• i'.
;
I
Kosteloos verkrijgbaar aan onze
'::<xii^> <sgir3§-><4ïiiï>::-
<^^-> <^^::-
I
Wat is en wat wil de Dietsche Trekvogel?
{ ;e
„Bondswet" van
den„Landsbond
der Dietsche Trekvogels"!
J)
j zegt onder bepaling 5:
!:::::::::!
De
Vereeniging stelt zich ten doel:te bevorderen herleving der eigen volksaardigeNederlandscheont- wikkeling;
aan te
kweeken
liefde voor eigen volksaard en eigenbodem;
hare leden in te prenten gevoel voor eer en deugd, voor plicht eu orde;
>
en onder bepaling 6:
De
vereeniging tracht dit doel te bereiken langs wettigenweg
en vel door:
het bevorderen der herleving
van
waardevolleoude
volksgebruiken, .zeden en volkskunst;
het bevorderen
van
zang, lied en spel inopen
lucht'envrijenatuur;
in 't bizonder door. eerie herleving
van
het oude volksspeeltuig, de dubbelkorige luit;het
houden van
gemeenschappelijke wandeltochten; .-. . ;het
houden
van, feestelijke bijeenkomsten en wedstrijden;het uitgeven
van
een tijdschrift;het oprichten
van
plaatselijke heemhuizenmet
leeskamer, jeugd- boekerij, vergaderzaal voor lezingenmet
lichtbeelden, enz.;het oprichten
van
plaatselijke onderafdeelingen voor lichamelijke oefening en ontwikkeling (turnen, roeien, zeilen, enz.);en anderewettige middelen,dieaanhet doelbevorderlijk
kunnen
zijn.De
Dietsche Trekvogel-beweging is ontstaan in een tijdvan
felste hartstochtelijkste tegenstelling en verscheuring in ons volk, met het doel de schijnbaar
ondempbare
klovevan
klassenhaat en klassenstrijd te overbruggen door middelvan
dat eene/wat men
1
als
gemeenschapsgoed van
een volkkan
aanzien—
de volkskunst Als wij den blik terugwerpen in dien hoog- en bloeitijd der Groot.Nederlandsche volkskuituur, de zestiende eeuw, degouden eeuw nog van
onzen volkszang,worden
wij gewaar, dat het de volkskunst—
als eigenlijke uiting der volksziel—
is,welke
harebanden om hoog
en laag,om
rijk en arm,om
jong enoud
ver-'eenigend strengelt.
Er was meer
schoonheid,meer
gelukentevreden- heidinhetlevenvan
denenkeling,ook van
denarmste en ellendigste, zelfs in maatschappelijke toestanden, die bij hedendaagsche ver ten achterstaan.Het was nog
geenalledaagsche, geen gemechaniseerdeen. gematerialiseerde sleur.
