• No results found

De leerkracht vertelt het doel van de les in voor de kinderen begrijpelijke taal

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "De leerkracht vertelt het doel van de les in voor de kinderen begrijpelijke taal"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

     

                 

Les woordenschat en begrijpend luisteren 1-5 Actie van de leerkracht Actie van het (deel)team

Vooraf

1. De leerkracht maakt gebruik van een woordmuur

met woordvelden (aan de wand).                

2. De materialen liggen klaar, voor een vlot verloop

van de les.                

3. De leerkracht beschikt over een goed werkend

digibord.                

Les A woordenschat Stap 1 introductie

1. De leerkracht activeert het semantisch netwerk

door een korte voorbewerking.                

2. De leerkracht vertelt het doel van de les in voor

de kinderen begrijpelijke taal.                

Stap 2 woorden leren

1. De leerkracht legt en beeldt de doelwoorden uit in samenhang (of gebruikt het themafilmpje). Deze semantisering is voldoende uitgebreid en gevarieerd.

               

2. De leerkracht staat bij de uitleg ‘in de spotlights’:

de leerkracht legt de doelwoorden uit en vraagt de kinderen niet naar de betekenis.

               

3. De leerkracht gebruikt bij het semantiseren het woordveld (via digibord of kopieerblad) en de woordmuur om de woorden te visualiseren voor de kinderen.

               

4. De leerkracht oefent de nieuwe woorden met een

woordspelletje.                

Les B begrijpend luisteren Stap 1 introductie

1. De leerkracht vertelt het doel van de les in voor

de kinderen begrijpelijke taal.                

2. De leerkracht doet de strategie die centraal staat

hardop denkend voor gedurende de les.                

Stap 2 voor het (herhaald) voorlezen

1. De leerkracht bespreekt samen met de kinderen

het boek, met aandacht voor de strategieën.                

2. De leerkracht gebruikt de boekflap (digibord) om

informatie te ordenen.                

(2)

Les woordenschat en begrijpend luisteren 1-5 Actie van de leerkracht Actie van het (deel)team

Stap 3 voorlezen

1. De leerkracht leest het boek (of een deel ervan) interactief voor, met aandacht voor de

strategieën.

               

2. De leerkracht besteedt tijdens het voorlezen kort

aandacht aan de doelwoorden.                

Stap 4 na het (herhaald) voorlezen (deze stap vervalt op dag 9) 1. De leerkracht leest het boek (of een deel ervan)

interactief voor, met aandacht voor de strategieën.

               

2. De leerkracht besteedt tijdens het voorlezen kort

aandacht aan de doelwoorden.                

Stap 5 afsluiting (of stap 4 op dag 9) 1. De leerkracht herhaalt het doel van de les en

reflecteert hierop met de kinderen.                

2. De leerkracht herhaalt de doelwoorden.                

(3)
(4)
(5)
(6)
(7)
(8)
(9)
(10)
(11)
(12)
(13)
(14)
(15)
(16)

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

doorbrengen, kinderen met andere kinderen kunnen samen spelen en/ of ouders andere ouders kunnen ontmoeten in de. aanwezigheid van

Wanneer een organisatie mensen laat samen komen, betekent dit niet per definitie dat er een open plaats gecreëerd wordt waar iedereen zich welkom voelt en waar kinderen

Voor sommige instrumenten zijn voldoende alternatieven – zo hoeft een beperkt aantal mondelinge vragen in de meeste gevallen niet te betekenen dat raadsleden niet aan hun

Deze middelen worden ingezet voor het integreren van de sociale pijler (onder andere wonen – welzijn – zorg) in het beleid voor stedelijke vernieuwing en voor

De leerkracht maakt een serviceronde, kijkt hoe de kinderen de opdrachten aanpakken en geeft waar nodig korte aanwijzingen.    

De leerkracht loopt rond tijdens de gesprekken die de kinderen in tweetallen (of viertallen) voeren en geeft feedback (stelt vragen, geeft complimenten en hints)..    

8 De leerkracht legt kort en duidelijk het nieuwe grammaticaonderdeel uit en geeft aan of het bij de woordsoorten, zinsdelen of leestekens hoort..    

14 De leerkracht zorgt ervoor dat de kinderen die niet alle opdrachten afkrijgen, de juiste opdrachten maken.