Iets over schadelijke vlinders
.
DOOR
Dr. D. Lubach.
Onschuldig?
Menschijnt
veelal tevergeten
dat elke vlinder eersteenerups is geweest endat elke
wijfjesvlinder
eengroot aantaleierenlegt,
waaruit wederom rupsen voortkomen. Toch weet ieder dat ver-scheidene soorten van
rupsen den mensch groot nadeel kunnen be- rokkenen en daarom onder devoor land- en
tuinbouw,
boschkultuuren ooftboomenteelt
hoogst schadelijke
dieren moeten wordengeteld.
Daarom moeten dan ook de
vlinders,
in welke die rupsenveranderen,
als
schadelijk
wordenaangemerkt,
— niet nogzoo zeer omdatzij
in hun larve-toestand ook schade hebbenaangericht,
maar omdatzij
hetaanzijn
gevenaan eenemenigte
rupsen,die,
insommige jaren vooral,
als eenewerkelijke plaag
moet wordenbeschouwd.
Onder de
dieren,
die niet tot degewervelde
behooren,zijn
er zekergeene die de menschen meer aantrekken dan de vlinders, »van welke
zegt J. VAN DER HOEVEN,
— »vele onsdikwerf verbaasd doen staan over deheerlijkheid
enschitterendepracht,
waarmede deSchepper
wezens versierd
heeft,
wieraanzijn
zookortstondig is,
als dat derbloemen,
om welkezij
fladderen.” Niemand zal men ooit vlinders»ongedierte” hooren
noemen, met welken naam zoo
dikwijls
andere insekten wordengebrandmerkt,
— evenalsaan de bloemen desvelds,
diebij
en tusschen decultuurgewassen tieren,
veelal de naam van»onkruid” te beurt valt.
Trouwens
diediertjes,
die meestal zoo schoongeteekend zijn,
die zich gedurende hun kort leven metplantensappen voeden,
niemanden niets
schaden, zijn
zulkeonschuldige diertjes!
72 IETS OVEIl SCHADELIJKE VLINDERS.
Ik heb een af keer van het
plagen,
martelen of zonder noodzaak dooden van dieren. Toch herinner ikmij , ettelijke jaren geleden,
opeen avond binnen den
tijd
van een klein halfuur in dedertig
vlin- ders, die door het open raam op het
lamplicht
kwamenaangevlogen
,onmeedogend
te hebben van kantgemaakt.
Die vlinders waren
wijfjes
van denbastert-satijn-vlinder (Bombyx chrysorrhoea)
, wier rupsen insommige jaren groote
schade aan de vruchtboomentoebrengen.
Het was toenmaals zulk eenrupsenjaar,
en in een aantal tuinen en
boomgaarden
inmijne woonplaats
waren vooral depeerenboomen letterlijk kaalgevreten
en alle uitzichten op vruchten verdwenen.Deze vlindersoort
legt
inAugustus
eengroot
aantal eieren op de ondervlakte van eenblad,
en bedekt die met eenzijdeachtig
dons.Ongeveer
een maand laterkruipen
de kleinejonge rupsjes'uit
de eieren. Dezerupsjes
voeden zich met debladeren,
waaropzij geboren zijn,
of die zich in denonmiddellijken
omtrek bevinden. Maar weldra zorgenzij
voor haarwinterverblijf
dooreenige
dichtbij
elkander staande bladeren met de randen aanelkander te hechten door middelvan een
spinsel ,
waarmedezij
ook het binnenst van het dusgevormd
nest bekleeden. In deze bladnestenbrengen
dierupsjes
den winter door.Die nesten vallen in het
najaar
niet met de andere bladeren van den boom af, want hunne bladstelenzijn,
mede doorspinseldraden
,stevig
vastgehecht
aan hettakje,
waaraanzij
zich bevinden. InApril,
vroeger of later naarmatevan deweersgesteldheid,
komen derupsjes
uit hunwinterverblijf
tevoorschijn,
doch trekken zich tot in het laatst van Mei nog des nachts daarinterug.
In ’t eerst, als de vruchtboomennog geene bladeren
hebben,
voedenzij
zich met het binnenste der blad- enbloemknoppen
,—
later, grooter
ensterkergeworden,
azenzij
op debladeren,
wierknoppen
hare vraatzuchtontsnapt zijn.
