• No results found

Documentnummer: WABO Zaaknummer 2014/12781.

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Documentnummer: WABO Zaaknummer 2014/12781."

Copied!
8
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

OMGEVINGSVERGUNNING

WET ALGEMENE BEPALINGEN OMGEVINGSRECHT (Wabo)

Documentnummer: WABO 2014 308. Zaaknummer 2014/12781.

Aanvraag

Op 15 december 2014 hebben wij, burgemeester en wethouders van de gemeente Hellevoetsluis, een aanvraag omgevingsvergunning als bedoeld in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) ontvangen van Andesa Onroerend Goed BV, Postbus 17, 3220 AA Hellevoetsluis, met de volgende omschrijving: "locatie met opstelplaats voor plaatsgebonden containers”.

Deze aanvraag gaat over de volgende locatie: Carrouselweg 5, sectie H, nummer 505, 506, 507, 554 en 559.

Wij hebben deze aanvraag geregistreerd onder nummer: WABO 2014 308.

De aanvraag voorziet in de realisering van een opstelplaats voor 855 plaatsgebonden containers, ten behoeve van de opslag van autobanden.

De volgende activiteit(en) zijn aangevraagd:

- Bouwen (art. 2.1, lid 1 onder a Wabo) Bevoegd gezag

Gelet op artikel 2.4 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) en hoofdstuk 3 van het Besluit omgevingsrecht (Bor) zijn wij bevoegd om op deze aanvraag te beslissen.

Beschikking

Wij hebben, gelet op de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo), besloten om aan de aanvrager voor de in de aanvraag aangegeven locatie omgevingsvergunning te verlenen voor de volgende activiteiten:

- Bouwen (art. 2.1, lid 1 onder a Wabo)

- Planologisch afwijken (art. 2.1, lid 1 onder c Wabo, art. 2.12, lid 1, sub a, onderdeel 3 Wabo)

Wij hebben voorts besloten aan deze vergunning voorschriften te verbinden. Deze voorschriften zijn opgenomen in de bijlagen waarin tevens de overwegingen zijn beschreven en de mededelingen zijn opgesomd.

(2)

Bijlagen

Wij hebben de beschikking gebaseerd op de bij de aanvraag ingediende stukken. In de bijlage "Bijgevoegde gegevens en bescheiden" , pagina 8 hebben wij die stukken vermeld. In deze bijlage geven wij tevens aan welke van deze stukken onderdeel uitmaken van deze omgevingsvergunning.

Al deze bijlagen zijn onderdeel van deze omgevingsvergunning.

Procedure

Voorbereidingsprocedure

De aanvraag heeft betrekking op activiteiten waarvoor de uitgebreide voorbereidingsprocedure volgens paragraaf 3.3. van de Wabo moet worden gevolgd.

De beschikking is daarom voorbereid met toepassing van afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).

Advies en verklaring van geen bedenkingen

Voor zover een aanvraag betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de wet, wordt de omgevingsvergunning, waarbij met toepassing van artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3°, van de wet wordt afgeweken van het bestemmingsplan of een beheersverordening, niet verleend dan nadat de gemeenteraad van de gemeente waar het project geheel of in hoofdzaak zal worden of wordt uitgevoerd, heeft verklaard dat hij daartegen geen bedenkingen heeft, tenzij artikel 3.2, aanhef en onder b, van dit besluit of artikel 3.36 van de Wet ruimtelijke ordening van toepassing is.

De gemeenteraad heeft op 17 februari 2011 een lijst van categorieën van gevallen waarvoor geen verklaring is vereist ingevolge de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) vastgesteld (artikel 6.5, lid 3 Bor).

Met de indiening van de definitieve aanvraag omgevingsvergunning kan worden gesteld dat wordt voldaan aan de in de bovengenoemde lijst genoemde categorieën (artikel 6) zodat een verklaring van geen

bedenkingen van de gemeenteraad niet is vereist. De overschrijding van het perceel buiten het aangegeven bouwvlak bedraagt 545,5 m2.

