• No results found

Moed om te spreken. dienst. Preek zondag 7 juni 2020 Voorganger: Ds. Niels de Jong

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Moed om te spreken. dienst. Preek zondag 7 juni 2020 Voorganger: Ds. Niels de Jong"

Copied!
6
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

dienst

Preek zondag 7 juni 2020 Voorganger: Ds. Niels de Jong

Moed om te

spreken

(2)

Op de allereerste Pinksterdag in Jeruzalem maakte de nieuwe beweging een vliegende start.

Duizenden mensen kwamen tot geloof in Jezus Christus. De daarop volgende toespraak van Petrus had bijzonder veel effect. Bijzonder veel mensen werden gedoopt en werden onderdeel van wat later de kerk is gaan heten. En alsof dat niet bijzonder genoeg was: vanaf die eerste dag kwamen er dagelijks mensen bij de groep. Een bijzondere groep – van mensen van heel verschillende komaf en verschillende status en verschillende niveaus. En zij maakten het woord delen bijzonder praktisch.

En er gebeurde vaker bijzondere dingen, wonderen en tekenen. De Geest was er bijzonder actief, maar dat leidde al snel tot bijzonder veel tegenstand. Daarom als je veel van de Geest vraagt en ook krijgt – wees dan op twee dingen voorbereid, die zomaar tegelijkertijd of kort na elkaar kunnen gebeuren. Bijzondere zegeningen en bijzonder veel tegenwerking.

Preek

dienst 7 juni 2020

Vrijmoedigheid

Handelingen 4: 23 – 31

Dit patroon van voortgang en tegenstand zie je het hele boek Handelingen door – en als je uitzoomt dan zie je het de hele geschiedenis van de kerk door. Voortgang en tegenstand. Doorbraken en crisis. Openheid en verzet. Bijzondere kansen en bijzondere blokkades. Zeker als er bijzonder veel effect, vrucht, openheid, geloof is, dan kun je er bijna zeker van zijn dat er ook bijzonder veel verzet, tegenwerking, spot of zelfs haat zal gaan komen. Dat patroon zie je vanaf het allereerste begin van de kerk in de eerste hoofdstukken van Handelingen en dat patroon blijft het hele boek Handelingen door. In Handelingen 2 was het dus windkracht 10 in de rug voor de nieuwe beweging, maar in Handelingen 4 komt er al hevige tegenwind. Het zal ook niet lang duren, een paar hoofdstukken maar, of de eersten christenen hebben windkracht 10 tegen, ze moeten hun huizen

verlaten, vluchten voor hun leven en elders opnieuw beginnen. Al is het dan zeker niet over met de groei van de beweging – integendeel, er komen alleen maar meer nieuwe mensen bij. En daarna ook weer nieuwe

tegenwind. En zo gaat dat door. Maar de beweging van nieuwe christenen geeft niet op bij het eerste zuchtje tegenwind, en ook niet bij heftige stormen, zoveel is wel duidelijk in Handelingen en zoveel wordt ook wel duidelijk uit het stuk dat we lezen uit Handelingen 4. En daarom dat Handelingen zoveel inspiratie geeft om vandaag de dag met tegenwind om te gaan. In welke vorm die tegenwind ook komt – of het komt in de vorm van tegenwerking van mensen van buitenaf, of dat het komt door conflicten van binnenuit, of dat het komt in de vorm van een crisis die alles anders maakt. Zeker het eind van Handelingen 4 geeft ons handvatten op waar het op aan komt in zo’n crisis.

Laten we dit stuk lezen. Petrus en Johannes – twee leiders van de nieuwe beweging – waren gevangen genomen, hebben de nacht doorgebracht in een cel. De godsdienstige leiders hebben hen geprobeerd te intimideren, ze bedreigen hen, maar moeten hen dan toch vrij laten. En dan lezen we wat er gebeurt als Johannes en Petrus zijn vrijgelaten en hoe de eerste christenen reageren op deze bedreigingen en tegenwerkingen.

Ik wil graag drie dingen met je delen vanuit dit gedeelte, naar aanleiding van deze eerste christenen die reageren met een opvallend gebed.

