• No results found

van werkstoelen Ergonomische

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "van werkstoelen Ergonomische"

Copied!
6
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Ergonomische aspecten van hoge werkstoelen

J. van

Dieën

Summary

A lot of operations in agriculture are perfonned while standing. To optimize the involved wo¡k-sites a chair can be used at such a height that one can altcrnate süancling antl siltirrg. lìr'gono- mical criteria for working-chairs are usually based on resea¡ch in the offrce onvironments.

It

is investigated whether those c¡ite- ria are valid for high working-chaire.

Furthermore a simPle methotl for selecting those chairs for a specilic worksite based on ergonomic c¡iteria is preseuted.

Based on a review of the literature a checklist has been developed. 1'wenLy commercially available chairs have been assesed using this checklist.

Additionally sixleen chairs have been lested by ten subjects during work in a chrysantemum-crrttings nursery. The lubjocl,s werc a¡¡kc<ì to ralc tho cxpc- rion<:txl cr¡mforl using a qrttlrrtionltir<l and the Body Part Comfort-Iìating.

l'rom the assesment of the chairs with the checklist and the subjective asses- ment by the subjects

it

appears Lhat the snme chairs

fïl{ìl

tho r.lemands set.

The combination of both methods carr be used to choose 'r'orking-chairs for a specific situation. Globally the criteria fo¡ office-chairs can be used for high working-chairs.

Special attention should be paid to the .flj¡rount of cushioning because of its

inrllortnnco for thc expericnco<l com' fo¡t.

lnleiding

Bi¡lncn <lc' ¿tgt'¿trist'lrt' sc<:l.ot'

ill

Nt'rlt'r- land wordcn vcel worl<z¿t¿rtllllc<lt'n staand uitgevoerd. Voorbeelden hiervan

zijn

sorteren, stek snijden, opbossen, etc.

lJit

ergotlomisclr oog-

punt

is

hel

wenseli.jk

dat

rle wcrkers de gelegenheid worclL geborlen deze werkzaamheden zittencì

uit

te voeren, daar langdurig staand werken

tot

klachten van het bewegingsapparaat kan leiden (Ayoub 1973, Borowski 1981, Grandjean 1 977, Irlilclebrandt

l9tl8, Poll

1985). De laats[e jarerr

Instituut voor Mechanisatie, Arbeid en Gebouwen (fMAC)' ¡rostbrrs 43, 6700 AÂ Wagt'nirrgcn, 0tì370-94310

zijrr t,clrter oolt een atlntzrl negat.ieve gcvolgen van

zittenrl welk

gecon- sLateerd

(Hildebrandt

1988, Kelsey

1975, Maecla 1980,

Mandal

1981). De bc,trellþncle arbeidssittl aties kunnen u,or'<lt'rr gcoptirnal ise't'rrl door de rvt'r'li¡rlck zo

irl Lt'l'iclltcll

<l¿tt staalltl

c.n ziLtcncl rverk l<unnell worclen af- gervisselcì.

Dit

vereist een stoel, die kan rvorden ingezet op werkhoogtes, die' ook sl¿and werk mogeliil< maken.

[ìen groot atrntal publikaties is be- scìril<baat met betrekking

tot

ergono- nlische aspecten van stoeìell. Deze bcpell<en zich echter voornameìijk

tot

bureaustoeìetr en

in

mindere mate luststoelen.

f)e

in deze pubìikaties vcrnrelrlc a<lviezen

tell

aanzien van hc't ontrverp van stoelen

zijn in

veel govalìc.n

strijdig

en vaak onvoìdoende

rlr rol ont lt't zot'l< rtltrlt'rlttltlwrl.

I)aar-

rririrst is tlt' {t'ttt'rrtlisccrbitarltt'itl r'¿ttt tle adviezen naar hoge u'erkstoelen onrluiclcli.jk. Deze wt-¡rden immels

vlak

gobruikt

ltij sterk

van btlreau- wt¡rl< verschillcncle werkzaamheden.

In tabcl I wordt

eeu overzicht gege- ven \/an cìe

in

de ergonomische

litera-

t r.r u

l

aan getroffen ontwerpcriteria.

Voor de keuze t'an hoge werkstoelen in een concrete arbeidssituatie ont-

ì rrclit'lr tno¡rlt'¡rtccl <le ìrenorligde criLtri¿r clr tnethotlelt. I

Iet

tlot:l v¿rrl

het ìrier gepresenteerde onderzoek is Irct opstelìcn van dergeÌijke

criteria

cn IrcI l,ot'tsctì v¿tn ccn eenvortdig bcirolt lcl i rt gs¡rro Lot'o

l.

l)ezc d oclst.el-

ling

is uitgewerkt

in

de volgende vraagstell ingen:

l. Wat zijn

belangrijke en eenvoudig meetbare ergonomische

criteria

voor Irct onLwerp van werl<st,oelen?

2.

In

hoeverre voldoen bestaande werl<stoelen aan deze criteria?

3. lVelke samenhang bestaat er tus- sen de voor stoelen geformuÌeerde ergonomische ontwerpcriteria en het erv¿ìrcrì comfol't specilìek

bij

het wel'ken met hoge werkstoelen?

4.

Is

op eenvoudige wijze een be- oolrleÌing te

verkrijgen

van ìrel com-

frlrt

vit¡t lroqc u't'rksl,<'t'lt'tl ilr ccn

t'r

rìt

lt't t' ¿rlllt'irlssitrrnt it".'

