De korpsbeheerders van de regionale politiekorpsen en het KLPD, de voorzitter van de Raad van Toezicht van de Politieacademie

(1)

Onderwerp Decembercirculaire 2010

Doelstelling Uitvoering geven aan het gestelde in art. 2, vijfde, zevende en achtste lid van het BFRP

Juridische grondslag Besluit financiën regionale politiekorpsen

Relaties met andere circulaires Junicirculaire 2010 (2010-399096)

Ingangsdatum 1 januari 2010

Politie & Veiligheidsregio's DGV/P&V/B&M

Schedeldoekshaven 200 2511 EZ Den Haag Postbus 20011 2500 EA Den Haag www.rijksoverheid.nl Contactpersoon

zie hoofdstuk 9 en betreffende onderwerpen

Datum 1 december 2010 Kenmerk 2010-0000683933

I.a.a.:

de korpschefs van de regionale politiekorpsen de korpschef van het KLPD

de voorzitter van het College van Bestuur van de Politieacademie de (fgd.) hoofdofficieren van Justitie

de directeur van de Voorziening tot Samenwerking Politie Nederland het hoofd van de inspectie OOV

de directeur van de Rijksauditdienst, BZK de directeur van de Rijksrecherche de hoofden FEZ van de politiekorpsen de hoofden P&O van de politiekorpsen de politievakorganisaties d.t.v. het CAOP het ministerie van Justitie, Stafbureau DGRR

het ministerie van Financiën, Inspectie der Rijksfinanciën, sectie JuBi de secretaris van de Politieonderwijsraad

(2)

Inhoudsopgave decembercirculaire 2010

1 Inleiding ... 3

2 Context circulaire ... 4

2.1 Inleiding ... 4

2.2 Effecten Miljoenennota 2011 ... 4

2.3 Gevolgen Regeerakkoord ... 4

3 Algemene bijdrage ... 5

3.1 Gemeentelijke herindelingen ... 5

3.2 Asielbudget ... 5

3.3 Loon- en prijsbijstelling ... 6

4 Bijzondere bijdragen ... 8

4.1 Burgernet ... 8

4.2 Prestatiebekostiging 2009 ... 8

4.3 PVOV-budget ... 9

4.4 Impuls instroom aspiranten in 2010...10

4.5 Joint Hit Team ...10

4.6 Frontoffice/Backoffice...10

4.7 Milieutaak politie ...11

5 Artikel 3 bijdragen... 12

5.1 Artikel 3 bijdrage groeikorpsen HBVS...12

5.2 Artikel 3 bijdrage Flevoland, Fryslân en Gelderland-Zuid ...12

5.3 Artikel 3 bijdragen onderhandelingsakkoord ...12

5.4 Artikel 4 bijdrage Fryslân ...13

6 Budgettair kader KLPD ... 14

6.1 Aanpassen van tapapparatuur ...14

6.2 Aan de Dienst Logistiek gekoppelde budgetten ...14

6.3 Inhouding politieblad Blauw...14

6.4 HAVANK...14

6.5 Verlaging levensloopbijdrage vanaf 2014 ...15

6.6 Restant prijsbijstelling 2010 ...15

6.7 Rijksalarmcentrale (RAC) ...15

6.8 Verdrag van Prüm - vingerafdrukken ...15

6.9 Aanschaf mobiele camera’s ...16

6.10 Project Real Time Identification (RTI) ...16

6.11 XTC Liaisons ...16

6.12 Impuls instroom aspiranten ...16

6.13 Project Digitaal Rollen...16

6.14 Financial Intelligence Unit Nederland ...17

6.15 Uitzendingen...17

6.16 Team High Tech Crime...17

6.17 Beheerkosten 112...17

7 Budgettair kader Politieacademie... 18

7.1 Resterende prijsbijstelling ...18

7.2 Productiviteitskorting ...18

7.3 LECD ...18

(3)

7.4 Politieblad Blauw ...19

7.5 Verdeelvraagstuk politieonderwijs 2011...19

7.6 Strafheffing TOR 2010...20

7.7 Virtuele Veiligheidsarena...20

7.8 Jeugdtaak in virtuele wereld ...20

7.9 Landelijke deskundigheidsmakelaar ...20

7.10 Veranderingen in het politieonderwijs ...21

8 Overige onderwerpen ... 23

8.1 Bonnenquota ...23

8.2 Gerechtskosten ...23

8.3 Wijziging BFRP ...23

8.4 Rentecompensatie vermogensconversie...23

8.5 Samenvoeging Gooi en Vechtstreek met Flevoland ...24

8.6 Bundeling van de bestedingsvoorwaarden voor de bijzondere rijksbijdragen ...24

8.7 Verwerking voorziening ambtsjubilea in de jaarrekening...25

8.8 Maraps vanaf 2011 ...25

8.9 Rapportering operationele sterkte ...25

9 Inlichtingen ... 26

(4)

1 Inleiding

Hierbij bied ik u, conform het gestelde in art. 2, lid 3 van het Besluit financiën regionale politiekorpsen, de decembercirculaire 2010 aan. In deze circulaire is een aantal mutaties opgenomen in de budgettaire kaders.

De belangrijkste mutaties zijn:

- de prijsbijstelling (par. 3.5 en 3.6);

- de afrekening aspiranten (par. 4.5);

- de inhouding PVOV (par. 4.3)

In hoofdstuk 2 volgt een korte beschrijving van de context van de circulaire, waarbij de stand van zaken wordt aangegeven ten aanzien van de uitvoering van de

Miljoenennota 2011 en het regeerakkoord.

Hoofdstuk 3 gaat in op de mutaties die betrekking hebben op de algemene bijdrage.

Dit betreft onder andere de prijsbijstelling en de asielbekostiging. De bijzondere bijdragen komen aan bod in hoofdstuk 4. Hier worden toegelicht de bijdrage voor het Programma Verbetering Opsporing en Vervolging (PVOV) en de prestatiebekostiging 2009. Hoofdstuk 5 behandelt de artikel 4 bijdragen aan de regiokorpsen Drenthe en Fryslân.

In de hoofdstukken 6 en 7 komen de budgettaire kaders van het Korps landelijke politiediensten en de Politieacademie aan bod. Hoofdstuk 8 gaat in op enkele onderwerpen met betrekking tot het toezicht op de politieregio’s. Hoofdstuk 9 bevat enkele overige onderwerpen, zonder financiële consequenties. Ten slotte bevat hoofdstuk 10 een overzicht van enkele algemene contactpersonen voor deze circulaire. De contactpersonen van de afzonderlijke bijdragen zijn bij het onderwerp genoemd.

Nabetaling over 2010

Diverse onderwerpen die in deze circulaire aan de orde komen, hebben tot gevolg dat een nabetaling over het jaar 2010 plaatsvindt. In bijlage 8 bij deze circulaire is de specificatie daarvan opgenomen. De nabetaling zal in december a.s. plaatsvinden.

(5)

2 Context circulaire

2.1 Inleiding

Deze decembercirculaire bevat de laatste budgettaire mutaties van dit jaar, welke vallen onder het beleid van het vorige kabinet. Dit is inclusief de Miljoenennota 2011, de laatste budgettaire nota van het kabinet Balkenende. De decembercirculaire richt zich daarom vooral op de eindafrekening 2010 en enkele budgettaire aanpassingen voor 2011 en verder.

2.2 Effecten Miljoenennota 2011

In de Miljoenennota 2011 heeft het kabinet Balkenende € 3,2 mld. aan extra

bezuinigingen voorgesteld. Deze bezuinigingen komen bovenop de bezuinigingen die het kabinet in het voorjaar 2010 al heeft ingevuld. De effecten van deze

bezuinigingen die in de Miljoenennota staan vermeld en de gevolgen daarvan voor de politieregio’s waren grotendeels al aangekondigd in de Voorjaarsnota 2010. Het gaat hierbij enerzijds om de loon- en prijsbijstelling en anderzijds om de zogenoemde envelop middelen voor pijler V. Voor zover toen bekend zijn de budgettaire consequenties in de junicirculaire 2010 verwerkt.