In die gevallen, waarin geen verklaring van geen bedenkingen is vereist, kan het college de

omgevingsvergunning afhandelen en oordelen of een activiteit in strijd is met een goede ruimtelijke ordening.

De ruimtelijke onderbouwing getiteld ‘Ruimtelijke onderbouwing Van den Ban Group’, datum 20-11-2014 is bij de aanvraag omgevingsvergunning ingediend.

De ruimtelijke onderbouwing is aan de wettelijke overlegpartners voorgelegd. Door de wettelijke

overlegpartners kan worden ingestemd met deze onderbouwing. De goede ruimtelijke onderbouwing kan daarom dienen als grondslag voor het afwijken van het rechtsgeldige bestemmingsplan.

Volledigheid en ontvankelijkheid

Volgens artikel 2.7, eerste lid van de Wabo, dient de aanvrager ervoor zorg te dragen dat de aanvraag van een omgevingsvergunning betrekking heeft op alle activiteiten die onlosmakelijk met elkaar samenhangen.

De aanvraag is op 15 december 2014 ingediend.

De aanvraag is daarnaast getoetst aan de indieningsvereisten uit de Ministeriële regeling omgevingsrecht (Mor) en op inhoud beoordeeld. Wij zijn van oordeel dat de aanvraag voldoende informatie bevat voor een goede beoordeling van de gevolgen van de activiteit op de fysieke leefomgeving. De aanvraag is zowel volledig als ontvankelijk en derhalve in behandeling genomen.

(3)

Bekendmaking/ter inzage legging.

Het voornemen af te wijken van het bestemmingsplan is gepubliceerd in het weekblad Groot Hellevoet en in de Staatscourant. De aanvraag, de goede ruimtelijke onderbouwing en de ontwerp-beschikking zijn bekend gemaakt in weekblad Groot-Hellevoet en de Staatscourant en op de website van de gemeente

Hellevoetsluis. Tussen 25 juni 2015 en 6 augustus 2015 heeft een ontwerp van de beschikking ter inzage gelegen en is een ieder in de gelegenheid gesteld zienswijzen naar voren te brengen.

Inwerkingtreding beschikking

De beschikking treedt in werking met ingang van de dag na afloop van de termijn voor het indienen van een beroepschrift. De beroepstermijn bedraagt zes weken en vangt aan op de dag nadat de beschikking ter inzage is gelegd.

Beroep instellen

De aanvrager en belanghebbenden, die zienswijzen naar voren hebben gebracht tegen de

ontwerpbeschikking of aan wie redelijkerwijs niet kan worden verweten dit niet te hebben gedaan, kunnen tegen deze beschikking op grond van de Algemene wet bestuursrecht een beroepschrift indienen binnen zes weken na de dag waarop deze ter inzage is gelegd. Dit kan bij Rechtbank Rotterdam, Bestuursrecht team B (Postbus 50951, 3007 BM Rotterdam).

Het beroepschrift moet voorzien zijn van een handtekening en in elk geval bevatten: de naam en het adres van de indiener, de dagtekening, een omschrijving van het besluit waartegen het beroep is gericht en de gronden van het beroep. Voor de behandeling van het beroep wordt door de rechtbank een bedrag aan griffierecht geheven. In het beroepsschrift kan tevens beroep worden aangetekend tegen de ontheffing van de Verordening Ruimte.

Men kan digitaal beroep instellen bij genoemde rechtbank via http://loket.rechtspraak.nl/bestuursrecht.aspx.

Daarvoor is een elektronische handtekening (DigiD of eHerkenning) nodig. Op de genoemde website staan de precieze voorwaarden vermeld.