Vakpublikatie

Methode

Uit

de

in

de inleiding

in tabel

1 rveer- gegeven resultaten van een review van de

ìiteratuur

met betrekking

tot

ergonomische ontwerpcriteria is een t:hecklisI samengestelcl. Een aal'rtal in de handel verkrijgbtrre sloelen is aan de hand van de checkìist beoordeeld' Om

inzicht

te verkrijgen

in

het be- lang van de

criteria

alsmede hun generaliseerbaarheid naar hoge werk- stoelen,

zijn

dezelfde stoelen aan een

praktijkproef

onderworpen.

In

deze proef is met behulp van een vragen-

ìijst

en een comfortschaal een subjec- tieve beoorrleling gegeven door tien proefpersonen. De gebruikte in- strumenten

zijn

zodanig eenvoudig gehouden, dat ze

bij

gebleken ge- schiktheid bruikbaar

zijn

voor de keuze van stoeìen voor een concrete arbeidssituatie, clie nrogelijk anclere eisen

stelt

clan rle in de

praktijkproef

gebruikte sittratie.

De heoordeling uan de stoelen ntet de checklisl

f)e

onlwerpcriteria

in

de

literattlur zijn,

zoals

blijkt uit

t,abel

I in

veel gevallen t,egenstrijdig. Aìlereerst zijn de besl oncietbottrvde

criteria

geselec- teerd. Voor een bespreking van deze keuzes rvordt verlvezen naar Van Dieên (1988). Van deze

criteria

zijn vervo'lgens die opgenomen, die met behuìp van eenvoudi ge hulpmiddelen rnectbaar

zijn. Dit ìrcelt

geleid

tot

de in st'henra

I

\\'e('rgegevell checklist' tJitgangsptrrrt

bij

deze seìectie is geweest dat de meetproceclure een- voutlig

bririkbaar

rnoet

zijn bij

de heuze van stoelen in een pral<tische

situatie. f)e

gebruikLe huìpmiddelen

zìjn

daarom beperkt gebleven

tot

een

schietloo<ì. een

meetlittt,

een waterpas en een eeÌlvoudige goniometer.

Twin- tig in

de handel verkrijgbare stoelen

zijn

aan de hand van de checkìist bcoorrìeelrl. I)ezc stoeìen

zijn

be- scltrevt'tr itr V¿rtr

l)ieün

(19tì8).

De prahti.ilproeI

Zes[ien van de

twintig

stoelen

zijn

onrìet'wor¡reu ¿rau de

praktijkproef.

De overige stoelen kwamen eerst na aânvang van deze proef bescìrikbaar.

De

prahtijkproef

is tritgevoerd op een chrysantenstekkwekerij

bij

het zoge-

n¿ramde 'steì< steken'.

f)e

uitgevoerde werkzaamhetlen bestaan

uit

het plaatsen van stel<ken in perspotjes.

AÌs alle potjes

in

een

krat zijn

gevuld

wordt

het

kratje

weggeschoven en op een transportband onderlangs af- gevoerd. Op een rolbaan

wordt

een nieurv

kratje

bovenlatlgs aangevoerd.

In

fìguur 1

zijn

de ontwerp-specifica- ties van de werkplek vermeÌd (zie Zegcrs 1

t)tl7).'lien

proelpersonen

lrt.Il[lclltlt.s[rlt'lclrt¡itqetest;ierlere>

Tilclschrift

voor toegcpaste Arl)oweterrsclrap 3 (1990) nr 1

(2)

sLocl gt'rlulerrrìe éórr

tllq.

rì¿I (\erì l)e- riocle valr enkele u'ekc.n our ¿rar lreL z,ittend u,ellien

tc

rçcnrrr.n. (:iegei,ens r an dt' trrrrrcflrt'r'sotrcn. nìlt'rr vr'ou\\ ('n elì crr'\'iìr'L.rì nretlt'u t'r'licts vrttt rlt' t'lu \ - santenstekkwekeri j,

zijn

elders [¡c.- schreveu (Van

l)ieën

1988). De proef- personell zijr-r voolafgaand aan de gewenningsperiode geins Lrueerd ten aanzien van de

instelling

van de sloel. Gedurende de proel is

dit

door de eigen chef begeleid.

Tijdens

iedere pauze eìì na het werk, hebben de proelpersorìer'ì ecrì comlbrL schaal ingevuld.

Dit

is een vert¿ialde en enigszilìs vel'eenvoudigde versie van de Body

Palt

Clonrfolt-rating

(lll']C)

volgens

Collett

en Bishop (1976). Aan de h¿urd r,¿rn een ¡rlaat je' nret, ondc.rveldelirtq v¿ul ht'L lit'lr¿r¿tnr

in

nek. schottdc't's, Lroven¿t¡ nren. ort- delarnren, rug lroog, r'ug laag, boven- beuen en ondelbenen, geeft de proef- tr)ersoon aan

in rrt'llit'

tlt'lcn dist'o¡n-

fìrlt woltlt

cr'\'¿ìr'(rrì

itt

r

olgoltlt'

r'¿ttl <lt'

er¡rst van het disconrlort. ì)er schaal is zelfstandig en

schriftelijk

beant- woord. Hiertoe is aan

het

bcgin van elke dag een set met

vier

formuìieren plus een

vragenlijst

verstreht. Naast deze comlortschaal 'uverd aan het eind van de dag een

vragenlijst

met een negentâl vragen over het ervaren comfort

vall

een aantal onderdelen van de stoel

ingevulti \/oor

clc ¡rt'ct'ie'- se inhoud vatr dr-ze vlagt'nlijst, u'olrlL ver\vezerì naar tabel 2. Aan de ¿rnl,-

rvoorderr op de

lll'('-r'a(ing

is cen score toegekend

gelijk

aan llet, ¿raut,aì lichaamsdelen, r,r'aat'in discomlort

wordt

ervaren.