Voor wat betreft de pijler V-middelen heeft het vorige kabinet in het voorjaar 2010 besloten bepaalde middelen die door het ministerie van Financiën in reserve werden gehouden niet uit te keren. Voor de politie gaat het hierbij om middelen voor bewaken en beveiligen, georganiseerde criminaliteit en cybercrime (de zogenoemde envelop middelen voor pijler V). In de Miljoenennota is aan deze bezuiniging vastgehouden.

Het gaat hierbij om een bedrag van € 10,8 mln. voor 2011 en van € 7,8 mln. voor 2012 en verder. De gevolgen van het niet volledig uitkeren van de reservegelden worden in kaart gebracht en onderzocht in het licht van het nieuwe regeerakkoord.

Zodra hier meer over bekend is zult u hierover nader worden geïnformeerd.

Inlichtingen bij: Marjolein van Meteren 070-426 6956

2.3 Gevolgen Regeerakkoord

In het regeerakkoord is een intensivering op het politiebudget van 300 mln oplopend naar 370 mln afgesproken. Binnenkort wil ik met de korpsbeheerders afspreken op welke wijze deze intensivering zal worden ingezet en verdeeld. Daarbij wil ik onder meer ook de besluitvorming over de herijking van het BVS meenemen. Naar aanleiding daarvan kan ik u dan ook informeren over de in de toekomst te hanteren operationele sterkte per korps. Door middel van een extra circulaire in het voorjaar van 2011 zult u op de hoogte worden gebracht van de gevolgen van de

besluitvorming voor uw regio.

Inlichtingen bij: Marjolein van Meteren 070-426 6956

(6)

3 Algemene bijdrage

3.1 Gemeentelijke herindelingen

In paragraaf 3.2 van de junicirculaire 2010 (kenmerk 2010-399096) is onderstaande opsomming opgenomen van de voorgenomen gemeentelijke herindelingen per 1 januari 2011. Inmiddels zijn alle wetsvoorstellen door de Staten-Generaal aanvaard en in het Staatsblad gepubliceerd, zodat de herindelingen per 1 januari a.s. van kracht worden.

Huidige gemeenten

Nieuwe gemeente(n)

Regionaal politiekorps

Staatsblad

Bolsward, Nijefurd, Sneek, Wûnseradiel en Wymbritseradiel

Súdwest Fryslân Fryslân Staatsblad 2010, 305

a. Abcoude en De Ronde Venen, b. Breukelen, Loenen en Maarssen

a. De Ronde Venen b. Stichtse Vecht

Utrecht Staatsblad 2010, 317

Wervershoof, Andijk en Medemblik

Medemblik Noord- Holland- Noord

Staatsblad 2010, 304

Bodegraven en Reeuwijk

Bodegraven- Reeuwijk

Hollands- Midden

Staatsblad 2010, 273

Lith en Oss Oss Brabant-

Noord

Staatsblad 2010, 271 Eijsden en

Margraten

Eijsden- Margraten

Limburg-Zuid Staatsblad 2010, 272

Inlichtingen bij: Hans Haije, 070-4266915

3.2 Asielbudget

In paragraaf 3.3 van de junicirculaire 2010 is aangegeven dat bij de initiële berekening van het asielbudget 2010 in de junicirculaire 2009 is uitgegaan van 17.000 instromende asielzoekers, 19.000 asielzoekers in procedure en 7.800 vertrekkende asielzoekers. Uit de realisatiegegevens van de eerste 8 maanden van 2010 blijkt dat de instroom op circa 14.000 uitkomt en de doorstroom (asielzoekers in procedure) op circa 25.000. Het aantal vertrekkende asielzoekers komt met 7.860 nagenoeg overeen met de prognose. Conform de geldende afspraken wordt boven een bepaalde drempel extra werkvoorraad (ten opzichte van de prognose) op korpsniveau vergoed. Dit betekent dat voor 2010 11 regionale politiekorpsen

aanvullende financiering zullen ontvangen voor in totaal 32 fte tegen een middensom van € 74.996 (zie bijlage 4 voor het aantal fte per korps).

Inlichtingen bij: George Henneken, 070-4267579

(7)

3.3 Loon- en prijsbijstelling

3.3.1 Loon- en prijsbijstelling 2010

In de Voorjaarsnota 2010 heeft het kabinet besloten om de loonbijstelling, tranche 2010 niet uit te keren. In de Miljoenennota 2011 houdt het kabinet hier definitief aan vast.

Het kabinet heeft in de Voorjaarsnota 2010 eveneens besloten om de prijsbijstelling, tranche 2010 voor het jaar 2010 niet uit te keren en voor het jaar 2011 en verder slechts voor 1/3 deel (zie paragraaf 3.5 van de junicirculaire 2010). Het kabinet heeft echter in de Miljoenennota 2011 aangegeven dat ook het resterende 2/3 deel van de prijsbijstelling voor het jaar 2011 en verder wordt uitgekeerd.

Als gevolg van de besluitvorming door het kabinet over de loon- en prijsbijstelling tranche 2010 heeft de minister van BZK binnen zijn begroting maatregelen getroffen om de CAO-afspraken en de afspraken uit het onderhandelingsakkoord gestand te doen. Deze maatregelen zijn verwerkt in de junicirculaire 2010. In hoofdlijnen komt het erop neer dat de loonbijstelling voor het jaar 2010 grotendeels is gecompenseerd en dat voor het resterende deel (ook voor de jaren daarna) dekking is gevonden in de ABP-reserve (t/m 2014). In de septembercirculaire 2009 (kenmerk: 2009-399096) is een financieel effect geraamd van € 35 mln. in verband met het herstelplan van het ABP met 3 procentpunten per 1-1-2010. Dit bedrag vormde een onderdeel van de financiële problematiek waarmee de politie werd geconfronteerd.

Aangezien het herstelplan van het ABP in 2010 slechts gedeeltelijk is uitgevoerd, is de ABP-reserve voor een deel vrijgevallen (zie par. 3.6.1 van de junicirculaire 2010).

Zoals hierboven vermeld, wordt het restant van de prijsbijstelling tranche 2010 voor het jaar 2011 en verder alsnog uitgekeerd. Het gaat voor deze jaren om een totaal bedrag van € 7,8 mln, resp. € 7,7 mln. per jaar voor de korpsen, het KLPD en de Politieacademie. In onderstaande tabel is de verdeling hiertussen weergegeven.

Aanvullende prijsbijstelling

( * € 1.000) 2010 2011 2012 2013 2014

korpsen - 6.717 6.690 6.683 6.651

KLPD - 885 882 888 895

PA - 174 171 172 173

totaal - 7.776 7.743 7.743 7.719

Inlichtingen bij: Tim Veenings, 070-4268508

3.3.2 Pensioenpremie

Het werkgeversdeel van de premie voor het ouderdoms- en nabestaandenpensioen (OP/NP) is per 1 augustus 2010 gestegen van 14,185% naar 14,885%. Dit is het gevolg van de herstelpremie die het ABP-bestuur heeft uitgevaardigd in het kader van het herstelplan voor het ABP. De franchise is gelijk gebleven op het niveau van

€ 10.500.

Het effect van deze mutaties op het loongevoelig deel bedraagt + 0,40% op jaarbasis.

Voor 2010 bedraagt dit effect derhalve + 0,16%.

Het werkgeversdeel van het VUT-deel van de FPU premie is per 1 augustus 2010 gedaald van 1,60% naar 1,45%. Het effect van deze mutatie op het loongevoelig deel bedraagt -/- 0,15% op jaarbasis. Voor 2010 bedraagt dit effect derhalve -/- 0,07%.

(8)

De effecten van bovengenoemde maatregelen op de budgetten van de korpsen, het KLPD en de Politieacademie zijn in overeenstemming met de afspraken uit het onderhandelingsakkoord uit november 2009 en zullen tezamen met andere wijzigingen in de sociale premies voor het jaar 2011 worden verwerkt in de junicirculaire 2011.

Inlichtingen bij: Martin Marsman 070-426 8594

3.3.3 Loonbijstelling; verlaging VPL-bijdrage vanaf 2014

In de junicirculaire 2010 is in paragraaf 3.6.3 aangegeven dat een herberekening van de levensloopbijdrage heeft geleid tot een verlaging van deze post met € 4,6 mln.

vanaf 2014. Deze verlaging is per abuis niet doorgevoerd in de budgettaire kaders voor de regiokorpsen, het KLPD en de Politieacademie. Deze verlaging is nu in de budgettaire kaders van deze circulaire verwerkt.

