• No results found

Servicedocument onderwijsovereenkomst

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Servicedocument onderwijsovereenkomst"

Copied!
25
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Servicedocument onderwijsovereenkomst

Informatie onderwijsovereenkomst

2012-2013

(2)

Titel : Servicedocument onderwijsovereenkomst Auteur(s) : MBO Raad m.m.v.

ministerie van OCW en JOB

MBO Raad : Houttuinlaan 6 Postbus 2051 3440 DB Woerden T: 0348 - 75 35 00 E: info@mboraad.nl I: www.mboraad.nl Woerden

Versienummer 1.0

(3)

   

   

   

   

   

   

   

   

   

   

   

   

   

   

   

   

   

   

   

   

   

   

   

   

Inhoudsopgave

1 De onderwijsovereenkomst 5

1.1 Wat is een onderwijsovereenkomst? 5 1.2 Gevolgen van de invoering van domeinen voor de onderwijsovereenkomst 5 1.3 Wijzigingen tijdens de opleiding 6 1.4 Minimumeisen procedure wijzigingen tijdens de opleiding 6 1.5 Einde van de onderwijsovereenkomst 8

2 Het opleidingsblad 9

2.1 Welke gegevens staan op het opleidingsblad? 9

2.2 Begin- en einddatum 9

2.3 Ondertekening van het eerste opleidingsblad 9

2.4 Een nieuw opleidingsblad 9

3 De algemene voorwaarden 11

3.1 Afspraken op verschillende niveaus 11 3.2 De WEB en de onderwijsovereenkomst 11

3.3 Medezeggenschap 12

3.4 Schoolkosten en de vrijwillige bijdrage 12

3.4.1 Les- en cursusgeld 12

3.4.2 Basisuitrusting en onderwijsbenodigdheden 12

3.4.3 Vrijwillige bijdrage 13

3.4.4 Schoolkosten in de onderwijsovereenkomst 13

3.5 Communicatie met de student 14

3.6 Betrokkenheid van ouders 14

3.7 Afspraken MBO Raad en Ingrado 14

Voorbeeldmodel onderwijsovereenkomst 16

Voorbeeldmodel opleidingsblad 25

HBE/215626/2012 3/25

(4)

Voorwoord

Voor u ligt het servicedocument onderwijsovereenkomst van de MBO Raad. Per 1 augustus 2012 worden de opleidingsdomeinen in het middelbaar beroepsonderwijs (verder mbo) ingevoerd. Mede als gevolg daarvan verandert er een aantal zaken in de

inschrijvingsprocedure aan een instelling. Onderwijsinstellingen kunnen anders omgaan met het verwerken van wijzigingen tijdens een opleidingstraject van een student. Dat raakt de onderwijsovereenkomst, de inschrijving en de gegevensuitwisseling met BRON. De MBO Raad wil met dit servicedocument een nadere toelichting geven op (veranderingen in) de wet- en regelgeving die de onderwijsovereenkomst aangaan. Ook bevat deze notitie een voorbeeldmodel onderwijsovereenkomst dat uw instelling kan helpen om het eigen model voor de onderwijsovereenkomst vorm te geven.

Toekomstige wetgeving

Naast de invoering van de domeinen zijn er andere actuele ontwikkelingen die effect kunnen hebben op de onderwijsovereenkomst. Denk bijvoorbeeld aan de wetgeving over Passend onderwijs en de wetgeving in het kader van het Actieplan mbo ‘Focus op vakmanschap’.

Deze notitie loopt nog niet vooruit op beoogde nieuwe wetgeving. Zodra er meer

duidelijkheid is over de invoering en de invoeringsdatum van de nieuwe wetgeving die ook consequenties heeft voor de onderwijsovereenkomst of de inschrijvingsprocedure,

actualiseert de MBO Raad deze notitie.

Invullen eigen gegevens

Op een aantal plekken is de tekst in het voorbeeldmodel van de MBO Raad gearceerd. Als uw instelling gebruik maakt van dit voorbeeldmodel voor de eigen model

onderwijsovereenkomst, kunt u het gearceerde deel aanvullen met wat voor de eigen instelling van toepassing is, zoals de eigen naam of de website. Met stippellijntjes is aangegeven dat uw instelling hier informatie voor de individuele student moet invullen (bijvoorbeeld de naam van de student of de opleidingsgegevens).

Afstemming

De MBO Raad heeft het servicedocument onderwijsovereenkomst getoetst bij een aantal onderwijsinstellingen en afgestemd met het ministerie van OCW en de Jongerenorganisatie Beroepsonderwijs (JOB). De MBO Raad actualiseert dit document als daar aanleiding toe is, bijvoorbeeld omdat er veel vragen zijn over een bepaald onderdeel of de wet- en regelgeving verandert. Voor actuele informatie over de onderwijsovereenkomst verwijst de MBO Raad u graag naar www.mboraad.nl. Voor meer informatie over de veranderingen in de inschrijving en de gegevensuitwisseling met BRON verwijst de MBO Raad u door naar saMBO-ICT. Voor informatie voor studenten verwijst de MBO Raad door naar www.job- site.nl.

HBE/215626/2012 4/25

(5)

1 De onderwijsovereenkomst

1.1 Wat is een onderwijsovereenkomst?

Als een onderwijsinstelling een student inschrijft voor een opleiding, moet de instelling een onderwijsovereenkomst afsluiten met de student. Dat is bepaald in artikel 8.1.3. van de Wet educatie en beroepsonderwijs (verder WEB). De onderwijsovereenkomst regelt de rechten en verplichtingen van de onderwijsinstelling en de student. In de verdere uitwerking van dit servicedocument en de model onderwijsovereenkomst, krijgt de onderwijsovereenkomst een tweeledige functie. Ten eerste worden in de onderwijsovereenkomst de opleidingsgegevens van de individuele student verwerkt. In dit document wordt dit gedeelte verder het

opleidingsblad genoemd. Ten tweede bevat de onderwijsovereenkomst de rechten en plichten van zowel de onderwijsinstelling als de student. Dit gedeelte wordt in dit document verder de Algemene voorwaarden genoemd.

1.2 Gevolgen van de invoering van domeinen voor de onderwijsovereenkomst Met de invoering van de opleidingsdomeinen per 1 augustus 2012 verandert ook de registratiesystematiek. In de oude situatie werd tussen onderwijsinstelling en student niet alleen bij een eerste inschrijving in een opleiding, maar ook voor elke wijziging van het opleidingstraject een nieuwe (of gewijzigde) onderwijsovereenkomst afgesloten. Bijvoorbeeld als een student wisselt van kwalificatiedossier, kwalificatie, leerweg of van niveau. In al deze gevallen moest de student, en in geval van minderjarigheid ook de ouder(s) of wettelijk vertegenwoordiger(s), de nieuwe (of gewijzigde) onderwijsovereenkomst ondertekenen.