Pel

lichaamsdeel

wordt

een score toegekend al'halrke-

lijk

van het aantal lichaamsdelen, w¿rarin discornfort wordt, gerappor- teerd err de volgorde vau de lichaarns- deletr

hierl¡ij.

W¿rn¡reer bi.ivoolbc'eld

in

vier lichaamsdelen

discotlfol't wordt

gerapporteerd, wordL aan het eerstgenoemde een score viet' toege- kend: aan het als t,u'eede genoemde een scole

dtie

enzovoort.

I)e

totl<cn- ning van scores

bij

dc' r'ragen op tle vragenlijst is

in

tabel 2 rveergegeven.

Samenhangen tussen scores zijn onderzocht met behulp van correla- ties tussen gernidclelde scores per

stoel(dwz.n:16).

Resultaten

De resultaten van de beoordeling met de clrecklisl

zijn

weelgegeven

in

tal¡el 3. Daar slechl"s trvee sLoelen varì een armleuning

zijn

voorzien,

ziin

cle

betlefì'ende itenrs

niel in

de l,abel opgenonlen.

De scores

in

de tabel zi.jn olclinnal.

Interpretatie

kan dus sÌeclrt.s plnat,s vinclen op het uiveau van ¿t¿rtrt¿rlìet.l

scores

pel

ordinale categorie. f)e

8

Tabel 1. Ergonomische criteria voor het ontwerp van stoelen. De nummers verwijzen naar de publ¡kat¡es in de

Iiteratuurlijst.

Afmetingen zijn in centi- meters,

1,ìLLing:

diepte:

breedte;

38

L3,t4,22,28,35

14,r9,20,33,34, 2,t1,28 20,35 14.19,33 3l 2l 22 40 <40

<42 <45 4t-45

<43

40-45 38

8,10

dat

wil

zeggen

lla

ic,dele twec uur,

vorrn: zitkuil

alìopcnd naar achteren

Rugleuning:

inslelhongl,e:

hoogte:

breedte:

concaviteit:

convexitoit:

beweegbaarh.:

t4 34 20

l9 28

2tl-21¡ 10-20

7

-20

10-25

3,6,7,10,26,3r 2,23,32,35

lumbaal

t3,28

14,.19

lumbaal

*

tlto¡ucaal

30

28

36-40

r=40

t3,34

r-25 r :

26-31

I

r :

31-40

as Ler hoogLe van ziLvlak

t4-24

t8-25

22-26

Hoeken:

ziIb.-hor.:

rugl.-zitb.:

-14

2.r3,20,22,25,26,28 30

8,17,31

4,L8,32,34

kantelt¡, 20

2,10,tt,20,23,25,26,32

100-r20

Armleuningen:

34

L4

hoogte:

20-27

2r-25

t4

13

lengte: 20-28

21

13

vrije

ruimte:

48-56

Polstering:

19

onìv{rng:

2-4

* een uegatieve hoek duidL o¡r ecn achlcrovorhuntcling 13

D.)

Tijdschrift

voor toegepaste Arbowetenschap 3 (1990) nr 1

(3)

Figuur 1, De maten van de werkPlek, waar de proef is uitgevoerd.

eindscore is

gelijk

aan het verschil tussen het aantal scores

in

de catego-

rie

2 en het aantal scores

in

de cate- gorie

-

1. Alìe

criteria in

de checklist zi.jn dus

gelijk

gervogen

in

de bepaling

vln

dt'zt' eintlst.tlt e'.

lÌi.j sarnt'nsl"clIing vutr ec'n rattgortle op basis viur tle t'ir'ìds(:ore Lrlijken de sl"oel 17 eu 12 gevolgtl <loot 16 en ll goed aan cle gestelde

crileria

Le vol- doen.

In

tabeÌ 4 en 5

zijn

de resultaten van de subjectieve beoordeling van het

comfort

weergegeven.

f)e

vragen rvelke meer de veiligheidskundige aspecten van de stoel betreffen zijn

niet in

deze babel verrverkt. Van de BPC-ratings

zijn

d ie lichaamsdelen, waarvan slechls incidenteel discom-

lort

is gerapporteerd

niet

opgenomen.

Op basis van tabeì 3, ,1 en 5

zijn ranglijsten

van de stoelen

I tot

en

met

16 samen te stellen.

In

tabel 6

wordt

een overzicht gegeven van de samenhangen tttssen de rangordes

bij

de drie ge'bruikte insttttmenten. Voor de

vragenlijst

is de score op de eerste vraag

gebltrilit

vtloL het sa¡nensteìlen van de

ranglijst,

r,ool de lll)Cl-râting de totaalscore

Tussen de beoordeling meb behulp r,¿rn de

vlagenlijst

t'rr rle srrbjectieve beoordelingen

l¡liikt

een signifìcante nr¿rar niet, zt'er stet'ìtt' sametrhang te lrt'st¿ralr. I Ietzelfilt'

gcldt

voor de s¿rrlrt'nlr¿rug tr¡ssen rle beide strbjectie- ve beoordelingsnretltodetr. Nadere bestudering van tabeì 3, 4 en 5 leerL

dat

de samenhang

bij

de 'goed' sco- rende stoelen cluidelijker is, hetgeen zich

uit in

de ltogere t'ang-correlatie coëlficiênte'n.

Discussie

De in cle checklisl opgenomen

criteria zijn

eenvoudig nreetbaar.

Zij

blijken voìdocnclc tc rl illclctl t iër'e'r't Ltlsseu r,,,et'ltstot'lt'll. I

Ict

s'el ol'

niet

vokloetl

¿r¡n <ìt' r'r'itt'ria

ltangl

voltlot'rttìe s¿unt'rt

tnt't

ìrt't t'tr'¿rlctt c'o¡nfort om Le

stcllcrr cì:tt lr:urtt't'ittg van deze t't'iLe-

lia

cen lr¿tsis li¿ttl vorlìlÉìtl voot' cle

keuze van hoge u'etkstoelen voor een arbeidssiLual.ie.