Inlichtingen bij: George Henneken. 070-426 7579

(9)

4 Bijzondere bijdragen

4.1 Burgernet

In de junicirculaire 2010 (paragraaf 4.1) stelde ik voor de verdere landelijke uitrol van Burgernet in de regionale politiekorpsen in de periode tot en met 2011 een

stimuleringsbijdrage van in totaal € 4.026.000 beschikbaar. Deze bijdrage is in twee gelijke tranches aan het regionale politiekorps Utrecht, dat als beheerkorps voor Burgernet fungeert, beschikbaar gesteld en wordt op aanwijzing van de Raad van Toezicht Burgernet verdeeld onder de regionale politiekorpsen.

Daarnaast wordt in 2011 voorzien in de kosten van de programmastructuur van Burgernet, te weten € 1.690.000. Deze bijdrage stel ik via deze circulaire voor dat jaar beschikbaar.

Inlichtingen bij: Alfred Toornstra 070-426 7039

4.2 Prestatiebekostiging 2009

In hun brief van 13 juli 2010 (5660943/10) hebben de toenmalige Ministers van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en van Justitie u geïnformeerd over de resultaten die de regionale politiekorpsen hebben behaald op het terrein van de landelijke prioriteiten. Daarbij is ook aandacht besteed aan de voorlopige toekenning van prestatiebekostiging en de mogelijkheden om een beroep te doen op de

hardheidsclausule 2009 bij het niet realiseren van de prioriteiten verdachtenratio geweld en verdachten OM.

De meeste korpsen die, op basis van de informatie die destijds beschikbaar was, de prioriteit verdachtenratio geweld en/of verdachten OM niet hadden gerealiseerd hebben een beroep gedaan op deze hardheidsclausule. Een groot deel van deze korpsen heeft in dat beroep genoegzaam aangetoond, dat zij al het nodige hebben gedaan om de prioriteit(en) wel te behalen. Daarnaast heeft in veel gevallen de invoering van de Basisvoorziening Handhaving (BVH) tot een mogelijke daling van het aantal verdachten geleid.

In bijlage 5a heb ik aangegeven tot welke voorlopige vaststelling van de

prestatiebekostiging dit voor de prioriteiten verdachtenratio geweld en verdachten OM leidt. Ik heb de betreffende korpsen hierover schriftelijk geïnformeerd.

Ook hebben enkele korpsen aangegeven, dat er naar hun oordeel bij de prioriteit

“Kalsbeek OM” sprake was van omstandigheden die toekenning van prestatiebekostiging alsnog rechtvaardigden.

Voor de voorlopige vaststelling van de prestatiebekostiging op de prioriteit Kalsbeek OM heb ik nog nadere informatie gevraagd aan de betrokken korpsen. Na beoordeling van deze extra te ontvangen informatie zal ik overgaan tot voorlopige vaststelling van de prestatiebekostiging op deze prioriteit.

In bijlage 5b heb ik ten slotte de totale bedragen per prioriteit aangegeven die ik voorlopig heb vastgesteld als prestatiebekostiging.

(10)

Ik verwacht in het eerste kwartaal 2011 de prestatiebekostiging over het jaar 2009 definitief te kunnen vaststellen, rekening houdend met eventuele herverdelingen per prioriteit. Aansluitend zal ik zo spoedig mogelijk tot een eventuele verrekening overgaan.

Inlichtingen bij: Cas Schreuder 070-426 7164

4.3 PVOV-budget

Verwerking maatregelen junicirculaire 2010

In de junicirculaire 2010, bijlage 8, is een toetsings- en uitvoeringskader opgenomen dat van toepassing is op de middelen voor het Programma Versterking Opsporing en Vervolging (PVOV) en het Opleidingsbudget PVOV. In dit kader is onder meer aangegeven dat de extra personele lasten om medewerkers in de opsporing op ten minste HBO-niveau te brengen jaarlijks € 2,4 mln. lager uitvallen. Na overleg met de projectleider PVOV bij de VtsPN en de voorzitter van de Board Opsporing is daarom besloten het PVOV-budget met ingang van het jaar 2010 met dat bedrag te

verminderen. Tevens is in dit kader meegedeeld dat het opleidingsbudget PVOV eenmalig met € 6.898.000 wordt verlaagd, omdat het aantal recherchekundigen volgens de meest recente inzichten op de peildatum vooralsnog minimaal 200 lager uitkomt dan in de oorspronkelijke ramingen.

Deze informatie is ten onrechte niet verwerkt in de budgettaire kaders van de

junicirculaire 2010. Op 19 augustus heb ik de korpsen hierover per brief geïnformeerd (kenmerk: 2010-469144). Bij deze brief is nadere informatie gegeven over de

verrekening en is het financiële effect per korps weergegeven.

In het budgettaire kader van deze circulaire zijn de maatregelen uit de brief verwerkt.

Voor meer informatie verwijs ik u naar genoemde brief en de junicirculaire 2010. Voor de precieze verwerking van de inhoudingen in 2010 en 2011 in de budgettaire kaders verwijs ik naar bijlage 6 (aansluitingstabel).

Inlichtingen bij: Tim Veenings, 070-4268508 Landelijke deskundigheidsmakelaar

In de junicirculaire 2010, bijlage 8, heb ik aangegeven dat in de periode tot indaling van het PVO in het BVS, de jaarlijkse kosten van de Landelijke

deskundigheidsmakelaar (LDM) tot een maximum van € 560.000 worden gedekt. De periode tot indaling door de korpsen en de LDM dient te worden gebruikt om een structurele financiering te organiseren. Als opschortende voorwaarde geldt daarbij dat jaarlijks een onderbouwde en door de politieberaden goedgekeurde begroting aan het ministerie van Veiligheid en Justitie (voorheen: BZK) dient te worden gezonden.

Omdat pas op een laat tijdstip in 2010 de definitieve positionering van de LDM bij de Politieacademie bekend is geworden, wordt de bijdrage van € 560.000 voor het jaar 2010 toegekend onder voorwaarde dat alsnog een bedoelde begroting wordt ingediend. Deze bijdrage zal worden toegevoegd aan het financieel kader van de Politieacademie.

Inlichtingen bij: Alfred Toornstra, 070-4267039

(11)

4.4 Impuls instroom aspiranten in 2010

In de junicirculaire 2010 heb ik in bijlage 5 aangegeven wat de maximale vergoeding in 2010 per korps bedraagt voor de aspiranten die door de regiokorpsen en het Korps landelijke politiediensten worden aangemeld in 2010. Dit betreft de uitwerking van een afspraak uit het in september 2009 afgesloten Onderhandelingsakkoord over de financiële problematiek bij de korpsen.

Ten tijde van de junicirculaire waren in totaal 1.390 aspiranten voor 2010 bij de Politieacademie aangemeld. In paragraaf 2.4 van de junicirculaire 2010 heb ik aangegeven dat de definitieve toekenning van de bijdrage per korps maximaal het bedrag bedraagt zoals dat in bijlage 5 van de junicirculaire 2010 is aangegeven, verminderd met het aantal niet-aangemelde aspiranten, vermenigvuldigd met de hoogste bijdrage (€ 30.000 per aspirant). Verder heb ik aangegeven dat de publicatie van het aantal aspiranten dat voor vergoeding in aanmerking komt, zal plaatsvinden in de decembercirculaire 2010.

Op basis van de opgave van de Politieacademie zijn per ultimo november 2010 in totaal 1.257 aspiranten voor 2010 aangemeld. In bijlage 7 is aangegeven wat de vergoeding hiervoor per korps bedraagt. Deze vergoeding zal in de vorm van een nabetaling over 2010 worden betaald.

Voor de korpsen Utrecht, Zaanstreek-Waterland en Limburg-Noord geldt dat zij sinds de junicirculaire 2010 alsnog hun aantal aspiranten hebben gebracht op het niveau van de berekening van het Expertisecentrum Personeelsvoorziening (zie voetnoot 2 in bijlage 5 bij de junicirculaire 2010). Ik heb deze korpsen alsnog behandeld conform de afspraak dat korpsen die evenveel aspiranten opgeven als volgens de

berekeningen van het Expertisecentrum Personeelsvoorziening benodigd zijn, voor 10 aspiranten een vergoeding ontvangen van € 30.000 per aspirant (in plaats van

€ 15.000).