(3)

1. Het tegendraadse van christen-zijn

Iets dat opvalt is dat deze christenen dus niet overvallen zijn door de tegenwerking, niet onder de indruk van de bedreigingen, niet van hun stuk gebracht dat hun leiders een nachtje in de cel hebben gebracht. Ze beginnen hun gebed met het aanhalen van het begin van psalm 2. Een psalm die spreekt van verzet tegen Gods plannen, van verzet tegen de messias, de zoon van God. De eerste christenen plakten deze oude tekst over de messias natuurlijk op Jezus Christus. Hij had ook te maken met verzet. En ze staan er dan ook niet vreemd van op te kijken dat het verzet ook hen, zij die bij Jezus horen, nu treft.

Onderdeel worden van de beweging van Jezus – het verschilt per tijd en plaats hoe de omgeving daar op reageert. Dat verschilt in Handelingen ook per plek. In Nederland komen we van een cultuur die het christelijk geloof en de kerk in meer of mindere mate bevoordeeld heeft. Dit is wel afgebrokkeld vanaf de jaren ’60. En zo erg is dat ook niet. Als christen worden je maatschappelijk voordeel oplevert, daar krijg je eigenlijk nooit een beter christendom van. Op allerlei plekken in de wereld hebben ze zulke bevoordeling nooit gekend; daar is tot op de dag van vandaag openlijke tegenwerking, die goed voelbaar is – dat varieert van achterstelling in China of India tot zeer aggressieve tegenwerking in landen als Afghanistan, een deel van Nigeria of Noord-Korea. In Nederland zit het ergens tussenin bevoordeling en benadeling in, vermoed ik. Het hangt ervan af waar je een beetje begeeft in ons land, in welke kringen, in welke context. Soms is men er tamelijk neutraal in, sta je niet gelijk op een voordeel, maar zeker ook niet op een nadeel en is men behoorlijk welwillend en open richting het christelijk geloof. Maar je kunt ook heel goed meemaken dat men het christelijk geloof ook heel gek vindt – als een overblijfsel uit vroeger tijden. Maar ook dat men het scherp afwijst – als iets negatiefs. Stephan Sanders, een Amsterdamse schrijver die de afgelopen jaren zich tot het christelijk geloof heeft gekeerd, heeft ooit iets gezegd als: ‘Mijn coming out als homo 30 jaar geleden heeft me lang niet zoveel weerstand of afwijzing

opgeleverd als mijn coming out als christen een paar jaar geleden’. En misschien herken je dat wel – dat je voor je gevoel je nek uitsteekt als je er voor uitkomt dat je christen bent, dat je voor je gevoel je moet verantwoorden richting vrienden of familie of collega’s of studiegenoten - dat mensen het maar niets vinden. Misschien heb je er geen last van, misschien ook wel.

Als je het voelt, dan sta je dichtbij die christenen uit Handelingen. Bij hen was het ook zo dat je door christen te zijn tegen de stroom in zwom, dat lang niet iedereen daar enthousiast van werd, dat je leven er zelfs moeilijker van werd, dat je opeens allerlei dingen moest gaan uitleggen. Zeker niet alleen maar weerstand. Integendeel – veel mensen sloten zich bij hen aan. Eind van Handelingen 2 staat er ‘en ze stonden in de gunst bij het hele volk’. Iedereen is positief verrast blijkbaar door deze groep mensen die zeggen iets met Jezus te hebben. Maar dat blijft niet zo – tegenkrachten gaan zich roeren. In hoofdstuk 4 is een eerste echte botsing met de

(godsdienstige) leiders van toen. En dat zal zeker niet voor het laatst zijn... Wat Jezus overkwam – godsdienstige en politieke autoriteiten die hem bedreigen en hem uiteindelijk doen lijden en sterven – daar hebben ook zijn volgelingen in Handelingen vaak genoeg ook last van. En het is alsof Lucas in zijn boek Handelingen wil zeggen:

‘als je te maken krijgt met spot, tegenstand, moeilijkheden, tegenwerking, uit welke hoek ook – sta daar dan niet van te kijken. Zeker niet als je je inzet om dat goede nieuws te delen met anderen’.

Hoe het komt dat het christelijk geloof iets tegendraads is? Nou, het gaat namelijk over dingen als een nieuw begin, over verandering, over ommekeer, over andere normen en waarden, over geven, delen, over een Heer die alles rechtzet. En zeker de mensen die baat hebben bij de status quo, de mensen die alles hetzelfde willen houden – die kunnen zo’n boodschap niet waarderen. Zij willen het aanzien, invloed, status, macht en geld die ze hebben bewaren – en kunnen een boodschap die kritisch is op juist die dingen, niet hebben.

