Wijzigingen ten opzichte van voorgaande verslagen worden schuingedrukt weergegeven.

(1)

Vierde openbaar verslag ex artikel 73a Faillissementswet in het faillissement van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid NEDAKON KUNSTSTOFFEN B.V., gevestigd te (3334 KD) Zwijndrecht aan de Houtkopersstraat 2

NB: Een digitaal exemplaar van dit verslag met als bijlage het financieel tussenverslag wordt op het Centraal Insolventieregister (http://insolventies.rechtspraak.nl) gepubliceerd. De inhoud is gelijk aan de papieren verslaglegging zoals gedeponeerd ter griffie van de Rechtbank, zij het dat aan de papieren verslaglegging nog diverse andere bijlagen zijn gevoegd.

Faillissementsnummer : F 10/13/1242 Datum faillissement : 17 december 2013

Curator : Mr. M.M.E. Bowmer

Veldhuijzen & Nuiten Advocaten Postbus 1080

3300 BB Dordrecht

tel: 078-6133966 fax: 078-6310938 Rechter-commissaris : Mr. A. Lablans

Eigen aangifte/ op verzoek : Eigen aangifte Activiteiten onderneming : Dakdekkersbedrijf Omzetgegevens : 2012: € 2.095.794

2013: € 1.041.448 Personeel gemiddeld aantal : 8

Verslagperiode : 12 juli 2014 tot en met 10 oktober 2014

Datum verslag : 15 oktober 2014

Bestede uren in verslagperiode : 20,10 uur

Bestede uren totaal : 138,30 uur (bijlage 1)

Bijlagen : 3

Wijzigingen ten opzichte van voorgaande verslagen worden schuingedrukt weergegeven.

1. INVENTARISATIE

1.1 Directie en organisatie:

Curanda is een dakdekkersbedrijf, dat al vanaf 1994 in de markt actief is. Sinds oktober 2012 is Frans Apperloo Beheer B.V. enig aandeelhouder en is haar directeur, F.C.M. Apperloo, tevens bestuurder van curanda. Tot 1 oktober 2012 had curanda drie

(2)

aandeelhouders. Naast Frans Apperloo Beheer namen tevens Lyberty Holding B.V. en Kaat Holding B.V. ieder voor een derde deel in het aandelenkapitaal. De natuurlijke personen achter Lyberty Holding en Kaat Holding, J. Busink en K. Marien zijn tevens tot respectievelijk 2009 en 2012 bestuurder geweest van curanda. Na de aandelenoverdracht aan Frans Apperloo Beheer B.V. zijn zij in loondienst getreden bij Nedakon en voerden zij feitelijk het dagelijks bestuur van curanda. De heer Apperloo heeft meerdere bedrijven en richt zich met name op projectontwikkeling. Hij was meestal één ochtend per week op kantoor en hield verder op afstand contact over financiële zaken.

1.2-3 Omzet, Winst/ Verlies en Vermogenspositie:

Omzet Winst/ verlies Eigen vermogen

2011 € 2.078.203 -/- € 9.810 € 1.536

2012 € 2.095.794 -/- € 33.996 -/- € 32.460

2013 (t/m nov) € 1.041.448 -/- € 306.671 --

De cijfers over 2011 en 2012 zijn ontleend aan de gedeponeerde jaarrekeningen van curanda. De cijfers over 2013 volgen uit de conceptcijfers overgelegd ten tijde van de faillissementsaanvraag en zijn derhalve niet door een accountant gecontroleerd.

1.4 Lopende procedures:

Ten tijde van het faillissement zijn er geen lopende gerechtelijke procedures.

1.5 Verzekeringen:

Curanda heeft de gebruikelijke bedrijfsverzekeringen en WA verzekeringen voor haar personeel afgesloten. Over het algemeen waren de premies bij, met uitzondering van de ziekteverzuimverzekering waar een kwartaal achterstand is opgelopen. De verzekeringen zijn per 1 januari 2014 geroyeerd.

1.6 Huur:

Curanda huurt haar bedrijfspand. De curator heeft de huurovereenkomst in december 2013 opgezegd.

Verslag 2: Het pand is inmiddels ontruimd en aan de verhuurder opgeleverd.

1.7 Oorzaak faillissement:

De oorzaken van het faillissement zijn volgens de bestuurder gelegen in het volgende.