Van de

in

de

praktijkproef

betrokken stoelen (1

t/m

16)

blijkt

met name numnìcrr' 12 gocd ¿ran de gestelde c'l'itctia

tc

vol<lot'tr.

[)t'ttt¡tunlcts ll

etr 16 voldoen

in

redelijke mate aan de gestelde

criteria. In

de

praktijkproef zijn

met name stoel 12,

l6

en 3, maar ook stoel 4 aìs goed beoordeeÌd.

Wat

deze stoeìen

betreft

overlappen de resuìtaten van beide methoden el- kaar. Stoel 4 is

in

de

praktijkproef

consequent beoordeeld als een van de rneer comfortabeÌe stoelen.

In

babel 3

bìijkt,

deze t'c'hter nict. geheel te

vol-

>

. bak 4O0breed

F-|.--*l

Figuren

uit

schema 1.

Schmo 1. De le melu cigutschappcr uan ilc sleol, lus*n lnultlts lt gtstelda nonten a - rle hoogle uun de nmtlewpn ten opzìchte uun dt: ziuing (l¿l':10 cnt)

b de breedte wn de rugleming (30'40 cn)

d - de díepte mn de zitling (38-42 cm)

h, I - ite ølsland usn d4 uæteßteun tot de zilling in de hoogxkt en de ktulsle slunl uan de zitling (37-52 m)

i - de irctelhoogtc wn de zílting (61-95 u) L- tle lengte uan de utnsleuncn (20 m)

m - tl¿ ltreedte urn de zilting ( 10-J5 <t¡t)

p - de instelhoogte uon dc rugletning ten opzichle uan de zitting (J5-30 cn) r * dc hoogle uan dt rugleming (15-30 m)

s - hantelbare n4leuning pttæ de ploats utn de u uwrom tle nglewing hontelt (ter hoogte nn de zitting, bíj uoorkeu¡ met hæedc os ler hoogte uan de rugleuìttg)

t - dB hoeh uan de zittíng net de horizontaal ( - 5 graden * 20 Eroden)' u - d¿ hæh van tle rugleuning mel ile zitting ( 1 00 gr¿d.en' 1 20 Erqdc n)

u - polsteing (2-4 on) w - behled,ing uxhloprcmend

Í - ful)

y - utúIbætenilig

t ecn

¡tasilicve hotl¿ tlui¡ll op æn utonxm' Attnlúing vu dc zitting

Tijclschrift voor toegepaste Arbowetcnscha¡r 3 (1990) nr 1

(4)

clt¡en ¿ran de gsstt'lcle ct

¡leria.

l'léll r'¿rl de. ileq¿rtir'\ c s('or('s. ()[)

lìet

itc'nì çt¡ilbesterrtlislrt'itl lrt'cl't tì¿t¿tt \ t't -

lachtin{

{('otì Lttot('

itlr

loctl tr¡r ltcI c'r'\'alclì ('ollllol

t \

rltrt tlt'zt' strlt'l

bli.jit

echLct ct'tr oltvct'w¿t<'ltLt.' ¿tf

wijking

Lusselt rle resLtlLaLetì \'âll objecl,ieve' ett strlijectieve bcooldelin g best aan

De bepelkte sattteultzttrg Ll¡ssetl clc ergonon-rische

critcria

en

ltel

ct

"'aretr

comforl

wijsL elop dat elk ec'n

gloot

deeì uniekc

ittfolrnatie oplevclL

Hcl, is rnogcli

jk rllt tlt'

rrll.it'r'l it'r't' t'l itet'ia

in

een al\vijkerlde albc'iclssiLuaL,ier nieL goed voldoen. l)c' in <liL onrlct zot'k gebruikLe arbcidssiLuaLie

leidt

toL ecn voor de proefpet'sotren luerettdeels voorwaarts georiëuteel

d

bewegings- paLroon, overet'nkotrrst ir¡ tlc sitr¡¿rt ic bi

j

b u lt'atr rverli z¡¿t ll t Itt'tlt'tt. I\ I o¡¡cl i,i li zullen de

cliLeli¡,

die nrt'r't'lttlctrls olr

Tabel 2. Vragen u¡t de gehanteerde vragenlijst met de scores voor de be- antwoord¡n gsmogeliikheden

t.

Wal r,<¡r¡<l tr vatt ìrel conrfìr|t r'¿ttr tlo sLocl? ,{ocd

(l),

rc<toliik (2). nratig (3), slechL ('f )

2.

Wa[ voncl u vuu heL cot¡rfort varr rlo zil,ling? gocd (1). ¡oddijk (2)' ntuLig (3)' slecht (4)

2.1.

Had u last van de harcihcid van de zi[ling? ia (3)' ging wel (2), nce (I)

2.2.

tlatl u last van zwel,ett op clo coutaclphals tncL tle z.itling? ja (3)' Sing wel (2), nce (1)

3.

Wat vinrl u van heL comfort van de rugleuning'l goed (1), redelijk (2)' malig (3)' sìecht (+)

3.1.

I{ad u last van de vo¡m van de leuning? ja (3), ging wel (2), nee (1)

3.2.

Had u last van zelen op de conlactplaats rnet de mgleuning? ja (3), ging wel (2), nee (1)

4.

Was <le voetetrring (-s[crrn) goctl Lc gebruiken? ja (1), ging wel (2), nee (3)

5.

Was clc stoel gemakktrlijk in to slellen? ja (f ), ging wel (2)' nee (3)

6.