Zulke tegenwerking – daar moet je dus niet van staan te kijken. Christen-zijn is in het merendeel van deze wereld en in het merendeel van de geschiedenis iets tegendraads is, iets van tegen de stroom in, iets dat soms zelfs tot ver in de marge weggedrukt wordt. Dus verbaas je niet als voor jou dat ook voelt – dat je tegen de stroom in gaat, dat je hoort bij een minderheid. Maar weet ook dat die beweging van Jezus al eeuwen toch niet te stoppen is, niet neer te drukken. En dat die beweging verspreidt is over de hele wereld.

(4)

En dat die beweging nog steeds op tal van plekken uiterst vitaal, krachtig en fris is. Dat het tot op de dag van vandaag tallozen mensen verandert, dingen ten goede keert. Dat het vanuit de marge al zo veel goeds heeft betekent heeft voor ongelooflijk veel mensen en dat nog altijd doet. En dat aan deze beweging uiteindelijk de toekomst is, want het is de beweging van de koning die eens alles in orde zal maken.

2. Tegenwind of crisis is niet het ergste wat er is

Als Petrus en Johannes terug zijn bij de leerlingen en verteld hebben wat er is gebeurd, zoeken ze met elkaar kracht in gebed. Ze voelen de dreiging en zijn zich dus bewust dat Psalm 2 – de psalm die ze hier bidden – maar al te waar is in hun context. Ze weten dat de godsdienstige en politieke autoriteiten samengespannen hadden tegen Jezus, die daardoor gekruisigd was. Dat was allemaal nog maar een maand of 2 geleden, dat waren ze echt nog niet vergeten. En met diezelfde godsdienstige autoriteiten hebben ze hier weer mee te maken. Hun dreigementen zijn dus echt geen loze dreigementen. Dat beseffen deze christenen maar al te goed. En het brengt hen op de knieen. Ze gaan bidden. En Lucas, de schrijver van Handelingen, ruimt veel plek in voor dit gebed. Een aanwijzing dat Lucas het gebed – zoals ook blijkt uit allerlei andere plekken in Handelingen – bijzonder belangrijk vindt voor volgelingen van Jezus, in welke tijd dan ook. Bovendien is het een gebed dat Lucas hier weergeeft als een gebed om een voorbeeld aan te nemen.

 

Je zou je goed kunnen voorstellen dat ze bidden of de dreiging en intimidatie zullen stoppen. Dat ze zouden bidden om bescherming. Dat het gevaar mag wijken. Maar bidden ze helemaal niet om. Dat staat blijkbaar niet hoog op hun prioriteitenlijstje en bidden ze om de dingen die wel echt prioriteit voor hen hebben. Dat blijken twee dingen te zijn:

1) dat God hen de moed wil geven om te blijven spreken.

2) dat God hen wil bijstaan, zodat zieken genezen worden en er teken en wonderen zullen gebeuren in de naam van Jezus. Oftewel, ze bidden dat God krachtig zichtbare dingen zal laten zien die hun boodschap over Gods nieuwe begin zal onderstrepen.

 

Er is iets wat ze erger vinden dan de bedreigingen, dan de tegenwerking, dan een nacht in de cel. Namelijk dat de nieuwe beweging zal stilvallen door deze eerste crisis. Dat het goede nieuws niet meer verteld zal worden.

Dat er geen zichtbare tekenen van God uit zouden gebeuren. Dat zou pas erg zijn! En daarom dat ze bidden om moed om te spreken. En om hulp van Boven, om ingrijpende wonderen en tekenen.

 

Eerlijk gezegd denk ik dat dit gebed ons op een goede manier kan corrigeren. Dat als wij met een crisis te maken hebben. Of dat nu persoonlijke afwijzing is. Of dat het geestelijke strijd is. Of dat het tegenwerking is van een bepaalde status quo. Of dat het een crisis is zoals we die nu mee maken, een Corona-crisis. Onze neiging is, mijn neiging in ieder geval, is om te bidden of het zo snel mogelijk voorbij is. Dat de crisis snel over is, dat de dreiging niet zal uitkomen. En ik denk ergens niet dat dit per se verkeerd is, maar er is misschien wel iets belangrijkers. Iets waar het meer op aan komt. Namelijk dat we de moed hebben om in deze tijd goed nieuws delen, het hoopvolle nieuws van Jezus Christus. En dat we meer bidden om hulp van boven nodig - dat God nu zal werken in het leven van mensen, zichtbaar, met verhoringen op het gebed, met wonderen, met tekenen.