Oeroude
diepzinnige gewijde zeden en gebruiken, plechtighedenen feesten vulden het jaar; kostbare volks- overleveringenvormden
den vaderlandschen stof, waaruit de volks- kunst overvloedig in zang, toondicht, beeldende kunstenkon
putten.Scheppend
en uitoefenendnam
de enkeling in het volk aan deze geestesgemeenschap deel, hetontvangene behoudend
enweer
totnieuw
leven ennieuwe vormen
voortplantend, vast wortelend inden levenden
bodem van
zijn eigen volksaard,van
zijn stam- en rasbewustzijn.Deze
kultureelegemeenschap van
het gemoedsleven overbrugde elk verschil in rang en stand, inhave
en goed, in mate.van
be- schaving en ontwikkeling. Dezelfde schoone liederen klonkenvan
de wieg tot het graf,van
den rijke en den arme; in de hofzaal en de nederigstewoning
van den arbeider; hethandwerk was
nog een kunstwerk en dehandwerker
een kunstenaar; het tooneelnog
eenplaatsvan
veredeling en stichting,waar
het volkzelfvertolkend de dramatische kunst beoefende.Nog was
hetverband
met de natuur niet geheel verbroken enwas
de stedelingnog
niet aan haar ontvreemd;men
voelde de wedergeboortevan
het leven in zich jaarlijks hernieuwen, in den meietijd, als demeiboom werd
ingehaald en geplant, als de klokkenwerden
geluidom
de jeugd bijeen te roepen en de groene kronenwerden opgehangen
en het jonge volk tot reidans en -zang noodde,tot
meer
natuurlijke gezonde en edelere levensvreugdedan
onze hedendaagsche ontaarde grootsteedsche vermakelijkheden als tango- schuifdans-bar, cinema enruwe
eenzijdig-oppervlakkige sport.Een
onvermijdelijke,doch
in hare gevolgen noodlottige ont- wikkelingvan
ons staatkundig en stoffelijk leven, veroorzaakte reeds vroegtijdig die breuk in onze volkseenheid, doordat slaafsche navolgingvan
uitheemschen zuidelijkenmodedwang
en ontaarding een verschillenden aardvan
beschaving deed ontstaan en onzeCO 4J ca cjï
"
Oh a
§^
U
<uw
S3 l-aX P
w H W a
< ü
BS
hoogeremaatschappelijkestanden
van
delagerestandenvervreemdde.Toen
stierf ons volkslied, verstomde devolksmond
en bloedde dérijkedietschevolkskunst dood. Sinds dien tijd
verarmde
onze volks- >zielgeheel en al.
De
afgeloopeneeuw
deed de werktuigelijkenijver- heidendefabrieksstadontstaanenschiepdieonnatuurlijkerampzalige grootsteedsche ontwikkeling, die tot een volslagen mechaniseering en materialiseeringvan
den stadsmensch en zijn leven leidde, waar-van
wij de onheilspellende gevolgen voor lichaam, geest en ziel,voorden
enkeling,de samenlevingalsdemaatschappij,hedenbeleven.Tot
hier toe en niet verder!Hier wil de DietscheTrekvogel zijnstem verheffen en zijn land- en volksgenooten toeroepen: Laat ons een
nieuw
leven beginnen, een natuurlijk, hetoude
en eeuwig nieuwe jonge leven! Laat ons het krankzinnige drijvenvan
de wereldstad bewust verzaken,waar
wij niet levenmaar worden
ge-- leefd, en nietmeer
tot bewustzijnkunnen komen
en tot de diepe schoonheid des levenskunnen
geraken. Laat die rust, bestendig- heid en vastheid in onzegemoederen
en harten wederkeeren, welkevoor
eene wedergeboorte en hernieuwing de voorbereiding is. Laat ons medelevenmét
de natuur, de goddelijke schepping, en ons levensjaarweer
hiermede inverband brengen, teneindenaarlichaam en zielweer
gezond tekunnen
worden. Laat ons terugkeeren tot die tijden onzer levens- en volkseenheid, tot de oerbronnenvan
onzen eigen aard en ons eigen wezen,waarvan men
zich niet kan vervreemden, zonder de bronvan
het beste en edelste in zich te laten opdrogen.Wij kennen
ons zelf niet meer!Het
gaathier nietom
eene ziellooze herleving vandoode
vormen,maar om
de innerlijke bezieling, de bevruchting; het wederaan-knoopen van
snaren, die in ons hart en in onze ziel sprongen en verstomden; hetweer
verbindenvan
den verbrokenband
onzer volksgemeenschap. Daarbijmoge
ons de aanrakingmet
ons oer- eigen verleden— waarvan
wijnog
zoo bitter weinigweten —
helpen.
Dan mogen
er in ons volkweer
zangers en dichters, kunstenaars van klank,woord
en beeld opstaan en ons alledaagsche leven vullen met schoonheid en het wijdenmet
het eeuwige en goddelijke, en aan hen allen, die thans onbevredigd zijn en blijven,weergeven,
wat
geen vermeerderingvan
stoffelijk bezit, geen ver- minderingvan
levenslastenofplichtenkan geven—
een blijgemoed!