Voorlopige voorziening

De beschikking treedt in werking nadat de termijn voor het indienen van een beroepschrift is verstreken. Het indienen

van een beroepschrift houdt de werking van het besluit niet tegen. Heeft men er veel belang bij dat dit besluit niet in werking treedt, dan kan een belanghebbende, die een beroepschrift heeft ingediend, de

voorzieningenrechter van de Rechtbank Rotterdam, Bestuursrecht team B (Postbus 50951, 3007 BM Rotterdam) verzoeken om een voorlopige voorziening (tijdelijke beslissing) te treffen. Voor de behandeling van het verzoek wordt een bedrag aan griffierecht geheven.

Men kan digitaal een verzoek om voorlopige voorziening instellen bij genoemde rechtbank via

http://loket.rechtspraak.nl/bestuursrecht.aspx. Daarvoor heeft u een elektronische handtekening (DigiD of eHerkenning) nodig. Op de genoemde website staan de precieze voorwaarden vermeld.

Burgemeester en wethouders van Hellevoetsluis, namens dezen,

hoofd afdeling Beheer, Vergunningen & Handhaving,

ir. R.M. van der Kooi.

Besluitdatum: …..

Leges: € 5.747,80

(4)

VOORSCHRIFTEN

ALGEMENE VOORSCHRIFTEN

1.0 Terrein en gedragsvoorschriften 1.1.1

De inrichting moet schoon worden gehouden en in goede staat van onderhoud verkeren.

1.1.2

Het terrein van de inrichting moet, afgezien van de noodzakelijke ingangen, rondom zijn afgescheiden door een (gesloten) omheining van tenminste 2 meter hoogte. Gevels of gedeelten van gevels van het perceel van de inrichting mogen deel uitmaken van bedoelde omheining.

1.1.3

Alle binnen de inrichting aanwezige machines, installaties en voorzieningen moeten overzichtelijk zijn opgesteld en altijd goed bereikbaar zijn.

1.1.4

Gebouwen, installaties en opslagvoorzieningen moeten altijd goed bereikbaar zijn voor alle voertuigen die in geval van calamiteiten toegang tot de inrichting/installatie moeten hebben. De wegen op het terrein van de inrichting moeten daartoe continu ongehinderde doorgang kunnen verlenen.

1.1.5

Degene die de inrichting drijft is gehouden te doen en na te laten hetgeen redelijkerwijs gevergd kan worden om gevaar en schade dan wel hinder buiten de inrichting te voorkomen of te beperken.

1.1.6

Zowel de gebouwen als het terrein van de inrichting moeten buiten werktijd voor onbevoegden zijn afgesloten op doelmatige wijze.

1.2 Contactpersonen, procedures en instructie 1.2.1

De vergunninghouder is verplicht een of meerdere personen aan te wijzen die in het bijzonder belast is (zijn) met het toezicht op de naleving van hetgeen in deze vergunning is bepaald en met wie in spoedgevallen overleg kan worden gevoerd. De vergunninghouder stelt binnen 14 dagen na het in werking treden van de vergunning het bevoegd gezag schriftelijk op de hoogte van de naam, het adres en het telefoonnummer van degene(n) die daarvoor is (zijn) aangewezen. Wanneer wijzigingen optreden in de gegevens van de

bedoelde personen, moet dit vooraf onder vermelding van de wijzigingsdatum schriftelijk worden gemeld aan het bevoegd gezag.

1.2.2

In de inrichting moet te allen tijde ten minste één bevoegd persoon aanwezig zijn, die ter zake kundig is om in geval van een onveilige situatie direct de vereiste maatregelen te treffen. Bij niet 24-uur bezette

inrichtingen geldt dat binnen een half uur na ontdekken van een brand en/of incident met gevaarlijke stoffen een beslissingsbevoegd personeelslid van de bedrijfsleiding, met kennis van de gebezigde processen, op het terrein aanwezig moet zijn.

(5)

2.0 VOORSCHRIFTEN BOUWEN 2.1 Algemeen

2.1.1

Het project moet, met inachtneming van de hierbij gegeven voorschriften, worden uitgevoerd overeenkomstig de bij de aanvraag ingediende en goedgekeurde stukken die deel uitmaken van de beschikking.

