• No results found

Transformatie Jeugd: gezamenlijke visie MOgroep, GGZ Nederland, Actiz

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Transformatie Jeugd: gezamenlijke visie MOgroep, GGZ Nederland, Actiz"

Copied!
3
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

1 Toetsingscriteria transformatieplan

Datum 11 juli 2013

Geachte heer Maarten Vollenbroek,

Aanleiding

Tijdens het bestuurlijk overleg jeugd van donderdag 27 juni 2013 heeft staatsecretaris Van Rijn met de brancheorganisatie afgesproken om binnen twee weken toetsingscriteria aan leveren voor het beoordelen van het nog op te stellen transformatieplan. In het Algemeen Overleg met de Tweede Kamer direct daaropvolgend heeft de staatssecretaris dit herhaald. ActiZ, MOgroep en GGD Nederland geven hier gezamenlijk een reactie.

Memorie van toelichting Wettekst

In de memorie van toelichting op de Jeugdwet staan een aantal criteria voor de omslag (transformatie) die nodig is in de ondersteuning, hulp en zorg aan jeugdigen en gezinnen:

1. preventie en uitgaan van eigen verantwoordelijkheid en eigen mogelijkheden (eigen kracht) van jeugdigen en hun ouders, met inzet van hun sociale netwerk;

2. demedicaliseren, ontzorgen en normaliseren door onder meer het opvoedkundig klimaat te versterken in gezinnen, wijken, scholen en in voorzieningen als kinderopvang en

peuterspeelzalen;

3. eerder de juiste hulp op maat te bieden om het beroep op dure gespecialiseerde hulp te verminderen;

4. integrale hulp aan gezinnen volgens het uitgangspunt ‘één gezin, één plan, één regisseur’;

door ontschotting van budgetten ontstaan meer mogelijkheden voor betere samenwerking en innovaties in ondersteuning, hulp en zorg aan jeugdigen en gezinnen;

5. meer ruimte voor professionals om de juiste hulp te bieden door vermindering van regeldruk; betrokken professionals die sociale netwerken in de omgeving van het gezin weten in te schakelen en die kunnen samenwerken met vrijwilligers en familieleden en hun kracht weten te benutten.

Visie ActiZ, GGD Nederland en MOgroep

ActiZ, GGD Nederland en MOgroep staan achter deze punten. Dit zijn wat ActiZ, GGD NL en MOgroep betreft ook de kernthema’s binnen de transformatie: preventie, versterken

zelfredzaamheid en eigen kracht, normaliseren, eerder juiste hulp, zorg en ondersteuning rondom het kind en gezin in eigen context (buurt, school, gezin, integrale zorg; één gezin – één plan – één regisseur) en het bieden vrije regelruimte aan de professional. We voegen daar nog aan toe:

verbindingen met andere domeinen (transities) van zorg en werk.

In de transformatie spelen gemeenten, zorgorganisaties, professionals en burgers (gezinnen) elk een eigen rol:

• Van burgers vraagt het een omslag in de omgang met en inzet van sociale netwerken, professionals en gemeente.

(2)

2

• Op het niveau van de professionals moet de transformatie gestalte krijgen in andere manieren van werken met kinderen, jongeren en gezinnen, van samenwerken en van zich tot elkaar verhouden: meer vrije regelruimte om per gezin de juiste hulp te bieden.

• Ook moet de transformatie gestalte krijgen in een andere wijze van aansturing van professionals binnen een organisatie: meer verantwoordelijkheid naar de professional.

• Tot slot krijgt de transformatie vorm in vernieuwde samenwerking (opdrachtgever en opdrachtnemerschap) tussen gemeente en uitvoerend veld met meer verantwoordelijkheid naar de zorgorganisaties .

Kernthema’s en actoren gecombineerd leidt dit tot de volgende toetsingscriteria voor beoordeling van transformatieplan. Bij het opstellen van het plan wordt in elk geval voldaan aan de volgende criteria:

• Bij het opstellen van het kader van het transformatieplan worden alle brancheorganisaties jeugd betrokken.

• Met de vertegenwoordigers van huisartsen en medisch specialisten worden afspraken gemaakt over de mogelijkheden van sturing van gemeenten, over hun rol in toegang naar de zorg, van belang is dat huisartsen medisch specialisten daarin gelijk optrekken met de jeugdartsen, die al gemeentelijke functionarissen zijn.

• Gemeenten sluiten met de activiteiten vanuit de Jeugdwet aan op de activiteiten uit de Wet publieke gezondheid voor alle kinderen en verbinden verschillende wettelijke kaders in het sociale domein.

• Gemeenten maken gebruik van ervaring van de huidige lokale jeugdpartners met gezonde jeugd in normale situaties en de ervaring van de nieuw overkomende jeugdhulpaanbieders met kinderen waar iets mee aan de hand is voor uitwerking van transformatieplannen.

• In het plan wordt ingegaan op de wijze waarop de huidige lokale aanbieders de lokale infrastructuur voor jeugd kunnen versterken met in de wet genoemde items als:

voorkomen van problemen en vroege interventie, versterken opvoedklimaat, bevorderen van opvoedvaardigheden van ouders en versterken van eigen kracht. De huidige lokale aanbieders worden momenteel beperkt in volume en willen graag hun preventieve taken versterken en uitbreiden, zodat de beweging naar meer lichtere zorg kan worden

gerealiseerd en een robuust aanbod vrij toegankelijke laagdrempelige zorg in elke gemeente gerealiseerd wordt.