In de nieuwe situatie, vanaf 1 augustus 2012, moeten onderwijsinstelling en student bij de eerste inschrijving nog steeds een onderwijsovereenkomst afsluiten. Maar voor wijzigingen van het opleidingstraject hoeft geen nieuwe onderwijsovereenkomst te worden afgesloten en ondertekend. Dan moet in de onderwijsovereenkomst kan worden geregeld op welke manier een wijziging van de onderwijsovereenkomst tot stand komt. In dit servicedocument wordt dit als volgt uitgewerkt. Wijzigingen van het opleidingstraject kunnen voortaan worden geregeld door het uitgeven van een nieuw opleidingsblad met daarop alle actuele inschrijfgegevens inclusief de wijziging. Het opleidingsblad hoeft niet ondertekend te worden. Het nieuwe opleidingsblad vervangt het vorige opleidingsblad en maakt onlosmakelijk onderdeel uit van de onderwijsovereenkomst. De instelling moet de voorgaande opleidingsbladen uiteraard in het studentendossier bewaren. Aan deze werkwijze stelt het ministerie van OCW een aantal voorwaarden, deze staan in paragraaf 1.3 en 1.4.

Voordat in de nieuwe situatie een verandering van opleidingstraject in de administratie kan worden doorgevoerd, moet de instelling de wijziging eerst met de student afspreken.

Voorwaarde voor deze werkwijze is dat de instelling en student in de onderwijsovereenkomst afspreken volgens welke procedure dit verloopt. Hoe die procedure zijn beslag krijgt in de onderwijsovereenkomst, leest u in hoofdstuk drie en staat in artikel 4 van het

HBE/215626/2012 5/25

(6)

voorbeeldmodel. Hieronder wordt eerstingegaan op de voorwaarden waaronder wijzigingen kunnen worden doorgevoerd en de minimale eisen die het ministerie van OCW aan een dergelijke procedure voor het omgaan met wijzigingen stelt.

1.3 Wijzigingen tijdens de opleiding

Wijzigingen van het opleidingstraject kunnen slechts worden doorgevoerd als de student daar zelf om vraagt (al dan niet via,in of na overleg met of op advies van een docent of mentor).

Deinstelling kaninschrijfgegevens en de onderwijsovereenkomst nooit eenzijdig wijzigen. Anders gezegd, deinstelling mag geen wijzigingen doorvoeren waar de student niet mee heeftingestemd.In de oude situatie bestond de borging uit het opnieuw afsluiten van de onderwijsovereenkomst waar de student zijn handtekening onder moest zetten.In de nieuwe situatie hoeft niet opnieuw een geheel nieuwe en ondertekende onderwijsovereenkomstte worden afgesloten op voorwaarde dat deinstelling hier dan wel een andere procedure voor heeftingericht. Deze procedure moet met de student enin het geval van minderjarigheid de ouders(s) of wettelijk vertegenwoordiger(s) worden afgesprokenin de

onderwijsovereenkomst. De MBO Raad beveelt aan de procedure voor het verwerken van wijzigingen van het opleidingstraject met de studentenraad afte stemmen. Omdat de studentenraadin moet stemmen met de model onderwijsovereenkomst van deinstelling. En daarin moet de procedure beschreven staan om hemtoete kunnen passen. Bij het

ontwerpen van een nieuwe procedureis het belangrijk dat deinstelling rekening houdt met het borgen van deinstemming van de student met de wijziging.

Een dergelijke procedureis vantoepassingin de volgende situaties:

 wisseling van opleiding(Crebo) bijvoorbeeld van domein naar kwalificatiedossier of kwalificatie of bijvoorbeeld van kwalificatiedossier naar kwalificatie, van kwalificatie naar kwalificatie etc.;

 wisseling vanleerweg;

 wisseling van niveau;

 wisseling vanintensiteit (voltijds of deeltijds onderwijs, of extraneus).

Voor een student die meerdere opleidingentegelijkertijd volgt, moet per opleiding een onderwijsovereenkomst worden afgesloten. Als de student het diploma heeft behaald, moet de student worden uitgeschreven en houdt de onderwijsovereenkomst opte bestaan (zie ook paragraaf 1.5).

1.4 Minimumeisen procedure wijzigingen tijdens de opleiding

Welke procedure deinstelling ookinricht, hetis van belang dat zijin de procedure borgt dat een wijziging uitsluitend op verzoek van de student plaatsvindt op een wijze dieis

vastgesteldin de onderwijsovereenkomst. Alleen dan komen wijzigingen rechtsgeldigtot stand. Dat betekent dat aan de volgende eisen moet zijn voldaan:

HBE/215626/2012 6/25

(7)

 Deinstelling en de student sprekenin de onderwijsovereenkomst de procedure voor wijzigingen van het opleidingstraject af. Door ondertekening van de

onderwijsovereenkomstis sprake van wederzijdseinstemming.

 De student en deinstelling kunnen beiden hetinitiatief nemen voor detotstandkoming van een wijziging. Een wijziging van de inschrijving van de student kan alleen plaatsvinden op verzoek van de student.

 Deinstelling kan en mag de student altijd actief adviseren gedurende de

onderwijsloopbaan, maar de student bepaalt uiteindelijk of hij/zij dit advies volgt en dus of de wijziging wel of niet kan worden doorgevoerd.

 Deinstelling kan de student alleen metinachtneming van deleerplichtwet, de wettelijke bepalingen voortoelating en het eigen beleid voortoelating, schorsing en verwijdering eenzijdig detoegangtot een opleiding weigeren of eenzijdig uitschrijven. De

studentenraad van deinstelling heeftinstemmingsrecht op het beleid voortoelating, schorsing en verwijdering. Deinstelling mag nooit eenzijdig besluiten de studentinte schrijven voor een ander opleidingstraject.

 Deinstellinglegt de wijziging schriftelijk (op papier of digitaal) aan de student voor. De student ontvangt een nieuw opleidingsblad waarop alle actuele opleidingsgegevens staan,inclusief de wijziging.

 Eris een reactietermijn vanten minste tien werkdagen waarbinnen de student kan reageren als er eenfoutin de wijziging staat.

 Als de student minderjarigis, stuurt deinstelling het opleidingsblad ook naar de ouder(s)/wettelijk vertegenwoordiger(s).

 Als de student niet binnen de gesteldetermijn reageert, mag deinstelling ervan uitgaan dat de student zich kan vindenin de wijziging. Hettoegezonden opleidingsblad vervangt het voorgaande opleidingsblad en maakt onlosmakelijk onderdeel uit van de

onderwijsovereenkomst.

 In de onderwijsovereenkomst staatinformatieover een klachtenregeling waar de student een beroep op kan doen als deinstellingtoch wijzigingen doorvoert waar hij/zij het niet mee eensis. De MBO Raad beveelt aan de klachtenprocedure zotoegankelijk mogelijk te maken, bijvoorbeeld via hetinvullen van eenformulier op de website.

De vraag die deinstelling moet stellen bij het ontwerpen van een procedureis: weten we op deze manier zeker dat dit de wijzigingis waar de student om heeft gevraagd? Hetis daarbij van belang dat deinstelling zeker weet dat niet reageren daadwerkelijk betekent dat de studentinstemt met de wijziging. Er zijnimmers ook situaties denkbaar waarin er een andere reden kan zijn dat een student niet reageert, bijvoorbeeld omdat hij/zij het opleidingsblad niet heeft ontvangen. De student moetinstemmen metiedere wijziging en heeft ook het recht om zo vaak als hij/zij dat wil, een verzoektot een wijzigingte doen.