In dejaren,
waarin dezeplaag heerscht,
is het aantal rupsen op één boom niet zelden zoo ontzettendgroot,
datmen,
onder eenhoog-
stammigen
vruchtboomstaande,
eengetik hoort,
dat geenoogenblik
•«
ophoudt,
en aan niets anders is toe teschrijven
dan aan hetgestadig
neervallen op de bladeren van deuitwerpselen
deronophoudelijk
vretende dieren. In Juniverpoppen zich de
rupsen, en de vlinders komen in ’t laatst van Juli of ’t
begin
vanAugustus
uit de poppen tevoorschijn.
De
volgroeide
rupsen van denbastert-satijn-vlinder zijn
bezet met eengroot
aantalvrij lange
haren. Ik heb ze daarom wel eens beer-73 IETS OVER SCHADELIJKE VLINDERS.
5*
rupsen hooren noemen
,
en dienaam zou ook niet
ongepast zijn,
ware liet niet dat deentomologen
dien naam reeds op een andergeslacht
Van luPSen hadden
toegepast, namelijk
op hetgeslacht
Arctia, van
iet
grieksch
xpy.zo?,
hetgeen
beer beteekent. Van dieeigenlijke beenupsen
is hetbekend,
dat de meeste op insekten azendezang- vo
Dels die niet aandurven
,
— behalve de koekoek en enkele andere.
Datzelfde
is ook hetgeval
met de rupsen van denbastert-satijn-
vlindei,
zij
wordenalthans,
zooals ik hebbespeurd,
door de musschen met iustgelaten.
Eene andere overeenkomst met debeerrupsen (en
met
nog andere
, vooral van
Cnetocampa
processionea,de
processierups)
is
deze,
dat deharen,
diebij
het vervellen der rupsloslaten,
ope mid een
gevoel van
branding
en zelfsontsteking
verwekken, estiijd
van den menschmet de
schadelijke
insekten isdikwijls moeielijk,
en veelal kunnenzijn
moeite enarbeid niets anderseenige
veimindering
van het kwaad bewerken. Debestrijding
echteryj
lul)s van den
bastert-satijn-vlinder
is niet zoobezwaarlijk.
i men die vlinders vindt moet men ze dooden.
Maar,
al werdentiouw
bijgestaan
doorvledermuizen,
nachtzwaluwen en ui en,
men kan meer. Men moet in de eersteplaats
de winter-veiniclen,
die men na het afvallen der bladeren aandetakken,
aan de
öindtakjes,
open en bloot ziethangen
enblijven
langen, tenspijt
van regen en wind. Die nesten moeten worden af- gB nipt’~ de
hoogzittende
metbehulp
van eenepophaak:
een aaneen angen stok
bevestigde
en door een veeropenstaande schaar, die
vq 01
]
tlekken aan eene koord kan
gesloten
worden. Men moetdaarbij
voora
zorgen dat er
geen nesten op den
grond
blijven liggen;
alle dou nes^en moetendadelijk
worden opgezameld en verbrand.wacht"
m°et men met die uit;roe“ n£ niet in hetvoorjaar
W t' Wanneer de ru
Ps
jes
uit harenwinterslaap
ontwaken.a over den
bastert-satijn-vlinder
isgezegd, geldt
evenzeer van eene nauwverwante
sooi-t,
den donsvlinder-1 1M l 7
(Bombyx
auriflua),dezelfde
levenswijze heeft,
insommige jaren
dezelfde schade aan-bestrèden'
0
'
1 °°k d°°r dezelfde lïliddelen met goedgevolg
kan worden•
B?
70T
evr
nS(?
6 W6t {L0i qUi °rd0nne VécheniUage
desarbres)
werd111 7
’
h6t Ulthalen der winternestenbevolen.
Die wetis,
voorzoover lk weet
nog met
ingetrokken,
en in hoeverzij
voor ons landgeldt
» rmj met bekend D,t is echter zeker dat insommige
strekenvan ons
land,
onder anderen inmijne woonplaats,
deingezetenen
in74 IETS OVER SCHADELIJKE VLINDERS.