Hacl de stoel dc neiging om te valletr? ja (2), ¡rce

(l)

7.

Leverde het opstappen op de stoel problemen op? ja (3), gìng *'el (2), nce (1)

7.1.

Leverde het afstappen van de sloel problenen op? ja (3), ging wel (2)' nee

(l) 8.

IIad u last van de draaibaa¡heirl van de stocl? ìa (3), ging wcl (2), nee (1)

9,

Lijn u vcrclcr nog ltìjzoncìcrh<;rlt'tr antr tlo st.rxrl opgov¿tllc¡l?

Tabel 3. Resultaten van de beoordeling van de stoolen met behulp van de checklist'

ziLLing rugleuning voetenst. hoeken ovenge¡r

-1

eìndsc.

ilem ltt

stoel:

I

2 ù 4 5 tl

I 8 0 10 11 72 r3 14 15 16

t7

18 19 20

201 202 -1 2

2

200 201 2 0 -1 202 2 2 -l 200

n ) -1 ,)¡)9

22I 201 202 2 0 -1

ort

221 202

Z _L ¿

2 2 -1

0 -1

,), l1

-1

2

2 -l I -1 1l 2l

0r 2 -r

02 ,)

,)

11 I1 2I 22

02 02 22

r'24

-l 2

5

2t9 2 -l

6

-r 2

5

-t 2

5

12(i 127 t24 -l 2

1

-1 2

8

2 --r ll l2lr 127 2 --r 127 I 2 -l

12

2 -L I 2 -1

rl

2 -\

10

3l 2iJ 27 24

50 42 43 3l

J¿

44 110 14 34 34 r8

1

11

36

Ji)

46

1

,

0 0 0 1

-1 I

0

i -1

()

0 0 0 0 t 2

I

-l 22

2

9n

.)g

-1 22 ,)

2.)

,)

,)

,') t

,.)

22 22

r2

22 .)

¡)

,),

22 22 ,

2

L .) 2 2

2

1

0 1 ,) 0 2

I I

2 0

I -l

I

0 0

2

-1

2 2

_L

'2

-l

0 0

1

0 0 1

0 0 0 0 2 I 2 L 0

0 0 0

t 2

)

2 2

-l

I

2

-l -1 -l

I

-l I I

t)

44 53 3l 25 43 4L 4l 2') 2t; 2I 30 t2

20 03 04 01

t I

z

-L

0

-1

1:

voldoet geheel tan het criteriunt voldoet enigszius aan criterium.

¡iet instelbaa¡ vaste rya¿rde rvel binnen trajæt (biì item S rvel kantelbaar naar ¿s oÞ anderc plaats dan getlctrsL) volrloct niet aan criteriunr (tri-i itcnr ìr ctr I ook voetenstettn Lliet nnnwezig)

bureaurl'erkzaalììhe(leu

zijn

geba- seerd,

bij

eetì stcrl(er

vâll dit

soorL werkzaamheden afwijkend bewe- gingspatroon

ill

minrlere mate valide

zijn

en zal de samenhang kleiner zijn.

De samenhang tussen objectieve en subjectieve beoordeling is groter

bij

de als relal"ief goed beoordeeide stoe- len. Deze cotrclusie is gebaseerd op de hogere rang cort'elatie coöfliciijnten

bij

de eerste zes stoelerì (tabel {ì).

Weliswaar zaì een rang corlelatie coëflìciënt

in

heL algernecll Loeltenten

bij

een kleiner â¿ìlìlal I'atìg('tl, cclrLcr

kwalitatief wordI

deze cotlclusie

duideìijk

door de

velgeìijking

van de

10

langot cles ouclersteund. ¡\[llatrlr: r'all het discliminerend vermogcu v¿ìll subjectieve comfort-beoordelin gen

bij

alnemend comfort, waardoor meer gelijke rangscorcs otttsLaân, is tnoge-

lijk

een verklaring voor

dit

verschijn- sel. Ook de wijze var.r bepaÌen van de eindscore

bij

de objeciieve beoorde-

ling leidt tot

een toenetnend ¿rantal gelijke rângscores

bij

de lclrtLicl slechte stoelen.

Vool

het gebluiÌ< vzrn de drie instrumenten als hulpmiddel

bij

de kcr,rze sloelen is mc'L n¿rmc rlc'

siìrìì('rìlì¿uìg bi.i dtr irls

rclrttit'f

got'rl [-¡e<.¡on.leclrle sLoelelt vatt bclatrg, tlititt

in dit

deel van de rangorde een kctlze

lroc(

rr'ol'dc'n gc'nlaalit.

lìcn

¿r¿urL¿rl verbeteritìgt:n

in

de in- sl,rr¡mcntcn leidL mogelijk

lot

ecrr slerl<ere samerllìârìg.

In

tabel 3 is

bij

de bepaling van de eindsco¡e aan alle

criteria

een

gelijk

gewicht toegekend.

De vragen naar

colnfort

van specifie- ke onderdelen van cle s[oel kunnen rncer inzichL verscllaffen

in

lret belang vau rlc rlìvct'sc

clitcria.

I n tabcl 7 zijn

dc colrelaties

tussel

de gerniddelde scores op enhele items

uit

de vragen-

lijst

u'ccrgegcven.

lliL

deze tabel lrli.ikt

u'n

s(,t'l ltt' s¿tlrcrtltitttg (.ttsst'tt Irt't, conrfirl l, v:ttt tlt' ziLLing crr <lc

nrglcuning tnct, ltet

totale

comfort.

