• No results found

Monitor Arbeidsvoorwaarden Promovendi 2016

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Monitor Arbeidsvoorwaarden Promovendi 2016"

Copied!
12
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Monitor Arbeidsvoorwaarden Promovendi 2016

Promovendi Netwerk Nederland (PNN) www.hetpnn.nl

September 2017

Auteur:

Jeff Smit (jeff.smit@hetpnn.nl)

Met medewerking van:

Marieke van der Hoek Jonas Teuwen

(2)

1. Introductie

Promovendi spelen een belangrijke rol binnen de universiteit. Ze doen hoogstaand wetenschappelijk onderzoek, geven (in veel gevallen) onderwijs, en helpen mee aan de valorisatie van onderzoeksresultaten. Het Nederlandse promotiestelsel wordt door de KNAW dan ook geroemd om diens hoge kwaliteit.12

Tegelijkertijd staat ditzelfde promotiestelsel onder druk. Er moet meer in minder tijd, tegen slechtere arbeidsvoorwaarden dan in het verleden. Dit bewijst bijvoorbeeld de introductie van de promotiestudent; een aanstellingsvorm waarbij promovendi niet langer werknemers zijn en daardoor geen recht meer hebben op zaken als pensioenpremies, vakantiegeld en zich daardoor geconfronteerd zien met een vermindering van de sociale zekerheid.

Het Promovendi Netwerk Nederland (PNN) heeft in het afgelopen jaar in toenemende mate verontrustende berichten ontvangen vanuit promovendi en lid organisaties over arbeidsvoorwaarden. Contracten worden korter en parttime werken wordt verplicht gesteld.

Daarnaast wordt er in toenemende mate een beroep gedaan op promovendi om in hun eigen tijd aan hun onderzoek te werken, zowel tijdens als na afloop van de aanstelling; wanneer het proefschrift nog (lang) niet is afgerond.

Het PNN voert daarom sinds 2015 elk jaar, onderzoek uit met als doel om meer inzicht te verkrijgen in de contractvorm die promovendi wordt aangeboden en de arbeidsvoorwaarden waaronder promovendi hun onderzoek verrichten. In deze rapportage worden de resultaten over het jaar 2016 gepresenteerd en afgezet tegen het jaar daaraan voorafgaand.

1 Promoveren Werkt: Verkenning van de toekomstbestendigheid van het Nederlandse promotiestelsel, KNAW, 24 maart 2016

(3)

2. Methoden

Voor de uitvoering van dit onderzoek werd gebruik gemaakt van vacatures gepubliceerd op de website van AcademicTransfer (www.academictransfer.com). AcademicTransfer is een grote databank met vacatures gericht op academische functies aan non-profit onderzoeksinstituten, universiteiten en universitaire medische centra in Nederland. In het huidige onderzoek werden uitsluitend vacatures geïncludeerd die 1. zijn gepubliceerd in de periode van 1 januari 2016 t/m 31 december 2016 en 2. betrekking hebben op een aanstelling als promovendus.

Vacatures die gericht zijn een op aanstelling als promovendus in het buitenland werden geëxcludeerd.

De volgende gegevens werden door twee onderzoekers gecodeerd in een database ingevoerd:

1. Contractduur: de duur van het contract dat aan de promovendus wordt aangeboden, uitgedrukt in jaar. Bij afwezigheid van informatie omtrent de contractduur, werd dit gecodeerd als “geen informatie beschikbaar in vacature”.

2. FTE: het totale aantal FTE dat aan de promovendus wordt aangeboden. In de medische sector staat 1 FTE in het algemeen gelijk aan 36 uur, waar 1 FTE in de niet-medische sectoren gelijk staat aan 38 of 40 uur. Bij afwezigheid van informatie omtrent het aantal FTE, werd dit gecodeerd als “geen informatie beschikbaar in vacature”. Indien in een vacature zowel een fulltime aanstelling wordt aangeboden als een parttime aanstelling met verlenging van de aanstellingsperiode, werd de vacature gecodeerd als een fulltime aanstelling (zonder verlenging).

3. Onderwijs FTE: het aantal FTE dat de promovendus geacht wordt te besteden aan het voorbereiden en geven van onderwijs. 1 FTE betekent dat de promovendus geacht wordt uitsluitend onderwijs te geven, waar 0 FTE betekent dat de promovendus geen onderwijstaken op zich dient te nemen. Bij afwezigheid van informatie omtrent het aantal onderwijs FTE, werd dit gecodeerd als “geen informatie beschikbaar in vacature”.