’t
begin
van hetvoorjaar
vanoverheidswege
wordenuitgenoodigd
voor dat uithalen te zorgen.
Nu moge zulk een
maatregel
wel wat sterk naarvaderlijke
regee-ringszorg
rieken, en men moge er op aanmerken dathij,
die verzuimtzijne eigene
vruchtboomen voor schade tevrijwaren,
dan ook maar degevolgen
van dat verzuim moetdragen
endoor schadewijs
worden, toch is zulk eeneherinnering
wélnuttig,
omdatzij
tevens strekt totbescherming
van hen, die zich niet aan zulk een verzuimschuldig
maken. Dat verzuim wordt het meestgepleegd
door hen,die in hun tuin enkele vruchtboomen hebben staan, doch zich niet met hetopzet-telijk
kweeken van ooftbezig
houden. Velen van dezulken zien de winternestenwel,
maar houden ze voor doode bladeren,
die
toevallig
aan de takken
zijn blijven hangen.
Aan eikenboomen ziet men immers in ’tvoorjaar
ook nog wel eens deverdroogde
bladeren van hetvorig jaar!
Heeft men nu geen of eenslordigen
tuinman, danblijven
de winternesten zitten. Maar wat is dandikwijls
hetgeval? Zoolang
de hoornen, die met rupsen bezetzijn
aan dezen nog genoeg voedselaanbieden, blijven
die rupsen waarzij zijn.
Dochzijn
de boomen kaal gevreten voordat het verpoppen der rupsen isingetrèden
, dan zoeken de rupsen andere boomen op, en zullen dan niet zeldenoverdengrond
en over
schuttingen
heen zich naar den belendendenboomgaard
of tuin een weg banen. En zoo kan het verzuimvan eenbuurman aan-leiding
geven, dat eenbehoorlijk
van winternestengezuiverde
tuin toch nog van de rupsen telijden krijgt.
Tegen
dat»overloopen”
bestaat echter ook eenmiddel,
— wel te verstaan indienmen het verzuimvanzijn
buurman nog intijds
bemerkt.Men moet dan in de eerste
plaats
zorgen, de vruchtboomen te isoleeren door hetwegsnijden
van alle takken of ranken, die aan de rupsen zouden kunnen dienen totbrug
omop die boomen tegeraken.
Daarnabestrijke
men den stam van eiken vruchtboom met een twee of drie decimeters breedenkring
van koolteer. Diering
moetaltijd kleverig
wordengehouden en,
alshij droog begint
teworden,
met gewonelampolie worden\bevochtigd.
De rupsen komen dan weloverdeschutting
en trachten van den
grond tegen
den stam op te klimmen, — maar wanneerzij
aandenring gekomen zijn
en ook over dezen pogen heen teklimmen, blijven zij
aan de teer vastkleven enzijn
dangemak- kelijk
te dooden.Beter
nog is het den stam te omgeven met een breeden
ring
vanbordpapier,
die mettouwtjes
opzijne plaats
wordtgehouden
envooralIETS OVER SCHADELIJKE VLINDERS. 75
volkomen
tegen
den stam sluiten moet, willen de rupsen er niet ondei doorkruipen.
Inplaats
van den stamzelven,
teere men dan dienring.
Ik heb
juist bij
dezevlinders, Bombyx chrysorrhoea
enauriflua
, watan
Q stilgestaan
, deels omdat die
schadelijke
insekten ook in stads- uinen, en dus niet alleen voor den landbouweren ooftkweeker te vieezenzijn,
- anderdeels omdat hetjaargetijde nadert,
in hetwelk zich dooi het uithalen van de winternestenvoor schade moet trachten tevrijwaren.
1Meei in t
algemeen
wasmijn
doel aan te toonen, dat ook dev in eis, die
schadelijke
rupsenvoortbrengen,
moetenvervolgd
worden,e ooden van
een enkelen
wijfjesvlinder,
vóórdat die eierengelegd
ee t, baat meer dan het verzamelen en dooden van honderd rupsen.
...
nu inderdaad die
schadelijke
rupsen engevolgelijk
schade-1J.