Inlichtingen bij: George Henneken, 070-426 7579

4.5 Joint Hit Team

Het korps Midden- en West-Brabant heeft als projectcoördinator van de Joint Hit Teams in Nederland in de periode 2008-2010 hiervoor een bijdrage ontvangen. In afwachting van de uitkomst van gesprekken over de verdere structurele inbedding van het Joint Hit Team heb ik besloten deze bijdrage nog één jaar te continueren.

Voor 2011 ontvangt het korps Midden- en West-Brabant daarom nog eenmalig

€ 167.305 (gelijk aan 1 FTE).

Inlichtingen bij: Gerald van Berghe, 070-4266366

4.6 Frontoffice/Backoffice

In het korps Hollands-Midden wordt geëxperimenteerd met een frontoffice-backoffice systeem, waarbij agenten op straat hun informatie kunnen doorbellen naar een backoffice. Hier wordt deze informatie verwerkt in de politiesystemen. Tevens kunnen agenten informatie terugkrijgen van de backoffice over de situatie waarin ze zich bevinden. Vele korpsen zijn geïnteresseerd in dit concept, dat de kwaliteit van informatie en het werk op straat verbetert en tevens de administratieve lasten voor de agent op straat vermindert (slechts een check en handtekening zijn nodig bij aankomst op het politiebureau). Voor de uitvoering van deze pilot heb ik een bijdrage van € 200.000 voor 2010 toegekend aan het regionale politiekorps Hollands-Midden.

Het budget is bedoeld om krachten in te huren voor de backoffice om de (uitgebreide)

(12)

pilot tot een goed einde te brengen, waarna mogelijk een landelijke uitrol van dit concept zal volgen.

Inlichtingen bij: Alexandra van Dijk, 070-4267787

4.7 Milieutaak politie

Vanuit het programma versterking strafrechtelijke milieuhandhaving wordt de samenwerking tussen de verschillende partners (politie, Functioneel Parket,

Bijzondere Opsporingsdiensten) bevorderd. Ook binnen de politieorganisatie moet de milieutaak verbeterd worden. Het programmaplan vult de acties nader in. De

landelijke programmamanager bij de politie komt uit het korps Brabant-Noord en wordt in 2010 en 2011 ingezet voor dit programma. Voor de uitvoering van dit programmaplan heb ik het regionale politiekorps Brabant-Noord voor de jaren 2010 en 2011 een bijdrage van € 250.000 per jaar toegekend.

Inlichtingen bij: Alexandra van Dijk, 070-4267787

(13)

5 Artikel 3 bijdragen

5.1 Artikel 3 bijdrage groeikorpsen HBVS

In de junicirculaire heeft de toenmalige minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties u in par. 2.1 bericht dat het besluit over het invoeren van het HBVS wordt overgelaten aan het nieuwe kabinet. Om de HBVS-groeikorpsen niet de dupe te laten zijn van het uitstel van besluitvorming heb ik besloten deze korpsen eenmalig te compenseren met het gemiste voordeel over 2011. Het totale

compensatiebedrag (€ 32,7 mln.) heb ik gevonden door het budget voor prestatiebekostiging 2011 met een gelijk bedrag te verlagen.

Voortschrijdend inzicht heeft aangetoond dat er hierbij enkele onwenselijke effecten optreden. De groeikorpsen Gelderland-Midden, Gooi en Vechtstreek, Zuid-Holland- Zuid en Brabant-Zuid-Oost worden voor een hoger bedrag gekort op de

prestatiebekostiging dan dat zij aan compensatiebedrag ontvangen. Daarom

ontvangen de genoemde korpsen een artikel 3 bijdrage om dit onwenselijke effect te neutraliseren (zie bijlage 3a bij deze circulaire).

5.2 Artikel 3 bijdrage Flevoland, Fryslân en Gelderland-Zuid

De laatste maanden heb ik, in het kader van preventief toezicht, met een aantal korpsen gesprekken gevoerd over de begroting en meerjarenraming van de korpsen.

Mede vanwege de zwakke vermogenspositie van drie van deze korpsen heb ik besloten een artikel 3 bijdrage uit te keren, op voorwaarde dat deze korpsen zich committeren aan een scenario dat moet leiden tot een meerjarig sluitende begroting.

In overleg met de korpsen Flevoland, Fryslân en Gelderland-Zuid is voor elk van deze korpsen een scenario opgesteld dat (op termijn) leidt tot een meerjarig sluitende begroting. Om de vermogenspositie te versterken, zodat de korpsen ook in de komende jaren in staat zijn financiële tegenvallers op te vangen, ontvangen deze korpsen een artikel 3 bijdrage van respectievelijk € 5,6 mln., € 8,7 mln. en € 4,4 mln.

De betrokken korpsen zijn hiervan reeds in brieven (respectieve kenmerken: 2010- 662629, 664903 en 645843) op de hoogte gesteld.

5.3 Artikel 3 bijdragen onderhandelingsakkoord

In het najaar van 2009 is een Onderhandelingsakkoord gesloten met het dagelijks bestuur van het KBB over de dekking van de financiële problematiek bij de

Nederlandse politie. Dit akkoord heeft onder meer geresulteerd in de toekenning van artikel 3-bijdragen aan de korpsen, die zijn verwerkt in de budgettaire kaders van de septembercirculaire 2009 (kenmerk: 2009-515175). In bijlage 4 bij die circulaire is de verdeling van de artikel 3-bijdragen vanaf het jaar 2014 voorlopig gebaseerd op de verdeling van de kolom ‘Totaalbudget 2013’. Dit vanwege het feit dat op dat moment nog geen budgetverdeling bekend was voor de jaren 2014 en verder.

Vanwege het feit dat de verdeling van de artikel 3-bijdrage voor dit onderwerp op basis van de budgetten 2014 over de jaren 2014 t/m 2016 gezien, nauwelijks afwijkt

(14)

van de verdeling op basis van de budgetten 2013, is besloten de oorspronkelijke verdeling te handhaven.

Inlichtingen bij: Hans Haije, 070-4266915

5.4 Artikel 4 bijdrage Fryslân

In de junicirculaire 2010 (paragraaf 5.2) is bericht dat het korps Fryslân vanaf 2010 mogelijk een artikel 4 bijdrage zou ontvangen. Een en ander is afhankelijk gesteld van de resultaten van een onderzoek door een extern bureau dat is uitgevoerd in opdracht van het Regionaal College van Fryslân.

Ik acht het in het huidige financieel-economisch klimaat niet opportuun de overige politiekorpsen te belasten met een inhouding ten behoeve van een artikel 4 bijdrage voor Fryslân. Derhalve heb ik, zoals aangegeven in paragraaf 5.2 besloten tot toekenning van een artikel 3 bijdrage aan korps Fryslân.

Inlichtingen bij: Alexander van den Berg, 070 426 7495

(15)

6 Budgettair kader KLPD

6.1 Aanpassen van tapapparatuur

De toenmalige minister van Justitie heeft besloten tot de invoer van

nummerherkenning. Daarmee kunnen geautomatiseerd gesprekken waarbij een advocaat is betrokken, uit de stroom van onderschepte gesprekken worden geweerd.

Zo wordt voorkomen dat tapverslagen van deze gesprekken in een rechtszaak naar voren komen. Hiertoe wordt de tapfaciliteit bij het KLPD uitgebreid met een

functionaliteit voor automatische nummerherkenning. Afgesproken is dat BZK en Justitie, nu het ministerie van Veiligheid en Justitie (en BZK), elk de helft van de kosten dekken. In de junicirculaire 2010 is met dit doel € 775.000,- vanuit BZK aan de algemene bijdrage toegevoegd. In deze circulaire wordt daar € 148.000,- vanuit BZK en € 923.000,- vanuit het ministerie van Justitie aan toegevoegd. Daarmee is aan de afgesproken bijdrage voor het aanpassen van de tapapparatuur voldaan.

