• No results found

Methodiek indexering gemeentelijke bijdrage

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Methodiek indexering gemeentelijke bijdrage"

Copied!
3
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Bedrijfsvoering

Onderwerp

Indexering gemeentelijke bijdrage Datum

6 november 2012 Proceseigenaar Laurens Arts Versie 1.0 Status definitief Evaluatiedatum 6 november 2012 Ons kenmerk 4j

Methodiek indexering gemeentelijke bijdrage

Inleiding

Jaarlijks wordt in de kadernota voor het komende jaar vastgesteld met welk percentage de gemeentelijke bijdrage wordt aangepast. In deze notitie wordt een voortstel gedaan om te komen tot een standaardmethode voor de onderliggende berekeningswijze voor deze indexering.

Doel

De indexeringsmethode heeft tot doel om te bepalen welke aanpassing van de

gemeentelijke bijdrage nodig is voor de uitvoering van de taken van de Veiligheidsregio bij ongewijzigd beleid.

Uitgangspunten

Bij het opstellen van de procedure indexering gemeentelijke bijdrage zijn de volgende uitgangspunten gehanteerd:

1. er vindt geen nacalculatie op de inwonerbijdrage plaats;

2. de indexering vindt plaats op basis van landelijk bepaalde indicatoren;

3. de methode dient transparant en eenvoudig te zijn. Dit om de administratieve last van de indexering zo laag mogelijk te houden en besluitvorming te vergemakkelijken.

Keuze indicatoren

Voorgesteld wordt om gebruik te maken van twee indicatoren die veelvuldig binnen overheden worden gebruikt voor indexeringen:

a. prijs overheidsconsumptie, netto materieel (IMOC); dit is de gemiddelde stijging van de prijzen van nette materiële consumptie van de collectieve sector1. b. Loonvoet sector overheid; dit is de gemiddelde loonvoetontwikkeling in de

sector overheid (per fulltime equivalent). De loonvoet is inclusief de incidentele loonontwikkeling.1

Beide indicatoren worden jaarlijks gepubliceerd in de Macro economische verkenningen (MEV) van het CBS. Helaas verschijnt de MEV pas nadat de kadernota wordt opgesteld.

Dit probleem kan op twee manieren worden opgelost. Als eerste is het mogelijk de beide indicatoren uit een andere bron dan de MEV te betrekken. Het CBS berekent voor deze indicatoren namelijk ook meerjarige verwachtingen. De tweede mogelijkheid is om wel het MEV te hanteren, maar de berekening daarbij op 1 kalenderjaar terug te baseren.

Voor de indexering van de gemeentelijke bijdrage in bijvoorbeeld 2014 baseert de Veiligheidsregio zich dan op de indicatoren van het jaar 2013. De Veiligheidsregio stelt

1 CBS, Uitgebreide kerngegevens MEV 2013, meest recente ramingen 2010 - 2013, september 2012

(2)

Versie: 1.0

2 voor deze laatste methode te hanteren. De verwachting is dat op deze manier de indicator wordt gebruikt die het

beste zal aansluiten bij de werkelijke kostenverandering. De voorspelling kijkt dan immers slechts één jaar vooruit en geen twee.

Bepalen wegingsfactoren voor de indicatoren

Middels het toepassen van een wegingsfactor voor de beide indicatoren, wordt een samengestelde indicator berekend. Hierbij telt de indicator Loonvoet sector overheid mee naar rato van het aandeel personele kosten in de begroting en telt de Prijs overheidsconsumptie, netto materieel (IMOC) mee naar rato van het aandeel niet personele kosten in de begrotingen. In beide gevallen wordt voor het bepalen van de omvang van de begroting het bedrag dat de Veiligheidsregio betaalt aan de GGD voor de uitvoering van de ambulancezorg uitgezonderd. Tot aan de regionalisering van de Veiligheidsregio wordt voorgesteld om uit te gaan van de onderstaande waarden. Na regionalisering zullen deze beide wegingsfactoren opnieuw eenmalig voor de volgende jaren worden bepaald.

Wegingsfactor personele indicatoren:

625 , 000 0 . 000 . 40

000 . 000 . 25

€ GGD aan betaling excl.

2012, begroting Omvang

2012 begroting in

kosten personele onderdeel

Omvang

Wegingsfactor niet personele indicator:

375 , 000 0 . 000 . 40

000 . 000 . 15

€ GGD

aan betaling excl.

2012, begroting Omvang

2012 begroting in

kosten personele -

niet onderdeel Omvang

Voorstel

1. er mee in te stemmen om de indexering van de begroting te baseren op:

prijs overheidsconsumptie, netto materieel (IMOC); dit is de gemiddelde stijging van de prijzen van nette materiële consumptie van de collectieve sector.

loonvoet sector overheid; dit is de gemiddelde loonvoetontwikkeling in de sector overheid (per fulltime equivalent). De loonvoet is inclusief de incidentele loonontwikkeling.

2. hiervoor de percentages uit de macro-economische verkenningen te hanteren zoals beschreven in de bijlage.

(3)

Versie: 1.0

3

Voorbeeld berekening indexering voor kadernota 2013

Onderstaand wordt als voorbeeld de indexering uitgewerkt zoals die in de kadernota 2013 gehanteerd zou zijn indien bovenstaande procedure was gebruikt.

Basisgegevens:

Moment van opstellen berekening: voorjaar 2012

Meest actuele Macro Economische Verkenning: september 2011 met vooruitblik 2012 Prijs overheidsconsumptie, netto materieel (IMOC) 2012: 2,25%

Loonvoet sector overheid 2012: 2,75%

Omvang gemeentelijke bijdrage per inwoner 2012: €6,74

Wegingsfactor personele indicator: 0,625

Wegingsfactor niet personele indicator: 0,375

Berekening aanpassing gemeentelijke bijdrage:

Prijs overheidsconsumptie, netto materieel (IMOC) 2,25% x 0,375 0,84% +

Loonvoet sector overheid 2012 2,75% x 0,625 1,72% +

Totaal samengestelde indicator 2,56%

Gemeentelijke bijdrage 2012 €6,74 +

Verhoging op basis samengestelde indicator €6,74 x 2,56% €0,17 +

Gemeentelijke bijdrage 2013 €6,91

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

As the previous chapters were based on already published work , in Chapter 4 we build a new incomplete model example in discrete time which is then used to demonstrate how the prices

In mijn vorige brief (Kamerstuk 33 576 nr. 3) heb ik u een drietal randvoorwaarden voor een succesvolle introductie van het nieuwe stelsel genoemd, te weten goedkeuring van de

In het kader van het onderzoek naar het voorkomen van Chlamydia psittaci bij wilde vogels zijn in 2013 117 vogels onderzocht, waarvan er 2 positief zijn bevonden op de

Verdergaande centralisatie van aanvraag- en toekenningsprocedures Het College begrijpt het voorstel zo, dat de toekenning van andere – meer algemene - voorzieningen benodigd

bcnchtnarkins and interviews to support a bigger picture (generaliscd modcl). Thc research and results from the pilot project will bc used as input to the

Die filosofies- opvoedkundige mandaat (grondslag) van die Pretorius-kommissie was tweërlei van aard: dat “die Christelike beginsel in onderwys en op- voeding erken, openbaar en

Het niet meer uitleesbaar zijn van de transponder in het oormerk van systeem D kwam op alle vier de locaties voor, variërend van één tot vijf defecte transponders per locatie..

Het Zorginstituut volgt verder de overweging van zijn medisch adviseur dat de conclusie van de CIZ arts, dat actueel niet met zekerheid gesteld kan worden dat verzekerde blijvend