(3)

Apperloo is bij curanda betrokken geraakt op verzoek van oud bestuurder Busink. In eerste instantie met name als investeerder. Curanda had niet genoeg leverancierskrediet om de inkoop van grote projecten vooruit te financieren. Apperloo, die meerdere vennootschappen bestiert, naar verluidt met succes, beschikte wel over de contacten en middelen om dit mogelijk te maken.

In verband met de wens van Busink om het na zijn pensioen rustiger aan te doen (hij is thans 67 jaar) en het feit dat Marien gezondheidsproblemen had, heeft Apperloo in 2012 alle aandelen overgenomen met de insteek om curanda door een moeilijke periode heen te slepen. In 2012 werd ook verlies geleden, maar in 2013 is de omzet, die tot dan redelijk stabiel was gebleven, gekelderd, waardoor het verlies catastrofaal opliep.

Apperloo financierde curanda indirect door vanuit een van zijn andere vennootschappen voor curanda in te kopen. Dit werd vervolgens doorbelast aan curanda en wanneer er ruimte was werden deze facturen voldaan. Frans Apperloo Beheer is inmiddels de grootste crediteur van curanda met een vordering van circa

€ 300.000.

In november 2013 is besloten tot het aanvragen van ontslagvergunningen voor vier van de 8 medewerkers; één kantoormedewerker en drie dakdekkers. Omdat deze procedure traag verliep en er tot week 10 van 2014 geen concrete opdrachten meer in portefeuille zaten van voldoende omvang om curanda draaiende te houden, is door Apperloo besloten tot de faillissementsaanvraag. Hij zag verdere financiering van de onderneming niet meer zitten.

Verslag 2: De curator heeft geconstateerd dat er in 2013 bij curanda sprake was van een aanzienlijk lagere omzet dan in 2012 en dat curanda ook reeds voor het faillissement in zicht kwam over 2013 aanzienlijke verliezen heeft gelden. Curanda’s voortbestaan was afhankelijk van de financiering vanuit Frans Apperloo Beheer B.V.

en voorts is duidelijk dat er sprake was van verliesfinanciering.

Volgens een van de personeelsleden lagen er offertes waarmee curanda mogelijk op termijn voldoende werk zou hebben gegenereerd. Het is echter niet de taak van de curator om in de stoel van de bestuurder te zitten en te bepalen wanneer de bestuurder wel of niet tot verdere financiering dient over te gaan van lopende verliezen, ook al lagen er wellicht op termijn nieuwe opdrachten in het verschiet. Op het moment van faillissement was curanda zonder verdere financiering niet in staat om aan haar lopende verplichtingen te voldoen.

Verslag 3: De curator heeft geen andere oorzaken van het faillissement geconstateerd dan hierboven aangegeven.

Werkzaamheden: 0,00 uur.

(4)

2. PERSONEEL

2.1 Aantal ten tijde van faillissement:

8.

2.2. Aantal in jaar voor faillissement:

8.

2.3 Datum ontslagaanzegging:

De rechter-commissaris heeft machtiging verleend om het voltallig personeel ontslag aan te zeggen. Dit is geschied op 18 december 2013.

2.4 Afwikkeling loonaanspraken:

Het personeel heeft een loonachterstand over periode 12 van 2013 (vier weken loon).

Verslag 2: Het UWV heeft inmiddels onder de loongarantieregeling uitkeringen aan het personeel verstrekt. De boedelvordering van het UWV is dientengevolge fors te noemen.

3. ACTIVA

Onroerende zaken 3.1. Beschrijving:

Blijkens het kadaster heeft curanda geen registergoederen op naam staan.

3.2 Verkoopopbrengst:

3.3 Hoogte hypotheek:

3.4 Boedelbijdrage:

Niet van toepassing.

Bedrijfsmiddelen 3.5 Beschrijving:

Curanda beschikt over een volledig inventaris, twee bedrijfsbussen en twee personenauto’s. Deze goederen zijn eigendom en niet bezwaard met enig zekerheidsrecht.

Verslag 2: De voertuigen zijn onderhands verkocht middels gesloten biedingen. Dit heeft de boedel een opbrengst van € 32.210 opgeleverd.

(5)

De curator heeft de inventaris en voorraden geveild. Blijkens mondelinge mededeling van het veilinghuis bedraagt de opbrengst van de eind maart afgeronde veiling

€ 14.898 (voor aftrek veilingkosten). De eindafrekening zal opgemaakt worden na uitlevering van alle zaken.