Inlichtingen bij:Oskar Huurdeman. 070-426 6817

6.2 Aan de Dienst Logistiek gekoppelde budgetten

Bij de overdracht van de Dienst Logistiek aan de VtsPN is bij het KLPD een drietal budgetten achtergebleven die gekoppeld zijn aan de werkzaamheden van de Dienst Logistiek. Het gaat om het budget gerechtelijke wapens en munitie € 210.000,- en het budget transport SVO/DNA € 200.000,- die betrekking hebben op het vervoer van te onderzoeken materiaal naar het NFI en een budget voor secretariële ondersteuning die gekoppeld is aan de Dienst Logistiek € 76.000,-; samen € 486.000,-. Dit bedrag wordt met ingang van 2011 van de algemene bijdrage van het KLPD afgetrokken en toebedeeld aan de algemene bijdragen van het KLPD en de regionale politiekorpsen.

Bij het KLPD blijft € 58.320,- in de algemene bijdrage achter. Het bedrag dat naar de regionale korpsen gaat bedraagt € 427.680. De VtsPN zal vanaf 2011 de kosten waarvoor deze budgetten bedoeld waren doorberekenen aan het KLPD en de regionale politiekorpsen.

6.3 Inhouding politieblad Blauw

Ten behoeve van de bekostiging van het politieblad Blauw wordt voor de jaren 2010, 2011 en 2012 een bedrag van € 29.155,- ingehouden op de algemene bijdrage van het KLPD.

Inlichtingen bij: Ben Spijker, 070-4267370

6.4 HAVANK

Het is mogelijk gebleken om de bekostiging voor de exploitatie van HAVANK na 2010 naar beneden bij te stellen. Dit betekent een vermindering van de algemene bijdrage

(16)

van het KLPD die in deze circulaire is opgenomen. Voor de invoering van HAVANK vindt in 2010 nog een nabetaling plaats van € 1.335.000,- ten gunste van de algemene bijdrage van het KLPD.

6.5 Verlaging levensloopbijdrage vanaf 2014

De levensloopbijdrage wordt met ingang van 2014 met € 289.000,- verlaagd. Dit onderwerp is elders in deze circulaire nader toegelicht. Kortheidshalve wordt daarom verwezen naar paragraaf 3.3.2 van deze circulaire.

6.6 Restant prijsbijstelling 2010

De algemene bijdrage en de bijzondere bijdragen zijn bijgesteld voor het restant van de prijsbijstelling 2010. De volgende bijstellingen zijn verstrekt:

Totaal uit te keren loon- en prijsbijstelling (* € 1.000)

2010 2011 2012 2013 2014

Prijsbijstelling 0 885 882 888 895

Dit onderwerp is elders in deze circulaire nader toegelicht. Kortheidshalve wordt daarom verwezen naar paragraaf 3.3.1 van deze circulaire.

Inlichtingen bij: Tim Veenings, 070-426 8508

6.7 Rijksalarmcentrale (RAC)

Het beheer van de Rijksalarmcentrale (RAC) is ondergebracht bij het KLPD. Met ingang van 2010 ontvangt het KLPD jaarlijks een bedrag van € 1.271.000,- voor het beheer van de RAC. In 2010 zal dit bedrag als bijzondere bijdrage gegeven worden.

In 2011 wordt het opgenomen in de algemene bijdrage van het KLPD.

6.8 Verdrag van Prüm - vingerafdrukken

Voor de uitvoering van het verdrag van Prüm, deelproject vingerafdrukken wordt in 2010 een bedrag als bijzondere bijdrage ter beschikking gesteld van € 876.000,-. Dit deelproject richt zich op het scheppen van mogelijkheden om in internationaal verband vingerafdrukken te vergelijken.

(17)

6.9 Aanschaf mobiele camera’s

Voor de aanschaf van twee sets mobiele camera’s ontvangt het KLPD in 2010 een eenmalige, niet kostendekkende bijzondere bijdrage van € 196.024,-. De camera’s worden ingezet ten behoeve van de bewaking en beveiliging van personen en objecten.

6.10 Project Real Time Identification (RTI)

Doel van het project Real Time Identification (RTI) is mogelijkheden creëren om in het veld ter plekke individuen met een zeer sterke mate van zekerheid te identificeren.

Dit ten behoeve van de sturing in het opsporingsproces en eventueel voor de

bewijsvoering. Aan de kosten van dit project wordt in het kader van innovatie op het gebied van opsporing en handhaving en radicalisering en terrorisme een bijzondere bijdrage gegeven van maximaal € 431.500,- in 2010 en € 624.000,- in 2011.

6.11 XTC Liaisons

Voor de financiering van de XTC liaisons in de Verenigde Staten en in Australië wordt vanaf 2010 structureel een bedrag van € 453.780,- aan het financiële kader van het KLPD toegevoegd. In 2010 zal dit bedrag als bijzondere bijdrage gegeven worden. In 2011 wordt dit bedrag opgenomen in de algemene bijdrage. Toevoeging aan de algemene bijdrage betekent dat jaarlijks eventuele loon en prijsbijstellingen aan dit bedrag toegevoegd worden.

6.12 Impuls instroom aspiranten

Voor de instroom van aspiranten is voor 2010 een eenmalige bijzondere bijdrage overeengekomen, gebaseerd op een vast bedrag per aspirant. Afgesproken is dat aan het KLPD in 2010 een bedrag van € 1.830.000,- ter beschikking wordt gesteld voor de instroom van 112 aspiranten. In de decembercirculaire 2010 wordt op basis van de daadwerkelijk gerealiseerde aanmeldingen afgerekend. De gerealiseerde instroom van aspiranten in 2010 is 111. De vergoeding is daarom vastgesteld op € 1.800.000,-. Dit bedrag wordt in de vorm van een nabetaling over 2010 betaald.

6.13 Project Digitaal Rollen

Ten behoeve van het dit jaar gestarte Project Digitaal Rollen wordt in 2010 een bedrag van € 730.000,- als bijzondere bijdrage beschikbaar gesteld. Dit project richt zich op het implementeren van de techniek van het digitaal afnemen van

vingerafdrukken binnen HAVANK.

(18)

6.14 Financial Intelligence Unit Nederland

Ten behoeve van de bekostiging van de Financial Intelligence Unit Nederland (FIU- Nederland) worden de hiervoor beschikbare middelen met ingang van 2011 in deze circulaire bij elkaar gebracht in één bijzondere bijdrage FIU. Dit betekent dat

€ 1.127.000,- aan deze bijzondere bijdrage wordt toegevoegd ten koste van de algemene bijdrage van het KLPD. Verder wordt een bedrag van € 3.702.000,- vanuit het ministerie van Justitie, nu ministerie van Veiligheid en Justitie, aan deze

bijzondere bijdrage toegevoegd. De bijzondere bijdrage FIU krijgt daarmee een omvang van € 4.829.000,-.

6.15 Uitzendingen

Het KLPD bereidt de uitzendingen van politiefunctionarissen naar internationale crisisgebieden voor in opdracht van de ministeries van Buitenlandse Zaken en Veiligheid en Justitie. Tevens verzorgt het KLPD de praktische organisatie van de uitzendingen. In 2009 en 2010 is het aantal uitzendingen hoger uitgevallen dan in de voorgaande jaren. Voor 2009 levert dat een tekort van € 500.000,- op en voor 2010 is een tekort van € 1.100.000,- berekend. Voor de uitvoering van de vredesmissies en ondersteuning bij de uitreiking van de herinneringsmedailles wordt in deze circulaire aanvullend € 910.000, - aan het KLPD beschikbaar gesteld. Dit geld was

oorspronkelijke gebudgetteerd voor de uitvoering van de landenprogramma’s. Met deze extra bijdrage, plus de besteding van de onderuitputting van de

landenprogramma's van € 700.000 zoals die nog op de balans van het KLPD staat, worden de kosten van de extra uitzendingen in 2009 en 2010 gedekt.

6.16 Team High Tech Crime

In deze circulaire is de structurele financiering van het Team High Tech Crime vanaf 2011 nog niet opgenomen. Hierover zal in de junicirculaire 2011 bericht worden.

6.17 Beheerkosten 112

Voor de beheerkosten van de landelijke voorziening 112 in 2009 en 2010 ontvangt het KLPD een eenmalige bijzondere bijdrage van in totaal € 2.481.289,-.