Wie
doet er met onsmee? Wie
helpt ons?De
Dietsche Trek- vogel roept allen op, allen dievan
dietschen bloede en tonge zijn, onverschilligvan
welke staatkundige of geestelijke richting,van
welkepartij ofwelkgeloof,van
welken rang ofstand zijmogen
zijn!3
Ons
doelisklaarenduidelijkenstaat rechtvoor
ons.De
DietscheTrekvogel gaat een eigen
weg,
doorniemand voor hem
betreden-,en werkt
met
eigen 'middelen.Zoo
wil hijook
ons volkweer
leeren zingen, d.w.z. het zich zelf, zijn gemoedsleven,
weer
leeren uiten, zoodat hetweer
tot zich zelfkan komen. Ook
hierin gaatde Dietsche Trekvogel een
nieuwen
weg, daar hij beter de ont- staans- en bestaansvoorwaarden, beter het verledenvan den
volks- zang kent,dan
vele andere verdienstelijke ijveraars in ons volk, die bezieldmet
grooteliefde entoewijdingdoch
ontoereikende kennisvan
dit verleden, vroeger reeds pogingen;in die richting onder- namen, welke noodzakelijk onvruchtbaar moesten blijven.Dit geldt hoofdzakelijk
voor
de volkslied-uitgavenmet
klavier-begeleiding.
Het
klavier is hiervoor geheel fen al ongeschikt, daar het een verzwakkingvan
het muzikaal gehoor veroorzaakt; de toonwordt
werktuigelijk'voortgebracht enniet zelfstandiggevonden
als
op
de snaren-speeltuigen.Dan
is het klavier een begeleidmgs- speeltuig, datmen
alleen in de binnenkamerkan
gebruiken, enmet kan mee nemen op
wandel- en zwerftochten door bosch en veld.Ten
slotte is het door zijn prijs onjsociaal en zal nooit als volks- speeltuig in aanmerkingkomen.
Voor
het eerst brengt de Dietsche Trekvogel aan ons volk ons'
oude volksspeeltuig, de dubbelkorige luit, weer, verheerlijkt in tal- looze meesterwerken onzer groote schilders der zestiende enzeven- tiende eeuw, het speeltuig,
waarmede
ons schoone volkslied eens heeft geleefd en gebloeid en ten grave' is gedaald.De
luitkwam
in vergetelheid, niet ten gevolge van eenofandere technische achterlijkheid of onvolmaaktheid,maar
in dien tijdvan
algeheele geestelijke vernedering van ons volk envan
vervlakking van gevoel ensmaak
onder invloed der zuidelijke ontaarding, toen onzebetere standenluchtigeendubbelzinnige franscheenitahaansche herders-ariaatjeszongen
en deze zonder veel moeite en kunstvaar- digheidop
het klavier of de gitaar-fluit) wilden begeleiden,bn
hiervoor leende zich de echte luit en het luitspel, dat in ons volk tot een
hooge
kunstwas
ontwikkeld, niet, daar dit evenveel toe- wijding vereischt als de beoefeningvan
een strijk-speeltu.g.Thans
hernieuwd, verbeterd voor onze hedendaagsche behoeften,moge
de dubbelkorige luit als echt volksspeeltuig, in bosch en hei, in de
vrije natuur de dietsche tongen
weer
losmaken
en de dietsche harten laten opgaan.Want
ons volkmoet
zelf zingen en spelen, zich zelfbegeleiden als kunstenaar en wel buiten inGods
natuur,waar
demensch
alleen vrij en hij zelfkan
zijn.In alle plaatsen
moeten
despeelliedengildenontstaan terherleving 4van onzen" volkszang en onze huismuziek,
moeten
deheem-
eflgouwfeesten,deopenluchtspelen, het openlucht-tooneel als nationaal
drama
getuigenvan
de herleving onzer volksziel, hare veredeling en wedergeboorte envan
hare hereeniging.En van
hetNoorden
uitgaande,
moge
zich onzebeweging
uitbreiden als Groot-Neder- landsche beweging, als geestelijke zedelijkesteunvoor