Tijdschrift

voor toegepaste Arbowetenschap 3 (1990) nr

I

(5)

Tabet 4. Gemiddelde scores per stoel op enkele vragen

uit

de vragenliist algemeen zitting rugleuning voetensteun instelling

vraâg

2.1

2.2

3.l

3.2

Het comlort

vân de

zitting wordt

sterk bepaald door de hardheid van de

zitting. Het

overwegende belang van het

comfort

van

zitting

en met name de polstering hiervan en de nrgìeuning en het veel mindere be- laug van de voetensLeun verklaren mogelijk de discrepantie tussen objec- tieve en subjectieve beoordeling

bij

stoel 4. Verder onderzoek met een uitgebreiclere vragenlijst kan op deze wijze

tot

een weging voor de

criteria uit

de checklist Ìeiden.

Bij

de berekening van d'e eindscore voor de objectieve beoordeling

wordt

door het ordinale karakter van de variabelen

niet

van aÌle informatie gebruik gemaakt. Hantering van de numerieke waarden als

interval-

variabelen en het gebruik van een gemicldelde hiervan als eindscore

ìiomt

¿ran

dit

probleem tegemoet, maar is

in

de huidige situatie

niet

gerechtvaardigd.

Mogelijk

is de checklist zoclanig te verbeteren dat resuÌtaten op intervalniveau

zijn

te verkrijgen.

Voor de keuze van werkstoelen

in

een concrete arbeicissituatie kunnen de

hier

geltanteercle instrttmenten ge-

bmikt

rvorcìeu. De uitvoering van cle

metingen

stelt betrekkelijk

weinig eisen, zodat toepassing op bedrijfs- niveau mogelijk

lijkt.

Hoewel een duideìijke samenhang bestaat tussen tle met de cìrie gebrLrikte instrttmen-

lcn

bcllaaldc resultaten verdient gecombineerde toepassing sterk cle

voorkeur, gezien de unieke informatie die elk verschalt.

f)e criteria

die gelden voot bureau- stoelen voldoen

in

redeìijke mate voor de hoge werkstoelen.

Hierbij

moet vooral veel belang worden gehecht aan een goede polstering van het

zitvlak. Indien

cle werksituatie vereist

dat

de stoel vuilbestendig is, zal moeten wordetr gezocht naar een polsteringsmateriaal

dat

de

kwaìiteit

van ìret

bij

de gestoffeercle stoelen (12, 16, 3, 4) gebruikte materiaal t'r'crr¡r¿ttt,.

f)c

stoelen, die met poly- rrreth¿t¿ttr sclrttinr

zijn

gepolsterd, zijn door de proefpersonen

in

het alge- meen als te hard ervaren.

Voor de subjectieve beoordeling

blijken

cle resultaten van beide in- stnrmenteu weìiswaar samen te han- gen, mâal ook

hier lijkt

gecombi- neerd gebruik vooraìsnog aan te bevelen.

De

BPC-rating is eerder voor de beoordeling van stoelen gebruikt door

Drury

en

Coury

(1982) en door

Drury

en Francher (1985) en is ge- bìeken goed te voÌdoen. De vragen-

lijst

is voor

dit

onderzoek samenge- steìd. Gezien de samenhang van de rcsr¡ìt,att'r'r nrot de t'csultaten vnn l¡eide anderc instnrmenten, kan

ge-

>

2

slool: I

2 3 4 5 t) 7

I

o

l0

1l t2

13 T4 15 1G

2.!) 3.r 1.5 1.5

i\.2 2.4 3.1to

3.8 r.6 r.0

2.7

r.4

1.r 1.8

r.8 2.0 2.2 3.0 2.0 2.5 1.9 3.0 2.0 r.3

1.9 2.0 3.0 1.6

2.1 1.1 1.6 1.3 2.O

r.6

1.3 2.4 1.8 2.6 1.6

r.0

2.6 1.6 1.8

r.3

3.1 2.9

t .2

3.4 2.8

r 5

1.4 r.7

r.2

l.5 r.8

r.3

3.3 3.3

1.2

3.3 3.5

t.2

2.6 2.9

1.5

3.5 3.0 ].l 3.0 3.4

r.2

3.6 3.4

t.1

1.9 2.5

1.3

1.0 r.5

1.1

2.7 2.1

r.3

1.9 2.2

1.3

3.3 3.0

1.5

1..1 7.i

1.1

2.9 r.9

t.2

2.8 2.0

1.5

1.7 f.iì

1.2

1.8 1.5

1.1

3.3 2.3

t.2

3,5 2.4

1.3

2.9 2.0

1.4

3.0 2.1

1.1

3.4 2.3

t.2

3.4 2,2

1.4

2.5 1.8

r.4

1.5 t.2

i.0

2.4 1.8

I .l

2.2 7.7

r.0

3.0 r.6

1.5

7.'.7

1.3 t.r

Tabel 5. Scores op enl<ele onderdelen

uit

do BPc-rating.

tobaal nek rug

hoog

iaag

bovenb.

onderb.

N 6

stoel |

2.3

2

r.8

3

0.8

4

0.7

5

1.7

6

2.r

7

2.r

8

r..1

I

1.4

10

2.2 l

l

l.()

l')

0.(ì

13

1.9

1.4

1.1

l5

2.0

16

0.6

0.1

2.0

0.5

1.1

0.4

0.2

0.2

0.2

0.6

0.7

0.4

1. L

0.4

1.2

0.3

06

0.5

0.5

0.G

1.4

0.1

0 3

00

0,3

l 0

0.(i

0.3

0.4

0.5

0.6

0.2

0.2

0.4 o.2 0.0n9

0.3 0.3 0.,1 0.1 0.2 0.3 0.2 ()0 0.2 0.,1 0.3

0.r

t.1 0.8 0.2 0.1 0.6

t.!