(19)

7 Budgettair kader Politieacademie

7.1 Resterende prijsbijstelling

In de junicirculaire 2010 is voor 2011 en verder 1/3 van de prijsbijstelling uitgekeerd.

In de Miljoenennota 2011 heeft het kabinet besloten de resterende prijsbijstelling ook uit te keren. Een en ander is verwerkt in het budgettair kader. Voor meer informatie verwijs ik naar paragraaf 3.3.1 van deze circulaire.

Aanvullende prijsbijstelling

( * € 1.000) 2010 2011 2012 2013 2014

PA - 174 171 172 173

De levensloopbijdrage wordt met ingang van 2014 met € 37.000- verlaagd. Dit onderwerp is elders in deze circulaire nader toegelicht. Kortheidshalve wordt daarom verwezen naar paragraaf 3.3.2 van deze circulaire.

7.2 Productiviteitskorting

Naast de uitkering van de resterende prijsbijstelling is in de Miljoenennota 2011 tevens besloten tot aanvullende maatregelen. Het kabinet heeft onder andere besloten tot een generieke productiviteitskorting van 1,5%. Voor de Politieacademie komt dit neer op € 1,3 mln. structureel vanaf 2012. Een en ander is verwerkt in het budgettaire kader. Voor de goede orde benadruk ik dat deze productiviteitskorting het gevolg is van de Miljoenennota 2011. Eventuele gevolgen van het regeerakkoord zullen worden meegenomen in een volgende circulaire.

7.3 LECD

Met het instellingsbesluit van het LECD voor de periode 2010-2014 is formeel de aanpak van discriminatie toegevoegd aan het takenpakket van het LECD. Deze taken op het gebied van adviseren en ondersteunen; verzamelen en verspreiden van actuele informatie, kennis en relevante ervaringen en monitoren waren voorheen formeel bij het Landelijk Bureau Discriminatiezaken (LBA) belegd. Het LBA werd voor 50%

betaald door het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (nu Veiligheid en Justitie) en voor 50% uit de projectenpot van de Raad van Korpschefs.

De financiering van de discriminatietaken voor de periode 2010-2014 vindt plaats conform de financiering van de overige taken van het LECD. Dit houdt in dat 50% van de kosten wordt afgeroomd bij de korpsen en 50% rechtstreeks door het ministerie van Veiligheid en Justitie wordt bijgedragen. Het gaat om een totaalbedrag van maximaal € 84.212,- op jaarbasis. Dit bedrag is conform de rest van het budget van het LECD aangepast voor loon- en prijsbijstelling.

(20)

De rechtstreekse bijdrage, te weten € 42.106,- op jaarbasis, is verstrekt op grond van artikel 10 sub d van de Wet overige BZK-subsidies. De financiering voor de jaren 2011 tot en met 2014 zal jaarlijks worden vastgesteld.

Inlichtingen bij: Yvonne Jansen, 070-426 7040

7.4 Politieblad Blauw

In de junicirculaire 2010 heb ik bericht dat het budget voor politieblad Blauw voor de periode 2010-2012 € 1,05 mln. per jaar bedraagt. Hiervan wordt een bedrag van

€ 700.000 bijgedragen door het Ministerie van Veiligheid en Justitie. Voorheen betrof dit een bijdrage van € 350.000 door het ministerie van BZK en € 350.000 door het ministerie van Justitie.

Door de korpsen, het KLPD en de Politieacademie wordt gezamenlijk € 350.000 bijgedragen. Deze bijdragen worden afgeroomd van de rijksbijdrage. De

verdeelsleutel van deze afroming is gebaseerd op de totale bijdragen aan de korpsen en de PA en het gebruikelijke aandeel van het KLPD (8,33%). Deze verdeelsleutel is opgesteld door de VtsPN en goedgekeurd in het KBB van 22 september 2007.

Inlichtingen bij: Ben Spijker, 070-426 7370

7.5 Verdeelvraagstuk politieonderwijs 2011

Het opleidingsbudget voor 2011 is nog niet definitief vastgesteld, vanwege mogelijke gevolgen uit het Regeerakkoord op dit budget. De definitieve vaststelling zal worden bekrachtigd in de extra circulaire in het voorjaar 2011. Hierin zal dan ook het door de Politieonderwijsraad op 30 september 2010 opgestelde advies over het

verdeelvraagstuk politieonderwijs 2011 worden meegenomen.

Ten behoeve van de bedrijfsvoering van de korpsen en de Politieacademie wordt wel toestemming gegeven te starten met de organisatie en uitvoering van het onderwijs, zoals hierna omschreven.

Sterktebudget

Onder het sterktebudget worden de huidige aangemelde 697 opleidingsplaatsen gebracht, evenals de 176 opleidingsplaatsen voor vrijwillige politie en 298 opleidingsplaatsen voor executieve doorstromers. De resterende capaciteit blijft gereserveerd voor vertraagde aanmeldingen van opleidingsplaatsen voor uitbreiding van de sterkte, totdat meer duidelijkheid is over de gevolgen van het regeerakkoord.

Loopbaanbudget

Het loopbaanbudget wordt verdeeld conform het advies van de Politieonderwijsraad.

Zie voor deze verdeling het advies op de website www.politieonderwijsraad.nl. Ook wordt de Politieacademie gevraagd mogelijke alternatieve onderwijs- en

simulatietechnieken te inventariseren om de herhaalde overintekening voor de opleidingen ‘Het verhoren van jonge of verstandelijk beperkte getuigen’ en ‘Staf grootschalig en bijzonder optreden’ terug te dringen.

Inlichtingen bij: Ben Spijker, 070-426 7370

(21)

7.6 Strafheffing TOR 2010

De Politieacademie ontvangt alleen de compensatie voor de fiscale strafheffing van

€ 789,- per maand deelname. De tegemoetkoming van € 613,- per maand deelname, is in het verleden afgekocht.

Voor 2010 wordt, uitgaande van vijf maanden deelname, de compensatie van

€ 3.945,- bij de nabetaling over 2010 (medio december) betaald. De definitieve bijdrage voor 2009 is gelijk aan het toegekende voorschot, omdat er geen verschil is tussen de verwachte en de werkelijke deelname.

Inlichtingen bij: Reggy de Bruyn, 070-426 6340

7.7 Virtuele Veiligheidsarena

De Politieacademie heeft in samenwerking met het NIFV (Nederlands Instituut Fysieke Veiligheid), de NLDA (Nederlandse Defensie Academie), en LOKKMAR (Landelijke Opleidings- en Kenniscentrum van de Koninklijke Marechaussee) een

onderzoeksvoorstel ingediend bij de subarena 'opleiden en oefenen' van het onderzoeksprogramma 'Veilig door Innovatie' van de ministeries van Veiligheid en Justitie en van Defensie. Centrale doelstelling is het onderzoeken van de opzet en haalbaarheid van een virtuele veiligheidsacademie. Dit vormt een eerste stap in de richting van een multidisciplinaire virtuele omgeving die zowel informatie- en kennisuitwisseling als gezamenlijk opleiden en oefenen mogelijk maakt. Het onderzoeksvoorstel wordt gehonoreerd met een bijdrage van in totaal € 800.000,- voor 2010 en 2011 uit de pijler II middelen voor Veiligheid en Innovatie.

Inlichting bij: Adri Voermans, 070- 426 6463

7.8 Jeugdtaak in virtuele wereld

Voor de tweede fase van het project ‘Het organiseren van de politiële jeugdtaak in de virtuele wereld’ uit 2008 zal voor 2010 € 50.000 beschikbaar worden gesteld. De activiteiten, verwoord in het gelijknamige plan van aanpak, hebben betrekking op het duidelijk krijgen en vertalen van kansen en beperkingen voor de politie in de virtuele wereld binnen de reikwijdte van de politiële jeugdtaak:

1. Vergroten bewustwording vla Multi-level aanpak met ruimte voor maatwerk;

2. Werkinstructies- en processen Intake & Service;

3. Borgen in initieel en postinitieel onderwijs;

4. Zichtbaar en aanspreekbaar via digitaal jongerencontact;

5. Versterken informatiepositie door internetsurveillance.

Inlichting bij: Paul Holle, 070-426 8271

7.9 Landelijke deskundigheidsmakelaar

Met ingang van 2010 is de Landelijke Deskundigheids Makelaar (LDM) formeel

ondergebracht bij de Politieacademie. Voor de dekking van de jaarlijkse kosten van de LDM verwijs ik naar de tekst in de junicirculaire van 2010 en naar paragraaf 4.3 in deze circulaire. Voor het jaar 2010 wordt ten behoeve van de LDM een bedrag van

€ 560.000 ter beschikking gesteld onder voorwaarde dat een onderbouwde en door de politieberaden goedgekeurde begroting aan het ministerie van Veiligheid en Justitie wordt aangeleverd.