onzebroedersinVlaanderen en Zuid-Afrika in den strijd
om
het bestaan en be-houd van
het dietsche ras,van
dietschen aard en geest.Voor
debekendmaking van
het doel onzerbeweging
trekt ons eerste „Speelliedengilde" ons land rond en werft de harten van jong enoud
aan, in de vastehoop
reedskomend
jaar in den mid-zomer
voor het eerst de bondsgezellen, Jong- en Oud-Trekvogels,van
het gansche land tot een bondsgeding en landsfeesttekunnen
samenroepen.Wat
in het kort bestekvan
dit vlugschrift onaan- geraakt moest blijven, zal uitvoerigworden
behandeld, in onsTijdschrift, waarin wij onze jeugd
weer met
ons eigen stam- en rasverleden, eigen volkskracht en volksoverleveringhopen bekend
te makend, de geestelijke stof voor onze Trekvogelwerking zullen geven en krachtdadig zullen
medewerken
aan de behandeling en 'oplossing der brandende staathuishoudkundige en maatschappelijke vraagstukkenvan
den dag, die alleen in den zin onzerbeweging
bevredigendkunnen worden
opgelost, o.a. door ontbinding derfabrieks- en wereldstad en het
weer
gezetenmaken van
het z.g.proletariaat in eigen
heem
en akkertuin als grondstandig element.Wij hebben
groote middelen noodig, vooralvoor
onzekomende
werking in de lagere standenvan
ons volk, diemet wantrouwen,
verbittering en haat
werden
vervuld en die wij juistmoeten
trachtente bereiken.
Wij hebben
die middelen o.a. noodig,om
onze volks- zang- en luitboeken, handboekjes voor volksdansen, kinder- en volksspelenzoo billijk mogelijk te kunnen verspreiden; fraaie luiten als prijzenop
volksfeesten voorwedzang
en wedspel tekunnen
uitloven; vrije deelneming
van
minder bemiddelden aan onze Trek- vogel-tochtenop
zoo groot mogelijke schaal tekunnen
verwezen-lijken, onze heemhuizen te
kunnen
inrichten, enz., enz., enz.Wie
helpt ons zoo de revolutie bestrijden, door datgene te bevestigen,wat
onsweer
kan vereenigen, dooropwekking van
het edelere, hoogere en betere in de volksziel en hare vrijmakingvan
lagere hartstochten.Elke gift helpt ons duizendvoudigen zegen verspreiden, zon en
licht brengen,
waar
het duister enkoud
is, blijheid des harten en desgemoeds
uitzaaien in grootste eenzaamheid en dorheidvan
het dagelijksch- en werktuig-leven.
1o:i„'/',
Tot
onze Nederlandschejeugd, de jongeren van jaren en allen, die zichnog
jongvan
hart voelen of het zouden willen worden, richten wijook
den bovenstaanden oproep: sluit u bij ons aan!
Tot
de ouders en ouderen richten wij den Oproepvan
ons plakaat: zendt onsuw
kinderen! Steunt ons maatschappelijk vader- landsch werk, ter herstellingvan
de eenheid in ons volk, ter ver- edelingvan
het gemoedslevenvan
ons volk.Wordt
lidvan onzenLandsbond
!Zendt
bijdragen!Vrij en frank als een vogel in veld en lucht,
trouw aan het nest, aan heem en honk, aan vaderland en volkstam, waar het ook zij
—
Trekvogelheil!
i
* **
Voor opgave van
hetlidmaatschapalsgezellevan denLandsbond
der Dietsche Trekvogels gelievemen
zich eigenhandig schriftelijk tewenden
tot de Bondskanselarij der Dietsche Trekvogels, Leiden,Haarlemmerweg
44c.Het
lidmaatschap bedraagt 0,50 tot 5 Gld.jaarlijks, naar
vermogen
en verkiezing.Beneden
den leeftijdvan
vijftien jaar
kunnen
geen ledenworden opgenomen.
