2020 8
18
10
8
0 2 4 6 8 10 12 14 16 18 20
6.1 Totaal aantal meldingen hoger onderwijs (ho)
2017-2018 2018-2019 2019-2020
Seksueel misbruik (SM)
SM aandeel TBP
Seksuele
intimidatie (SI) SI aandeel TBP
2017-2018 3 3 6 3
2018-2019 1 1 1 1
2019-2020 0 0 3 3
3 3
6
3
1 1 1 1
0 0
3 3
0 1 2 3 4 5 6 7
6.2 Aantal meldingen seksueel geweld, aandeel TBP ho
2017-2018 2018-2019 2019-2020
21
In het hoger onderwijs geldt er voor klachten op het gebied van seksuele intimidatie en seksueel misbruik een ander wettelijk kader dan voor minderjarigen. Hiervoor geldt een interne
klachtenprocedure. Beschikt een instelling niet over een adequate klachtenregeling of
ombudsfunctie dan geldt voor openbare instellingen dat in beginsel de Nationale Ombudsman bevoegd is. Voor de bijzondere instellingen bestaat een dergelijke externe voorziening niet. De (minderjarige) studenten en hun ouders/verzorgers kunnen zich wel beroepen op schending van een gedragscode.
2017-2018 2018-2019 2019-2020
SM TBP in % 100% 100% 0%
SI TBP in % 50% 100% 100%
100% 100%
0%
50%
100% 100%
0%
20%
40%
60%
80%
100%
120%
6.3 Aandeel TBP SM/SI in percentages ho
SM TBP in % SI TBP in %
2017-2018 2018-2019 2019-2020
Psychisch geweld (PG) 6 5 1
PG aandeel pesten 1 2 0
Fysiek geweld (FG) 1 0 0
6
5
1 1
2
0 1
0 0
0 1 2 3 4 5 6 7
6.4 Aantal meldingen psychisch geweld, aandeel pesten en fysiek geweld ho
Psychisch geweld (PG) PG aandeel pesten Fysiek geweld (FG)
22
Discriminatie Radicalisering Overig
2017-2018 1 0 1
2018-2019 2 0 1
2019-2020 4 0 0
1
0
1 2
0
1 4
0 0
0 0,5 1 1,5 2 2,5 3 3,5 4 4,5
6.5 Aantal meldingen discriminatie, radicalisering en overig ho
2017-2018 2018-2019 2019-2020
23
7 Meld-, overleg- en aangifteplicht
In het geval van een vermoeden van seksueel misbruik (zedenmisdrijf) geldt in een aantal gevallen de meld-, overleg- en aangifteplicht. In de verschillende wetsartikelen van de onderwijswetten rond de meld- en overlegplicht in het onderwijs worden drie belangrijke kenmerken van een zedenmisdrijf genoemd:
• Het moet gaan om een mogelijk vermoeden van een misdrijf tegen de zeden;
• De dader is een met taken belast persoon (bijvoorbeeld een leraar) van de school of instelling;
• Het slachtoffer is een minderjarige leerling/student van de school of instelling.
Voor het begrip zedenmisdrijf geldt de definitie uit het Wetboek van strafrecht (Titel XIV: ‘misdrijven tegen de zeden’). Daarbij valt bijvoorbeeld te denken aan: een leraar die een seksuele relatie met een minderjarige leerling heeft, een leraar die leerlingen op een ongepaste wijze aanraakt of een leraar die een leerling via sms’jes benadert met als uiteindelijk doel het maken van een seksueel contact (‘grooming’). Dit zijn allemaal strafbare feiten.
Aangifteplicht
Als er door schoolbestuur en vertrouwensinspecteur gezamenlijk of alleen door de vertrouwensinspecteur geconcludeerd wordt dat er sprake is van een redelijk vermoeden van een zedenmisdrijf, dan is het schoolbestuur verplicht hiervan direct aangifte te doen bij de politie.
Zelfs als de betrokkenen hierover hun bedenkingen hebben. Het schoolbestuur informeert de betrokkenen, zowel het slachtoffer als vermeende dader, als tot aangifte wordt overgegaan. Dit is wettelijk voorgeschreven.
Geen aangifteplicht vertrouwensinspecteurs
De vertrouwensinspecteurs zelf zijn vrijgesteld van de verplichting om aangifte te doen van een misdrijf tegen de zeden. Zij zijn wettelijk verplicht geheim te houden wat leerlingen, ouders of personeelsleden van een school hun toevertrouwen ten aanzien van mogelijke zedenmisdrijven, ook naar collega-inspecteurs.
Meldplicht bij kennis van zedenmisdrijf
Als een medewerker op enigerlei wijze bekend is geworden met een mogelijk zedenmisdrijf met kenmerken zoals die hierboven zijn beschreven, moet hij of zij dit onverwijld melden bij het schoolbestuur, dit heet de meldplicht. Het is niet voldoende om een tussenpersoon te informeren, zoals bijvoorbeeld een lid van de schoolleiding of een vertrouwenspersoon.
De meldplicht geldt voor álle met taken belaste personen op een school of instelling.
Zelfs voor interne vertrouwenspersonen die binnen hun functie informatie krijgen over mogelijk zedenmisdrijf.
Geen enkele medewerker kan zich in dit soort gevallen beroepen op de geheimhoudingsplicht, tenzij er sprake is van een medisch beroepsgeheim.
Overlegplicht schoolbestuur met vertrouwensinspecteur
Als een bevoegd gezag van een school (het schoolbestuur) of instelling op enigerlei wijze bekend is geworden met een mogelijk zedenmisdrijf met de kenmerken zoals eerder beschreven, dan moet zij direct in overleg treden met de vertrouwensinspecteur van de Inspectie van het Onderwijs. We noemen dit de overlegplicht.
De vertrouwensinspecteur stelt in overleg met het schoolbestuur vast of er op grond van de op dat moment bekende feiten, sprake is van een redelijk vermoeden van een strafbaar feit.