de toekomst van viersel
hoeveel jaren
wordt al niet de vraag gesteld:
wat gaat er gebeuren
wanneer mieke & luc er niet meer zijn?
enkele bezorgden kwamen bijeen om zich daarover te beraden
& hadden het over onze ‘opvolging’
dat vonden we
een niet zo prettig woord want wij zijn er nog altijd
dan ging het over ons ‘terzijde staan’
maar ook dat woord klonk niet zo leuk waren wij twee de enigen
die moesten terzijdegestaan worden?
moeten we dat niet bij elkaar doen elk van ons
heeft toch af & toe ‘bij-stand’ nodig?
zo werd het woord
‘omgeven’ gevonden
ieder van ons heeft er toch nood aan omgeven te worden
door mensen die om hen geven?
zo ontstonden de omgeefdagen:
bij het begin van ieder jaargetijde zouden we weer eens bijeenkomen om elkaar te omgeven
met tweemaal twaalven waren we dit weekend
alweer in de zon aan tafel gezeten op het erf
heel de voormiddag hadden we al zagend klievend verplantend...
deugd aan elkaar beleefd
& moed bij elkaar opgedaan want tussen al die bedrijvigheid brandde heel de dag in het bakhuis het vuur van de stilte
ook nieuwe mensen kwamen voor het eerst
ons benieuwde erf op
zoals dat gezinnetje met twee zoontjes uit ons eigen borgerhout
ze mochten van de parochie begrijpelijkerwijze
hun eerste communie niet doen omdat ze niet gedoopt waren er werd met hen afgesproken hoe ze in viersel bij de pinksterbron zouden kunnen gedoopt worden
& na over de brug van hun zeven jaar
plank voor plank gekomen te zijn
& de kinderzegen ontvangen te hebben aan de ovalen zonnetafel
het verhaal van brood & wijn zouden mogen aanhoren
& dan van ouders & grootouders als pasgedoopten hun eerste communie eigenhandig zouden mogen ontvangen ze vonden dat een goed voorstel
& keken bij de uitwuif aan de poort aan hun vertrekkende oogjes te zien van nu af aan al uit
naar hun “eerste communie zonder kadokes”
(vervolg volgende week)
LUCVERSTEYLEN
WOORD EN ONT VREEMD EN
JakobsstafHet sterrenbeeld Orion werd vanwege de vorm bij vele volken geassocieerd met een machtige krijger, een reus of een jager, waarbij de sterren delta, epsilon en dzèta de gordel vormen. Die drie sterren liggen vrijwel op een rechte lijn; ze kregen de naam ‘Jakobsstaf’, ook wel
‘Driekoningen’.
‘Jakobsstaf’ is ook de naam van een verouderd instrument voor het bepalen van hoeken in de sterrenkunde, de zeevaart en de aardmeetkunde.
Jehova
Getuigen van Jehova/Jehova’s Getuigen
Het woord ‘Jehova’ komt in de Bijbel niet voor, maar het heeft er wel zijn wortels. De belangrijkste naam voor de God in het Oude Testament was ‘Jahwe’ (ook als ‘Jahweh’
geschreven). Hierbij moet je twee dingen in acht nemen.
In het Hebreeuws werden vroeger geen klinker-tekens geschreven. Wat wij nu als ‘Jahwe’ of ‘Jahweh’ schrijven, werd in vier Hebreeuwse letters als ‘JHWH’ geschreven.
Het Griekse woord voor ‘vier’ is ‘tessares’,
in samenstellingen ‘tetra-’; ‘tetragonaal’ is ‘vierhoekig’.
‘Schrijven’ is ‘graph[o]’ in het Grieks, met ‘-gram-’ als stam van het mediale verleden deelwoord. Een ‘tetragram’ is een woord dat bestaat uit ‘vier’ ‘geschreven’ (tekens),
‘vierletterwoord’, zoals ‘JHWH’.
Ten tweede: de eerbied voor de hoogste godheid was zo groot dat van ongeveer 300 v.C. zijn naam niet
uitgesproken mocht worden, behalve eenmaal per jaar door de hogepriester op Grote Verzoendag. Van die gewoonte werd afgezien na de verwoesting van de tweede tempel tijdens de joodse opstand in het jaar 70 n.