0.2 0.7

0.{

0.9 02

0. I

07

().2 r.2 0.1

0.0 0.5 0.2 0.1 0.4 0.6 0.2

02 0.2 0,6 0.2 0.2 0.2 0.1

07

0.2

Tabel 6. 'spearman rank correlation coefficient' voor de rangordes op basis van de

dlie

gebruikte instrumenten, voor zestien stoelen en voor de zes als beste beoordeelde stoelen.

n:16

checklisL vragenlijst RPC-rating

cl¡rrklist

vlrrgenlijst

0.70

RPC:-r¡rting 0.77 o.77

n:6

chccklisL

vragenlijst

0.88

BP0-rating

O.7B

checkÌ ist v r¿rgonl ijst

0.97

ll l'(ì-rnt irìg

allc corrclaties zijn significant (p

<

0'05)

Tabel 7. 'Pearson's correlation coefficient' voor enkele items

uit

de vragen-

lijst.

tot. conrf.

t

h¿rrdh. ziLL.2

|

ztve|e¡ zí11 2.2

zitrLing 2 rugleuning 3 voetensteun 4

097 092 060

0.94 0.76

0.76 0.34*

* alle correlaties zìjn significant

(p<

0.05), uitgezonderd de met een asterisk gemarkeer- dc.

Tijclsclrrift

voor toegepaste Arllowetensch:r¡r 3 (1990) nr 1 11

(6)

stt'ltl

rvt¡rrlt'r'r

tllt

rlt'zt' rctlt'li.ik vol- cloel,. \/erdere uiLbrt'iding kan ¡uogo-

lijk

t,ot verbetelirrg leiden. rn¿r¿rr vermindert ook de eenvoud en daar- mee de inzetbaarlleid. Gezien (.le zecr sterke overeenstemnìing

in

de rarlg- ordes van beide subjectieve beoorde- lingsinstrumenten

bij

de als beste zes beoordeelde stoelen

lijkt

na ver- betering van de vrageniijst het naast de checklist alleen hanteren van

dit

meer eenvoudige

instrumenl

een mogelijkheid.

Dankbetuiging

Op deze plaats

wil ik

een ieder bedan- ken die

bij

de

uilvoering

en opzet van het onderzoek betrokken is geweest, met name de proefpersonen, de direc- tie en overige betrokken medewerkers van de clìrysalìten-s[ekkwekerij en rle leveranciers van de sLoelen die deze belangeloos ter beschikking hebben gesteld.

Literatuur

1. Andersson, G.B.J., R. Ortengren, A.

Nachemson, G. Elfstrom; Lumbar disc ptessure and myo-elec[ric back musclg- activity during sit[ing. 1974. Scand. J.

Rehab. Med. 6, 101-121.

2. Akerblom, B.; r\r'ratomische und phy- siologische Grundlagen zur GestalLung von Sitzen. 1969. Ergonomics 12, 120-131.

3. Ayoub, M.M.; Work place design and posture. 1973. Human Þ'actors 15, 3, 265-2ß8.

4. Élendix, T., J. Winkel, [,'. Jesson: (]orn- parison of offìce cl-rairs wil,h fixed forw¿rrds or backrva¡ds inclining, or [iltable seaLs.

1985. Eur. J. Appl. Physiol. 54, 378-385.

S.Borowski, B.; Einseilige liörperhaltun- gen am Arbeitsplal,z. 1981. Forschungs- bericht n¡. 189 Do¡tmund, Bundesanstalt für A¡beitsschutz und Unfallforschung.

6. Branbon, P.; Backshapes ofseatecl persons. l:Iow close can Lhe inlerface l¡e designed. 1984. Appl. Ergonomics 15, r05-107.

7. B¡itish Standard 3044; Anatomical, physiological an anLhropome[ric principles in the design of office chai¡s and tables.

1958. London, British Standa¡d Institu- tion.

8. BurandL, U., E. Grandjean; Untcrsu- chungen über das Sitzverhalten von Büroangestelten und über Auswirkung verschiedena¡tiger SiLzprofile. 1969.

Ergonomics I2, 338-347.

9. Corlett, 8.N., R.P. Bishop; A tech- nique for assessing postural discomforb.

1976. Ergonomics 19, 175-182.

10. Co¡lett, E.N., J.A.E. Eklund; FIow does a backresl work? 1984. Appl. Ergo- nomics 15,111-114.

lI.

Delport, H.P., NLJ. Hoogrnartens;

Lage rugpijn in de auto. f982. Tijdschr.

Geneeskd. 38, lr73-r175.

12, Dieön, J.H. van; Ergonomische aspec- ten våD werks[oelen utel, eelì insLelbereik tot 950 mm. 1988. lVageningen, Ilvlr\G- rapport nr. 100.

13. Diff¡ient, N. et al. llur¡l¿t¡rsc¡rlc

l,

2.

1974. Massachussets, ì!f

l't

press.

14. DIN 4551: Bürodrehstuhl nrit ver-

l2

strlllr¿rn'r llutlicttlt,l¡rtc Iltit rrlcr,,lrn,' .\rnlsl"ritzcn. llJ75 lìcllirr. I)r'rrlq, lrr'*

I¡rstitLrt I'iir' ì\,iolnrLrnq

o \'

15. l)rr¡rv, C

(ì., Il.(ì ('orrrr:.\

nrr,

tlrorloltul' rrf ch¡til t'r:rlu¿rtiorr

lllSlÌ

\¡r¡rl

Iltgononrics

lil,

I fli-r-202.

16. Drury, C.G.; I\1. I,'ranchcr; lJvalu¿rl.ion . of a fo¡ward sloping chair. 1985. r\p¡rl.

Ergonomics 16, 4l-47.

17. Iìbner, !V., lì,. llberll l)roplr-vlakLisclrc Ivlassnahmen gegen I,'ehlhall,ungcn <ler'

Wirbelsäule. 1980. Z. Angerv Bader- Klimaheilkd. 26, 290-298.