8 vlmders zÜ
n>
welkedikwijls
zooveel onheil aanrichtenop lande- njen
’
111 tmnen en inbosschen,
moet men leeren uit degeschriften
ovei
schadelijke
insekten.Zoodanigen zijn ,
behalvedeuitvoerige
Land-ouivilerkunde van dr. j. mtsema
bos
(2
deelen.Groningen 1879):
De insekten,
welke den landbouw schaden, door dr. c. s.snellenvan vollen- no\ ln(Haarlem, 1856),
en Volksleesboekoverschadelijke
ennuttige
insekten,001 r
‘
J'
wttewaal(Groningen, 1864).
Of in laterentijd
nog andere popuane enaanbevelenswaardige werkjes
vandien aard in het lichtzijn
wen C
r
W1','
S beken(b Maar bet zoudemijns
inziens zeer tewenscien
zijn,
dat zooveelmogelijk
overalverzamelingen
bestonden m6eSt scbll(ielijke
en daarom meest te vreezen insekten in aldat -|
P8rken Van hun bestaan
(i
arve, P°P en volkomeninsekt),
zoo-le.
61 degelegenheid
was die te leeren kennen en van de nietpla^
01r,”° dadelijke
insekten te onderscheiden. In de scholen op hetand,
vooral in do bouw- enboschstreken,
zouden die uiterstvoeg hier non*i■■ i
genoemde vlinders
ooi V
*** ZUi!
ei’
eD te b°ÜTnenVan de nesten derc acüt moet
geven op de eieren van deringelrups
(Bombyx neustria),
die mede tot de voor
Vrne).<i , , ...,
, , - ■ ■ />
geraakkelijk to
ontdekkenaï T! ft
'fff' \
Z°°op hoogstaande hoornen
ft
“ “t f:
™ donsvlind“- ruPs -- vooralhet OO. bereikbare takk
,
met Z°° hcht “ het °°- Dnch «Ö *fln op de voor° bij eenige oplettendheid e:emakkcliik to kpnnpn 7'\ •<+
namelijk in dicht tegen elkander
sluitend!
grijZe ringen,
tien^Irt^al
dejonge loten der vruchtboom®. De
rupsen bekleedcn dieeieren nare TCU u met eenelijmachtige slof, die in de lucht verhardt en de
T ?
8 ’ delijke invloeden vanbuiten. Ook de takjeswaaraf
/f™
“*teg“worden afgekniptenverbrand.
' ’ “ dle e' C™
76 IETS OVEU SCHADELIJKE VLINDERS.
nuttig zijn.
Dehoutsneden,
die men in zulkeboekjes
als de boven bedoeldevindt, zijn
in denregel
voor eenejuiste
kennis onvoldoende,en
goed gegraveerde
ennatuurlijk gekleurde platen zijn
te duur. Maar ook het beschouwen van deze laatste kan niet opwegentegen
het zienvan het dier zelf. Het oog van den landbouwer of tuinman ziet daar- enboven de
afbeeldingen
op eeneanderewijze
dan datvanden entomo-loog,
of in ’talgemeen
als dat vaniemand dieeenig
werk heeftgemaakt
van het
vergelijken
vanafbeeldingen
met de voorwerpen zelven.Getuige
een
boer,
diemij
kwam vragen of een door hem in hetaardappel-
veld gevangenkevertje
niet degevreesde
colorado- ofaardappelkever
was. Het
geleek
immersvolgens
hemgeheel
op degekleurde afbeelding
van dien
kever,
die door deregeering verspreid
en door hem bekekenwas!
Hetkevertje
nu was niet anders dan eenzoogenaamd
Lieven-heersbeestje,
elders onder den naamvankoffie-engeltje
bekend, wiens larve eengeduchte vijand
der bladluizen is. Het is inderdaad zonder-ling
, dat de landlieden, althans insommige
streken, zooweinig
bekendzijn
met de dieren die in hunomgeving
in het wildleven,
en met de
levenswijze
van dezen.Mij
werd eens in Hollandeenlevendevogel toegezonden,
dien niemand uit hetdorp,
in welksnabijheid hij
gevangen was, kende. Het was niets anders dan een gewoon waterhoen (Gallinulachloropus).
En demeerling,
dat de mollen de wortels van het gras afknagen,
is enblijft
nogvrij algemeen, niettegenstaande
het zoogemakkelijk
is zich van hettegendeel
teovertuigen.
Wanneer op de