De gegevens werden in eerste instantie apart (contractduur, totaal FTE en onderwijs FTE) en vervolgens in combinatie (FTE uitsluitend voor onderzoek vs. contractduur en totaal FTE vs.

contractduur) geanalyseerd. Reden hiertoe is dat vaak niet de losstaande factoren, maar de

(4)

combinaties hiervan relevant zijn voor het tijdig en succesvol afronden van het promotietraject. Zo zal een promovendus met een parttime aanstelling, relatief veel onderwijs FTE en een contractduur van vier jaar in het algemeen een grotere belasting ervaren dan een promovendus met eenzelfde contractduur, maar een fulltime aanstelling zonder onderwijs FTE.

De resultaten van het huidige onderzoek werden tevens vergeleken met de resultaten van het vorig jaar verrichte onderzoek naar arbeidsvoorwaarden van promovendi. In dat onderzoek werden alle vacatures onderzocht die op de website van AcademicTransfer zijn gepubliceerd in de periode van 1 januari 2015 t/m 31 december 2015. Dit maakt het mogelijk te onderzoeken of de aanbevelingen die vorig jaar door het PNN zijn gedaan, hebben geleid tot een verandering in de arbeidsvoorwaarden van promovendi in 2016.

(5)

3. Resultaten

Contractduur

In totaal zijn 1481 vacatures uit het jaar 2016 geanalyseerd tegenover 1451 vacatures uit 2015. In Tabel 1 is de contractduur in jaar weergegeven zoals deze aan promovendi werd aangeboden. De getallen van zowel 2015 als 2016 zijn in deze tabel opgenomen.

Tabel 1: Aantal jaar contract

Contractduur in jaar 2015 (n = 1451) 2016 (n = 1481)

≤ 2 6 (0,4%) 31 (2,1%)

3 103 (7,1%) 129 (8,7%)

4 1214 (83,7%) 1232 (83,2%)

5 16 (1,1%) 13 (0,9%)

> 5 4 (0,3%) 1 (0,1%)

Geen informatie beschikbaar in vacature

108 (7,4%) 75 (5,1%)

Getallen zijn weergegeven als n (%).

In de grote meerderheid van de vacatures uit 2016 wordt een contract van vier jaar aangeboden (83,2%), wat vrijwel onveranderd is ten opzichte van het jaar ervoor (83,7%).

Verder is de stijging in de contracten met een duur van drie jaar of minder opvallend (7,5% in 2015 vs. 10,8% in 2016). De contracten met een duur van twee jaar of minder blijken in 2016 grotendeels te bestaan uit programma’s waarbij promoveren niet het hoofdzakelijke doel is (PDEng), echter dit is niet het geval voor de contracten die worden aangeboden voor een duur van drie jaar (8,7% van de vacatures uit 2016). Verder is in 2016 nog steeds in een substantieel deel van de vacatures geen informatie beschikbaar over de contractduur (5,1%).

FTE totaal

In tabel 2 is het totale aantal FTE weergegeven dat aan promovendi wordt aangeboden.

Opnieuw zijn zowel de getallen van 2015 als 2016 in de tabel opgenomen.

(6)

Tabel 2: Aantal FTE zoals vermeld in de vacature

Aantal FTE 2015 (n = 1451) 2016 (n = 1481)

≤ 0,40 2 (0,1%) 0 (0%)

0,50 2 (0,1%) 1 (0,1%)

0,60 4 (0,3%) 3 (0,2%)

0,70 1 (0,1%) 0 (0%)

0,80 27 (1,9%) 25 (1,7%)

0,90 10 (0,7%) 35 (2,4%)

1,00 1379 (95,0%) 1409 (95,1%)

Geen informatie beschikbaar in vacature

26 (1,8%) 8 (0,5%)

Getallen zijn weergegeven als n (%).

Het aantal promovendi dat een fulltime contract krijgt aangeboden in 2016, is nagenoeg gelijk aan het aantal in 2015 (95,1% in 2016 vs. 95,0% in 2015). Nog steeds een substantieel deel van de promovendi krijgt in 2016 een parttime contract aangeboden (4,4% in 2016 vs. 3,2%

in 2015).

In de hierop volgende resultaten worden contractduur, totaal aantal FTE en FTE voor onderwijs met elkaar gecombineerd. Op deze manier wordt inzichtelijk gemaakt hoeveel tijd promovendi daadwerkelijk volgens de vacature krijgen om aan hun onderzoek te besteden.

FTE gerelateerd aan onderwijs en onderzoekstijd

Een belangrijke taak van een promovendus bestaat uit het voorbereiden en geven van onderwijs. Alhoewel dit van belang kan zijn voor de persoonlijke ontwikkeling van de promovendus, kan dit ervoor zorgen dat minder tijd overblijft voor het uitvoeren van onderzoek. In tabel 3 is het aantal FTE voor onderwijs weergegeven zoals in de vacatures is vermeld voor 2015 en 2016.