Als de student en/of de ouders zich niet in de –in de algemene voorwaarden van de onderwijsovereenkomst aangegeven - procedure voor wijziging van de

onderwijsovereenkomst voor wijzigingen van het opleidingstraject kunnen vinden, dan wordt in de onderwijsovereenkomst vermeld dat betreffende procedure niet vantoepassingis.In dat geval moet er dus bij wijziging van het opleidingstraject wel sprake zijn van een

HBE/215626/2012 7/25

(8)

handtekening. Desgewenst kunnen zij in overleg met de instelling andere individuele afspraken maken over een andere procedure.

De MBO Raad beveelt aan een (aantal) check(s) in de procedure in te bouwen. Bijvoorbeeld door niet vlak voor een schoolvakantie een wijziging aan een student voor te leggen. Andere mogelijkheden zijn een leesbevestiging van de mail of een koppeling van de wijziging aan een intranetsysteem waar de student op inlogt. De instellingen bepalen hoe zij dit

vormgeven, maar het is van belang dat zij dit vormgeven. Het verdient bovendien de

aanbeveling om de klachtenprocedure voor de student zo laagdrempelig mogelijk te maken, bijvoorbeeld door het sturen van een mail of het invullen van een formulier op de website. De procedure voor wijziging van het opleidingstraject moet transparant zijn voor studenten, ouders en de accountant.

De instelling mag een verzoek van de student niet weigeren tenzij daar goede redenen voor zijn. Bijvoorbeeld omdat niet aan de vooropleidingseisen voor de opleiding voldoet, de opleiding vol is of omdat de instelling de opleiding niet (meer) verzorgt of kan verzorgen. In voorgenoemde gevallen is het van belang dat het voor de student duidelijk is wat de reden is dat hij niet tot een opleiding wordt toegelaten. Het verdient ook de aanbeveling om

bijvoorbeeld de toelatingseisen voor een opleiding op de website van de instelling te publiceren.

1.5 Einde van de onderwijsovereenkomst

De instelling kan de overeenkomst met de student met betrekking tot een bepaald opleidingstraject alleen tussentijds ontbinden in de gevallen die zijn aangegeven in de onderwijsovereenkomst of het deelnemersstatuut. Daarbij hoort een zorgvuldige procedure met de voorwaarden waaronder tussentijds kan worden ontbonden. Één van die

voorwaarden is in elk geval in dat de beëindiging altijd schriftelijk en met opgaaf van redenen gebeurt. Als een onderwijsovereenkomst op deze manier ontbonden wordt, geldt bovendien voor de student onder de 18 jaar dat deze niet zomaar mag worden uitgeschreven. De instelling moet eerst gedurende acht weken (aantoonbaar) proberen de student bij een andere onderwijsinstelling onder te brengen. De onderwijsovereenkomst eindigt altijd als het diploma is behaald. Tot slot kan de onderwijsovereenkomst ook op verzoek van de student worden beëindigd.

HBE/215626/2012 8/25

(9)

2 Het opleidingsblad

2.1 Welke gegevens staan op het opleidingsblad?

Op het opleidingsblad staan de opleidingsgegevens van de individuele student (domein, kwalificatiedossier of kwalificatie en het bijbehorende Crebonummer). Bol-studenten op niveau 2, 3 en 4 kunnen, wanneer zij nog niet precies weten voor welke kwalificatie zij willen worden opgeleid, worden ingeschreven voor een opleidingsdomein of een

kwalificatiedossier. Zij volgen dan tijdelijk een opleidingsprogramma met daarin de voor hen relevante onderdelen van de achterliggende kwalificaties. Daarna kiezen zij voor de

kwalificatie waarvoor zij volledig willen worden opgeleid. Voor studenten die dit betreft, wordt alleen ingevuld wat op dat moment bekend is. Dat kan bijvoorbeeld het gekozen

opleidingsdomein zijn. Wanneer de student later tijdens de opleiding een keuze maakt voor een kwalificatiedossier of kwalificatie, werkt de instelling dit volgens de in de

onderwijsovereenkomst afgesproken procedure op het opleidingsblad en in de administratie bij. Bij de keuze voor een domein of een kwalificatiedossier moet de instelling het beoogde kwalificatieniveau wel op het opleidingsblad vermelden. Ook de leerweg en intensiteit (voltijds of deeltijds onderwijs of extraneus) moeten hierop staan.

2.2 Begin- en einddatum

Op het opleidingsblad moet de instelling de begindatum en verwachte einddatum van het opleidingstraject vermelden. Als de instelling een nieuw opleidingsblad maakt, moet zij nagaan of de verwachte einddatum nog klopt of dat zij deze in overleg met de student moet aanpassen. Ook als de verwachte einddatum niet verandert, moet deze wel op het nieuw uit te geven opleidingsblad staan. Het nieuwe opleidingsblad vervangt immers het vorige opleidingsblad. Alle relevante informatie moet daarop te vinden zijn.

2.3 Ondertekening van het eerste opleidingsblad

Tot slot moeten de naam van de instelling en de student op het opleidingsblad staan, en moet er ruimte zijn voor de handtekeningen. De MBO Raad beveelt de instellingen aan in de onderwijsovereenkomst expliciet te vermelden dat de student kennis heeft genomen van en instemt met de Algemene voorwaarden én kennis heeft genomen van alle documenten waar in de onderwijsovereenkomst naar wordt verwezen.

2.4 Een nieuw opleidingsblad

Als er wijzigingen in het opleidingstraject van de student plaatsvinden, hoeft er geen nieuwe onderwijsovereenkomst te worden afgesloten. Wijzigingen kunnen worden geregeld door een nieuw opleidingsblad uit te geven. Als de instelling hiervoor het opleidingsblad voor de tweede of daaropvolgende keer uitgeeft, hoeft deze niet opnieuw ondertekend te worden.

Het nieuwe opleidingsblad vervangt het voorgaande opleidingsblad. Alle vereiste informatie

HBE/215626/2012 9/25

(10)

over de opleiding (domein of kwalificatiedossier of kwalificatie en het bijbehorende

Crebonummer, niveau, leerweg, intensiteit, startdatum en geplande einddatum) inclusief de wijziging die wordt doorgevoerd, moet dus op het opleidingsblad worden vermeld. Ook om de informatie die niet wijzigt, komt weer op het nieuwe opleidingsblad. Het nieuwe

opleidingsblad vervangt immers het voorgaande opleidingsblad en maakt integraal

onderdeel uit van de onderwijsovereenkomst. De voorwaarden die het ministerie van OCW aan deze werkwijze stelt, staan in hoofdstuk één.

HBE/215626/2012 10/25

(11)

3 De a lgemene voorwaarden

De onderwijsovereenkomst regelt de rechten en de plichten van zowel de student als de onderwijsinstelling.In de algemene voorwaarden staat wat de student van deinstelling mag verwachten én wat deinstelling van de student verwacht. Door de onderwijsovereenkomstte ondertekenen, gaan de student en de onderwijsinstelling een contract met elkaar aan. Als één van de partijen zich niet aan de afspraken uit de onderwijsovereenkomst houdt, kan de andere (gedupeerde) partij de ander op basis van de afsprakenin de

onderwijsovereenkomst aanspreken op het gedrag. De rechten en plichten van zowel de instelling als de student moeten aan de orde komen. Er staan bijvoorbeeld afsprakenin over schorsing en verwijdering maar ook over waar een studentterecht kan als hij/zij een klacht over de opleiding of deinstelling heeft.