2.1.2

De schuifpoort dient in dezelfde antracietkleur te worden geschilderd als de containers.

2.2 Bouwbesluit 2.2.1

De voorwaarden zoals door de brandweer gesteld in haar advies, onder kenmerk 15 HLV 10, d.d. 3 februari 2015 en de daarop gegeven aanvulling welke op 19 maart 2015 is ontvangen maken onderdeel uit van deze beschikking.

2.2.2

Het rapport van Altavilla, versie 1.0 d.d. 13 januari 2014 maakt onderdeel uit van deze beschikking.

(6)

ALGEMENE OVERWEGINGEN Algemeen

Projectbeschrijving

Het project waarvoor vergunning wordt gevraagd is als volgt te omschrijven: de realisering van een opstelplaats voor 855 plaatsgebonden containers, ten behoeve van de opslag van autobanden. De containers zijn reeds geplaatst.

De opstelplaats zal worden gerealiseerd op de locatie aan de Carrouselweg 5 te Hellevoetsluis. Kadastrale registratie locatie: Hellevoetsluis, sectie H, nummer 505, 506, 507, 554 en 559.

OVERWEGINGEN EN TOETSINGEN MILIEU Toetsingskader milieu

Inleiding

De aanvraag heeft betrekking op het oprichten en het in werking hebben van een inrichting als bedoeld in artikel 2.1, lid 1 aanhef en onder e Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo).

De inrichting is op basis van artikel 1.10 van het Activiteitenbesluit meldingsplichtig. Hiervoor is reeds een melding ingediend bij de DCMR.

Activiteitenbesluit

In het Besluit algemene regels inrichtingen milieubeheer (Activiteitenbesluit) zijn voor de activiteiten die binnen inrichtingen plaats kunnen vinden algemene regels opgenomen. Deze regels zijn direct werkend en mogen niet in de omgevingsvergunning worden opgenomen.

In bijlage I, onderdelen B en C, van het Bor wordt aangegeven of voor een inrichting een vergunningplicht geldt. De aangevraagde inrichting blijkt meldingsplichtig, en wordt hierdoor in het kader van het

Activiteitenbesluit aangemerkt als type B inrichting.

Gezien de rechtstreekse werking van het Activiteitenbesluit kunnen in de vergunning uitsluitend, indien dit noodzakelijk blijkt, aanvullende maatwerkvoorschriften worden opgenomen ten aanzien van deze activiteiten voor zover dat in het Activiteitenbesluit is aangegeven. Voor wat betreft de zorgplicht heeft de wetgever hierin voorzien. Op basis van ingewonnen advies bij zowel de DCMR, de Veiligheidsregio Rotterdam- Rijnmond als het Waterschap Hollandse Delta kan worden gesteld dat er voor wat betreft mogelijke verontreinigingen na een incident geen nadere voorschriften behoeven te worden opgenomen.

Brandveiligheid

De regels ten aanzien van het brandveilig gebruik van bouwwerken zijn opgenomen in het Bouwbesluit 2012.

Aan de voorliggende vergunning zijn verder aanvullende brandveiligheidsvoorschriften verbonden welke zijn benoemd in de voorwaarden zoals door de brandweer gesteld in haar advies, onder kenmerk 15 HLV 10, d.d. 3 februari 2015 en de daarop gegeven aanvulling die op 19 maart 2015 door de gemeente is ontvangen.

Het rapport van Altavilla, versie 1.0 d.d. 13 januari 2014 maakt onderdeel uit van deze beschikking.

RUIMTELIJKE ORDENING Bestemmingsplan

De gronden waarop het plan is geprojecteerd zijn gelegen binnen het bestemmingsplan “Bedrijven”, waarin ze de bestemming ‘Bedrijventerrein’ en ‘Waarde-Archeologie 2’ hebben verkregen.