(22)

Inlichtingen bij: Alfred Toornstra, 070-4267039

7.10 Veranderingen in het politieonderwijs

In 2009 hebben de minister van BZK en de korpsbeheerders afgesproken om te komen tot een herziening van het onderwijssysteem. Het hierbij handhaven van de kwaliteit van het onderwijs is een randvoorwaarde. Samen met alle betrokkenen is naar maatregelen gezocht. Gevonden maatregelen zijn: meer gebruik van het reguliere onderwijs maken, op basis van eerdere vooropleidingen verkorten van de opleidingen, komen tot efficiënte leerwegen, aspiranten niet aanstellen met een salaris, maar laten studeren met beurs conform regulier onderwijs, aanpassen van de bekostigingssystematiek en bij (postinitiële) opleidingen meer flexibilisering en maatwerk.

Verbetering van de kwaliteit is een speerpunt. Op basis van een recent verschenen IOOV rapport zijn maatregelen om de kwaliteit van het politieonderwijs te borgen afgesproken; examinering van alle competenties, verplichte leeropdrachten en verhoging van de contacturen met docenten Ook wordt de kwaliteit geborgd door continue aandacht voor het verwerken van nieuwe inzichten in het politievak in het onderwijspakket

Op de volgende terreinen zijn al concrete resultaten geboekt.

1. In de packagedeal van maart dit jaar zijn de bonden akkoord gegaan met een (tijdelijke) verlaging van het salaris van aspiranten tijdens de opleidingskwartielen.

De komende aspiranten worden aangesteld op deze verlaging. Dit leidt de komende jaren tot een jaarlijkse besparing van 25% op de loonkosten van deze aspiranten (een deel van deze aspiranten kan versneld de 4 jarige opleiding doorlopen wat een extra besparing is t.o.v. de oude situatie, zie volgende resultaat). In de berekening van de besparing is ermee rekening gehouden dat slechts een deel van de aspiranten tot de categorie nieuwkomers behoort.

2. Vanaf 2011 wordt op de Politieacademie een verkorte opleiding tot

Politiemedewerker en Allround politiemedewerker aangeboden op basis van relevante vooropleiding en ervaring. Voor de korpsen scheelt dit circa € 30.000 euro per aspirant. Dit is ten opzichte van de oude situatie een besparing van 25% van de totale opleidingskosten van een aspirant op niveau 4 voor een korps. Deze besparing valt vrij in de begroting van de korpsen.

3. De voorbereidingen van de pilot beursstudenten zijn stopgezet. Besloten is om de pilot niet in het voorjaar van 2011 te starten. Het definitieve besluit over deze pilot wordt genomen in samenhang met de uitwerking van het regeerakkoord. In de volgende circulaire zult hierover worden geïnformeerd.

4. De leeropdrachten binnen het gehele politieonderwijs, dus ook het postinitiële onderwijs, zijn met ingang van 6 augustus 2010 verplicht gesteld. Dit gebeurde een week voor de start van het nieuwe onderwijsjaar, waardoor alle betrokkenen (studenten en docenten) tijdig op de hoogte konden worden gesteld.

5. Er wordt vanaf het nieuwe studiejaar door de Politieacademie gestuurd op het daadwerkelijk realiseren van de vastgelegde contacturen tussen docent en student.

6. Inmiddels heeft de Politieacademie een inventarisatie van de dekking van de te verwerven competenties in leer- en examenopdrachten uitgevoerd bij de opleidingen van de niveaus 2 t/m 4. Uit deze inventarisatie blijkt dat het merendeel van de te verwerven competenties voldoet aan de gehanteerde 75%-norm en ergens in het curriculum wel onderwezen en getoetst wordt. Momenteel vindt een vergelijkbare inventarisatie plaats bij de opleidingen van hogere politiekunde en in de komende weken zal een meer steekproefsgewijze inventarisatie plaatsvinden bij het postinitiële

(23)

onderwijs, waarna passende maatregelen worden genomen om de kwaliteit indien nodig te verhogen.

De volgende maatregelen worden onderzocht:

->Gebaseerd op de ervaring dat het overgrote deel van de studenten die in het Politieonderwijs instromen al een afgeronde opleiding in het mbo hebben, heeft de Politieacademie een opleiding Allround Politiemedewerker (niveau 4) met een studieduur van 3 jaar ontwikkeld voor bepaalde groepen. Een logische volgende stap is verkorting van de duur van de opleiding allround politiemedewerker.

Momenteel wordt gekeken of de opleiding politiemedewerker (niveau 3) van 3 naar 2,5 jaar kan worden verkort. Streven is om hierover voor de zomer 2011

duidelijkheid te hebben.

->Onderzocht wordt of het mogelijk is om meer van het regulier onderwijs gebruik te maken door de aansluiting tussen het reguliere onderwijs (v)mbo en het

politieonderwijs te verbeteren. Een landelijke brugopleiding HTV-Politie

(doorstroomprogramma) wordt ontwikkeld waardoor verkorting mogelijk wordt bij doorstroom naar het politieonderwijs (niveau 3 en 4); hierdoor kunnen andere doelgroepen voor het politievak actief worden benaderd.

->In de junicirculaire 2010 heeft de toenmalige minister van BZK u bericht over het onderzoek naar de bekostiging van het politieonderwijs. Dit onderzoek wordt door Capgemini uitgevoerd. Naar verwachting zal het onderzoek omstreeks maart 2011 worden afgerond. Over de resultaten van het onderzoek zal ik in een volgende circulaire nader berichten.

Inlichtingen bij: Max Korteweg, 070-426 9163

(24)

8 Overige onderwerpen

8.1 Bonnenquota

Met mijn brief van 4 november 2010, kenmerk 2010-0000727096, heb ik u dringend verzocht per direct te stoppen met bonnenquota op lokaal of regionaal niveau. Het uitschrijven van bonnen mag geen doel op zich zijn, voorop staat dat onveiligheid doortastend wordt aangepakt. Of dat door middel van een boete, een waarschuwing of anderszins plaats vindt bepaalt de agent vanuit zijn of haar vakmanschap.

Aantallen of quota maken Nederland niet veiliger, effectief optreden wel. De professional dient ruimte te hebben om vanuit zijn expertise en waarneming een bijdrage te leveren aan het daadwerkelijk vergroten van de veiligheid in Nederland.

De burger moet weten dat er bonnen worden geschreven die er toe doen. Vanuit die invalshoek blijft het schrijven van bonnen een onderdeel van politiewerk en kan het als zodanig onderwerp zijn van gesprek tussen medewerker en leidinggevende. Dit laat onverlet dat alle vormen van quoteren of normeren van bonnenquota binnen het korps per direct beëindigd dient te worden."

8.2 Gerechtskosten

Er worden voorbereidingen getroffen om het betalingsproces van taptolken over te dragen aan de politie en in het bijzonder aan de VtsPN. Daartoe zijn onder andere procesbeschrijvingen en technische specificaties van de declaratiemodule opgesteld.

Ook is aandacht besteed aan de financiële aspecten rond de overdracht. Hiermee is de voorbereiding vanuit het ministerie van Veiligheid en Justitie gereed. Naar aanleiding van een offertetraject voert een nieuw extern bureau (KPMG) het betalingsproces uit.

V&J gaat in samenspraak met de VtsPN na onder welke actuele condities overname van het betalingsproces kan plaatsvinden. Daarbij wordt rekening gehouden met de door de RKC recent ingezette lijn om te komen tot een centrale eenduidige inzet en inkoop van tolk- en vertaaldiensten binnen de Nederlandse politie.