3.1 Afspraken op verschillende niveaus

De onderwijsovereenkomstis een privaat contract. Dat betekent dat deinstelling de afspraken maakt met deindividuele student.In die zin kaniedere onderwijsovereenkomst anders zijn. Eris wel een aantal onderwerpen datiniedere onderwijsovereenkomstterug moet komen. Op een aantal plekken worden onderwerpen benoemd waarover de student en opleiding afsprakenin de onderwijsovereenkomst moeten maken.

1. Landelijk niveau,in de wet:in de WEB staat bijvoorbeeld een aantal onderwerpen die verplichtin de onderwijsovereenkomst moeten staan, zoals deinhoud van het onderwijs (op grond van artikel 8.1.3., derdelid van de WEB).

2. Niveau van de onderwijsinstelling:iedere onderwijsinstelling heeft een model- onderwijsovereenkomst waar de deelnemersraadinstemmingsrecht op heeft. De instelling kan daar zelf onderwerpenin benoemen dieiniedere onderwijsovereenkomst van dieinstellingterugkomen. Voorbeelden daarvan zijn een verwijzing naar de

huisregels of naar het deelnemersstatuut.

3. Individueel niveau: eeninstelling en destudent kunnen samen afspraken aan de onderwijsovereenkomsttoevoegen. Een voorbeeld daarvan zijn afspraken over vrijstellingen, aanwezigheid en optijd komen, recht op extra ondersteuning en begeleiding of het maken van (extra) opdrachten of huiswerk.

3.2 De WEB en de onderwijsovereenkomst

In artikel 8.1.3 van de WEB staat een aantal onderwerpen waar deinstelling en studentin de onderwijsovereenkomstinieder geval afspraken over moeten maken. Die onderwerpen zijn:

 Deinhoud eninrichting van de opleiding, waaronder voor een beroepsopleiding begrepen het voltijdse en deeltijdse karakter, deleerweg, de examenvoorzieningen en de

kwalificatie of, bijinschrijving voor een opleidingsdomein of kwalificatiedossier, dat opleidingsdomein of dat kwalificatiedossier en het beoogde niveau van dete behalen kwalificatie;

 Detijdvakken waarbinnen, en voor zover mogelijk, delocaties waarop deinstelling het onderwijs verzorgt;

HBE/215626/2012 11/25

(12)

 De wijze waarop partijen de uit de overeenkomst voortkomende prestaties gestalte geven;

In voorkomend geval,terugbetaling van voorschotten, verstrekt door het bevoegd gezag, ter voldoening van een bij of krachtens de wet geregelde geldelijke bijdrage als bedoeld in artikel 8.1.4.;

 Deterugbetaling van cursusgeldin andere gevallen dan bedoeldin artikel 14,tweedelid onder atot en met d van het uitvoeringsbesluitles- en cursusgeldwet 2000.

 Het verzuimbeleid van het bevoegd gezag.

Naast de WEB wordt ookin andere wetgeving een aantal onderwerpen aangereikt waarin de onderwijsovereenkomstiets over moet worden gezegd. De relevante wetgeving wordt hierondertoegelicht.

3.3 Medezeggenschap

De studentenraad heeftinstemmingsrecht op de model onderwijsovereenkomst van de instelling (op grond van artikel 8a 2.2lid 3onderdeel g van de WEB). De MBO Raad beveelt aan op de onderwijsovereenkomstte vermelden dat de studentenraad heeftingestemd met de model onderwijsovereenkomst.

3.4 Schoolkosten en de vrijwillige bijdrage 3.4.1 Les- en cursusgeld

Studentenin het mbo van achttienjaar en ouder zijn wettelijk verplichtlesgeld (bij de bol- opleidingen) of cursusgeld (bij de bbl-opleidingen)te betalen. Datis geregeldin de Les- en cursusgeldwet.In het kader van het afschaffen van de onderwijskaart voor bol-studenten van 18jaar en ouder,is bepaald datin de onderwijsovereenkomst wordt opgenomen dat de student zich bekend verklaart met de verplichtingentot het betalen vanlesgeld op grond van de Les- en cursusgeldwet. Datis bepaaldin artikel 2lid 1in hoofdstuk 2 van het

uitvoeringsbesluit van de Les- en cursusgeldwet.In de onderwijsovereenkomst moet dus een artikel worden opgenomen over het Les- en cursusgeld. Artikel 8.1.4. van de WEB bepaalt bovendien dat deinschrijvingin een opleiding niet afhankelijk mag worden gesteld van een andere dan een bij of krachtens de wet geregelde bijdrage. Dit betekent dat de student met het ondertekenen van de onderwijsovereenkomst zich alleen verplichttot het betalen van het Les- of cursusgeld.

3.4.2 Basisuitrusting en onderwijsbenodigdheden

Deinstelling moet met de Rijksbijdrage, aangevuld met het bovengenoemde Les- en cursusgeld de onderwijsactiviteiten en de daarvoor benodigdeinventaris bekostigen die op basis van het betreffende kwalificatiedossier noodzakelijk zijn om studentenin staatte stellen het onderwijste volgen en het diplomate behalen. Het gaat hier om kosten voor een basisuitrusting. Daarnaastis er een aantal zaken waarvan het redelijkis dat de student daarover beschikt en waarover de student zelf verantwoordelijkheid draagt. Deinstelling

HBE/215626/2012 12/25

(13)

hoeft daarin niette voorzien maar mag wel van de student vragen dat hij bij aanvang van de opleiding over deze zaken beschikt. Dit zijn onderwijsbenodigdheden die de student nodig heeft om delessen voorte bereiden of die bijvoorbeeld afhankelijk zijn van persoonlijke kenmerken van de student. Van deinstelling mag worden verwacht dat bij het samenstellen van het overzicht van onderwijsbenodigdheden waar de student over moet beschikken, soberheid wordt betracht en dat redelijkheid en billijkheid niet uit het oog worden verloren. Bij het voorschrijven van de onderwijsbenodigdhedenligt het voor de hand om de

studentenraad en de ouders daar ook een rolinte geven. Voor de onderwijsbenodigdheden is het bovendien relevantte verwijzen naar de vindplaats van dezelijst (bijvoorbeeld de website, studiegids of de studentenadministratie). Voor meerinformatie verwijzen we naar de brief van de minister van OCW over de schoolkosten en de vrijwillige bijdrage die medio mei aan de onderwijsinstellingenis verstuurd(referentie 406854)inte zien op:

http://www.rijksoverheid.nl/documenten-en-publicaties/brieven/2012/05/16/brief-aan-bve- instellingen-over-schoolkosten-en-vrijwillige-ouder-of-deelnemersbijdrage.html

De student moet zich vóórinschrijving aan de opleiding een goed beeld kunnen vormen van de kosten van die opleiding. De MBO Raad beveelt daarom aan de

onderwijsbenodigdhedenlijst ruim voor het begin van het studiejaarte publiceren.In de onderwijsovereenkomst kan deinstelling een bepaling opnemen waarin de student verklaart dat hij door deinstelling op de hoogteis gesteld over de onderwijsbenodigdheden waarover hij voor die betreffende opleiding geacht wordtte beschikken. Gelet op artikel 8.1.4. mag de instellingin de onderwijsovereenkomst niet van de student vragen om deze

onderwijsbenodigdheden bij deinstellinginte kopen of detoegangtot de opleiding weigeren omdat de student (nog) niet over de onderwijsbenodigdheden beschikt. Als deinstelling studentenin de gelegenheid stelt om onderwijsbenodigdheden collectief bij deinstellinginte kopen, moet ditin een aparte overeenkomst worden geregeld.