(7)

Tabel 3: Aantal FTE voor onderwijs

Aantal FTE voor onderwijs 2015 (n = 1451) 2016 (n = 1481)

0,00 5 (0,3%) 0 (0%)

0,10 76 (5,2%) 99 (6,7%)

0,15 13 (0,9%) 14 (0,9%)

0,20 15 (1,0%) 27 (1,8%)

0,25 3 (0,2%) 5 (0,3%)

0,30 1 (0,1%) 3 (0,2%)

0,35 1 (0,1%) 1 (0,1%)

0,40 4 (0,3%) 1 (0,1%)

0,50 1 (0,1%) 3 (0,2%)

0,60 0 (0%) 1 (0,1%)

Geen informatie beschikbaar in vacature

1332 (91,8%) 1327 (89,6%)

Getallen zijn weergegeven als n (%).

Zeer opvallend is het grote aantal vacatures waarin geen informatie beschikbaar is omtrent het aantal FTE voor onderwijs (89,6% in 2016). Ten opzichte van 2015 is in 2016 geen duidelijke toename te zien van vacatures waarin de onderwijstijd is gespecificeerd (10,4% in 2016 vs.

8,2% in 2015). Indien het aantal FTE voor onderwijs wel in de vacature wordt vermeld, is de onderwijsbelasting in het overgrote deel minimaal (0,10 FTE: 6,7% in 2016).

De vacatures waarin onderwijstijd en contractduur zijn gespecificeerd, zijn in tabel 4 gebruikt om het aantal FTE voor onderzoek af te zetten tegen de contractduur in jaar (n = 150).

(8)

Tabel 4: Aantal FTE voor onderzoek en aantal jaar contractduur

2015 (n = 112)

Contractduur in jaar Aantal FTE

voor onderzoek

3 4 5 6

≤ 0,50 0 1 0 0

0,60 0 2 1 2

0,70 0 0 0 0

0,75 0 3 0 0

0,80 2 11 0 0

0,85 1 12 0 0

0,90 2 70 0 0

1,00 1 4 0 0

2016 (n = 150)

Contractduur in jaar Aantal FTE

voor onderzoek 3 4 5 6

≤ 0,50 0 0 3 0

0,60 2 1 0 1

0,70 0 4 1 0

0,75 0 4 1 0

0,80 1 21 1 0

0,85 2 11 0 0

0,90 2 93 2 0

1,00 0 0 0 0

(9)

In veruit de meeste vacatures in 2016 wordt een contractduur van vier jaar aangeboden, waarbij vaak sprake is van een onderwijsbelasting en/of een parttime contract. Dit leidt ertoe dat in de meerderheid van de gevallen 0,80 tot 0,90 FTE aan onderzoek kan worden besteed, min of meer conform de resultaten van 2015.

Tot slot laat tabel 5 het totale aantal FTE zien afgezet tegen de contractduur in jaar. Hierin is de onderwijsbelasting niet meegenomen (welke in 89,6% van de vacatures niet beschikbaar is voor 2016), waardoor het grootste deel van de vacatures kan worden geanalyseerd.

Tabel 5: Aantal FTE en aantal jaar contractduur

2015 (n = 1336)

Contractduur in jaar

Aantal FTE ≤ 3 4 5 6

≤ 0,50 1 3 0 0

0,60 1 2 1 0

0,80 0 15 12 0

0,90 1 6 0 0

1,00 102 1172 3 4

Geen informatie beschikbaar in vacature

4 9 0 0

(10)

2016 (n = 1406)

Contractduur in jaar

Aantal FTE ≤ 3 4 5 6

≤ 0,50 0 0 1 0

0,60 2 1 1 0

0,80 8 14 2 0

0,90 5 24 1 0

1,00 145 1186 8 1

Geen informatie beschikbaar in vacature

0 7 0 0

De meeste vacatures bieden zowel in 2015 als in 2016 een fulltime contract aan voor de duur van vier jaar (87,7% in 2015 vs. 84,4% in 2016). Desalniettemin wordt in een substantieel deel van de vacatures een contract aangeboden voor de duur van drie jaar of minder (109 vacatures in 2015 en 160 in 2016). Daarnaast wordt in deel van de vacatures een parttime aanstelling met een contractduur van vier jaar aangeboden (26 vacatures in 2015 en 39 in 2016). Opgeteld komt dit uit op 10,1% van de vacatures in 2015 en 14,2% in 2016 waarbij een ‘dubieus’ contract wordt aangeboden, gedefinieerd als een aanstellingsduur korter dan vier jaar of een vierjarig contract met een aanstelling van minder dan 1 FTE.

