• No results found

Tweede Kamer der Staten-Generaal

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Tweede Kamer der Staten-Generaal"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Tweede Kamer der Staten-Generaal

2

Vergaderjaar 2021–2022

28 684 Naar een veiliger samenleving

Nr. 670 BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 16 november 2021

Tijdens het Commissiedebat over criminaliteitsbestrijding en georgani- seerde criminaliteit/ondermijning van 16 juni 2021 (Kamerstuk 33 173, nr. 20) heb ik toegezegd een brief te sturen die nader ingaat op de gegevens van de Veiligheidsmonitor over onveiligheidsgevoelens onder (jonge) vrouwen. Dit naar aanleiding van een vraag van het lid Van der Werf (D66) of de gegevens in de Veiligheidsmonitor uit te splitsen zijn naar geslacht. Deze toezegging doe ik met deze brief gestand.

Het is mogelijk om de data van de Veiligheidsmonitor (VM) uit te splitsen naar geslacht. Dit betekent dat de VM ons inzichten geeft over de

veiligheidsbeleving van vrouwen. Op basis van de laatste VM 2019 kunnen we de volgende constateringen doen:

• De meest recente cijfers laten zien dat 40,4% van de Nederlandse vrouwen zich weleens onveilig voelt in het algemeen. Dit is een stuk hoger dan bij mannen (23,1%). 1,8% van de vrouwen voelt zich vaak onveilig.

• 17,7% van de Nederlandse vrouwen voelt zich weleens onveilig in de eigen buurt. Ook dit is een stuk hoger dan bij mannen (11%). 1,7% van de vrouwen voelt zich vaak onveilig in de eigen buurt. 4,3% van de vrouwen voelt zich vooral ’s avonds op straat onveilig. 3,1% rijdt of loopt om vanwege gevoelens van onveiligheid.

• In sommige regio’s (naar eenheid) zijn de percentages hoger. In Amsterdam voelt 26,3% van de vrouwen zich weleens onveilig in de eigen buurt. In Rotterdam is dat 22%, gevolgd door Limburg met 21,3%.

De trendontwikkeling in Nederland van 2012 t/m 2019 per geslacht is te zien in onderstaande afbeelding.

kst-28684-670 ISSN 0921 - 7371

’s-Gravenhage 2021 Tweede Kamer, vergaderjaar 2021–2022, 28 684, nr. 670 1

(2)

Ik vind het onacceptabel dat vrouwen zich onveilig voelen op straat. In de publieke ruimte moet iedereen zichzelf kunnen zijn, zonder de intimidatie van anderen te hoeven dulden. Eerder dit jaar heb ik het wetsvoorstel seksuele misdrijven in consultatie gegeven, dat ook een strafbaarstelling van seksuele intimidatie in het openbaar bevat. De VNG heeft daarnaast voor gemeenten een handreiking «aanpak straatintimidatie» opgesteld.

Samen met de VNG bekijk ik of actualisering van deze handreiking nodig is.

De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus

Tweede Kamer, vergaderjaar 2021–2022, 28 684, nr. 670 2

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

(kabinetsappreciatie van het Uitbreidingspakket, Kamerstuk 23 987, nr. 120, 28 oktober 2011) en van 28 november (geannoteerde agenda voor de Raad Algemene Zaken van 5

Het tweede lid, aanhef, komt te luiden: De oproeping bevat tevens de mededeling of voor de indiening van een verweerschrift griffierecht zal worden geheven, binnen welke termijn

Deze bijstelling ziet enerzijds op de gezamenlijke prestatie-indicatoren met NS voor de periode tot en met 2024 (einde vervoerconcessie) en anderzijds op de overige

Ook zijn daarmee deze gegevens niet meer beschikbaar voor rechtszekerheid en voor allerlei maatschappelijk relevante doeleinden, zoals bijvoorbeeld gebruik van HR gegevens

Dat bevreemdt indiener zeer, daar eerst Staatssecretaris de Grave in zijn brief van 13 februari 1997 heeft gesteld dat wettelijk geregeld zou moeten worden dat gepensioneerden in

Om de aanpak met gemeenten goed vorm te geven, zijn regelmatig stukken gedeeld met de VNG en betrokken gemeenten. In één van de stukken zaten per abuis persoonsgegevens verwerkt

artikel 393, vijfde lid, Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek is afgegeven, gaat de opgave vergezeld van een verklaring van deze accountant dat hem bij het onderzoek van de

Wat de opzet van de onderhoudsorganisatie betreft heeft de Rekenkamer geconstateerd dat bij zeven van de zeventien dienstonderdelen van het departement waaronder