3.4.3 Vrijwillige bijdrage

Omdat deinschrijving wordt geregeld door het ondertekenen van de

onderwijsovereenkomst, beveelt de MBO Raad aan geen afspraken over een eventuele vrijwillige bijdragein de onderwijsovereenkomst te regelen. Hiervoor kan deinstelling het beste een aparte overeenkomst afsluiten met die studenten die ook daadwerkelijk gebruik willen maken van de extra voorzieningen waar de vrijwillige bijdrage voor wordt gevraagd. Voor meerinformatie verwijzen we naar de bovengenoemde brief van de minister van OCW over de schoolkosten en de vrijwillige bijdrage.

3.4.4 Schoolkostenin de onderwijsovereenkomst

In de onderwijsovereenkomst kan over schoolkosten het volgende worden afgesproken:

 -De student betaalt het wettelijk verplichtles- en/of cursusgeld.

 Van de student wordt verwacht dat hij/zij de voorgeschreven onderwijsbenodigdheden aanschaft.

 Instellingen kunnen extra onderdelen (keuze) aanbieden. Daaraan zijn extra kosten (vrijwillige bijdrage) verbonden. Als de student ervoor kiest om deze extra onderdelente volgen, dan beveelt de MBO Raad aan ditin een aparte overeenkomstte regelen.

HBE/215626/2012 13/25

(14)

3.5 Communicatie met de student

De onderwijsovereenkomst is een belangrijk document omdat het de rechten en plichten tussen de student en de onderwijsinstelling regelt. De onderwijsovereenkomst is meer dan een formaliteit voorafgaande aan het opleidingstraject. Het is ook een document dat tijdens de hele opleiding van nut kan zijn, voor de onderwijsinstelling en voor de student. Partijen kunnen elkaar aanspreken op het nakomen van de gemaakte afspraken zodat het behalen van het beoogde diploma binnen de gestelde termijn niet in gevaar komt. Als dat nodig is, kunnen aanvullend daarop maatwerkafspraken tijdens het opleidingstraject worden gemaakt.

Het is daarom belangrijk dat de student beseft wat hij afspreekt als hij de

onderwijsovereenkomst ondertekent. De onderwijsovereenkomst geeft de instelling én de student de mogelijkheid elkaar aan te spreken op elkaars verantwoordelijkheden. Dat kan alleen goed werken als niet alleen de instelling maar ook de student begrijpt wat er van hem/haar wordt verwacht en wat hij/zij van de instelling mag verwachten. De instelling kan hierbij helpen door de onderwijsovereenkomst zo toegankelijk mogelijk te maken voor de student. Bijvoorbeeld door de model onderwijsovereenkomst op de website te publiceren en/of in een toegankelijke en begrijpelijke folder uit te leggen waar afspraken over worden gemaakt. Door de onderwijsovereenkomst met de student door te nemen of de student de tijd te geven de afspraken door te lezen en hier vragen over te stellen. En door de student ruim voor de ondertekening van de onderwijsovereenkomst inzage te geven in de

documenten waar in de overeenkomst naar wordt verwezen (bijvoorbeeld de onderwijs- en examenregeling, het deelnemersstatuut en de studiematerialenlijst). Het is goed om in de onderwijsovereenkomst te vermelden waar de student documenten waarnaar wordt verwezen kan vinden, bijvoorbeeld door de naam van de website te vermelden.

3.6 Betrokkenheid van ouders

Bij minderjarige studenten moet niet alleen de student maar ook de ouder(s) en/of wettelijk vertegenwoordiger(s) de onderwijsovereenkomst ondertekenen. De betrokkenheid van ouders is op deze wijze bij minderjarige studenten geborgd. De minister heeft onlangs te kennen gegeven dat zij ouderbetrokkenheid wil stimuleren omdat dit positieve effecten heeft op de loopbaan van de student. Zij maakt daarbij geen onderscheid tussen minderjarige en meerderjarige studenten. De instelling kan overwegen dit in de onderwijsovereenkomst te effectueren. Bijvoorbeeld door meerderjarige studenten actief om instemming te vragen voor het informeren van ouders over studievorderingen van de student, de ouders van

meerderjarige studenten ook mee te laten tekenen of door een andere (aanvullende) afspraken op te nemen waaruit blijkt hoe de ouderbetrokkenheid vorm krijgt. De instelling bepaalt dit uiteraard zelf.

3.7 Afspraken MBO Raad en Ingrado

Het ministerie van OCW, de MBO Raad en Ingrado hebben in februari 2012 het belang van het aanpakken van verzuim benadrukt. Op grond van artikel 8.1.3. lid 3 sub f van de WEB moet in de onderwijsovereenkomst een bepaling zijn opgenomen over het verzuimbeleid van

HBE/215626/2012 14/25

(15)

de instelling. Bovengenoemde partijen stellen daarbij aan de instellingen voor om het wettelijk verplichte verzuimbeleid voor minderjarige, leerplichtige studenten ook toe te passen op studenten van achttien jaar en ouder. Dit bevordert de eenduidigheid en maakt het uitvoeren van het verzuimbeleid eenvoudiger uitvoerbaar. Kijk voor meer informatie over deze afspraken op www.mboraad.nl.

HBE/215626/2012 15/25

(16)

Voorbee ldmode l onderw i jsovereenkomst

Opleidingsblad

Onderwijsovereenkomst als bedoeldin artikel 8.1.3. van de Wet educatie en beroepsonderwijs

Ondergetekenden:

naaminstelling, gevestigdin plaats, hiernate noemen “deinstelling”,in dit geval vertegenwoordigd door naam,in zijnfunctie vanfunctie,

en

naam student wonende adres, geboren op datumin geboorteplaats, hiernate noemen “de student”,

1...Komen als volgt overeen:

1.1 Dit opleidingsblad vormt samen met de algemene voorwaarden detussen de partijen gesloten onderwijsovereenkomst. Voor zover daarvanin dit opleidingsblad niet wordt afgeweken, zijn de algemene voorwaarden vantoepassing. Als deinstelling het opleidingsblad voor detweede of daaropvolgende keer uitgeeft, hoeft deze niet opnieuw ondertekendte worden. Het nieuwe opleidingsblad vervangt het voorgaande opleidingsblad.

1.2 Deinstelling schrijft de studentin voor een door deinstelling verzorgde opleiding. 2...Deinschrijving

De student wordtingeschrevenin de volgende opleiding of een deel daarvan:

Domein ……… Crebocode bol/bbl Beoogd Voltijd/deeltijd

………. niveau,,,. Of:

Kwalificatiedossier ……… Crebocode bol/bbl Beoogd Voltijd/deeltijd niveau ….

Of:

Kwalificatie …... Crebocode bol/bbl Niveau Voltijd/deeltijd

……… ….