Dat zou mensen waarschijnlijk veel meer goed doen waarschijnlijk dan dat de crisis zo snel mogelijk achter de rug is. Dat zou de kerk waarschijnlijk veel meer goed doen dan alleen maar hoe we weer ‘gewoon’ kunnen samenkomen. Hoezeer ik daar ook naar verlang. Dat zou jou en mij waarschijnlijk meer goed doen, als we zo moed zouden krijgen en God ook in jou omgeving tekenen zou doen laten plaatsvinden – tekenen, wonderen, signalen dat Hij er is en Hij goed is. Als ook wij deze twee dingen zouden krijgen – vrijmoedigheid en dat God ons bijstaat met tekenen en wonderen – dat zou tot gevolg hebben dat het leven van vele mensen zich ten goede zou keren. Want belangrijk dat een crisis voorbij is, is dat het goede nieuws van Jezus verder komt. Dat meer en meer mensen dat zullen ontdekken dat Jezus Christus leeft en dat dat alles ten goede keert. Echt alles – je hele leven nu al. En de toekomst van de wereld straks.

(5)

3. Wat God wil geven in crisis

Dit indrukwekkende gebed wordt beantwoord – en hoe! De grond begint te beven en ze worden vervuld van de Geest, staat er. Blijkbaar is dit een gebed dat God graag wil verhoren. Die biddende mensen daar krijgen de Geest. Die heb je altijd nodig, maar zeker ook als je in een crisis zit. En in hoofdstuk 5 is te lezen dat de

bijzondere tekenen en wonderen ook plaatsvinden. God verhoort dus ook dat gebed om hulp, om tekenen en wonderen die hun woorden kracht bij zetten. En ze krijgen ook de gevraagde vrijmoedigheid om te spreken over ‘de boodschap van God’ (vers 31). Drie dingen krijgen ze dus in deze crisis: vervulling met de Geest, wonderen en tekenen die hun boodschap kracht bij zetten en een nieuwe vrijmoedigheid.

 

Om dat laatste, die vrijmoedigheid, nog wat uit te werken. Het is namelijk een kernwoord in Handelingen 4.

Het woord valt drie keer in dit gedeelte. Als een woord vaker herhaald wordt, is dat in bijbelse verhalen bijna altijd een aanwijzing dat het om een belangrijk woord gaat. Men kon namelijk niet iets vet drukken, of

onderstrepen of wat wij ook maar doen om iets te benadrukken. Herhaling is het belangrijkste middel om iets extra nadruk te geven. Dit woord valt drie keer in Handelingen 4. De eerste keer gaat het over Petrus die deze vrijmoedigheid heeft tegenover die godsdienstige leiders. Petrus – let wel dat was de man die een paar weken daarvoor bij het minst zuchtje tegenwind, bij een simpele vraag van een dienstmeisje hevig in de ontkenning schoot, die ontkende Jezus zelfs maar te kennen, laat staan te durven toegeven bij Jezus te horen. Deze Petrus staat zich nu vrijuit te verdedigen tegenover de Joodse leiders van die dagen. Een gevolg van de Heilige Geest, want de Geest geeft je moed, vrijmoedigheid. En aan het eind van Handelingen 4 bidden de leerlingen om die vrijmoedigheid (vers 29. En nu aan het eind van het verhaal ontvangen ze allemaal die vrijmoedigheid (vers 31).

Het woord vrijmoedigheid is ontstaan als van spreken aan voor een burger in een volksvergadering. Het was een vrijheid waar men daar in Athene trots op was. Dat je zo vrij kon spreken, dat je niets achter hoefde te houden – dat was voor Atheners belangrijk. En je zou kunnen zeggen – ook nu is dat nog steeds een belangrijk goed – dat je je kunt uitspreken, bijvoorbeeld tegen onrecht, tegen dingen die van geen kant kloppen. Als je dat soort dingen niet zou kunnen zeggen, dan zou er zeker niets veranderen. Van alle kanten zien we nu nieuws uit de V.S. overwaaien waar het onrecht – dat al veel langer bestond, als nooit te voren wordt uitgesproken.