(11)

4. Conclusie

Concluderend is uit het huidige onderzoek gebleken dat in 2016 nog steeds vaak een

‘dubieus’ contract aan promovendi werd aangeboden (14,2%). Het gaat hierbij meestal om een combinatie van een relatief kort promotietraject, een parttime aanstelling en/of een grote onderwijsbelasting. Tevens was in de meeste vacatures geen informatie beschikbaar omtrent de onderwijsbelasting voor promovendi (89,6%). Ten opzichte van 2015 werd geen duidelijke verbetering gezien in de arbeidsvoorwaarden van promovendi, ondanks de door het PNN gedane aanbevelingen naar aanleiding van het vorig jaar gepubliceerde rapport.

5. Discussie

Een belangrijke beperking van het huidige onderzoek, is dat uitsluitend vacatures van AcademicTransfer zijn onderzocht. Vacatures die via andere wegen aan promovendi worden aangeboden zijn niet meegenomen in het huidige onderzoek. De mogelijkheid bestaat dat juist de vacatures die niet via openbare wegen worden verspreid, maar direct aan kandidaten worden aangeboden, slechtere arbeidsvoorwaarden bevatten (o.a. een kortere contractduur en minder FTE voor het verrichten van onderzoek). Tevens zijn de vacatures waarin onderwijsbelasting en/of aanstellingsduur niet vermeld zijn een reden tot zorg, omdat ook deze vacatures mogelijk slechtere arbeidsvoorwaarden omvatten.

Voorts is belangrijk dat contractduur en beschikbare FTE voor het verrichten van onderzoek niet de enige factoren zijn die invloed hebben op een tijdige en succesvolle afronding van het promotietraject. Het zou evenwel kunnen dat een fulltime contract van ten minste vier jaar in combinatie met bijvoorbeeld een slechte begeleiding van de supervisor(en) leidt tot een uitloop van het promotietraject. In het huidige onderzoek hebben wij ons echter beperkt tot de gegevens die beschikbaar zijn in de vacatures van AcademicTransfer.

(12)

6. Aanbevelingen

Het PNN houdt vast aan de aanbevelingen die gedaan zijn naar aanleiding van het vorig jaar gepubliceerde rapport over arbeidsvoorwaarden van promovendi. Het PNN benadrukt het belang van deze aanbevelingen, zeker gezien geen duidelijke verbetering werd gezien in de arbeidsvoorwaarden van promovendi ten opzichte van vorig jaar.

Transparantie: het PNN adviseert om te zorgen voor transparante vacatures. Informatie omtrent onderwijsbelasting en contractduur dienen altijd in vacatures te worden vermeld.

Arbeidsvoorwaarden: het PNN adviseert om als norm een vierjarig fulltime contract na te streven om de kwaliteit van het Nederlandse promotiestelsel hoog te houden.

Combinatie van factoren: het PNN adviseert aan promovendi en universiteiten te letten op de combinatie van factoren die een belemmering kunnen vormen voor het tijdig en succesvol afronden van het promotietraject. Hierbij valt onder andere te denken aan een grote onderwijsbelasting of een parttime aanstelling bij een vierjarig contract.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Bovendien, als er rekening wordt gehouden met overlap tussen de groepen, dan blijkt 40% (het lila balkje in 2013 in figuur 31) van de groep ZAVP’s volgens de oude definitie niet

• Industry characteristics • organizational characteristics • Sources of resistance to change Literature research • HCIC • Organizational characteristics of ESD-SIC

Er zijn in 2016 geen wijzigingen geweest in het nummerplan, de nummerreeksen of de nummerruimte voor mobiele diensten en toegang tot

Dit betekent dat de sterke daling van het aandeel ZAVP’s in de totale daderpopulatie niet gespiegeld wordt in hun aandeel gepleegde misdrijf- feiten en strafzaken – deze afname

The study sought to provide empirical evidence and an assessment of the impact of pastoral ministry principles in accordance with approaches that advocate for the use of

Doordat het bestaan en de werking van interne controles en de VIC (de uitvoering dus) nog niet op het gewenste niveau zijn en kunnen zijn (het vergt immers een langere periode om

Deze rapportage gaat over het schooljaar 2015/2016, zodat deze rapportage niet alleen betrekking heeft op de inspectieonderzoeken volgens het nog geldende toezicht, maar ook op de

Indicator 31 De ouders van VVE-geïndiceerde kinderen worden minimaal twee keer per jaar formeel geïnformeerd over de ontwikkeling van hun kind (voorschool: minimaal drie