Startdatum ……… Verwachte einddatum ……….

HBE/215626/2012 16/25

(17)

                         

       

Let op: als de opleidingsgegevens niet kloppen, neem dan binnen tien werkdagen contact op met de studentenadministratie!

Wijzigingen van het opleidingstraject zoals vermeld op dit opleidingsblad kunnen gevolgen hebben voor het recht op studiefinanciering of de Wettegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten voor studenten onder de 18jaar. Kijk voor meerinformatie opwww.duo.nl 3. Ondertekening

De student verklaart door ondertekening kenniste hebben genomen van eninte stemmen met de algemene voorwaarden die deel uitmaken van deze onderwijsovereenkomst. De instelling verklaart door ondertekening van deze overeenkomst dein de algemene voorwaarden opgenomen verplichtingente zullen nakomen.

3.1 De student verklaart door ondertekening kenniste hebben genomen de documenten waarin deze overeenkomst naar wordt verwezen.

3.2 De student verklaart de documenten die onderdeel uitmaken van deze overeenkomst of als bijlage bij deze overeenkomst worden gevoegdte hebben ontvangen/te hebben ingezien.

3.3 Als de student minderjarigis, ondertekent zijn/haar ouder(s)/wettelijk vertegenwoordiger(s) deze overeenkomst ook.

3.4. De student verklaart zich bekend met de verplichtingtot het betalen vanlesgeld op grond van Les- en cursusgeldwet.

Aldus overeengekomenin plaats op datum en ondertekend door: Naaminstelling Naam student:

……….. ………

Vertegenwoordigd door: In het geval van minderjarigheid

……….. ………

Functie: Naam ouder en/of wettelijk vertegenwoordiger

……….

Handtekening Handtekening student

……… ………..

Handtekening ouder en/of wettelijk vertegenwoordiger

………

HBE/215626/2012 17/25

(18)

Voorbee ldmode l onderw i jsovereenkomst

Algemene Voorwaarden

- De studentenraad van naaminstelling heeftingestemd met de model onderwijsovereenkomst van naaminstelling;

- Op deze overeenkomstis uitsluitend Nederlands recht vantoepassing.

- In gevallen waarin deze overeenkomst niet voorziet, beslist het bevoegd gezag van naam instelling

4 Aard van de overeenkomst

4.1 De Algemene Voorwaarden vormen samen met het opleidingsblad de onderwijsovereenkomst als bedoeldin artikel 8.1.3. van de Wet educatie en beroepsonderwijs.

4.2 In deze overeenkomst staan de algemene rechten en plichten van partijen.

Bepalingen die specifiek gaan over de door de studentte volgen opleiding staanin het opleidingsblad. Het opleidingsbladis een onlosmakelijk onderdeel van deze

overeenkomst. Overal waarin deze overeenkomst‘opleiding’ staat, wordt de opleiding bedoeld zoals vermeld op het opleidingsblad.

4.3 De opleidingsgegevens zoals opgenomenin artikel 2 van het opleidingsblad kunnen gedurende de opleiding met wederzijdseinstemming van partijen worden gewijzigd of aangevuld. De opleidingsgegevens kunnen alleen worden gewijzigd op verzoek en metinstemming van de student, al dan niet via,in of na overleg met of op advies van eenfunctionaris van deinstelling op verzoek van de student doorgevoerd. De instelling kan de student hierin altijd actief adviseren. Het opleidingsblad wordt dan gedurende delooptijd vervangen door een nieuw opleidingsblad, dat deinstelling schriftelijk (op papier/ digitaal) stuurt naar de student(ofin geval van een minderjarige student ook naar zijn/haar ouder(s)/wettelijk vertegenwoordiger).

4.4 Als de student ofin geval van een minderjarige student zijn/haar ouder(s) of wettelijk vertegenwoordiger(s), niet akkoord gaat met deinhoud van het nieuwe opleidingsblad al dan niet omdat de aangepaste opleidingsgegevens niet correct zijn weergegeven, dan moet hij/zij dit binnentien schooldagen schriftelijk of mondeling aan deinstelling doorgeven. De opleidingsgegevens wordenin dergelijk geval gecorrigeerd.In dit geval blijft de student de opleiding volgen zoals vermeld op het vorige opleidingsblad. Als de student niet binnen de afgesprokentermijn reageert, vervangt het nieuwe

opleidingsblad het vorige opleidingsblad en wordt daarmee een onlosmakelijk onderdeel van de onderwijsovereenkomst.

HBE/215626/2012 18/25

(19)

4.5. De student enin het geval van minderjarigheid de ouder(s)/wettelijk vertegenwoordiger(s) heeft altijd recht opinzagein het eigen dossier. 5 Inhoud eninrichting

5.1 Deinhoud eninrichting van de opleiding en examenvoorzieningen staanin de Onderwijs- en Examenregeling (OER). Dezeligtterinzage bij de

studentenadministratie/iste downloaden van adres websiteinstelling

5.2 Een student kan met deinstelling aanvullende maatwerkafspraken maken over bijvoorbeeld extra begeleiding. Deze afspraken wordenin een bijlage bij deze onderwijsovereenkomst gevoegd.

5.3 Op grond van bewijsstukken kan een student vrijstelling krijgen voor een bepaald examenonderdeel. De gevallen waarin dat kan, staan beschrevenin de OER. Het bewijs van de vrijstelling komtin het studentendossier. Deinstelling geeft de student een bewijs van de verkregen vrijstelling. Daarop kan als dat aan de ordeis,ook worden vermeld of de vrijstelling voor een beperktetijd geldigis.

5.4 De beroepspraktijkvormingis een onderdeel van deze opleiding. Afspraken over de beroepspraktijkvorming staanin een praktijkovereenkomsttussen deinstelling, de student en hetleerbedrijf dat de bpv verzorgt. Voor de bbl-opleidingen ondertekent het betrokken kenniscentrum de praktijkovereenkomst ook.

5.5 Deinstelling heeft de zorgplicht een arbeidsmarktrelevante opleiding aante bieden en de student helpen bij het vinden van een bpv-plek. De student moet zichinspannen om een bpv-plekte vinden en moet een bpv-plek accepteren.

6 Tijdvakken enlocaties

6.1 Deinstelling maakt het rooster en delocaties optijd en ruim voor het begin van de lessen aan de student bekend. Deinstelling maakt het rooster bekend via website instelling/intranet

6.2 De student moet de opleidingsactiviteiten volgens het geldende rooster volgen. 6.3 Deinstelling mag het rooster en delocaties om organisatorische en/of

onderwijsinhoudelijke redenen wijzigen. Deinstelling spant zichin wijzigingen van het rooster en/of delocatie optijd en voor aanvang van deles via adres websiteinstelling/ viaintranet doorte geven aan de student.

6.4 Deinstelling verwacht van de student dat hij/zij optijd, dat wil zeggen voor het begin van de opleidingsactiviteit, op delocatie aanwezigis.