C. De naam van iemand uitspreken, werd beschouwd als een zeker recht op die persoon uitoefenen; dat is voor de godheid uitgesloten.
In de renaissance vulden de christelijke schriftgeleerden het tetragram ‘JHWH’ op met de klinkers van een ander God-woord, namelijk ‘Adonaj’ dat ‘Heer’ betekent, en dat in de Griekse Septuagint als ‘Kurios’ en in de Latijnse Vulgaat als ‘Dominus’ wordt weergegeven. De eerste klinker werd onder invloed van de ‘j’ van ‘JHWH’ tot doffe
‘e’, en de laatste halfvocale ‘j’ werd zacht uitgesproken.
De klanken van ‘Adonaj’ waren in hoofdzaak ‘o’ en ‘a’.
Dat had tot gevolg dat de christenen een bastaard woord maakten, een mengsel van de medeklinkers uit ‘JHWH’ en de (klinkende) klinkers uit ‘Adonaj’,
namelijk oorspronkelijk ‘JeHoWa’ of ‘JeHoWaH’, later gespeld als ‘Jehova’ of soms ook ‘Jehovah’.
Men weet dus niet hoe ‘JHWH’ vroeger precies werd uitgesproken; daarom geven sommigen er de voorkeur aan om in de teksten niet ‘Jahwe’ maar ‘JHWH’ te schrijven. Men vermijdt eveneens het woord ‘Jahwe’, en men vervangt het overal door ‘de Heer’, ‘de Enige’ e.a.
Het woord ‘Jehova’ leeft vooral in de benaming van een godsdienstige beweging die sinds 1931 Jehova’s Getuigen of De Getuigen van Jehova heet. De naam verwijst naar een tekst van Jesaja:
‘Mijn getuige zijn jullie – spreekt de HEER –, mijn dienaar, die ik uitgekozen heb
opdat jullie mij zouden kennen en vertrouwen, en zouden inzien dat ik het ben.
Vóór mij is er geen God gevormd, en na mij zal er geen zijn.
(Wordt vervolgd)
BARTMESOTTEN
UIT DEN GROOTEN
VOLKSKALENDER
VAN PAUL VAN ZUMMEREN
Deze dagen weten de weerspreuken ons vooral te vertellen dat we ons moeten vasthouden aan de takken van de bomen.
Ze voorzien niks anders dan wind, regen en frisse temperatu- ren:
NOVEMBER DOET DE BLADEREN VAN DE BOMEN EN JAAGT ZE OOK WEL EENS IN STROMEN
Mocht het morgen zo’n weer zijn, dan verhuis je maar beter naar het zuiden, ten minste tot het einde van dit jaar. Want morgen is het de feestdag van Leonardus en een dagspreuk zegt dan:
HET WEER VAN LEONARDUSDAG
BLIJFT GEWOONLIJK TOT DE KERSTMISDAG
Mochten we inderdaad vooral een langdurige, koude perio- de staan, dan is daarin maar één lichtpuntje, en dat is vol- gende dinsdag, want dan is het de feestdag van Sint-Marti- nus. Die geliefde Vlaamse volksheilige moet er normaal gesproken toe in staat zijn om ons nog even vol heimwee aan een mooie zomer te laten terugdenken. Martinus brengt immers traditioneel zijn Martinuszomerke mee, al is het mis- schien wel fout om het woord zomer nu nog te laten vallen:
echt warm wordt het nu toch niet meer. Verwijzend naar de geschiedenis van zijn jas die hij in tweeën scheurde, formu- leerden onze voorouders daaromtrent deze spreuk:
AL MOET SINTE-MAARTEN EEN MANTELKEN DRAGEN, HIJ MOET TOCH NOG WANDELEN DOOR ZOMERSE DAGEN
De dagen rond Sint-Martinus zijn overigens van belang om dan al te achterhalen hoe de komende winter zal zijn. Goed uitkijken naar dat weer dus, want:
ALS HET NEVELIG IS MET SINT-MARTIJN DAN ZAL DE WINTER ZACHTE ZIJN MAAR HEEFT DE SINT EEN WITTE BAARD
EEN STRENGE WINTER WORDT VOOR ONS BEWAARD KRISTIENVANZUMMEREN
hebben aan de wedstrijd deelgenomen
Jakob (tweede vervolg)