Verslag 3: De definitieve veilingopbrengst bedraagt na aftrek van veilingkosten

€ 14.919,51. Dit bedrag is inmiddels door het veilinghuis afgedragen.

3.7 Boedelbijdrage:

3.8 Bodemvoorrecht fiscus:

Verslag 3:Inmiddels is er een aanzienlijke ambtshalve naheffingsvordering

omzetbelasting (ex artikel 29 lid 2 OB) door de fiscus opgelegd. Indien er voldoende middelen voorhanden blijken om de boedelschulden te voldoen, zal te zijner tijd voor zover mogelijk hiertegen bezwaar worden gemaakt..

Voorraden 3.9 Beschrijving:

Curanda beschikt over een voorraad isolatiemateriaal en andere gebruikelijke klein voorraad voor een dakdekkersbedrijf. Inkoop werd echter voornamelijk rechtstreeks bij het betreffende project afgeleverd, zodat van een commercieel waardevol voorraad niet gesproken kan worden.

Zie 3.6.

3.11 Boedelbijdrage:

Onderhanden werk 3.12 Beschrijving:

Curanda was ten tijde van het faillissement nog bij drie opdrachten werkzaam. Een opdracht is daags na faillissement afgerond. Door een ongelukkige samenloop van de bouwvakantie en het uit de bedrijfsverzekeringen lopen van het personeel (deze liep per 1 januari af), kon het personeel echter niet verantwoord verder werken aan de laatste twee projecten. De opdrachtgevers hebben andere onderaannemers de opdrachten laten afwikkelen.

(6)

Er zijn twee of drie werken in portefeuille, die in februari/ maart zouden aanvangen, die mogelijk interessant zijn voor derde partijen. De curator beziet of er nog mogelijkheden zijn om deze over te dragen.

Verslag 2: Alhoewel er enige interesse uit de markt is getoond, was de omvang van de portefeuille te klein om serieuze kandidaten te trekken.

Van over te dragen lopende werken is geen sprake. De curator is doende te bezien of de orderportefeuille nog verzilverd kan worden.

Verslag 2: Het onderhanden werk bleek niet te verzilveren.

Overig

3.14 Curanda had per datum faillissement een positief banksaldo van € 27.376,26. Tevens is er een G-rekening met een saldo van € 9.139,63.

Verslag 2: De Rabobank heeft in totaal € 34.323,56 overgemaakt. Dit bedrag is iets hoger geworden door een storting van de belastingdienst daags na faillissement.

Het saldo van de G-rekening is overgemaakt aan de belastingdienst en verrekend met de aanslag loonheffingen voor november/ december 2013.

3.15 Tevens is een bescheiden kassaldo aangetroffen in een lade van € 22,45.

3.16 Na datum faillissement zijn er cursuskosten en een fiscale teruggave aan curanda overgemaakt. Deze bedragen van respectievelijk € 940,-- en € 1.994,-- zijn inmiddels in de boedel gevloeid.

3.17 De curator is na beoordeling van de administratie van mening dat bepaalde

vergoedingen aan een werknemer feitelijk als privéverstrekking aan te merken zijn. De curator heeft deze verstrekkingen teruggevorderd en heeft thans een regeling met de betrokken partij getroffen. Een bedrag ad € 5.000 wordt in termijnen aan de boedel gerestitueerd.

Verslag 4: De regeling is inmiddels voltooid tegen finale kwijting van de werknemer.

3.18 De boedel heeft een uitkering uit een faillissement van een oud debiteur van curanda ontvangen van wel € 0,11.

(7)

4. DEBITEUREN

4.1 Omvang debiteuren:

Volgens opgave van de bestuurder heeft de debiteurenportefeuille een omvang van

€ 71.767,78.

4.2 Opbrengst:

Verslag 3: Tot nu toe is € 2.958,75 aan debiteuren geïnd. Een bedrag van circa € 30.000 is naar het oordeel van de curator niet inbaar in verband met het niet afronden van werkzaamheden. Voor de grootste debiteuren heeft de curator inmiddels een machtiging verkregen om te dagvaarden, nu de curator geen steekhoudende verweren zijn gebleken voor het uitblijven van betaling. Er worden nu twee procedures gevoerd tegen debiteuren.

Verslag 4: In één van de incassoprocedures hebben zich procedurele ontwikkelingen voorgedaan die voor de boedel tot onvoorziene kosten hebben geleid. De advocaat van de debiteur, Aannemersbedrijf Batenburg, heeft allereerst de rechter-commissaris verzocht om de curator ex artikel 69 Fw te bevelen om de procedure in te trekken.