Inlichtingen bij: Maarten Schermer Voest 070-426 8254

8.3 Wijziging BFRP

In paragraaf 2.1 van de junicirculaire 2010 (kenmerk: 2010-399096) is meegedeeld dat de jaarlijkse actualisatie van de omgevingskenmerken van het BVS voor het jaar 2011 eenmalig achterwege is gelaten. De hiermee samenhangende wijziging van het Besluit financiën regionale politiekorpsen wordt binnenkort in het Staatsblad

gepubliceerd.

Inlichtingen bij: Hans Haije, 070-426 6915

8.4 Rentecompensatie vermogensconversie

In de junicirculaire 2010 is in “§ 6.1 begrotingsaanschrijving” opgenomen op welke wijze de rentecompensatie in de begroting 2011 en de meerjarenraming 2012-2014 moet worden verwerkt. Na deze circulaire is nog een aanvullend bericht – d.d. 20-8- 2010, besproken in de vakgroep FEZ - verzonden over de hoogte van het te hanteren rentepercentage waarbij er vanuit is gegaan dat de conversie op 1 januari 2011 zou plaatsvinden. Inmiddels is duidelijk geworden dat de conversie pas op 1 december

(25)

2011 wordt uitgevoerd en dat de eerste aflossing op 15 december 2011 zal plaatsvinden.

Dit betekent dat de rentecompensatie pas na december 2011 zal plaatsvinden. De wijze van bekostiging is op dit moment nog niet vastgesteld. Ik zal u hierover zo spoedig mogelijk informeren.

Inlichtingen bij: Nico Reitsma, 070-426 6561

8.5 Samenvoeging Gooi en Vechtstreek met Flevoland

Onlangs is een wetsvoorstel ter behandeling bij de Tweede Kamer ingediend dat voorziet in de samenvoeging van de regio Gooi en Vechtstreek met de regio Flevoland per 1 januari 2011 (Kamerstukken II, 2009/10, 32 527).

Als twee politieregio’s samengaan, kunnen de budgetten van de afzonderlijke korpsen niet zonder meer bij elkaar worden opgeteld, maar is het gezamenlijke budget lager.

Om te voorkomen dat het nieuwe korps er in de bekostiging op achteruit zou gaan, heeft de toenmalige Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

toegezegd, dat de bekostiging van de huidige korpsen voor 6 jaar wordt gehandhaafd, als waren het twee afzonderlijke korpsen/entiteiten. Op deze manier blijft bovendien de compensatiebijdrage welke het korps Gooi en Vechtstreek ontvangt als daalkorps, ook voor de nieuwe politieregio gehandhaafd. Het korps Gooi en Vechtstreek ontvangt overgangscompensatie, inclusief de loon- en prijsbijstelling daarover, in verband met het feit dat dit korps in het huidige BVS minder budget ontvangt dan in het BVS dat tot 2007 gold. Het korps Flevoland ontvangt het budget waarop het volgens de BVS- regels recht heeft.

Na 6 jaar wordt het nieuwe korps voor de bekostiging als één korps beschouwd, daarna wordt het als ‘gewoon’ korps bekostigd. Het jaar 2011 wordt voor deze periode als uitgangspunt genomen.

Aanpassing van de relevante regelgeving in het Besluit financiën regionale politiekorpsen in verband met dit onderwerp is in voorbereiding. Door deze

aanpassing wordt de compensatie die Gooi en Vechtstreek als daalkorps ontvangt ook in de komende 6 jaren berekend, zoals dat tot nu toe het geval is.

Inlichtingen bij: Esther Sucec, 070-426 7027

8.6 Bundeling van de bestedingsvoorwaarden voor de bijzondere rijksbijdragen

De bestedingsvoorwaarden voor de bijzondere rijksbijdragen zijn opgenomen in verschillende circulaires en toekenningsbrieven. Voor een snellere toegankelijkheid van de informatie heb ik de bestedingsvoorwaarden gebundeld. De teksten met de geldende bestedingsvoorwaarden met vermelding van de vindplaats, zijn nu samengebracht. De bedoeling is dit in het nieuwe jaar te publiceren op Politiekennisnet. Op Politiekennisnet zullen ook toekomstige actualisaties en wijzigingen worden bijgehouden.

Eenmalig zal ik deze bundeling als “boekje” aan de hoofden FEZ van de politieregio’s toezenden gelijktijdig met de jaaropgaven van de in 2010 betaalde rijksbijdragen.

(26)

Toezending van beide documenten is voorzien na Kerstmis 2010, als de laatste betaling in het financiële informatiesysteem verwerkt is.

Inlichtingen bij: Anne de Neyn, 070-426 8760

8.7 Verwerking voorziening ambtsjubilea in de jaarrekening

In de junicirculaire 2010 bevat de begrotingsaanschrijving (paragraaf 3.8) de aanwijzing dat vooruitlopend op de definitieve wijziging van de verslaggevingsregels (RJ) de korpsen tot uiterlijk 2012 de tijd hebben gekregen een voorziening

ambtsjubilea te vormen. Hieruit volgt dat de dotatie voor de voorziening ten laste van het eigen vermogen kan worden gevormd.

Op basis van de bestendige gedragslijn is besloten de dotatie voor de voorziening ten laste van de personeelskosten in de exploitatierekening te vormen. De accountants van de regio’s zullen erop worden gewezen dat op dit punt wordt afgeweken van de thans geldende verslaggevingregels.

8.8 Maraps vanaf 2011

Vanaf 2010 leveren de politiekorpsen de 4-maands- en 8-maandsrapportages (maraps) aan bij het ministerie van VenJ. Een aantal korpsen levert hierbij ook een toelichting aan. De analyse van de maraps worden aanzienlijk vereenvoudigd door deze toelichtingen. Daarom verzoek ik alle korpsen bij de aangeleverde modellen voortaan een toelichting te sturen.

8.9 Rapportering operationele sterkte

In het regeerakkoord wordt uitsluitend nog gesproken over de operationele sterkte bij de korpsen. Dit heeft als gevolg dat in de jaarrekening over 2010 vanuit de korpsen de tot nu gebruikte sterktedefinitie (de som van executieve en administratief- technische sterkte) niet meer gehanteerd kan worden. Ik zal u op korte termijn informeren over de administratief technische consequenties voor de komende jaarrekening.

(27)

9 Inlichtingen

Voor inlichtingen kunt u zich wenden tot onderstaande personen.

Onderwerp Contactpersoon Telefoon

Algemene informatie bekostiging Marjolein van Meteren 070 426 6956 George Henneken 070 426 7579

Hans Haije 070 426 6915

Tim Veenings 070 426 8508

Algemene informatie toezicht Nico Reitsma 070 426 6561 Algemene informatie arbeidsvoorwaarden Martin Marsman 070 426 8594 Relatiebeheerders regio's Alexander van.den. Berg 070 426 7495 Jeanne Derks 070 426 8238 Fons van Gessel 070 426 7362

Ron Hanoeman 070 426 6140

Patrick van Hilst 070 426 7059 Cécile Huisman 070 426 9161

Leon Kee 070 426 9073

Paul Kok 070 426 9304

Harry Koster 070 426 9253

Miriam Kremer 070 426 8262 Moniek Leeftink 070 426 8451 Algemene informatie kader KLPD Oskar Huurdeman 070 426 6817 Algemene informatie kader Politieacademie Tim Veenings 070 426 8508

De Minister van Veiligheid en Justitie, voor deze,

de directeur Politie en Veiligheidsregio’s

A.F. Gaastra

Een ieder wiens belang bij dit besluit betrokken is, kan tegen deze beslissing binnen zes weken na de dag van verzending van het besluit bezwaar maken. Het maken van bezwaar gebeurt door het indienen van een bezwaarschrift bij de Minister van Veiligheid en Justitie (Bureau directoraat- generaal Veiligheid, Postbus 20011, 2500 EA Den Haag). Het bezwaarschrift moet op grond van artikel 6:5 van de Algemene wet bestuursrecht zijn ondertekend en bevat ten minste de naam en het adres van de indiener, de dagtekening, een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar is gericht en de gronden waarop het bezwaarschrift rust. Zo mogelijk wordt een kopie van het bestreden besluit bijgevoegd.