Geen garantie dat er iets ten goede gaat veranderen. Maar als dingen niet vrijmoedig benoemd worden, dan veranderen ze sowieso niet. En voor Lucas is dit ook een belangrijke eigenschap voor christenen – dat je spreekt over het goede nieuws, zonder iets achter te houden. Als dat goede nieuws namelijk niet meer verteld wordt, uit angst bijvoorbeeld, dan gaat het mis, helemaal mis. Dan wordt mensen datgene onthouden wat ze het meest nodig hebben. Het goede nieuws van Jezus dat alles ten goede keert.

 

Die vrijmoedigheid is niet iets dat je helemaal uit jezelf hebt te halen, maar juist ook iets wat God je wil geven.

Het betekent niet dat je geen angst meer zult hebben om je uit te spreken over je geloof of over de dingen van je geloof. Het betekent wel dat je ondanks die angst, toch zult spreken. Toch de kansen krijgt, en de kansen ook kunt pakken om iets van je geloof in Jezus te delen.

En het is bij ons anders dan bij de eerste leerlingen. We lopen niet de kans op gevangenschap omdat we spreken over ons geloof, om maar iets te noemen. Maar toch staat er ook bij ons wat op het spel. Het verschilt een beetje van je omgeving. Maar misschien wel je imago. Misschien wel je volgende stap in je carriere.

Misschien wel een bepaalde vriendschap. Misschien wel wat mensen van je vinden, misschien wel allerlei vooroordelen. Misschien onbegrip. Misschien lastige gesprekken.

En dus hebben ook wij vrijmoedigheid nodig. Al te hard nodig. Want anders doen we er het zwijgen toe. Terwijl het hier gaat om het nieuws dat mensen het meest hard nodig hebben. Dat Jezus Christus is opgestaan uit de dood. Dat er daarmee vergeving van wat mis ging in het verleden. Een nieuw begin in het heden. En hoop voor de toekomst.

(6)

Ik hoop daarom dat dit gedeelte in jou uitwerkt wat Lucas hoopte dat het uit zou werken. Dat je ook zou gaan bidden als deze mensen uit Handelingen 4. Elke keer als het lastig zou worden in je leven, als je tegenwerking zou ondervinden, als je in een crisis terecht zou komen. Dat je dan zou bidden zoals hier. En vervolgens vrolijk doorgaan met het goede doen en het goede zeggen. Hoe intimiderend mensen misschien soms ook kunnen zijn – dat je in je eigen woorden doet en zegt wat gedaan en gezegd moet worden. En het meest fantastische nieuws ooit verder zal komen en mensen tot God zullen komen.

Amen.

       

Gebed

Geef ons vrijmoedigheid in het spreken, juist ook over de dingen van Jezus. Stel ons allemaal in staat – ondanks de dingen die ons angst inboezemen – vrijuit te spreken over de boodschap van God. Sta ons bij met tekenen en wonderen, opdat uw goede nieuws alleen maar meer ingang zal vinden bij de mensen.

Amen.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

voor het kind van Bethlehem Hoor, de eng'len zingen d'eer van de nieuw geboren Heer... Hij, die heerst op 's hemels troon Here Christus,

Sterk mij door Uw tere handen, maak mij door Uw kleinheid groot, maak mij vrij door Uwe banden, maak mij rijk door Uwe nood, maak mij blijde door Uw lijden, maak mij levend door

Laat niet tot zonde uw geschil zijn, maar zoekt uw vrede voor de nacht. Spreekt tot uw hart en laat het stil zijn, laat wat de HERE wil uw

Mijn hart verlangt er naar om samen te zijn, hier in een plaats van aanbidding.. In geest en waarheid samen één te zijn, in aanbidding

En Mozes zei tegen God: Zie, wanneer ik bij de Israëlieten kom en tegen hen zeg: De God van uw vaderen heeft mij naar u toe gezonden, en zij mij zeggen: Wat is Zijn Naam.. Wat moet

Herschep mijn hart, en reinig Gij, o HEER', Die vuile bron van al mijn wanbedrijven;.. Vernieuw in mij een vasten geest,

Gezang 127 vers 3 Liedboek voor de Kerken.!. Juicht nu, trots al uw zorgen, de Koning komt

Of bangen nood, mijn vlees en hart, Zo zult Gij zijn voor mijn gemoed. Mijn rots, mijn deel, mijn