Vervolgens is tegen de negatieve beslissing van de rechter-commissaris hoger beroep aangetekend bij de rechtbank, dat pas daags voor de mondelinge behandeling is ingetrokken. Vervolgens heeft dezelfde advocaat in een (eenvoudige) incassoprocedure een conclusie van antwoord van meer dan 20 pagina’s genomen. De curator kan de basis van het verweer - zolang er een garantie geldt en eventueel schade kan ontstaan aan de uitgevoerde werken, hoeft er niet betaald te worden - niet onderschrijven. Dat zou immers betekenen dat vrijwel nooit in geval van faillissement enige

betalingsverplichting van een debiteur zou gelden. Bovendien had de debiteur de keuze om een in de branche gebruikelijke verzekerde ‘all-in’ garantie op de door curanda uitgevoerde projecten te nemen, waarop het faillissement niet van invloed zou zijn geweest omdat een erkende landelijke verzekeraar dan het volledige risico dekt.

Van belang is tevens dat er wél via de leverancier een verzekerde productgarantie is afgegeven waarop de debiteur nog steeds een beroep kan doen bij productfouten, zodat de debiteur nog immer niet van iedere garantie verstoken is.

In de tweede incassoprocedure is de boedel in afwachting van de conclusie van antwoord.

De curator heeft gekozen voor het dagvaarden van twee grotere debiteuren om de grootste geschilpunten uit te procederen. De curator hoopt vervolgens met de

(8)

verkregen uitspraken in de hand andere debiteuren er van te overtuigen dat zij tot betaling moeten overgaan zonder dat verdere procedures noodzakelijk zijn.

4.3 Boedelbijdrage:

5. BANK/ ZEKERHEDEN

5.1 Vordering van banken:

Geen.

5.2 Leasecontracten:

Curanda leaste twee bedrijfsbusjes en een personenwagen. Deze zijn inmiddels aan de leasemaatschappij geretourneerd.

5.3 Beschrijving zekerheden:

5.4 Boedelbijdragen:

5.5 Eigendomsvoorbehoud:

Een aantal leveranciers heeft een beroep gedaan op een eigendomsvoorbehoud. Tot op heden zonder succes omdat de aangekochte goederen reeds verwerkt bleken.

5.6 Reclamerechten:

Vooralsnog geen.

5.7 Retentierechten:

Vooralsnog geen.

(9)

6. DOORSTART/ VOORTZETTEN

Voortzetten

6.1 Exploitatie/zekerheden:

De curator achtte het niet verantwoordelijk om de onderneming na de bouwvakantie voort te zetten vanwege het risicovolle werk, het eindigen van de nodige

verzekeringen per 1 januari 2014, de kosten van inkoop en het weigeren van betalingsgaranties door de opdrachtgever wanneer het werk afgemaakt werd.

Er is de dag na faillissement wel doorgewerkt om een project af te wikkelen.

6.2 Financiële verslaglegging:

Het voor zover mogelijk afronden van werkzaamheden van één project heeft € 745,20 voor de boedel opgeleverd.

Doorstart 6.3 Beschrijving:

Een volledige doorstart lijkt niet aan de orde. De curator heeft bij bekende relaties gepolst of hierin interesse was, maar andere bedrijven hebben het zelf zodanig zwaar dat overname een stap te ver is gebleken. Wel was er interesse in delen van de boedel, maar dit strekte niet verder dan het voor een bodemprijs overnemen van materiaal en voorraden.

6.4 Verantwoording:

6.5 Opbrengst:

6.6 Boedelbijdrage:

7. RECHTMATIGHEID

7.1 Boekhoudplicht:

Curanda heeft op kantoor een vaste kracht voor de boekhouding. De verdere administratie werd verzorgd door een externe accountant. De boekhouding maakt een nette indruk. De G-rekening van curanda is na onderzoek door de fiscus in 2013 gedeblokkeerd, hetgeen indiceert dat de boekhouding goed op orde is.

Verslag 3: De boekhouding van curanda is goed op orde en volledig inzichtelijk,

(10)

Verslag 4: De curator heeft daags na het faillissement R&P Finance ingeschakeld om de administratie veilig te stellen. De nota van R&P Finance pas is in het vierde verslagperiode aangeboden en voldaan.