HBE/215626/2012 19/25

(20)

7 Wederzijdseinspanningsverplichting

7.1 Deinstelling organiseert het onderwijs en de examinering daarvan op zo’n manier dat de student de opleiding redelijkerwijs binnen de gesteldetermijn met succes af kan ronden. Te weten voor of uiterlijk op de verwachte einddatum die onder 2 op het opleidingsblad staat. Deinstelling draagt zorg voor het realiseren van de

ingeroosterdelessen en andere activiteiten enzorgtin het geval vanlesuitval voor een passend alternatief.In voorkomende gevallen, kan het bevoegd gezag een alternatievetermijn voor de opleiding vaststellen.In dit geval moet via een nieuw opleidingsblad een nieuwe verwachte einddatum met de student worden afgesproken. 7.2 De student spant zich zo goed mogelijkin om de opleiding binnen de gesteldetermijn

met succes afte ronden. Datis voor of uiterlijk op de verwachte einddatum die onder 2 op het opleindingsblad staat.In het bijzonderis de student verplicht daadwerkelijk aan opleidingsactiviteiten deelte nemen, tenzij dit om zwaarwegende redenen niet van hem kan worden verwacht.

8 Financiële verplichtingen

8.1 Aan het volgen van de opleiding zijn de wettelijke vastgesteldeles- en/of cursusgelden verbonden.

8.2 Deinstelling bekostigt de onderwijsactiviteiten en de daarvoor benodigdeinventaris die op basis van het betreffende kwalificatiedossier noodzakelijk zijn om studentenin staatte stellen het onderwijste volgen en het diplomate behalen.

8.3 De student verklaart door ondertekening van de onderwijsovereenkomst kenniste hebben genomen van delijst met onderwijsbenodigdheden waar hij/zij voor aanvang van de opleiding over moet beschikken. De onderwijsbenodigdhedenlijst zal voor aanvang van de opleiding aan de student wordentoegezonden/iste vinden op adres websiteinstelling/is opgenomenin de studie- ofinformatiegids van de betreffende opleiding. De student bepaalt zelf hoe en waar hij/zij deze onderwijsbenodigdheden aanschaft.

8.4 Daarnaast kan deinstelling opleidingsactiviteiten aanbieden waar de student zich op vrijwillige basis door deinstelling voor kanlateninschrijven. Voor deze extra

opleidingsactiviteiten kan deinstelling extra kostenin rekening brengen. Ditis de vrijwillige bijdrage. De studenten die ervoor kiezen aan deze activiteiten deelte nemen, moeten deze kosten apart betalen. Afspraken over de vrijwillige bijdrage staan in een aparte overeenkomsttussen student en onderwijsinstelling.

8.5 Deinschrijvingis niet afhankelijk van een andere dan een bij of krachtens de wet geregelde geldelijke bijdrage overeenkomstig artikel 8.1.4. van de WEB.

HBE/215626/2012 20/25

(21)

8.6 In voorkomend geval wordenin een aparte regeling die als bijlage bij de onderwijsovereenkomst wordt gevoegd, en onderdeel uit gaat maken van de

onderwijsovereenkomst, afspraken gemaakt over hetterugbetalen van voorschotten, verstrekt door het bevoegd gezag om het wettelijk verplichteles- of cursusgeldte voldoen.

8.7 In voorkomend geval wordenin een aparte regeling die als bijlage bij de

onderwijsovereenkomst wordt gevoegd, afspraken gemaakt over deterugbetaling van cursusgeldin andere dan wettelijk bedoelde situaties, zoals vastgelegdin het

Uitvoeringsbesluit Les- en cursusgeldwet 2000 (artikel 14). 9 Ziekte en afwezigheid

9.1 Als de student wegens ziekte of andere zwaarwegende persoonlijke omstandigheden opleidingsactiviteiten niet kan volgen, moet hij/zij dit zo snel mogelijk – bij voorkeur op de dag zelf –melden bij ……(functionaris/procedure).

9.2 Deinstelling kan de studentin geval van (langdurige) ziekte vragen een verklaring van een artsinteleveren, waarin staat dat de student wegens medische redenen de onderwijsactiviteiten niet kan volgen.

9.3 Als de student met een andere reden dan ziekte niet aan een opleidingsactiviteit deel kan nemen, moet hij/zij uiterlijktwee werkdagen voor die activiteit onder opgave van redenen verlof vragen bij ……..(functionaris/ procedure).

9.4 De student die verlof heeft gekregen van …….(functionaris/procedure),is verplicht de betreffende onderwijsactiviteitinte halen,tenzij andersis afgesproken.

9.5 Als de student onder de werking van hoofdstukII van de Wet op de studiefinanciering valt en hij gedurende een aaneengesloten periode vantenminste vijf weken zonder geldige reden niet aan het onderwijs heeft deelgenomen, maakt deinstelling daarvan een aantekening en doet zij melding aan de Dienst Uitvoering Onderwijs, conform de in artikel 8.1.7 Wet Educatie en Beroepsonderwijs genoemde voorwaarden.

9.6 Als de student onder de Leerplichtwet valt en zonder geldige redenles- of praktijktijd heeft verzuimd en dit verzuim plaatsvond gedurende zestien urenles- of praktijktijdin een periode van vier weken, geeft deinstelling dit zonder uitstel door aan het Digitaal Verzuimloket van de Dienst Uitvoering Onderwijs, DUO (voorheenIB-groep).

9.7 Studenten boven de 18jaar die nog geen startkwalificatie hebben, worden volgens dezelfdetermijnen alsleerplichtige studenten gemeld bij het Digitaal Verzuimloket van de Dienst Uitvoering Onderwijs, DUO (voorheenIB-groep).

HBE/215626/2012 21/25

(22)

10 Rechten en plichten van de student

10.1 Het bestuur van deinstelling zorgt ervoor dat deinstelling een deelnemersstatuut heeft als bedoeldin artikel 7.4.8. van de Wet Educatie Beroepsonderwijs. 10.2 In het deelnemersstatuut staan derechten en de plichten van de student. 10.3 De studentenraad heeftingestemd met het deelnemersstatuut.

11 Schorsing en verwijdering

11.1 Als de student zich niet aan de regels van deinstelling houdt, zoals (onder meer) beschrevenin het deelnemersstatuut/……..(invullen wat vantoepassingis), kan de instelling de student schorsen.

11.2 Deinstelling kan de student maximaal vijf werkdagen met onmiddellijkeingang schorsen. Dezetermijn kan nog eens met maximaal vijf werkdagen worden verlengd. 11.3 Deinstelling kan de schorsing schriftelijk of mondeling doorgeven aan de student. De

reden, de startdatum en de duur van de schorsing moeten worden vermeld. De instelling moet een mondelinge schorsing meteen schriftelijk bevestigen. De hiervoor omschreven punten moeten dan ook worden vermeld.

11.4 De student kan binnen vijf werkdagen na het opleggen van de schorsing zijn reactie schriftelijk aan deinstelling kenbaar maken.

11.5 De student dietijdens een opleidingsactiviteit ongewenst gedrag vertoont, kan door de daartoe aangewezen persoon uit de opleidingsactiviteit worden verwijderd.

11.6 De student kan van deinstelling worden verwijderd als hij het deelnemersstatuut van deinstelling overtreedt, nadat hij een schriftelijke waarschuwing heeft ontvangen en daarbijis gewezen op de mogelijke consequenties van zijn handelen en/of nalaten of als hij zich schuldig heeft gemaakt aan ernstig wangedrag.