(7)

Overwegingen gebruik met planologische afwijking

Het plan is NIET in overeenstemming met genoemd bestemmingsplan, omdat de afstand tussen de containers niet de vereiste 5 meter bedraagt en een aantal containers verdeeld over twee lagen op een geringe afstand buiten het op de verbeelding aangegeven bouwvlak zijn gesitueerd.

Op grond van artikel 2.10. lid 2 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) kan een aanvraag omgevingsvergunning voor een bouwactiviteit (artikel 2.1, lid 1, onder a Wabo) die in strijd is met het

geldende planologische toetsingskader tevens als een aanvraag omgevingsvergunning voor een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c van de Wabo worden aangemerkt.

Op grond van artikel 2.12, lid 1, onder a, sub 3 van de Wabo kan worden afgeweken van het

bestemmingsplan, indien de activiteit niet in strijd is met een goede ruimtelijke ordening en de motivering van het besluit een goede ruimtelijke onderbouwing bevat.

De afdeling 3:4 van de Algemene wet bestuursrecht is toepassing.

Welstand

Het plan is op 29 januari 2015 akkoord bevonden door de Commissie Ruimtelijke Kwaliteit, mits de

entreepoorten in zwart worden uitgevoerd, identiek aan de containers, zodat gesteld kan worden dat het plan voldoet aan redelijke eisen van welstand.

Overwegingen bouwen Toetsingen

De aanvraag en de daarbij ingediende stukken hebben wij getoetst aan het Bouwbesluit 2012. Naar ons oordeel is in voldoende mate aannemelijk gemaakt dat de aanvraag voldoet aan de van toepassing zijnde voorschriften.

De aanvraag en de daarbij ingediende stukken hebben wij getoetst aan de gemeentelijke bouwverordening.

Naar ons oordeel is in voldoende mate aannemelijk gemaakt dat de aanvraag voldoet aan de van toepassing zijnde voorschriften.

Er bestaat, gelet op het voorgaande, geen grond om de omgevingsvergunning voor deze activiteit te weigeren.

(8)

BIJLAGE:

BIJGEVOEGDE GEGEVENS EN -BESCHEIDEN

De volgende documenten worden meegezonden met het besluit en zijn als gewaarmerkte stuk bijgevoegd:

X aanvraaggegevens ingediende aanvraag;

X goede ruimtelijke onderbouwing, d.d. 20-11-2014, projectkenmerk Ara 140704;

X reactie op ruimtelijke onderbouwing van Waterschap Hollandse Delta;

X veiligheidsadvies 3806/034 van de veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond;

X advies Brandweer Rotterdam-Rijnmond, d.d. 3 februari 2015 met aanvulling 19 maart 2015;

X tekening Terreinindeling met opslagcontainers, d.d. 5-12-2014 SIT-001-CON/A;

X tekening Gevelaanzichten opslagcontainers, d.d. 5-12-2014 SIT-001-GEV/A;

X tekening Terreinindeling met brandcompartimentering, d.d. 5-12-2014 SIT-001-BC/A.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De voorliggende wijziging van de Regeling BRP valt uiteen in vier (hoofd)onderdelen: (1) de aanwijzing van bestuursorganen bedoeld in artikel 2.37b, eerste lid, van de Wet BRP,

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en tevens sprake is van

Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en al dan niet tevens sprake is van

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en tevens sprake is van een

Voor zover een aanvraag betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c van de Wabo, wordt de omgevingsvergunning waarbij met toepassing van

Voor de reactie is aangegeven in hoeverre de zienswijze gegrond of ongegrond is verklaard en, indien gegrond, welke aanpassingen dit voor het ontwerpbesluit omgevingsvergunning

Voor zover de aanvraag betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, lid 1, onder a Wabo, kan de omgevingsvergunning slechts worden verleend indien de activiteit

In artikel 2.1 2, lid 1, sub a, onder 1 van de Wabo is bepaald dat voor zover een aanvraag betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, lid 1, onder c van de Wabo,