7.2 Depot jaarrekeningen:

De jaarrekening van 2010 is gedeponeerd op 16 augustus 2011.

De jaarrekening van 2011 is gedeponeerd op 17 augustus 2012.

De jaarrekening van 2012 is gedeponeerd op 26 november 2013.

De curator constateert dat de laatste drie jaarrekeningen allen tijdig zijn gedeponeerd.

7.3 Goedkeurende verklaring accountant:

De accountant heeft een samenstellingsverklaring voor de jaarrekeningen opgesteld.

7.4 Stortingsverplichting aandelen:

De vennootschap is in 1994 opgericht. Enige vordering tot volstorting van de aandelen is inmiddels verjaard.

7.5 Onbehoorlijk bestuur:

Verslag 3: De curator heeft onderzoek gedaan naar mogelijke

bestuurdersaansprakelijkheid, mede naar aanleiding van specifieke aantijgingen van een werknemer aan het adres van het (oud) bestuur. De curator heeft geconcludeerd dat er op basis van de thans bekende gegevens geen aanwijzingen zijn voor

bestuurdersaansprakelijkheid. Het verlies wordt grotendeels gedragen door de huidige bestuurder-aandeelhouder en van onttrekkingen is niet gebleken.

7.6 Paulianeus handelen:

De curator heeft geen aanwijzingen gevonden voor paulianeuze transacties voorafgaand aan het faillissement.

8. CREDITEUREN

8.1 Boedelvorderingen:

salaris curator p.m.

UWV € 68.298,73

Huur ex art. 39 Fw € 10.307,16

8.2 Preferente vordering fiscus: € 88.606,37 8.3 Preferente vordering UWV: € 25.588,79

(11)

8.4 Andere preferente crediteuren: € 613,67 (accijns)

8.5 Banken: nihil

8.6 Aantal concurrente crediteuren: 24

8.7 Bedrag concurrente crediteuren: € 413.833,44

Volgens opgave van de bestuurder zou de totale schuldenlast circa € 400.000 bedragen.

8.8 Bedrag betwiste concurrente vorderingen: vooralsnog geen.

8.9 Verwachte wijze van afwikkeling:

Veerslag 2: De hoogte van de boedelvorderingen (met name de hoge vordering van het UWV) is zodanig dat het niet waarschijnlijk is dat er een uitkering aan de concurrente crediteuren zal volgen.

9. PROCEDURES

De curator voert momenteel een tweetal procedures bij de kantonrechter ten einde debiteurenvorderingen te innen. De curator verwijst naar punt 4.2 voor de

ontwikkelingen in beide procedures.

10. OVERIG

10.1 Termijn afwikkeling faillissement:

Het faillissement zal naar alle waarschijnlijkheid langer dan een jaar lopen in verband met de afwikkeling van de incassoprocedures.

Plan van aanpak:

- Inning debiteuren, voeren incassoprocedures;

- Afwikkeling faillissement.

10.2 Indiening volgend verslag:

Naar verwachting zal het volgend openbaar verslag over 6 maanden worden gepubliceerd.

10.3 Boedelactief:

Voor een overzicht van de boedelinkomsten en – uitgaven over deze verslagperiode wordt verwezen naar bijgaand tussentijds financieel verslag (bijlage 2)

(12)

Saldo faillissementsrekening: € 57.541,22 (bijlage 3).

Werkzaamheden: 3,20 uur

Aan dit globale verslag kunnen geen rechten worden ontleend. Dit verslag is niet bedoeld om rechten of verplichtingen van partijen of waarden van boedelbestanddelen vast te stellen of te doen vaststellen. Dit verslag is een weerslag van bevindingen van curator, gebaseerd op onder meer gesprekken die zijn gevoerd met de bestuurders van de gefailleerde vennootschap en eventueel crediteuren, aandeelhouders en adviseurs.

Dit verslag is afgesloten op 10 oktober 2014.

Inlichtingen kunnen worden verkregen bij de curator mr. M.M.E. Bowmer.

Dordrecht, 15 oktober 2014,

M.M.E. Bowmer, curator.

Veldhuijzen & Nuiten Advocaten B.V.

Burg. De Raadtsingel 89, 3311 JG DORDRECHT Postbus 1080. 3300 BB DORDRECHT

Tel. +31 78 6133966 Fax. +31 78 6310938 e-mail: mail@veldlaw.nl website: www.veldlaw.nl