11.7 De student heeft het rechtin bezwaar gaantegen het besluit van deinstelling om hem te verwijderen. Een bezwaar kan binnen…. dagen/weken op papier/per mail worden toegestuurd aan……(functionaris/procedure).

11.8 Door ondertekening verklaart de student kenniste hebben genomen van het deelnemersstatuut van de onderwijsinstelling. Het deelnemersstatuut van de onderwijsinstellingligtterinzage…./isinte zien …….

11.9 Voor studenten op wie de Leerplichtwet 1969 vantoepassingis en voor

examendeelnemers als bedoeldin artikel 8.1.1lid 1 WEB, geldt dat deinstellingin

HBE/215626/2012 22/25

(23)

geval van verwijdering van de student ervoor zorgt dat een andereinstelling bereidis de studenttoetelaten conform de artikelen 8.1.3.lid 5 WEB. Als deinstelling aantoonbaar acht weken zonder succes heeft gezocht naar een andereinstelling, kan deinstellingin afwijking van het voorgaandetot definitieve verwijdering overgaan. 12 Aansprakelijkheid

12.1 Deinstelling aanvaardt geen aansprakelijkheid voor schade als gevolg van tussentijdse beëindiging van deze overeenkomst op grond van schorsing en/of verwijdering van de student. De student heeftin dat geval geen recht opterugbetaling van gemaakte kosten.

12.2 Met uitzondering van opzet of grove schuldis ……(naaminstelling) niet aansprakelijk voor verlies, diefstal, verduistering en/of beschadiging van eigendommen van de student.

12.3 De aansprakelijkheid van deinstelling voortvloeiende uit het verwijtbaar niet

(behoorlijk) nakomen van deze overeenkomst, wordt gesteld op een bedrag minimaal overeenkomend met hetles- of cursusgeld van het desbetreffende studiejaar, dan wel een evenredig deel daarvan als de opleiding eerder wordt beëindigd.

13 Procedure voor geschillen en klachten

13.1 Als de student vindt dat deze overeenkomst onjuist of onzorgvuldigistoegepast kan hij zichin eersteinstantie wendentotfunctionaris. Als de student enfunctionaris er samen niet uitkomen, kan de student zich wendentot het college van bestuur dan wel een klachtindienen.

13.2 Als er geen passende oplossingis gevonden, heeft de student het recht een klachtin te dienen via deinterne klachtenregeling van deinstelling. De klachtenregelingiste vinden op (websiteinstelling)/via (studiegids/studentenadministratie)

13.3 Eventuele geschillen naar aanleiding van deze overeenkomst dan wel de beëindiging daarvan worden bij uitsluiting berecht door de bevoegde rechter van de

vestigingsplaats van deinstelling. 14 Duur en beëindiging overeenkomst

14.1 Deze overeenkomsttreedt na ondertekeningin werking en wordtin principe aangegaan voor de duur van de opleiding zoals vermeld op het opleidingsblad. 14.2 De overeenkomst eindigt:

a. als de student de opleiding met succes heeft afgerond;

HBE/215626/2012 23/25

(24)

b. als de student zichlaat uitschrijven of deinstelling op eigeninitiatief definitief heeft verlaten;

c. als deinstelling de studentin een geval als opgenomenin het deelnemersstatuut van de opleiding verwijdert;

d. als deinstelling nietlangerin staat is de opleiding aante bieden, waarbij de instelling zich inspant ervoorte zorgen dat de student de opleiding bij een andereinstelling kan afmaken. Voor studenten die onder deleerplichtwet vallen is bovendien artikel 8.1.3.lid 5 vankracht (zie ook artikel 11.8 van deze

overeenkomst);

e. met wederzijds goedvinden; f. bij overlijden van de student. 15 Nieuwe overeenkomst

15.1 Als een student die een opleiding aan deinstelling met succes heeft afgerond en/ of om andere redenen deinstelling heeft verlaten, besluit een nieuwe opleiding aan de instellingte volgen, wordt een nieuwe onderwijsovereenkomst afgesloten.

16 Toepasselijke regelingen

16.1 Naast de bepalingenin deze overeenkomst en voor zover nietin strijd met deze overeenkomst zijn de volgende regelingen vantoepassing, zoalsluidend en aan de student bekend gemaakt op de datum van ondertekening van de

onderwijsovereenkomst:

- Onderwijs- en Examenregeling (OER) behorende bij de opleiding zoals op het opleidingsblad onder 2is vermeld;

- Deelnemersstatuut - klachtenregeling - [evt. aanvullen]

16.2 De bovenstaande regelingenliggenterinzage bij de studentenadministratie/en zijn gepubliceerd op adres websiteinstelling.

HBE/215626/2012 24/25

(25)

 

     

 

     

   

Voorbeeldmodel opleidingsblad

(versie/nummer …)

Behorende bij de onderwijsovereenkomst als bedoeld in artikel 8.1.3. van de Wet educatie en beroepsonderwijs

2. De inschrijving

De student wordt ingeschreven in de volgende opleiding of een deel daarvan:

Domein  

Of:

Kwalificatiedossier 

Of:

Kwalificatie

………

………

…...

Crebocode

……….

Crebocode

Crebocode 1. …

bol/bbl

bol/bbl

bol/bbl

Beoogd  niveau ,,,. 

Beoogd  niveau ….

Niveau ….

Voltijd/deeltijd

Voltijd/deeltijd

Voltijd/deeltijd

………… 

Startdatum ……… Verwachte einddatum ………..

Let op: als de opleidingsgegevens niet kloppen, neem dan binnen tien werkdagen contact op met de studentenadministratie!

Wijzigingen van het opleidingstraject zoals vermeld op dit opleidingsblad kunnen gevolgen hebben voor het recht op studiefinanciering of de Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten voor studenten onder de 18 jaar. Kijk voor meer informatie op www.duo.nl

HBE/215626/2012 25/25

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Alleenstaande moeders die veel praktische en emotionele steun ontvangen uit hun informele sociale netwerk, hebben niet minder opvoedstress dan moeders die dit minder

Via activiteiten voor vaders werd getracht de band tussen vader en kind te behouden tijdens detentie en wilde ik ervoor zorgen dat de vaders hun vaderrol op zich konden nemen..

n Voor personen woonachtig buiten Nederland een niet ouder dan 6 maanden gewaarmerkt afschrift uit de lokale persoonsadministratie, waarop ook de nationaliteit vermeld is, of

In reactie op uw schrijven van 22 november 2016 | uw kenmerk: 1157241 informeer ik de gemeenteraad hierbij dat de door mij ingediende klachten van 17 oktober 2016 |

1.4 Als de student of in geval van een minderjarige student zijn/haar ouder(s) of wettelijk vertegenwoordiger(s), niet akkoord gaat met de inhoud van het nieuwe opleidingsblad al

Onderstaande grafiek geeft naar geslacht en leeftijd de samenstelling weer van het aantal personen dat in het vierde kwartaal van 2016 werkzaam is bij het Rijk.. De blauwe kleur geeft

Daarnaast kan de student na het afronden van de educatieve module (of minor) vanwege vrijstellingen een (volledige) eerstegraads bevoegdheid (door middel van afronding van

schrijft zich in voor de eerste communie in de pastorale zone Sjalom Boutersem.