• In het plan wordt ingegaan op de wijze waarop overkomende gespecialiseerde zorg gaat aansluiten op de lokale zorg in de gemeente en hoe zij kennis delen.

• Gemeenten houden rekening met cultuurverschillen en diversiteit in de samenleving en geeft aan gezinnen keuzevrijheid.

• Gemeenten faciliteren het proces van transformatie naar de vernieuwende werkwijze van meer zelfredzaamheid, eigen regie, eigen kracht, meer verantwoordelijkheid voor de professionals, dus ook vernieuwende aansturingsstrategie van gemeenten zelf en van zorgaanbieders.

• In het plan wordt ingegaan op de wijze van training van bestuurders, ambtenaren,

managers en professionals in de veranderende werkwijze en aansturing, in het creëren van meer vrije regelruimte en meer verantwoordelijkheid naar de professionals conform de uitgangspunten van de transformatie, waarbij ook de inzet van MBO professionals uitgewerkt en gewaarborgd is.

(3)

3

• De (niet vrij toegankelijke) regionale jeugdhulp sluit naadloos aan op het vrij toegankelijk gemeentelijke aanbod.

• Gemeenten hebben een plan om te komen tot een pedagogische civil society waar de samenleving en gezinnen elkaar steunen.

Concreet resultaat voor gezinnen

• Kinderen groeien gezond en veilig op tot participerende burgers, problemen van gezinnen worden met preventieve steun zo veel mogelijk voorkomen, of blijven behapbaar en escaleren niet.

• Wanneer kinderen, jongeren of het gezin hulp of ondersteuning nodig hebben, krijgen ze die tijdig en waar mogelijk in eigen omgeving. Dit geldt ook voor intensieve hulp.

• Ouders of kinderen/jongeren hoeven slechts één keer een hulpvraag te stellen. Hierbij is ook aandacht voor de problematiek van andere kinderen in het gezin en op andere domeinen (werk, onderwijs, zorg, Wmo). Het principe van één gezin, één plan, één regisseur is hierbij leidend.

• Wanneer een gezin specialistische hulp krijgt buiten de eigen leefomgeving is dat tijdelijk en blijft waar mogelijk een verbinding met de eigen leefomgeving in stand ten behoeve van een terugkeer.

• Een groeiend beroep op lichtere vormen van zorg wordt zichtbaar.

Tenslotte

Gemeenten zullen ook een visie en een beleid moeten ontwikkelen op de onderlinge verhoudingen in het speelveld van de jeugdsector en zich daarbij moeten realiseren dat er door de bezuinigingen concurrentie is tussen de jeugdhulpaanbieders. Zo merken we nu al dat de gespecialiseerde zorg naar voren beweegt en activiteiten overneemt die normaliter door de lokale partijen uitgevoerd worden.

De transformatie is een beweging naar meer eigen verantwoordelijkheid bij gezinnen en professionals. De risico’s liggen dan ook op dat niveau en zijn minder beheersbaar en controleerbaar. De ervaring leert dat een incident met een kind vaak leidt tot nieuwe

beheersmatige maatregelen en dat staat haaks op dit nieuwe beleid. Gemeenten zullen dan ook in hun visie rekening moeten houden met calamiteiten en dan specifiek ook hun eigen reactie daarop.

Dus loslaten of niet loslaten.

Met vriendelijke groet,

Drs. A. Koster Mr. M. Oomens A. van Beek

Directeur ActiZ Directeur a.i. GGD NL Directeur MOgroep

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

En dan wordt er wellicht gaandeweg weer wat minder lichtvaardig gedacht over een langdurige (al of niet totale) uithuisplaatsing van een ernstig gestoord of

Een belangrijke vraag is of de hiervoor geschetste nieuwe werkwijze met toegang, te verlenen hulp en doorverwijzing voor zware zorg ook bij de gemeente georganiseerd kan

1.2.3.3 Materialen moeten er gekozen worden ​W&E  1.2.4  Productiekosten moeten opgenomen worden in budget  1.2.4.1 Het product moet haalbaar zijn in het budget ​E 

Alhoewel in Brief van 16 november 2007 van de minister voor Jeugd en Gezin aan de Colleges van B&W 10 wordt aangegeven dat de Centra voor Jeugd en Gezin wettelijk verankerd

Medio 2011 hebben 32 gemeentelijke rekenkamer(commissie)s en de Algemene Rekenkamer samen onderzoek gedaan naar de vorming van Centra voor Jeugd en Gezin (CJG’s) in 42 gemeenten..

De wens van het kabinet om met het subsidieprogramma Vrijwillige inzet voor en door jeugd en gezin de sociale omgeving van jeugd en gezinnen te versterken zodat het weer gewoon

Deze kwesties maken het streven van de overheid de Centra voor Jeugd en Gezin – de preventieve, lichte jeugdhulp en gezinssteun - de spil te laten worden van de

De dataverzameling voor het onderzoek ‘Jeugdhulp bij de huisarts’ is inmiddels afgerond en ook de monitoring door het RIGG is beëindigd. De verplichting om met het