18. Iìritz, lvl., R. Cai; IsL eine bequenrc Sitzhallung auch gesund? Eine elek- Lromyographische un<l biotnechanist'hc IInLcrsuchunq. 1985. Zbl. i\rbcilsnrcrl. :]i¡.

t44-151.

19. Grandjean, E.; t'iLting Lhc Lask lo [lrt' man. 1980. New York, InLematioual PublicaLions Service.

20. Gran<l.jcun,

lì.,

IJ. l]urnnrlLl

l)ls

SiLzvrrhnltcn von lJiiro¡ulgt'stt,llt'¡r lfXiZ lnduslricllc Orgartisal,ion

jll,

l.liì-ll¡0.

21. (ìran<ljcan, lì..

r\.

lÌiini. I

l.

Itlt,tzst'lr' mar'; Ilnhvicklung einc's Rubescsscls

liir

gesunrle r¡nrl riickenkrankc NIo¡rscllon l9lj7. Wohnungsrtrcrlizitr l-r, 5l -i-rti

22. Grandjean,

Il.,

lV. I lii¡rting,

(ì.

\\'uLz ka, R. Schärer; An ergonornic inves[iga- tion of mullipurpose chairs. 1973 FIuman FacLors 15,2,11-255.

23. Grandjean, 8., W. Flünting: Ilrgono- mics of

posture

a review oI varit¡us problems of standing and siLl,ing posturos 1977. Appl. Bt'gononrics 8, t35- t.l0 24. [Iildebrandt, V.FI.; PrcvenLic vau beroepsgebonden rugproblemal,ick Per'- spectieven voor epiderniologisch onder- zock. lf)lìtì. Voollrrrrg. l)ilcclolir¡rl (ìr'nt,

tall

viu¡ rlo,4rlrt'irl.

25. l(eegln, J.J.; Âl[t'r'ations of' tlrt' lr¡nr- l-¡ar curve relaLed to posturc antl scating l9l-r3. J. Bone Joint Surg. llSz\. 5ll9-(it)3 26. Keegan, J.J.: EvaluaLion aurl inr- provement of seats. 1962. Ind.

t\lcd

Surg 3t, 47 t-477 .

27. I(elsey, J.L.; An epidemiological sludv of Lhe relaLionship between occupaLiorrs and acu[e herniaLed lurnbar inLcrvcrlcbral discs. 1975. InL. J. Epidemiol., 4,

nr

3,

r97 -205-

28. Iilinkhanrer, II.A.!V. cL al.¡ Va<lonrc- cum Ergonomie. 1979. Deventer, NtVl,) / Kluwer.

29. lVleada, K., W. Hunling, E. Grand- jean; Localizerl faLigue in ¿rccountinq- ruaclrillc opcrflLors. lf)tì0.

J

Oct'u¡r l\lorl.

22,

¡t'.

12,810-816.

30. Ivlandal, A.C.; 'l'he seaterl nran (llonro Sedens). 1981. r\ppl. Brgononrics 12, 19-26.

31. Mal,hies,

II.;

RiclrLiges Sitzcn ¿rnr

ArbeiLsplaLz. 1980. ivlonaLskurso

fiir

rlic'

är[zliclie Fortbildung 30, 943-945.

32. Poll, K.J.; Zittend we¡ken. 1985. De Veiligheid 61, 335-339.

33. Shackel, U., K.D. Chidse¡,; '['hc as- sessmenL of chair comfor[. 196f). llrgono- mics 12, 269-306.

34. \¡ellinga,

[ì.;

L]ewegenrl ziLLcn. lf)87 K¿rnLoor en Efliciency 26, nr.2, 26-29.

35. WaLkin,

Il.;

Are you siLLing cour- forLably? 1983. Flealth arrrl Srfclv aL

Work l-r, nr. 10, 2f)-30.

i](i. Zcgcrs, l).I l.Â.: r\¡r¡rlx'vtlint{t'rr vuor dc stcksteekruinrtc' bij dc lìr. l.'itlt's. l!)t17.

Wageningen, llr'l¡\(ì-nol,a nr. 3lti.

Tijdschrift

voor toegepaste Arbowetenschap 3 (1990) nr 1

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Het speciale bestek en de doseerbeker zijn geschikt voor zowel volwassenen als kinderen die behoefte hebben aan wat extra hulp bij de maaltijd.

Deze vragen hebben betrekking op de mogelijkheid om de productiviteit van publieke voorzieningen te kunnen meten, evenals de effecten van instrumenten op de productiviteit..

erg moeilijk was om aan westerse literatuur en materiaal te komen, geloof ik, dat u Andreas daar een groot. plezier

Grondstoffen ontgonnen binnen Vlaanderen (productieperspectief) en door de Vlaamse consumptie (consumptieperspectief) in 2016 volgens het Vlaamse IO-model... MOBILITEIT,

Tijdens de eerste workshop maken de studenten kennis met meerdere tekstgenres (Van Norden 2014), schrijven ze zelf een aantal verschillende korte teksten en ervaren ze het tot

Steeds meer waarnemingen An- derzijds duiden deze gegevens, samen met alle andere waarnemingen, ontegenspreke- lijk op lokale vestiging – terwijl we daarover, tot minder dan

De Medical Line krukken kun je samenstellen voor verschillende functierollen binnen de OK ruimte; zoals keuze voor werkhoogtes, voetenring, voetbediening, ronde of

- Verstelbare zithoek en rughoek - In hoogte verstelbare rug - Aluminium onderstel - ESD wielen, antistatisch - Antistatische bekleding Opties.. - ESD vloerdoppen, antistatisch -