Begunstigersdragen15Gld.perjaarbij; tegenstorting
van
honderd_en vijftig gulden in eens
wordt men
begunstiger voor het leven.Vrije bijdragen
worden
in eikenomvang
dankbaar aanvaard.Men
gelieve geldzendingen aan onzen Schatmeester, den heerJ.
Montauban van
Swijndregt, Baarn,Dalweg
1, of rechtstreeks aan onze postrekening, Baarn. Nr. 28509,Landsbond
der Dietsche Trekvogels, te richten.v
Alle verdere inlichtingen
worden
door onze Bondskanselarij,- verstrekt.
' ~ * * *
Verdere mededeelingen
De
rondreisvan
het „Eerste Speelliedengilde" door ons landwordt
het gansche jaar voortgezet.Aanvragen
tot het bezoekenzelfs der kleinste plaatsen
kunnen worden
gericht tot de Bonds- kanselarijvoornoemd,
Leiden,Haarlemmerweg
44c.* * *
Vanwege
denLandsbond
zullen reeds dezen winter leergangen in het luitspel (op de dubbelkorige luit)worden
ingericht, zoowel- enkele bizondere lessen als gemeenschappelijk groepenonderwijs.
Inlichtingen verstrekt de Bondskanselarij.
6
Bestellingen
voor
dubbelkorige luiten gelievemen
rechtstreeks te richten aan den luitmakervan den Landsbond
der Dietsche Trekvogels, den heer Ernst HeinrichRoth
teMarkneukirchen
(Sachsen) in Duitschland. Leden, die het volle bedragvan
lidmaat- schap betalen, genieten prijsverlaging.** *
Dezen
winter zalvan wege
denLandsbond
het eigen tijdschrift„De
Dietsche Trekvogel"worden
uitgegeven.Het
verschijntmaan-
delijks,
omvat
minstens32bladzijden,verder kunstbijlageninkleuren- of zwart-wit-druk en toonkunst-bijlagen, volks- èn huismuziekvoor
zang, luit en andere snarenspeeltuigen.De
prijsvoor
den jaargang bedraagtvoor
ledenvan
denLandsbond
15 Gld., voor niet-leden17.50 Gld.
* * *
Alsuitgaven
van
denLandsbond
zullen reedsdit jaar drie bundelsvan
het luitzangboek„De
Dietsche Luitzanger" in hetlichtworden
gegeven.De
prijsvoor
den bundel bedraagt voor leden 1,50 Gld., voor niet-leden2,—
Gld.Voor
liefhebberswordt
een beperktaantalop Oud-Hollandsch
papiermet
fraaien geteekenden omslag gedrukt:
prijs voor leden 2,50 Gld., voor niet-leden 3,
~
Gld.Het komende
jaar zal dan een leerschool voor de dubbelkorige luitworden
uitgegeven,ook
tenbehoeve van
zelf-onderricht.***
De Bondsraad:
' Voorzitter: Prof.Dr.H.
WIRTH,
Baarn.Jhr.R.
GROENINX VAN ZOELEN,
2e Voorzitter.N, S
WIERSTRA,
Schrijver. Leiden.J.
MONTAUBAN VAN SWYNDREGT,
le Schatmeester.Dr.N.
TENHAEFF,
.2e Schatmeester,De
GrooteRaad:
G.C.D. Baron
d'AUMALE VAN HARDENBROEK.
Mej. E.
DE MOL VAN OTTERLOO.
Mevr. A.
W. POSTHUMUS ME Y
JES— STAR NUMAN.
Minister van Staat Jhr.Mr. A.
DE SAVORNIN LOHMAN.
Jhr.Prof.Mr.B.
DE SAVORNIN LOHMAN.
ARNOLD
SPOEL.Mr.
E.THOMASSEN
aTHUESSINK VAN DER HOOP VAN SLOCHTEREN.
Prof.Mr.J.
VALCKENIER
KIPS.Drukkerij„Frieda' Utrecht